Kamervraag 2016Z02342

Radicalisering van jonge kinderen

Ingediend 4 februari 2016
Beantwoord 9 maart 2016 (na 34 dagen)
Indieners Enneüs Heerma (CDA), Sjoerd Potters (VVD)
Beantwoord door Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen jongeren openbare orde en veiligheid terrorisme zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z02342.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1807.html
1. OmroepWest, maandag 1 februari 2016
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van het bericht dat kinderen uit moslimgezinnen in Den Haag op steeds jongere leeftijd radicale ideeën hebben en dat dit op steeds meer scholen wordt gesignaleerd? 1

    Ja.

  • Vraag 2
    Zo ja, herkent u de signalen dat kinderen van 9 en 10 al vatbaar zijn voor radicale ideeën en kunt u aangeven in hoeverre hier sprake is van een landelijk trend? Zijn er landelijke cijfers bekend over aantallen kinderen met radicale ideeën?

    Het is mij bekend dat kinderen op school soms controversiële uitspraken doen. Deze duiden zelden op een radicaliseringproces. Vaak betreft het stoerdoenerij, spiegelen van uitingen van vrienden of uit de thuissituatie. Het is aan docenten om hier vaardig mee om te springen en het gesprek met de leerling aan te gaan. Om docenten te helpen bij het maken van de inschatting of er sprake is van een zorgelijke ontwikkeling in het gedrag van de leerling, is de handreiking2 «Puberaal, lastig of radicaliserend» ontwikkeld.3 Indien nodig of gewenst kunnen scholen vervolgens hulp inschakelen via Stichting School en Veiligheid of de gemeente. Van dit soort incidenten wordt geen registratie bijgehouden.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat radicale ideeën bij jonge kinderen een potentieel groot gevaar vormen voor de samenleving en dat het de taak van ouders en scholen is om kinderen weerbaar te maken tegen anti-westerse indoctrinatie? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 4
    Welke maatregelen gaat u nemen om scholen hierbij te ondersteunen, ook waar het gaat om signalering van radicalisering?
  • Vraag 5
    Op welke wijze kan het actiever uitdragen van de kernwaarden van de Nederlandse samenleving een bijdrage leveren aan het weerbaarder maken van kinderen en jongeren tegen anti-westerse indoctrinatie? Op welke wijze wilt u het uitdragen van deze kernwaarden bevorderen?

    Om mee te kunnen komen in onze samenleving is kunnen omgaan met diversiteit en weet hebben van de codes en ongeschreven regels die hier gelden onontbeerlijk. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat iedereen, ook kinderen, leert hoe de samenleving werkt. Dit is om binding aan de samenleving te bewerkstelligen, om vervreemding te voorkomen en jongeren weerbaar te maken tegen indoctrinatie van welke vorm dan ook. Op verschillende manieren wordt reeds ingezet om jongeren via het onderwijs maatschappelijke codes mee te geven, bijvoorbeeld vanuit mijn Agenda Integratie.4 Ook burgerschapsvorming in het onderwijs draagt bij aan de voorbereiding van jongeren op hun deelname aan de samenleving. Onlangs is uw Kamer geïnformeerd over het advies van het platform Onderwijs 2032 over een toekomstig curriculum voor het primair en voortgezet onderwijs. Hierin wordt een prominentere positie voor burgerschapsonderwijs in het kerncurriculum geadviseerd.5 Het advies van het platform zal de basis vormen voor een vernieuwd curriculum in het primair en voortgezet onderwijs. Een ontwerpteam zal hiertoe een nieuw kerncurriculum ontwerpen, dat naar verwachting eind 2016 wordt afgerond. Burgerschap zal hiervan een belangrijk onderdeel vormen.
    Ook met de motie Van Dam werkt het kabinet uit hoe het uit- en overdragen van gedeelde waarden en het versterken van de onderlinge verbondenheid in de samenleving in het beleid kunnen worden opgenomen dan wel versterkt.6 Daar wordt nu uitvoering aangegeven onder leiding van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Momenteel doet het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) onderzoek naar de gedeelde waarden in de Nederlandse samenleving. Het onderzoeksrapport wordt begin maart verwacht. Samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal ik een reactie geven op het rapport van SCP en zullen we de Kamer informeren over de vervolgstappen die we nemen om te komen tot de uiteindelijke kabinetsreactie die volgt voor de zomer van 2016.

  • Vraag 6
    Wilt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het Algemeen overleg integratieonderwerpen voorzien op 10 februari 2015?

    Vanwege het verplaatsen van dit Algemeen Overleg is de gebruikelijke termijn voor beantwoording van deze Kamervragen aangehouden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z02342
Volledige titel: Radicalisering van jonge kinderen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1807
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Pieter Heerma en het lid Potters over de radicalisering van jonge kinderen