Kamervraag 2017Z12175

Geweld en intimidatie tegen Israëlische mensenrechtenorganisaties

Ingediend 15 september 2017
Beantwoord 19 oktober 2017 (na 34 dagen)
Indiener Bram van Ojik (GL)
Beantwoord door Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA)
Onderwerpen internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z12175.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-238.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht over de arrestatie in Israël van een man die voorbereidingen had getroffen voor een aanslag door middel van brandstichting op het kantoor van Breaking the Silence, en die leden van deze Israëlische niet-gouvernementele organisatie (ngo) wilde intimideren, zodanig dat zij hun werkzaamheden zouden staken?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat deze gebeurtenis samenhangt met de opruiende en aanhoudende lastercampagne tegen Breaking the Silence van (leden van) de Israëlische regering?

    Mensenrechtenorganisaties in Israël die kritiek hebben op de regering en op het optreden van de strijdkrachten in de Palestijnse gebieden worden in toenemende mate negatief geportretteerd in de media en het publieke discours. Het kabinet neemt in dit verband afstand van aantijgingen aan het adres van Breaking the Silence door individuele leden van de Israëlische regering. Het kabinet maakt zich grote zorgen over de wijze waarop dergelijke organisaties worden bejegend in het publieke debat in Israël. Deze ontwikkeling draagt bij aan een algemeen klimaat waarin organisaties en personen met een afwijkende mening kunnen worden geconfronteerd met verbale, online en soms fysieke bedreigingen. Hoewel het incident waar in de vraag naar wordt verwezen past in deze zorgelijke trend, kan het kabinet niet beoordelen welke factoren er precies aan ten grondslag lagen.

  • Vraag 3
    Welke stappen en maatregelen heeft u genomen om de motie-Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 23 432 nr. 425) uit te voeren, om de vrijheid van mensenrechtenorganisaties in Israël te beschermen en deze ngo’s te steunen?

    Het kabinet verwijst naar het verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken («Gymnich») van 28 april 2017 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1744, d.d. 4 mei 2017), waarin het kabinet de Kamer informeert over de uitvoering van de motie Sjoerdsma c.s. over steun aan mensenrechtenorganisaties in Israël.

  • Vraag 4
    Bent u bereid om de Israëlische regering met klem te verzoeken alle vormen van opruiing tegen en obstructie van mensenrechtenverdedigers onmiddellijk te staken en haar positieve verantwoordelijkheid te nemen om hen effectieve bescherming te bieden?

    Het kabinet besteedt – waar mogelijk in EU-verband – intensieve aandacht aan mensenrechtenonderwerpen in de dialoog met de Israëlische autoriteiten. Het kabinet benadrukt daarbij het belang van het werk van mensenrechtenorganisaties voor een vrije en pluriforme samenleving. Dit wordt ook nadrukkelijk aan de orde gesteld in de verschillende dialogen die de EU voert met de Israëlische autoriteiten, waaronder de jaarlijkse mensenrechtendialoog.

  • Vraag 5
    Heeft u kennisgenomen van het bericht «Kandidaat Nederlandse mensenrechtenprijs beschuldigt tegenstanders van lastercampagne»?2

    Ja.

  • Vraag 6
    Beschikt u over aanwijzingen dat de Israëlische mensenrechtenrechtenorganisatie Gisha inderdaad het doel was van een lastercampagne van tegenstanders die de uitslag van Gisha negatief heeft beïnvloed?

    Uit de analyse van de stemresultaten blijkt dat er vermoedelijk sprake is geweest van een anti-campagne vanuit Israël. De kandidaat uit Israël (Gisha) is gedurende de stemronde gedaald in de tussenstand. Het is voorts bekend dat in Israël oproepen zijn gedaan op Facebook om op andere kandidaten dan Gisha te stemmen.
    Bij een internetstemming bestaat de kans op initiatieven die stemgedrag beogen te beïnvloeden. Dergelijke initiatieven zijn niet tegen te houden; publiek debat en discussie over de kandidaten is op zichzelf positief en kan uiteindelijk bijdragen aan zichtbaarheid voor mensenrechtenverdedigers (individuen en organisaties) en verbetering van de mensenrechtensituatie. Voorts kan niet worden bepaald of een geldige stem al dan niet is uitgebracht in het kader van een initiatief om stemgedrag te beïnvloeden. Het is daarom niet wenselijk om geldig uitgebrachte stemmen uit te sluiten. Overigens blijkt uit de analyse dat Gisha, indien alle stemmen uit Israël niet zouden worden meegeteld, slechts één plaats zou stijgen (van nummer 7 naar nummer 6) en ook niet in de top drie terecht zijn gekomen.
    Uiteraard is er net als in voorgaande jaren voor zorggedragen dat frauduleuze stemmen niet worden meegeteld. Zo wordt maximaal één stem per e-mailadres meegeteld en stemmen vanuit automatisch gegenereerde e-mailadressen worden niet meegeteld (zie ook http://www.humanrightstulip.nl/ranking). Overigens is het aantal frauduleuze stemmen dit jaar sterk afgenomen.

  • Vraag 7
    Heeft u maatregelen genomen naar aanleiding van de lastercampagne die in 2016 tegen B’Tselem is gevoerd? Hoe beoordeelt u de effectiviteit van deze maatregelen?

    Zie antwoord vraag 6.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z12175
Volledige titel: Geweld en intimidatie tegen Israëlische mensenrechtenorganisaties
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-238
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Ojik over geweld en intimidatie tegen Israëlische mensenrechtenorganisaties