Kamervraag 2015Z17533

De toegang tot seksuele gezondheidszorg in AZC’s

Ingediend 28 september 2015
Beantwoord 29 oktober 2015 (na 31 dagen)
Indiener Attje Kuiken (PvdA)
Beantwoord door Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen immigratie migratie en integratie organisatie en beleid zorg en gezondheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z17533.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-437.html
  • Vraag 1
    Bent u zich bewust van het feit dat het aanstaande zaterdag internationale anticonceptiedag is?

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u vertellen op welke wijze er binnen de asielzoekerscentra (AZC’s) aandacht is voor reproductieve zorg? Bent u bijvoorbeeld op de hoogte van onderzoek van Rutgers waaruit blijkt dat jonge, vrouwelijke asielzoekers meer risico lopen op ongewenste zwangerschap en abortus en dat er sprake is van relatief hogere hiv-cijfers bij zwangere asielzoekers? Is er in dit kader actuele informatie bekend over hoeveel zwangere meisjes er momenteel in AZC’s zijn en welke afspraken er zijn gemaakt over verloskundige en gynaecologische zorg voor deze zwangere meisjes? 1

    De zorg voor zwangere vrouwen is vastgelegd in de ketenrichtlijn geboortezorg asielzoekers. Hierin hebben alle betrokken partijen2 afspraken gemaakt over de voorlichting, begeleiding en zorg bij zwangerschap en bij geboorte en de periode direct na de geboorte voor moeder en kind. Op de COA locaties is een aandachtsfunctionaris zwangeren aangesteld.
    Informatiemateriaal (factsheet zwangerschap) is in diverse talen beschikbaar.
    Er zijn geen gegevens hoeveel zwangeren er op dit moment bij het COA verblijven. Ter indicatie, in 2014 zijn er circa 500 baby’s geboren.
    DE GGD geeft op COA- locaties individuele voorlichting en counseling ter preventie van soa en hiv en het bevorderen van veilig vrijen (gebruik anticonceptie, voorkomen onbedoelde zwangerschappen) naar professionele normen en richtlijnen.

  • Vraag 3
    Zijn er naar uw weten signalen bekend van mensenhandel/kinderhandel van minderjarigen in de AZC’s en zo ja, op welke wijze wordt voorkomen dat minderjarigen slachtoffer mensenhandel worden?

    In het algemeen kunnen signalen van mogelijke mensenhandel op meerdere momenten naar voren komen. Om die reden zijn medewerkers van het COA, IND, Nidos en de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel getraind deze signalen te herkennen. In het aanmeldproces worden gesprekken gevoerd met de minderjarigen door de IND, Nidos en de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel. In deze gesprekken kunnen signalen mensenhandel naar voren komen en kan Nidos de minderjarige zo nodig in de Beschermde Opvang plaatsen. Ook in de AZC’s zijn aandachtsfunctionarissen mensenhandel aangesteld om signalen te herkennen.
    Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat minderjarigen in de AZC’s slachtoffer worden van mensenhandel

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat er geen adequaat beleid is voor minderjarige meisjes die zich met meerderjarige mannen aanmelden bij een AZC? Zo nee, kunt u vertellen wat het beleid met betrekking tot deze specifieke situatie is en hoe het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) controleert of er sprake is van familiebanden of een ongelijkwaardige relatie met misbruik en/of mishandeling?

    Alle betrokken organisaties, waaronder dus ook het COA, zijn alert op situaties van gehuwde minderjarige meisjes. Over de veiligheid, bescherming en opvang zijn werkafspraken gemaakt. Als er een minderjarig gehuwd meisje in Nederland arriveert met haar partner gaat Nidos met haar (en haar partner) een gesprek aan over het aanvragen van de voogdij door Nidos. Tijdens de gesprekken met de minderjarige (als ook met de partner) zijn Nidos en het COA zeer alert op signalen van huwelijksdwang en/ of andere mogelijke vormen van misbruik.
    Bij signalen hiervan wordt er samen met de minderjarige en daar waar mogelijk met familie gezocht naar een oplossing. De Raad voor de kinderbescherming en/ of het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC EGG) worden ingeschakeld. Zo nodig wordt de minderjarige in de beschermde opvang geplaatst. Ook hebben de gehuwde minderjarige meisjes in de dagelijkse begeleiding bijzondere aandacht. Specifiek wordt er steeds bekeken hoe het met het meisje gaat om te controleren hoe haar situatie is en hoe ze er voor staat.

  • Vraag 5
    Bent u bereid, indien het antwoord op vraag 4 bevestigend is, de relevante organisaties en instanties tot actie te bewegen teneinde op grond van het relevante beleid hieraan een einde te maken?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Zijn er gegevens bekend over het aantal gevallen van Female Genital Mutilation (FGM) in AZC’s? Worden er maatregelen getroffen om dit aan te pakken en zo ja, wordt daarbij gekeken naar de aanbevelingen van de Raad voor de Volksgezondheid voor de aanpak van FGM zoals deze in een onderzoek van enige tijd geleden werden genoemd?2

    FGM wordt niet apart geregistreerd in de systemen van IND en COA. Indien er vermoeden en of sprake is van FGM kan het COA voorlichting geven over het Rijksbrede Nederlandse beleid inzake FGM. Verder wordt op COA locaties door middel van weerbaarheidstrainingen aandacht geschonken aan het onderwerp FGM en is een stukje voorlichting opgenomen in het programma «kennis van de Nederlandse Samenleving». Ook is er binnen de vreemdelingenketen aandacht voor het afstemmen met andere (overheids)instanties ten behoeve van de Rijksbrede aanpak en preventie van FGM. Het COA doet dit middels de «Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling» waarin FGM wordt geadresseerd.

  • Vraag 7
    Bent u, gezien het ontbreken van betrouwbare landelijke informatie, bereid om een onderzoek te starten naar de toegang (zowel financieel als fysiek) tot seksuele gezondheidszorg en seksuele voorlichting aan volwassen en minderjarige nieuwkomers in AZC’s, en landelijke prevalentie van ongewenste zwangerschappen, anticonceptie, seksuele dwang, soa’s/hiv onder asielzoekers, bij voorkeur met meer informatie over achtergronden en oorzaken?

    Ik ben van mening dat de gezondheidszorg voor asielzoekers goed is geregeld. Dit betreft ook de toegang tot de seksuele gezondheidszorg en seksuele voorlichting. Ik zie dan ook geen aanleiding om hier onderzoek naar te laten doen.

  • Mededeling - 21 oktober 2015

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuiken (PvdA) van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie over de toegang tot seksuele gezondheidszorg in asielbezoekerscentra (ingezonden 28 september 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z17533
Volledige titel: De toegang tot seksuele gezondheidszorg in AZC’s
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-437
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Kuiken over de toegang tot seksuele gezondheidszorg in asielzoekerscentra