Kamervraag 2016Z12983

Het bericht ‘Alterra ziet minder imidacloprid in water’ en het ter notificatie voorgelegde ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Ingediend 24 juni 2016
Beantwoord 7 juli 2016 (na 13 dagen)
Indiener Helma Lodders (VVD)
Beantwoord door Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen landbouw natuur en milieu organisatie en beleid planten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z12983.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-3102.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend het bericht «Alterra ziet minder imidacloprid in water»?1 Zo ja, wat is uw reactie op de berichtgeving?

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u een reactie geven op de conclusie van het Alterra-rapport «Analyse meetresultaten in oppervlaktewater – imidacloprid»2, waarin wordt geconstateerd dat bij de analyse van meetgegevens van verschillende waterschappen over de periode 2014 tot in 2016 de concentratie van het middel imidacloprid in het oppervlaktewater is gedaald? Kunt u hierbij specifiek ingaan op de opmerkingen uit het Alterra-rapport dat het voor extreme waarde gecorrigeerde gemiddelde voor de periode 2015–2016 lager is dan het gemiddelde voor het jaar 2014, waarbij dit verschil als significant wordt aangemerkt?
  • Vraag 3
    Kunt u een reactie geven op de conclusie van het Alterra-rapport dat hiermee sprake is van een trendbreuk?
  • Vraag 4
    Hoe ziet u de analyse van de meetgegevens door het onderzoeksinstituut Alterra in het licht van uw brief met bijlage van 13 januari 2016 (Kamerstuk 27 858, nr. 344) waarin wordt aangegeven dat er geen duidelijke afname van de concentraties imidacloprid in het oppervlaktewater worden geconstateerd, en er geen sprake is van een trendbreuk?
  • Vraag 5
    Kunt u aangeven wanneer de analyse uitgevoerd door het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML) van de gegevens tot maart 2016 naar de Kamer zal worden gezonden, zoals door u aangegeven in het schriftelijk overleg over gewasbeschermingsmiddelen (Kamerstuk 27 858, nr. 363) waarbij de monitoringsgegevens naar verwachting eind mei beschikbaar zouden zijn?
  • Vraag 6
    Bent u bereid om het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden in verband met het niet toestaan van het gebruik van middelen op basis van imidacloprid in specifieke gebieden, dat op 12 mei 2016 ter notificatie aan de Europese Commissie is voorgelegd3, ook aan de Kamer te doen toekomen?

    Ik verwijs u naar de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over het aan Brussel voorgelegde gebruiksverbod voor imidacloprid in de glastuinbouw, die vandaag aan uw Kamer zijn gestuurd (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3103).

  • Vraag 7
    Kunt u aangeven waarom u in het reeds genoemde schriftelijk overleg over gewasbeschermingsmiddelen u aangeeft dat «voor beide ingrepen geldt dat Nederland direct de andere lidstaten van de EU en de Europese Commissie in kennis moet stellen», maar niet heeft aangegeven dat de notificatie reeds had plaatsgevonden?

    De passage over «beide ingrepen» waar naar verwezen wordt, heeft betrekking op het gebruik van artikel 44 of artikel 71 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 door het Ctgb bij het ingrijpen op de toelating. Het Ctgb moet – als zij gebruik maakt van één van deze artikelen – de andere lidstaten van de Europese Unie en de Europese Commissie hierover direct informeren.
    Ik heb in dit schriftelijk overleg (Kamerstuk 27 858, nr. 363) de voorbereiding van een gebruiksverbod via een AMvB gemeld. Een onderdeel van de voorbereiding is de notificatieprocedure. De notificatie van het ontwerpbesluit in het kader van Richtlijn 98/34/EG is op een later moment in gang gezet, namelijk nadat dit besluit aan de orde is geweest in de ministerraad.

  • Vraag 8
    Kunt u aangeven op basis van welke grondslag in de Europese regelgeving de twee gebieden, de glastuinbouwgebieden Oostland en Westland, aan te wijzen zijn als specifieke gebieden? Waar staat de aanwijzing van specifieke gebieden omschreven? Aan welke criteria moet er worden voldaan om aangemerkt te kunnen worden als specifiek gebied?

    Ik verwijs u naar de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over het aan Brussel voorgelegde gebruiksverbod voor imidacloprid in de glastuinbouw, die vandaag aan uw Kamer zijn gestuurd (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3103).

  • Vraag 9
    Kunt u aangeven of de twee aangewezen glastuinbouwgebieden zich bevinden in een beschermd gebied, die ingevolge van de Kaderrichtlijn Water (Richtlijn 2000/60/EG) zijn aangewezen als beschermd gebied bestemd als innamepunt voor menselijke consumptie, waar specifiek onttrekking aan het oppervlaktewater plaatsvindt bestemd voor menselijke consumptie? Kunt u hierbij gebruik maken van de kaart Register beschermde gebieden?4

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Bent u bereid uw verbod op het gebruik van het middel imidacloprid te heroverwegen en de notificatie in te trekken?

    Ik verwijs u naar de brief die vandaag aan uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 27 858, nr. 367)over het effect van het wijzigen van de voorschriften voor het toepassen van imidacloprid in de glastuinbouw op de waterkwaliteit.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z12983
Volledige titel: Het bericht ‘Alterra ziet minder imidacloprid in water’ en het ter notificatie voorgelegde ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-3102
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Lodders over het bericht “Alterra ziet minder imidacloprid in water” en het ter notificatie voorgelegde ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden