Kamervraag 2015Z16350

Een heldere uitleg van de vigerende cookiewetgeving

Ingediend 11 september 2015
Beantwoord 26 oktober 2015 (na 45 dagen)
Indiener Astrid Oosenbrug (PvdA)
Beantwoord door Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen economie ict recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z16350.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20152016-379.html
  • Vraag 1
    Bent u op de hoogte van de geldende Europese wet- en regelgeving omtrent cookietoestemming?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is het waar dat de uitgevers van digitale content bezoekers van hun sites en apps moeten informeren over het gebruik van cookies en andere vormen van lokale opslag?

    Ja. Zodra er sprake is van lokale opslag, dus opslag op het randapparaat van de gebruiker, is er op grond van artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet de verplichting de gebruiker adequaat te informeren over de opslag.

  • Vraag 3
    Is het waar dat hiervoor, op basis van deze wet- en regelgeving, in veel gevallen ook toestemming vereist is?

    Ja. Naast de informatieplicht geldt op grond van artikel 11.7a dat de opslag alleen mag plaatsvinden nadat de toestemming daarvoor van de gebruiker is verkregen, tenzij een van de in het derde lid van artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet genoemde uitzonderingen van toepassing is.

  • Vraag 4
    Waarom wijst de Autoriteit Consument en Markt (ACM) websiteaanbieders aan als normadressaat, en niet de uitgevers van digitale content, zoals de Europese wet- en regelgeving vereist?

    Website-aanbieders zijn het eerste aanspreekpunt voor ACM. Een derde partij die cookies plaatst via een website van een website-aanbieder, kan dit alleen doen wanneer de website-aanbieder hem deze mogelijkheid heeft geboden. De derde partij en de website-aanbieder spreken daarbij af wie de toestemming regelt. Vanuit praktische overwegingen is het vaak de website-aanbieder die toestemming vraagt. Wanneer namelijk iedere derde partij zelf om toestemming zou vragen dan zou hij dit binnen de beperkte, door de website-aanbieder aangeboden ruimte, bijvoorbeeld de advertentieruimte, moeten doen. Dit is echter in de regel niet goed werkbaar omdat dan elke van een derde partij afkomstige advertentie eerst een toestemmingspop-up zou moeten bevatten voordat deze kan worden ingeladen. Doordat de website-aanbieder toestemming voor het plaatsen van cookies vraagt, kan de gebruiker nu in één keer toestemming geven voor cookies van verschillende partijen.
    Ten aanzien van in het buitenland gevestigde uitgevers merk ik op dat artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet van toepassing is op een ieder; dit kan een Nederlandse uitgever zijn, een Duitse adverteerder of een Ierse technologiepartij. De norm geldt niet alleen voor Nederlandse websites maar ook voor alle andere websites die zich (mede) op Nederlandse gebruikers richten. Of dit laatste het geval is, kan worden afgeleid uit de aard van de aangeboden informatie, de mogelijkheid om producten in Nederland te laten bezorgen of uit de omstandigheid dat een website in de Nederlandse taal wordt aangeboden.

  • Vraag 5
    Heeft dit ermee te maken dat deze uitgevers zich deels in het buitenland bevinden, wat de handhaving bemoeilijkt?

    Zie antwoord vraag 4.

  • Vraag 6
    Heeft de ACM hiervoor samenwerkingsverbanden afgesloten met buitenlandse privacy- en consumententoezichthouders? Zo nee, waarom niet?

    ACM heeft mij kenbaar gemaakt als toezichthouder deel te nemen aan diverse samenwerkingsverbanden op dit gebied. ACM schuift aan bij de privacytoezichthouders in de Artikel 29-werkgroep wanneer zij spreken over de Europese equivalent van artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet. ACM heeft op deze manier een bijdrage geleverd aan diverse adviezen van de Artikel 29-werkgroep over dit onderwerp. ACM heeft in dat kader ook meegewerkt aan een gezamenlijke sweep van websites: http://ec.europa.eu/justice/data-protection/article-29/documentation/opinion-recommendation/files/2015/wp229_en.pdf.
    Daarnaast overlegt ACM in een apart samenwerkingsverband met buitenlandse toezichthoudende autoriteiten op het gebied van telecommunicatie die zich ook bezighouden met het handhaven van hun equivalent van artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet.
    Ik heb van ACM begrepen dat binnen Europa ACM voorop lijkt te lopen ten aanzien van de kennis over en handhaving van artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet.

  • Vraag 7
    Wie is volgens het CBP de juiste normadressaat, de websiteaanbieder of de werkelijke plaatser/uitlezer van digitale content?

    Het CBP ziet toe op de verwerking van persoonsgegevens overeenkomstig het bij en krachtens de wet bepaalde, waaronder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). In de Wbp zijn de voornaamste normadressaten de verantwoordelijke, dat wil zeggen de natuurlijke persoon, rechtspersoon of ieder ander die of het bestuursorgaan dat, alleen of tezamen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt, en de bewerker, dat wil zeggen degene die ten behoeve van de verantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen.
    Op grond van de Wbp zijn, aldus het CBP, websitehouders met derde partijen gezamenlijk verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens die voortvloeit uit het plaatsen en lezen van zogenaamde third party cookies/pixels/andere trackers die worden uitgelezen via hun website of app. Dit omdat zij als websitehouders/app-eigenaren derde partijen technisch in staat stellen om (via een code die zij bewust op hun website/in hun app plaatsen) persoonsgegevens over de websitebezoekers te verzamelen.

  • Vraag 8
    Is deze situatie te vergelijken met een wegenbouwer die een boete krijgt voor de snelheidsovertreding van de Ferrari-eigenaar die op tijd de Europese Unie heeft weten te verlaten?

    Nee, een wegenbouwer bepaalt niet wie er op de weg mag rijden, een aanbieder van een website doet dat wel voor het digitale verkeer.

  • Vraag 9
    Waarom worden volgens de cookiewetgeving de individuele adverteerders eigenlijk niet aangesproken? Welke rol spelen hierin de advertentienetwerken en retargetingbureau’s?

    ACM is een onafhankelijke toezichthouder. Het is aan ACM om te bepalen hoe zij toezicht houdt op artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet. Het is mij bekend dat ACM talrijke partijen uit de advertentieketen heeft aangesproken en/of gaat aanspreken.

  • Vraag 10
    Kunt u in overleg treden met de ACM, teneinde de balans van de regeldruk, tussen websiteaanbieders en achterliggende uitgevers van digitale content, op te helderen?

    ACM is, zoals gezegd, een onafhankelijke toezichthouder. Mij is bekend dat ACM reeds voor de invoering van de wet in 2012 een continue dialoog heeft gevoerd met alle relevante stakeholders op dit gebied en hen ook regelmatig consulteert.
    ACM heeft op haar website een document met veelgestelde vragen gepubliceerd, waar partijen veel informatie in kunnen vinden over de naleving van de wet. Naar aanleiding van de haar gestelde vragen en ontwikkelingen in de markt publiceert ACM ook regelmatig een update. Dit document geeft naar mijn mening een goede beschrijving over hoe partijen de wet kunnen naleven.
    ACM kijkt ook mee naar het branchebrede initiatief, getrokken door mijn ministerie en het Electronic Commerce Platform Nederland (ECP), om te komen tot een uniforme branchebrede cookiestandaard. Ook dit document zal eventuele vragen over het naleven van de cookieverplichting beantwoorden en het voor iedereen gemakkelijker maken om geïnformeerd te worden en toestemming te geven.

  • Vraag 11
    Kunt u de ACM er vervolgens toe brengen om deze opgehelderde verdeling van cookieverplichtingen op de website van de ACM op een heldere manier te communiceren?

    Zie antwoord vraag 10.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z16350
Volledige titel: Een heldere uitleg van de vigerende cookiewetgeving
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20152016-379
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Oosenbrug over een heldere uitleg van de vigerende cookiewetgeving