Kamervraag 2016Z03116

Nederland als knooppunt voor wildstropers

Ingediend 12 februari 2016
Beantwoord 30 maart 2016 (na 47 dagen)
Indieners Marianne Thieme (PvdD), Rudmer Heerema (VVD)
Beantwoord door Martijn van Dam (staatssecretaris economische zaken) (PvdA)
Onderwerpen natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z03116.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-2067.html
  • Vraag 1
    Wat is uw reactie op recent onderzoek waaruit blijkt dat Nederland een belangrijke schakel is in de illegale smokkel in bedreigde wilde dieren en dierproducten, zowel qua afzetmarkt als op het gebied van doorvoer?1

    Ik waardeer het proefschrift van de heer Van Uhm, dat bijdraagt aan een beter inzicht in de illegale smokkel van bedreigde, wilde dieren en van producten daarvan. Uit zijn onderzoek blijkt echter niet dat Nederland een belangrijke schakel is in die illegale handel. Nederland vormt een belangrijke afzetmarkt en doorvoerhaven voor de legale handel in levende beschermde dieren en voor producten daarvan, conform de CITES2-regelgeving. Dat heeft deels te maken met het feit dat Nederland beschikt over de grote, internationale luchthaven Schiphol en over de grote, internationale haven van Rotterdam. Op deze plaatsen, waar veel handelswaar Nederland en de Europese Unie binnenkomt, wordt scherp gecontroleerd op illegale activiteiten. Dat betekent ook dat er in Nederland relatief gezien binnen de EU veel inbeslagnames plaatsvinden, zoals ook blijkt uit het proefschrift van criminoloog Van Uhm.

  • Vraag 2
    Wat is uw reactie op de uitspraak van de criminoloog de heer Van der Uhm dat de Verenigde Staten wildlife stroperij hoog op de agenda heeft staan, maar dat Europa, inclusief Nederland, nog steeds weinig prioriteit geeft aan de bestrijding en handhaving?2

    De heer Van Uhm heeft in zijn proefschrift een Europese invalshoek gekozen. In een gesprek met medewerkers van mijn departement heeft hij aangegeven niet specifiek op de Nederlandse situatie te zijn ingegaan. Naar mijn mening geeft Nederland en ook de Europese Unie veel prioriteit aan de bestrijding van wildlife crime en de handhaving van de CITES-regelgeving. Dat blijkt onder meer uit de prioriteit die ik geef aan projecten voor bestrijding van wildlife crime door binnen het beperkte budget voor internationaal natuurbeleid in 4 jaar tijd 4 miljoen euro hieraan te besteden. Ook in de EU wordt aan bestrijding van illegale dierenhandel en stroperij veel aandacht besteed in het recent gepubliceerde Action Plan against Wildlife Trafficking. Dit actieplan is door EU Commissaris Vella toegelicht tijdens de door mij georganiseerde conferentie «Save Wildlife: Act Now or Game Over».

  • Vraag 3
    Hoe worden de Europese en Nederlandse invoervrijstellingen gecontroleerd en gehandhaafd?

    Aan de buitengrenzen van de EU controleren de verschillende douaneautoriteiten de importen vanuit derde landen. In Nederland wordt de Douane daarbij ondersteund door de NVWA. Binnen de EU kennen we een vrij verkeer van personen en goederen.

  • Vraag 4
    Kunt u inmiddels aangeven hoe u invulling gaat geven aan de motie Thieme/Rudmer Heerema (Kamerstuk 33 348 nr. 140) die verzoekt om met een plan van aanpak te komen om de import van jachttrofeeën nationaal dan wel Europees aan te pakken?

    Ik zal u op korte termijn informeren over de uitkomsten van de conferentie «Save Wildlife: Act Now or Game Over» en over de mogelijkheden om een verbod voor jachttrofeeën in te stellen in reactie op de motie Thieme/Heerema.

  • Vraag 5
    Kunt u aangeven welke Europese landen reeds een importverbod hebben of hebben aangekondigd? Zo nee, waarom niet? Hoe ver is Nederland met het komen tot een importverbod van jachttrofeeën?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Bent u bereid tot snelle uitvoering van de motie, gezien het feit dat wildlife stroperij een serieuze bedreiging is voor de biodiversiteit en tevens een belangrijke bron van inkomsten voor internationale criminele organisaties? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 7
    Bent u bereid uw inzet op de Wildlife Crime Conference van 1 tot en met 3 maart 2016 te delen met de Kamer? Hoe gaat u de motie Thieme/Rudmer Heerema betrekken bij uw inzet?

    Hiervoor verwijs ik naar de brief van 1maart jl. (DGAN-NB/16029474) waarin ik mijn inzet, inclusief die met betrekking tot de motie Thieme/Rudmer Heerema, heb uiteengezet.

  • Vraag 8
    Wat is uw reactie op het gegeven dat Nederlandse kopstukken van illegale handel in dieren en dierproducten bekenden zijn, maar buiten beeld zijn omdat ze zijn uitgeweken naar landen waar de lokale autoriteiten minder oog voor ze hebben? Neemt u dit mee bij uw inbreng tijdens de Wildlife Crime Conference?

    Mochten bij internationale onderzoeken naar wildlife crime Nederlanders in beeld komen, die om bovengenoemde redenen zijn uitgeweken naar elders, dan zullen de Nederlandse justitiële autoriteiten binnen hun mogelijkheden medewerking verlenen aan dergelijke onderzoeken. Dit soort informatie is niet geschikt om tijdens de Conferentie «Save Wildlife: Act Now or Game Over» te bespreken.

  • Mededeling - 2 maart 2016

    Op 11 en 12 februari jl. heb ik van leden van de fracties van de SP (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr.1695), PvdA (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr.166), D66 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr.1697) en PvdD/VVD (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr.1694) in totaal 4 sets vragen ontvangen over wildlife crime. Om deze vragen goed, in samenhang met elkaar en in overleg met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking te kunnen beantwoorden is nader onderzoek nodig en moet informatie worden ingewonnen bij diverse overheidsdiensten. Daarom is voor de beantwoording meer tijd nodig dan gebruikelijk. De leden vragen ook naar de aankomende internationale conferentie «Save Wildlife: act now or game over», die ik van 1-3 maart samen met The Hague Institute for Global Justice en de Prince of Wales’s Charitable Foundation organiseer. Eerder heb ik aan uw Kamer aangekondigd dat deze conferentie zal plaatsvinden (Kamerstuk 28 286, nr. 846). Inmiddels hebben zich ruim 200 deelnemers gemeld uit zo’n 35 landen. Mijn doel met de conferentie is om een impuls te geven aan het bestrijden van stroperij van diersoorten om veel geld te kunnen verdienen met illegale verkoop van hun waardevolle slagtanden en hoorns en andere producten. Dit speelt op dit moment in Afrika op omvangrijke schaal en op een wrede manier. Door internationaal gezamenlijk als politiek verantwoordelijken, maatschappelijke organisaties, vertegenwoordigers van bedrijfsleven en financiers de handen ineen te slaan, wil ik de aanpak van wildlife crime op een breder vlak laten rusten én op een hoger plan brengen. Ik wil tijdens de conferentie concrete resultaten bereiken en de voortekenen zijn hoopvol. Hoofdthema’s van de conferentie zijn het zoeken naar alternatieve inkomstenbronnen voor de lokale bevolking om in plaats van stroperij de aanwezigheid en waarde van natuur en bijzondere soorten economisch te benutten en het versterken van handhaving van de bestaande regelgeving tegen stroperij door verbetering van internationale samenwerking. Tijdens conferentie zal ook gesproken worden over het EU Action Plan against Wildlife Trafficking, dat op 3 maart 2016 zal worden toegelicht door EU Commissaris Vella. Nederland steunt de uitvoering van dit plan en heeft het voornemen om als EU voorzitter het plan te vertalen in Raadsconclusies. Ook zal Nederland dit naar voren brengen tijdens de Conference of the Parties van het CITES-verdrag eind september 2016 in Johannesburg. Ik zal u Kamer op korte termijn informeren over de uitkomsten van de conferentie en over de mogelijkheden om een verbod voor jachttrofeeën in te stellen in reactie op de motie Thieme/Heerema (Kamerstuk 33 348, nr. 81).


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z03116
Volledige titel: Nederland als knooppunt voor wildstropers
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-2067
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Thieme en Rudmer Heerema over Nederland als knooppunt van wildstropers