Kamervraag 2016Z01088

De komst van een geweldsprediker naar Utrecht

Ingediend 21 januari 2016
Beantwoord 25 februari 2016 (na 35 dagen)
Indieners Louis Bontes (GrBvK), Joram van Klaveren (GrBvK)
Beantwoord door Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA), Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen cultuur en recreatie openbare orde en veiligheid organisatie en beleid religie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2016Z01088.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-1653.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Omstreden Britse islamgeleerde naar Utrecht»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de visie dat de komst van geweldspredikers als al-Haddad, die stelt dat overspeligen en afvalligen gedood moeten worden, een gevaar vormt voor de openbare orde en dat hem daarom de toegang tot Nederland moet worden ontzegd?

    In de brief van het kabinet van 3 maart jl. (Kamerstuk 29 754, nr. 303) is reeds aangegeven dat uit het buitenland afkomstige visumplichtige sprekers die in Nederland onverdraagzame, anti-integratieve en/of antidemocratische boodschappen willen uitdragen en daarmee de openbare orde of nationale veiligheid bedreigen, niet welkom zijn. Over de nadere invulling van maatregel 20f uit het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme (het weigeren van visa van predikers – uit visumplichtige landen – die oproepen tot haat en geweld) is uw Kamer recent nog geïnformeerd via de Derde Voortgangsrapportage van het Actieprogramma.
    Ook ten aanzien van niet-visumplichtige predikers neemt het Kabinet het standpunt in dat het onacceptabel is als een podium wordt geboden aan predikers die onverdraagzaam gedachtegoed in Nederland propageren. Hier is dan ook aandacht voor in de drie-sporen-aanpak zoals beschreven in de beleidsreactie op de notitie «Salafisme in Nederland: diversiteit en dynamiek». Indien het komt tot een uitnodiging van een visumplichtige derdelander die oproept tot haat en geweld heeft de rijksoverheid de mogelijkheid om het vreemdelingrechtelijk instrument in te zetten. De mogelijkheden hiertoe hangen echter af van de verblijfstatus van de prediker. Iedere casus wordt op zijn eigen merites beoordeeld.
    Zoals eerder is gemeld aan uw Kamer is de heer Al-Haddad in het bezit van de Britse nationaliteit. Volgens richtlijn 2004/38 kan op grond van de richtlijn alleen de toegang geweigerd worden indien hij op grond van zijn persoonlijk gedrag een actueel, werkelijk en ernstig gevaar vormt voor een fundamenteel belang van de samenleving. Over individuele casuïstiek doe ik geen uitspraken.
    Indien zij rechtmatig in het Schengengebied verblijven worden niet-visumplichtige predikers die oproepen tot haat en geweld beoordeeld op de boodschap die zij tijdens hun verblijf uitdragen. Zij die een onverdraagzame boodschap uitdragen, zullen daarmee worden geconfronteerd, waar mogelijk via strafrechtelijke weg.
    Momenteel wordt gewerkt aan de uitwerking van de salafismebrief waarin het kabinet tevens ingaat op de 9 moties over salafisme. De aanpak van problematische gedragingen en activiteiten (waaronder het uitnodigen van geweldspredikers) wordt nader uitgewerkt in deze brief die de kamer in februari tegemoet kan zien.

  • Vraag 3
    Begrijpt u dat het steeds opnieuw toelaten van geweldspredikers de integratie maximaal tegenwerkt en gestopt moet worden?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Hoe verhoudt de komst van deze geweldsprediker naar Nederland zich tot de motie-Bontes over het te allen tijde uit Nederland weren van geweldspredikers? 2

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Bent u bereid stichtingen die verantwoordelijk zijn voor de uitnodiging van (deze) geweldspredikers te verbieden, op grond van art.20 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek? Zo neen, waarom niet?

    Het OM kan op grond van artikel 2:20 Burgerlijk Wetboek (BW) de rechter vragen een rechtspersoon te verbieden en te ontbinden, indien de werkzaamheid daarvan in strijd is met de openbare orde.
    In navolging van de motie Heerma3 en de discussie met uw Kamer, heeft het kabinet opdracht gegeven tot een onderzoek naar de wijze waarop in verschillende landen in de praktijk invulling wordt gegeven aan het «gevaarscriterium». Dit is één van de criteria om een antidemocratische groepering te kunnen verbieden of ontbinden. Naar aanleiding daarvan wordt bezien of alsnog aanpassing van het Nederlands instrumentarium aangewezen is. Dit onderzoek wordt naar verwachting in het voorjaar van 2016 opgeleverd.

  • Vraag 6
    Hoe staat het met de aanleg van een database van geweldspredikers en staat deze persoon daarin?

    Er bestaat geen zogenaamde «zwarte lijst» of database van personen die, omwille van onverdraagzame uitingen of anderszins, te allen tijde toegang tot Nederland ontzegt wordt. In het kader van het weigeren van visumplichtige predikers die oproepen tot haat of geweld, wordt gewerkt met een zogenaamde alerteringslijst. Vermelding op deze lijst betekent niet dat de visumaanvraag per definitie wordt geweigerd. De alerteringslijst is dus geen zwarte lijst.

  • Vraag 7
    Wilt u deze vragen beantwoorden vóór 31 januari 2016?

    Het is helaas niet mogelijk gebleken de vragen voor 31 januari 2016 te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2016Z01088
Volledige titel: De komst van een geweldsprediker naar Utrecht
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-1653
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Van Klaveren en Bontes over de komst van een geweldsprediker naar Utrecht