Kamervraag 2016Z03780

Het tekort aan huurwoningen voor statushouders en andere woningzoekenden

Ingediend 22 februari 2016
Beantwoord 14 maart 2016 (na 21 dagen)
Indiener Farshad Bashir (SP)
Beantwoord door Stef Blok (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (VVD)
Onderwerpen huisvesting huren en verhuren immigratie migratie en integratie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z03780.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1863.html
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op het artikel in het Algemeen Dagblad dat gemeenten worstelen met de huisvesting van vluchtelingen met een verblijfsvergunning (statushouders)?1

    Op basis van de realisatiecijfers van de afgelopen maanden, de maatregelen uit het Bestuursakkoord 2015 en de inzet van gemeenten vertrouw ik er op dat gemeenten in 2016 aan hun wettelijke taakstelling kunnen voldoen.

  • Vraag 2
    Hoe kan het dat in een maand tijd voor 1.100 statushouders minder (3.900 in december en 2.800 in januari 2016) een geschikte woning is gevonden, ondanks een afname van de bezetting in de opvang en een verminderde instroom van vluchtelingen?2 3

    De taakstelling voor gemeenten is halfjaarlijks en beslaat dus een periode van 6 maanden. Daarom is het niet mogelijk om algemene conclusies te trekken uit de vergelijking tussen de eerste maand van een taakstellingsperiode, januari 2016, en de laatste maand van een taakstellingsperiode, december 2015.

  • Vraag 3
    Is het waar dat op dit moment 23.400 statushouders wachten op een huurwoning, en hoeveel van deze mensen zitten in een (crisis)opvang van het Centrum opvang asielzoekers (COA)?

    Deze weergave van de cijfers is niet juist. Op dit moment (peildatum 15 februari 2016) verblijven er 15.693 vergunninghouders in een COA-locatie. Het getal van 23.400 vergunninghouders betreft de taakstelling voor het eerste half jaar van 2016, oftewel het aantal vergunninghouders dat gemeenten dienen te huisvesten (20.000 vergunninghouders), inclusief de achterstand van 2015 (3400 vergunninghouders).

  • Vraag 4
    Hoeveel concrete plannen van gemeenten zijn tot nu toe tot uitvoering gekomen naar aanleiding van het door u gesloten Bestuursakkoord met gemeenten om snel te komen tot (tijdelijke) huisvesting?4

    Sinds 1 februari jl. kunnen verhuurders een voorgenomen investering in de realisatie van een huisvestingsvoorziening voor vergunninghouders aanmelden. Bij de uitvoerder van de subsidieregeling, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, zijn in de maand februari 335 aanvragen ingediend, hetgeen 2563 plekken voor vergunninghouders betreft. RVO heeft deze aanvragen momenteel in behandeling. Uit een eerste analyse van deze gegevens blijkt dat een aantal vragen dubbel is ingediend, naar verwachting zullen 325 aanvragen inhoudelijk behandeld worden. Deze aanvragen tellen op tot een voorgenomen realisatie van 1647 plekken voor vergunninghouders. Als deze plannen daadwerkelijk gerealiseerd worden gaat het om een subsidiebedrag van € 10.3 mln, op het in totaal beschikbare subsidiebedrag van € 87 mln (ongeveer 12%). Uiteraard geldt ook voor de actuele cijfers dat het voorgenomen investeringen betreft en dat het aantal aanvragen dat uiteindelijk beschikt gaat worden hiervan kan afwijken.

  • Vraag 5
    Hoeveel van de 14.000 statushouders zijn tot nu toe snel en sober gehuisvest zoals u stelde eind november 2015, en hoeveel subsidie is daar tot nu toe voor uitgegeven?

    Zie het antwoord op vraag 4.

  • Vraag 6
    Hoeveel gemeenten hebben tot nu toe het Gemeentelijk Versnellingsarrangement ingezet voor tijdelijke woningen voor statushouders?

    Op dit moment wordt het Gemeentelijk Versnellingsarrangement in twee gemeenten ingezet.

  • Vraag 7
    Wat is de stand van zaken wat betreft het door u toegezegde onderzoek naar wacht- en zoektijden verspreid over Nederland? Wie voert dit onderzoek uit en wanneer ontvangt de Tweede Kamer de resultaten?

    Het onderzoek wordt uitgevoerd door RIGO Research en Advies BV te Amsterdam en is momenteel in volle gang. Naar verwachting kan ik voor de zomer de resultaten aan de Tweede Kamer aanbieden.

  • Vraag 8
    Wat is tot nu toe het effect van het Bestuursakkoord op de huurwoningvoorraad en op het aantal regulier woningzoekenden? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Zie het antwoord op vraag 9.

  • Vraag 9
    Bent u bereid om de voorraad sociale huurwoningen niet te laten verkleinen door verkoop, sloop en liberalisatie, maar te vergroten door het stimuleren van de bouw van betaalbare huurwoningen, zodat alle mensen die een betaalbare huurwoningen nodig hebben deze zo snel mogelijk kunnen vinden? Zo ja, hoe gaat u dit doen en wat is uw doelstelling?

    De maatregelen uit het Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom hebben, wat betreft het huisvesten van vergunninghouders, tot doel de uitstroom van vergunninghouders uit asielzoekerscentra te bevorderen, zodat het COA zich kan richten op zijn kerntaak, de opvang van asielzoekers. Een snelle uitstroom van vergunninghouders bevordert bovendien dat vergunninghouders snel actief kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving. In het Bestuursakkoord zijn hiervoor verruimende maatregelen afgesproken. Deze maatregelen betreffen het volgende: een subsidieregeling voor huisvestingsvoorzieningen voor de huisvesting van 14.000 vergunninghouders, inzet van het Rijksvastgoed, het faciliteren van de inzet van woningcorporaties, het instellen van de GVA-regeling, en het instellen van regionale regietafels die regionale verevening stimuleren. Op deze punten is de stand van zaken als volgt:
    Resumerend meen ik dat de uitvoering van het Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom voortvarend ter hand is genomen en goed op schema ligt. Derhalve zie ik op dit moment geen reden om aanvullende maatregelen te treffen, zoals die in vraag 9 worden voorgesteld. Meer in het algemeen ben ik van oordeel dat het bevorderen van doorstroming van huishoudens met een te hoog inkomen voor een sociale huurwoning de beschikbaarheid van betaalbare huurwoningen voor mensen die het nodig hebben bevordert. De sociale huurwoningvoorraad is namelijk niet te klein gezien het aantal huishoudens dat er qua inkomen recht op heeft.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z03780
Volledige titel: Het tekort aan huurwoningen voor statushouders en andere woningzoekenden
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1863
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Bashir over het tekort aan huurwoningen voor statushouders en andere woningzoekenden