Kamervraag 2017Z11325

Schade door zoutwinning en gaswinning bij Veendam, Muntendam, Hoogezand, Tripscompagnie en Borgercompagnie

Ingediend 1 september 2017
Beantwoord 23 oktober 2017 (na 52 dagen)
Indiener Henk Nijboer (PvdA)
Beantwoord door Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen bestuur bodem natuur en milieu parlement
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2017Z11325.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20172018-250.html
1. Gesprekken met inwoners, augustus 2017.
2. http://www.nedmag.nl/sites/default/files/downloads/Duidelijke%20afbee…
  • Vraag 1
    Bent u bekend met de vele schadegevallen in Veendam, Muntendam, Hoogezand, Tripscompagnie en Borgercompagnie?1

    Ja, ik ben er van op de hoogte dat er in de afgelopen jaren diverse schades zijn gemeld.

  • Vraag 2
    Weet u dat deze inwoners al vele jaren strijden voor compensatie en telkens nul op het rekest kregen?

    Schade aan huizen kan verschillende oorzaken hebben. Indien de schade veroorzaakt wordt door mijnbouwactiviteiten moet deze worden vergoed door de betrokken mijnbouwonderneming. Indien de mijnbouwonderneming de schadeclaim afwijst, kan de gedupeerde terecht bij de Technische commissie bodembeweging (Tcbb), die een onafhankelijke beoordeling uitvoert. Ik heb begrepen dat een aantal gedupeerden deze weg heeft gevolgd, maar de Tcbb in al die gevallen tot de conclusie is gekomen dat er geen verband te vinden was tussen de schade en de mijnbouwactiviteiten in de regio. Doordat de bodem in een groot gebied langzaam en geleidelijk daalt en de waterpeilen worden aangepast aan de bodemdaling is schade aan gebouwen als gevolg hiervan niet te verwachten.

  • Vraag 3
    Erkent u dat de combinatie van gas- en zoutwinning tot extra risico’s op schade kan leiden?

    Zie het antwoord op vraag 2.

  • Vraag 4
    Erkent u dat de bodem op plekken tot 360 mm daalde?2 Wat betekent dat voor de omgeving?

    De gegevens van de bodemdaling door mijnbouw zijn openbaar en de nog te verwachten bodemdaling is beschreven in de winningsplannen. Uit deze gegevens is op te maken dat de bodem op plekken 360 mm is gedaald. Zie ook antwoorden op vraag 2 met betrekking tot mogelijke schade aan woningen en vraag 5 voor de mogelijke gevolgen op de waterhuishouding.

  • Vraag 5
    Hoe verhoudt de compensatie die er is voor overheden vanwege bodemdaling zich tot de compensatie voor mensen met een woning? Is dat niet scheef?

    Zie antwoord op vraag 2 met betrekking tot mogelijke schade aan woningen. De komvormige bodemdaling heeft wel effect op de waterhuishouding omdat het grondwater relatief hoger komt te staan. Het is aan het waterschap om te bepalen welke gevolgen dit heeft voor de waterhuishouding en welke mitigerende maatregelen nodig zijn om dit te beheersen. De mijnbouwmaatschappij is verantwoordelijk voor de kosten die hieraan verbonden zijn.

  • Vraag 6
    Op welke wijze wordt er rekening gehouden met deze opeenstapeling van risico’s in het toezicht en het verlenen van winningsvergunningen?

    Om te mogen winnen is een goedgekeurd winningsplan nodig. In dit winningsplan moet expliciet aangegeven worden wat de verwachte cumulatieve bodemdaling is inclusief omliggende winningen. Ik laat deze opgave verifiëren door TNO en SodM.

  • Vraag 7
    Wordt er ook rekening gehouden met indirecte schade veroorzaakt door gas- en zoutwinning, bijvoorbeeld door bodemdaling, wisselend waterpeil en daarmee samenhangende schade? Op welke manier?

    Indien dit aan de orde is, wordt dit meegenomen bij het vaststellen van de mogelijke relatie tussen de schade en mijnbouwactiviteiten. Overigens zijn mij tot nu toe geen gevallen bekend waarbij dit speelt.

  • Vraag 8
    Houdt het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) voldoende toezicht op de zoutwinning door Nedmag en de gecombineerde effecten van zout- en gaswinning?

    Ja, SodM houdt ook hier toezicht op en controleert of de maximale bodemdaling zoals die in de instemmingsbesluiten met de winningsplannen behorend bij de verschillende mijnbouwactiviteiten is vastgelegd, niet wordt overschreden. Een expliciet onderdeel van de individuele winningsplannen is het in kaart brengen van de cumulatieve bodemdaling van alle mijnbouwactiviteiten in de omgeving. Ook de mogelijke effecten hiervan worden beoordeeld bij de instemming met de individuele winningsplannen.

  • Vraag 9
    Hoe wordt voorkomen dat bewoners met schade van het kastje naar de muur, in casu naar de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), het waterschap, Nedmag, verzekeraars en anderen, worden gestuurd? Waarom helpt de overheid mensen niet beter?

    Om dit te voorkomen heb ik 1 januari 2017 een mijnbouwschadeloket ingericht (https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mijnbouwschade), waar mensen terecht kunnen die vermoeden dat ze mijnbouwschade ondervinden. Dit loket zorgt ervoor dat de juiste partijen worden aangesproken en dat het doorsturen wordt voorkomen. De inhoudelijke duiding van de schadeoorzaak dient te geschieden door een onafhankelijke en gespecialiseerde instantie, zoals de Tcbb.

  • Vraag 10
    Is het schadeprotocol dat thans functioneert niet verouderd omdat geen rekening wordt gehouden met gaswinning?

    Bij schade wordt geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende vormen van mijnbouw. Indien er een oorzakelijk verband is tussen de schade en mijnbouw moet deze worden vergoed.

  • Vraag 11
    Bent u bereid een nieuw schadeprotocol op te stellen en daarbij het schadeprotocol dat nu wordt vastgesteld voor de gaswinning als uitgangspunt te nemen? Zo nee, waarom niet?

    Het schadeprotocol waar in de vraag waarschijnlijk naar wordt verwezen, is specifiek voor de afhandeling van schade door bevingen in Groningen.
    Ik heb de Tcbb gevraagd om de optie te verkennen om voor heel Nederland een gelijkluidend schadeprotocol in te richten voor schade veroorzaakt door mijnbouw met een onafhankelijk orgaan dat de schade afhandelt. De Tcbb zal mij hierover in december 2017 adviseren.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2017Z11325
Volledige titel: Schade door zoutwinning en gaswinning bij Veendam, Muntendam, Hoogezand, Tripscompagnie en Borgercompagnie
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20172018-250
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Nijboer over schade door zoutwinning en gaswinning bij Veendam, Muntendam, Hoogezand, Tripscompagnie en Borgercompagnie