Kamervraag 2016Z04432

Wildstroperij

Ingediend 3 maart 2016
Beantwoord 24 maart 2016 (na 21 dagen)
Indieners Tjeerd van Dekken (PvdA), Henk Leenders (PvdA), Jeroen Recourt (PvdA)
Beantwoord door Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z04432.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1992.html
  • Vraag 1
    Klopt het dat de groene buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s), die belast zij met het opsporen van wildstroperij, vaak alleen (’s nachts) op pad zijn en daardoor een aanzienlijk risico lopen bij de bestrijding van de (georganiseerde) wildstroperij, zoals ook naar voren kwam in de uitzending van het programma GLD Vandaag op Omroep Gelderland van 23 februari 2016? Zo nee, waarom niet?

    De verantwoordelijkheid voor de inzet van groene boa’s berust bij hun (particuliere) werkgevers. Die bepalen of, en zo ja, hoe vaak hun boa’s, al dan niet alleen, in de nachtelijke uren op pad gaan. Toezicht en handhaving in de buitengebieden is een onderwerp voor overleg in de lokale driehoeken (politie, OM en de burgemeesters). Dat betekent dat afspraken over inzet, handhaving, gezamenlijke inspanningen in de buitengebieden in deze driehoeken aan de orde komen. In voorkomende gevallen wordt er samengewerkt met de lokale politie (basisteams). De politie biedt operationele ondersteuning. Dit kan incidenteel zijn, maar ook geprogrammeerd of op projectbasis. De mate en wijze van samenwerking is afhankelijk van de problematiek en de lokale situatie.

  • Vraag 2
    Heeft u gegevens over de mate waarin er het afgelopen jaar verzocht is om bijstand van de politie door een BOA bij zijn/haar (nachtelijke) patrouilles in de strijd tegen wildstroperij? Heeft u anderszins inzicht in de mate waarin de politie groene BOA’s bij hebben gestaan het afgelopen jaar?

    Door de politie wordt niet geregistreerd hoe vaak door boa’s om bijstand wordt gevraagd. Er zijn bij de politie ruim 7.000 incidenten en activiteiten in 2015–2016 geregistreerd met betrekking tot flora en fauna. In de meeste van die gevallen is samengewerkt met groene boa’s.

  • Vraag 3
    In hoeverre is er in de opleiding van de verschillende type BOA’s (politie, boswachter, etc.) aandacht voor de bestrijding van de (georganiseerde) wildstroperij? Bent u van mening dat de huidige opleidingen van de groene BOA’s nog steeds toereikend zijn in vorm en aanbod, gezien de steeds zwaardere en andere vormen van criminaliteit die plaats hebben in bossen en natuurgebieden?

    De professionaliteit van boa’s in buitengebieden is van groot belang. Ze komen uiteenlopende situaties tegen waarin ze moeten handelen. Ze passen hun opsporingsbevoegdheden toe en kunnen geweldsbevoegdheden en -middelen inzetten. Door groene boa's en hun werkgevers is de afgelopen jaren aangegeven dat de opleiding niet aansluit bij de praktijk. Zoals in mijn brief van 17 april 2015 aan uw Kamer1 is toegezegd, is er inmiddels een examencommissie voor het domein milieu, welzijn en infrastructuur (domein II) opgericht. Er wordt nu meer aandacht besteed aan de context en aan beroepsrelevante vaardigheden. In de examencommissie zitten vertegenwoordigers van alle typen boa’s in domein II. Zij dragen er mede zorg voor dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de domeinspecifieke kennis en vaardigheden.
    Vanwege het specifieke werkterrein van bepaalde groepen boa’s (waaronder ook boa’s in de functiegroep van flora- en faunabeheer, waarbij wildstroperij moet worden ingedeeld) zijn opleidingen (deels) op maat ontwikkeld, dan wel worden deze ontwikkeld in het licht van die competenties die noodzakelijk worden geacht voor het specifieke werkterrein. Actuele trends of ontwikkelingen kunnen aanleiding zijn om een dergelijke opleiding op maat aan te bieden.

  • Vraag 4
    Klopt het dat de registraties die groene BOA’s gebruiken in de strijd tegen wildstroperij niet of nauwelijks verbonden zijn met de registraties die politie en justitie gebruiken en dat dit een van de oorzaken is dat er geen verdere gegevens bekend zijn over de activiteiten van groene BOA’s ter bestrijding van wildstroperij? Zo nee, waarom niet?

    Het is juist dat groene boa’s enerzijds en politie en justitie anderzijds een afzonderlijk registratiesysteem hanteren. De primaire reden hiervan is dat politionele en justitiële informatie op grond van de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens niet zonder meer met een boa gedeeld kunnen worden.
    De reden dat er geen concrete gegevens bekend zijn over de activiteiten van groene boa’s ter bestrijding van wildstroperij is, zoals ik in de beantwoording van recente Kamervragen2 reeds aangaf, gelegen in het feit dat wildstroperij in zichzelf niet een in de wet opgenomen strafbaar feit betreft en wildstroperij dientengevolge geen registratiekenmerk is in de registratiesystemen van de politie en het OM.

  • Vraag 5
    Bent u voornemens om, teneinde de (georganiseerde) wildstroperij beter te kunnen bestrijden, te investeren in de registratie van de vergrijpen die samenhangen met stropen? Bent u daarbij bereid wildstroperij als apart vergrijp te gaan registreren teneinde beter inzicht te kunnen krijgen in dit type vergrijp? Zo nee, waarom niet?

    De politie registreert wildstroperij onder strafbare feiten uit de Flora- en faunawet (verbod om dieren te doden) en de Wet wapens en munitie (illegaal wapengebruik). Wildstroperij is geen afzonderlijk in de wet opgenomen strafbaar feit, waardoor aparte registratie niet mogelijk is. Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 4.

  • Vraag 6
    In hoeverre is de uitrusting van BOA’s die belast zijn met de bestrijding van (georganiseerde) wildstroperij gestandaardiseerd? Heeft u signalen dat de uitrusting van de verschillende BOA’s niet (meer) voldoet aan de huidige situatie waarin stropers de beschikking blijken te hebben over zware wapens zoals, bijvoorbeeld, semiautomatische machinepistolen? Zo ja, bent u voornemens om aanpassingen door te voeren in de uitrusting van deze BOA’s teneinde hen hun taak veilig uit te kunnen laten voeren?

    Volgens de door mij vastgestelde beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar3 kan de boa milieu, welzijn en infrastructuur optioneel beschikken over de politiebevoegdheden bedoeld in artikel 7, eerste en derde lid van de Politiewet 2012 en over handboeien, wapenstok, pepperspray, surveillancehond en/of vuurwapen. De werkgever van de groene boa kan een bepaald geweldsmiddel aanvragen voor zijn groene boa gelet op het takenpakket dat wordt uitgevoerd. De noodzaak van het uitrusten met dit geweldsmiddel dient door de werkgever te worden onderbouwd. Ook dient aangetoond te worden dat de boa bekwaam is in de omgang met dat geweldsmiddel. De aanvraag wordt door mij beoordeeld met inachtneming van het advies van de politie daarover. Om hun taak veilig te kunnen uitvoeren kunnen de boa’s, indien de noodzaak daartoe is aangetoond, dus over de benodigde geweldsmiddelen beschikken.

  • Vraag 7
    Bent u bereid om in gesprek te gaan met de terrein beherende organisaties over de aanpak van wildstroperij en de rol/inzet van groene BOA’s hierin? Zo ja, kunt u de uitkomsten van dit gesprek delen met de Kamer? Zo nee, waarom niet?

    Met de terreinbeherende organisaties zijn er vanuit mijn ministerie goede contacten en vindt er periodiek overleg plaats over het beter kunnen functioneren van de groene boa’s en de samenwerking met de politie. In mijn brief van 19 februari 20164 heb ik aan uw Kamer gemeld dat thans uitwerking gegeven wordt aan het voornemen om in samenspraak met het Interprovinciaal Overleg (IPO) een beweging in gang te zetten om per provincie een tactisch platform c.q. coördinatiepunt in te richten. Dit gremium is dan de plaats waar een structureel overleg tussen de werkgevers van de groene boa's, bestuur en politie kan plaatsvinden.

  • Vraag 8
    Bent u van mening dat er voldoende capaciteit en aandacht is voor de aanpak van (georganiseerde) wildstroperij bij politie en justitie? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, bent u voornemens extra capaciteit in te zetten voor de aanpak van de georganiseerde wildstroperij?

    Voor de aanpak van milieucriminaliteit, waaronder ernstige vormen van wildstroperij, zijn er binnen de politie 412 fte beschikbaar. Deze rechercheurs richten zich op de opsporing, op de intelligence en op de expertiseborging. De politie werkt daarbij, onder het gezag van het Functioneel Parket (FP), nauw samen met onder andere de opsporingsdienst van de Nederlandse voedsel en warenautoriteit (NVWA-IOD). De weging en sturing van potentiele opsporingsonderzoeken, waaronder stroperij, vindt plaats vanuit landelijke Milieukamer (MK), waarin onder voorzitterschap van de Hoofdofficier van Justitie van het FP, de politie en de NVWA zitting hebben. De MK neemt haar besluiten op basis van de door de Strategische Milieukamer (SMK) bepaalde landelijke kaders. Het Nationaal Dreigingsbeeld, waar milieu onderdeel van uitmaakt en de Veiligheidsagenda 2015–2018, waarin zware milieucriminaliteit als ondermijnend wordt beschouwd, zijn voor de SMK belangrijke leidraden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z04432
Volledige titel: Wildstroperij
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1992
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Leenders, Van Dekken en Recourt over wildstroperij