Kamervraag 2018Z00236

Gemeentelijke herindeling in de Leidse regio

Ingediend 12 januari 2018
Beantwoord 26 februari 2018 (na 45 dagen)
Indiener Harry van der Molen (CDA)
Beantwoord door Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen bestuur gemeenten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2018Z00236.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-1280.html
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Provincie dreigt met gedwongen herindeling Leidse regio»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Wat is uw visie op de opstelling van de provincie Zuid-Holland die zich kennelijk nadrukkelijk gaat bemoeien met de samenwerking in de Leidse regio en de nieuwe gemeenteraden duidelijke opdrachten wil gaan geven met het oog op een «consistent regionaal eindbeeld»?

    Het artikel in het Leidsch Dagblad betreft een interpretatie van de eind 2017 door gedeputeerde staten gepubliceerde «Tweede Tussenrapportage Slimmer en Sterker Bestuur in Zuid-Holland»2.
    In het rapport zelf staat op pagina 24: «Na de gemeenteraadsverkiezingen staan de nieuwe colleges en raden voor de opdracht tot een oplossingsrichting te komen. De provincie gaat daar actief bij helpen, onder meer door nu al deel te nemen aan het proces om de gebiedsopgaven om te zetten in concrete opdrachten. Indien een gedeeld regionaal eindbeeld uitblijft, zullen wij conform de in hoofdstuk 2 geschetste kaders onze verantwoordelijkheid nemen.»
    In Hoofdstuk 2 beschrijven gedeputeerde staten diverse instrumenten waarmee zij invulling kunnen geven aan hun verantwoordelijkheid. Zo zijn er zachte instrumenten, zoals het verstrekken van subsidie voor samenwerkingsonderzoek. Dat instrument is in de betreffende regio reeds ingezet. Een volgende stap kan zijn: «In gebieden waar de inhoudelijke regionale opgaven niet van de grond komen en we vermoeden dat de bestuurlijke verhoudingen daarbij een rol spelen, gaan wij het gesprek aan.» Daarnaast kan de provincie een procedure conform de wet Arhi starten «wanneer andere opties voor noodzakelijke verbetering van bestuurskwaliteit uitgeput zijn.» Daarbij merken gedeputeerde staten op pagina 8 op: «Wij vinden de ruimte die de Wet arhi ons biedt om als provincie «van bovenaf» een herindelingsproces te starten, minder passen bij onze huidige rolopvatting en daardoor suboptimaal.» gedeputeerde staten zien een op grond van de wet Arhi opgelegde herindeling als een laatste middel, dat slechts kan worden ingezet als alle andere oplossingsrichtingen onmogelijk blijken. Gedeputeerde staten schrijven nergens dat dit wat hen betreft nu in de Leidse regio aan de orde zou zijn.
    Uit de tekst kan worden opgemaakt – en navraag bij gedeputeerde staten bevestigt dat – dat de Leidse regio zich al enige tijd in een bestuurlijke impasse bevindt en dat de provincie wil gaan helpen om tot oplossingen te komen, onder meer door de gemeenten bij te staan in hun proces rond het formuleren van concrete opdrachten rond inhoudelijke opgaven. De regie op dit proces laat de provincie vooralsnog aan de betrokken gemeenten.
    De gemeenten zijn in 2015 gestart met het ontwikkelen van een gezamenlijke visie die uiteindelijk in 2016 is opgesteld. Over een daarbij passende bestuursvorm om de bestuurlijke slagkracht en realisatiekracht in de regio te verbeteren zijn ze het niet eens geworden.
    De formuleringen in de Tussenrapportage van gedeputeerde staten passen bij de beleidsuitgangspunten van het kabinet op het terrein van de kwaliteit van het openbaar bestuur en zijn in lijn met het vigerende Beleidskader gemeentelijke herindelingen. Provincies kunnen bevorderen dat in gebieden een consistent regionaal eindbeeld tot stand komt. Hierbij spelen provincies vaak een modererende rol vanuit hun algemene verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het lokaal bestuur en provincies kunnen ook zelf het initiatief voor een herindeling nemen.

  • Vraag 3
    Wat zou de juridische grondslag kunnen zijn van dergelijke «duidelijke opdrachten» aan de gekozen gemeenteraden en hoe verhoudt zich dat tot het democratische mandaat van de gemeenteraden?

    Uit de tekst van de Tussenrapportage Slimmer en Sterker Bestuur in Zuid-Holland kan niet worden opgemaakt dat de provincie de gemeenten «duidelijke opdrachten» wil gaan geven. Zoals gezegd laat de provincie de regie op het formuleren van concrete opdrachten rond inhoudelijke opgaven vooralsnog aan gemeenten. Dit blijkt ook uit navraag bij gedeputeerde staten van Zuid-Holland.

  • Vraag 4
    Bent u van mening, dat de provincie een dergelijk consistent regionaal eindbeeld dichterbij moet brengen of moet bijsturen als er complicaties in de verhoudingen optreden?

    Zie het antwoord op vraag 2.

  • Vraag 5
    Vindt u het passend als de provincie op basis van een consistent regionaal eindbeeld zou ingrijpen in de ambtelijke samenwerking tussen Wassenaar en Voorschoten?

    Uit de tekst van de Tussenrapportage kan niet worden opgemaakt dat de provincie het voornemen heeft in te grijpen in de ambtelijke samenwerking tussen Wassenaar en Voorschoten. Gezien de oriëntatie van Voorschoten op de Leidse regio acht de provincie het wel van belang dat Voorschoten ook met de Leidse regio het gesprek voert over de bestuurlijke toekomst.

  • Vraag 6
    Wat vindt u van het ondubbelzinnige dreigement van de provincie dat de provincie zal ingrijpen als het de gemeenten niet lukt om er gezamenlijk uit te komen, mede gelet op de inzet van de gemeenten om na de raadsverkiezingen uitvoeringsafspraken te maken?

    De provincie biedt aan de gemeenten te helpen bij hun proces om te komen tot uitvoeringsafspraken en een passende bestuursvorm. Indien desondanks een gedeeld regionaal toekomstbeeld uitblijft waardeer ik de rolopvatting van de provincie dat zij dan een verantwoordelijkheid voor zichzelf ziet weggelegd. Uit de rapportage blijkt dat de provincie niet lichtzinnig omgaat met haar wettelijke bevoegdheid een herindeling te initiëren. Gedeputeerde staten van Zuid-Holland gaan hier pas toe over wanneer andere opties voor noodzakelijke verbetering van bestuurskwaliteit uitgeput zijn. Zie verder het antwoord op vraag 2.

  • Vraag 7
    Welke mogelijkheden ziet u voor gemeenten om in beroep te gaan of bezwaar te maken tegen het optreden van de provincie?

    De instelling en opheffing van gemeenten geschiedt bij wet. Tegen een herindelingsprocedure door de provincie conform artikel 8 van de Wet algemene regels herindeling is geen bezwaar of beroep mogelijk. Dat geldt ook voor de met het oog op de voorbereiding van een herindelingswet genomen beslissingen en tussenstappen. Overigens betreft dit een hypothetische vraag. Er is op dit moment geen sprake van een procedure door de provincie conform artikel 8 van de Wet algemene regels herindeling.

  • Vraag 8
    Kunt u aangeven of, en zo ja hoe, de opstelling van de provincie aansluit bij het uitgangspunt van het regeerakkoord dat «een proces van herindeling gewenst is voor gemeenten die langjarig en in hoge mate afhankelijk zijn van gemeenschappelijke regelingen voor essentiële taken»?

    Het optreden van de provincie betreft vooralsnog feitelijk een aanbod om de gemeenten te helpen bij het maken van regionale uitvoeringsafspraken en het vinden van de passende bestuursvorm. Het kabinet steunt de aanpak van de provincie Zuid-Holland zoals beschreven in het rapport en heeft waardering voor de rolopvatting als aanjager en moderator, waarbij indien noodzakelijk zij bereid is gebruik te maken van haar wettelijke bevoegdheid om een herindeling te initiëren. Overigens is een gemeentelijke herindeling in deze regio pas aan de orde «wanneer andere opties voor noodzakelijke verbetering van bestuurskwaliteit uitgeput zijn», aldus de provincie. Uit de rapportage van gedeputeerde staten kan niet worden opgemaakt in hoeverre er in de Leidse regio sprake is van een langjarige afhankelijkheid van gemeenschappelijke regelingen.

  • Vraag 9
    Wanneer verwacht u het in het licht van het nieuwe regeerakkoord herijkte Beleidskader gemeentelijke herindeling aan de Kamer te kunnen toezenden?

    Tijdens de begrotingsbehandeling 2018 in de Tweede Kamer en de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer heb ik toegezegd rond de zomer van 2018 een herzien beleidskader gemeentelijke herindeling aan uw Kamer te zullen aanbieden. Ik verwacht dit uiterlijk kort na het zomerreces uw Kamer te kunnen doen toekomen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2018Z00236
Volledige titel: Gemeentelijke herindeling in de Leidse regio
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-1280
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van der Molen over gemeentelijke herindeling in de Leidse regio