Kamervraag 2015Z10569

De naheffing

Ingediend 8 juni 2015
Beantwoord 3 juli 2015 (na 25 dagen)
Indiener Pieter Omtzigt (CDA)
Beantwoord door Bert Koenders (minister buitenlandse zaken) (PvdA), Jeroen Dijsselbloem (minister financiën) (PvdA)
Onderwerpen financiën organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z10569.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2801.html
  • Vraag 1
    Herinnert u zich dat u zich bij herhaling op het standpunt gesteld heeft dat briefwisselingen met de Europese Commissie behoren tot het diplomatieke verkeer?

    Ja

  • Vraag 2
    Herinnert u zich dat Staatssecretaris Wiebes en u alleen al dit jaar meerdere keren brieven aan de Europese Commissie gewoon naar de Kamer gestuurd hebben, wanneer u het gepast vond om de Kamer te informeren zoals:

    Ja

  • Vraag 3
    Bent u bereid alsnog de correspondentie over de naheffing, die betrekking heeft op de zesde aanvullende begroting 2014 aan de Kamer te doen toekomen, zoals meerdere keren gevraagd?

    Nee. Voor dit antwoord verwijzen wij u naar het standpunt van de regering over de informatieplicht tussen het kabinet en het parlement dat is gegeven in de brief van 10 april 2015 jl.1

  • Vraag 4
    Wilt u in ieder geval de communicatie uit Brussel (van de commissie en van de Permanente Vertegenwoordiging) van 17 oktober 2017 en de zienswijze van Nederland op het Eurowob-verzoek van de Telegraaf aan de Kamer doen toekomen?

    Zie het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 5
    Indien u niet bereid bent om die documenten te versturen, hoe verhoudt zich dat dan tot de grondwettelijke informatieplicht van artikel 68 Grondwet?

    Zie het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 6
    Wanneer ontvangt de Kamer alle emailcorrespondentie ter inzage – zonder weggelakte stukken – zoals toegezegd in het vragenuurtje van 2 juni 2015?

    De Kamer is toegezegd dat de documenten die onlangs zijn verstrekt aan en gewisseld met de Telegraaf, ook aan de Kamer zouden worden toegezonden. Dat is gebeurd op 5 juni jl.2 Er is geen toezegging gedaan dat deze stukken ongelakt gestuurd zouden worden.

  • Vraag 7
    Kunt u precies per land aangeven, wanneer hoeveel naheffing betaald is, zodat wij kunnen zien welke grote en kleine naheffingen wanneer zijn afgedragen aan de Europese Unie?

    In tabel 1 is allereerst aangegeven welke lidstaten wel en geen bruto naheffing hoefden te betalen.3 Alle lidstaten dienden een brutonaheffing te betalen, met uitzondering van Denemarken, Kroatië, Luxemburg, Oostenrijk, Polen, Slowakije en Finland.
    In de kolom «te betalen in 2014» is aangegeven welke lidstaten in 2014 hebben betaald. In de kolom «te betalen in 2015» is aangegeven welke landen van plan zijn in 2015 te betalen. Dit moet uiterlijk op 1 september 2015 gebeuren.
    lidstaat
    Bruto naheffing
    Te betalen in 2014
    Te betalen in 2015
    Belgie
    118.877.000
    118.877 000

    Bulgarije
    36.472.000
    0
    36.472.000
    Tsjechie
    78.521 000
    78.521.000

    Denemarken
    – 125.685.000
    – 125.685.000

    Duitsland
    1.359.003.000
    1.359.003.000

    Estland
    7.311.000
    7.311.000

    Ierland
    112.176.000
    112.176.000

    Griekenland
    221.982.000
    221.982.000

    Spanje
    589.152.000
    589.152.000

    Frankrijk
    562.251.000
    36.978.000
    525.273.000
    Kroatië
    – 1.419.000
    – 1.419.000

    Italie
    1.502.273.000
    328.290.000
    1.173.983.000
    Cyprus
    53.725.000
    0
    53.725.000
    Letland
    24.573 000
    24.573.000

    Litouwen
    7.516 000
    7.516.000

    Luxemburg
    – 66.930.000
    – 66.930.000

    Hongarije
    39.782.000
    39.782.000

    Malta
    18.323.000
    0
    18.323.000
    Nederland
    1.103.422.000
    1.103.422.000

    Oostenrijk
    – 57.094.000
    – 57.094.000

    Polen
    – 26.803.000
    – 26.803.000

    Portugal
    121.602.000
    121.602.000

    Roemenie
    75.080.000
    75.080.000

    Slovenie
    8.064.000
    0
    8.064.000
    Slowakije
    – 6.663.000
    – 6.663.000

    Finland
    – 34.319.000
    – 34.319.000

    Zweden
    190.111.000
    190.111.000

    Verenigd Koninkrijk
    3.616.456.000
    0
    3.616.456.000

  • Vraag 8
    Kunt u precies aangeven op welke dag en door wie de Minister-President voor het eerst op de hoogte is gesteld van de mogelijkheid tot een naheffing en het bedrag, aangezien die vraag in alle voorgaande schriftelijke vragen, debatten en het vragenuurtje van 2 juni 2015 zorgvuldig ontweken is, wellicht omdat u de Kamer al verlaten had toen ik het punt opnieuw opbracht?

    Hierover is uw Kamer bij de beantwoording van de Kamervragen op 3 november 2014 uitgebreid geïnformeerd.4 Specifiek betreft het de beantwoording van de Kamervragen 61 tot en met 66 en 71.

  • Vraag 9
    Wanneer kan de Kamer de algemene voorstellen tegemoet zien over openbaarheid van correspondentie tussen de nationale regering en de Europese instelling en inzage in de geheime documenten van de Europese Commissie?

    Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.

  • Vraag 10
    Begrijpt u dat het op dit moment voor het parlement zeer lastig is om de regering te controleren – toch een hoofdtaak van het parlement – als zoveel documenten die betrekking hebben op het werk van de regering in Brussel niet standaard of op verzoek openbaar gemaakt worden?

    De regering herkent zich niet in dit beeld of de onderliggende suggestie dat regeringsstandpunten en -uitleg enkel ontvankelijk zijn na openbaring van de volledige ambtelijke en diplomatieke correspondentie terzake. Over de totstandkoming van de EU-naheffing zijn alle relevante feiten en argumenten aan de Kamer overgelegd en heeft de Minister van Financiën verantwoording afgelegd.

  • Vraag 11
    Kunt u deze vragen binnen drie weken en dus voor het plenaire debat over de Voorjaarsnota beantwoorden?

    Ja


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z10569
Volledige titel: De naheffing
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-2801
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de naheffing