Kamervraag 2015Z06418

Het bericht ‘Utrecht vreest komst Belgische martelsjeik

Ingediend 9 april 2015
Beantwoord 20 mei 2015 (na 41 dagen)
Indieners Gert-Jan Segers (CU), Peter Oskam (CDA)
Beantwoord door Ard van der Steur (minister justitie en veiligheid) (VVD), Klaas Dijkhoff (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD), Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen cultuur en recreatie openbare orde en veiligheid religie staatsveiligheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z06418.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-2301.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het bericht «Utrecht vreest komst Belgische martelsjeik»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de bezorgdheid in Utrecht?

    Het kabinet is zich er van bewust dat dit onderwerp tot veel vragen leidt en dat dergelijke evenementen tot onrust kunnen leiden (zoals bijvoorbeeld het geval is geweest rondom een evenement in Rijswijk in maart). In de lokale driehoek maken de burgemeester, politie en het Openbaar Ministerie de afweging of er sprake is van mogelijke maatschappelijke onrust en/of (potentiële) openbare orde verstoringen, en vervolgens of er op basis daarvan aanvullende maatregelen genomen moeten worden. De lokale driehoek in Utrecht heeft op basis van politieonderzoek en na overleg met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) de conclusie getrokken dat er geen strafrechtelijke of bestuurlijke grond was om op te treden. Niet tegen de stichting alFitrah en ook niet tegen de aangekondigde sprekers.

  • Vraag 3
    Is de openbare orde in deze casus in het geding?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Zijn de personen uit het artikel visumplichtig? Zo ja, hebben zij een visum gekregen?

    Alleen de in het bericht genoemde Mohammed Bounis is visumplichtig; aan hem is een visum verstrekt.

  • Vraag 5
    Hoe staat het met het voornemen om een zwarte lijst aan te leggen van haatpredikers? Staan de personen uit het artikel op een dergelijke zwarte lijst?

    Er is geen zwarte lijst. De betrokken ketenpartners vullen zoals aangegeven in de brief van het kabinet van 3 maart jl. (vergaderjaar 2014–2015, 29 754, nr. 303) de behandel(risico) profielen aan met extra criteria en er is een alerteringslijst opgesteld door de NCTV van sprekers en/of referenten die extra aandacht vragen in de beoordeling bij een visumaanvraag. Deze lijst wordt regelmatig aangevuld en geactualiseerd. Over de samenstelling van deze lijst kan ik geen uitspraken doen. Verder voorziet het Schengen Acquis in een instrument waarmee kan worden voorkomen dat een ongewenste vreemdeling naar Nederland danwel een ander Schengenlidstaat afreist (te weten een registratie in het Schengen Informatie Systeem (SIS), op basis waarvan kan worden overgegaan tot toegangsweigering). Ten aanzien van niet-visumplichtige predikers die oproepen tot haat en geweld is in de brief van 3 maart gesteld, dat indien zij rechtmatig in het Schengengebied verblijven, zij beoordeeld kunnen worden op de boodschap die zij tijdens hun verblijf uitdragen. Zij die een onverdraagzame boodschap uitdragen kunnen via de strafrechtelijke weg worden aangepakt.

  • Vraag 6
    Overweegt u een zwarte lijst van haatpredikers uit landen van waaruit mensen zonder visum naar Nederland kunnen afreizen?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 7
    Is er contact geweest met België, Marokko of een ander land naar aanleiding van de komst van deze personen?

    In de lokale driehoek is deze kwestie zoals aangegeven in antwoord op vraag 2 en 3 besproken. Over de details van het politieonderzoek en op welke wijze er contact met partnerorganisaties in het buitenland contact is geweest, kan ik geen uitspraken doen.

  • Vraag 8
    Kan een strafrechtelijke veroordeling in een Europees land vanwege een delict verwant aan haat zaaien reden zijn om iemand de toegang tot Nederland te weigeren?

    Indien Nederland bekend is met gepleegde strafbare feiten in het buitenland, is het soms mogelijk om de betreffende vreemdeling ongewenst te laten verklaren. Voor de ongewenstverklaring om die reden dient sprake te zijn van de oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of taakstraf, waarvan het onvoorwaardelijk ten uitvoer te leggen gedeelte ten minste een dag bedraagt. Hiervoor zal een strafmaatvergelijking nodig zijn door het Openbaar Ministerie op basis van de in het buitenland opgelegde straf. Het strafbare feit hoeft niet gerelateerd te zijn aan het «haatprediken». Als de vreemdeling ongewenst is verklaard, is zijn aanwezigheid in Nederland een misdrijf. Ter zake daarvan kan hij direct worden gearresteerd en vervolgd (art. 197 Sr.).

  • Vraag 9
    Welke mogelijkheden heeft u of hebben gemeenten in algemene zin om niet-visumplichtige niet-Nederlandse haatpredikers afkomstig uit Europa en de Verenigde Staten te weren?

    Zie antwoord op vraag 5 en 6.

  • Vraag 10
    In hoeverre werkt u in algemene zin samen met regeringen van andere Europese landen en de Verenigde Staten om de activiteiten van haatpredikers te monitoren?

    Net als bij de bestrijding van terrorisme, wordt ook bij het tegengaan van radicaliseringsprocessen en het voorkomen van maatschappelijke spanningen tussen bevolkingsgroepen waar nodig door diensten in het veiligheidsdomein internationaal samengewerkt. In dit kader wordt nadrukkelijk ook aandacht besteed aan radicale predikers die een jihadistische boodschap verkondigen of anderszins bijdragen aan onverdraagzaamheid.

  • Vraag 11
    Welke rol speelt de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) bij het monitoren van haatpredikers uit Europa en de Verenigde Staten? Kunt u de kamer hierover, desnoods vertrouwelijk, informeren?

    De AIVD doet onderzoek naar personen en organisaties die door hun activiteiten aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor de democratische rechtsorde, de nationale veiligheid of andere gewichtige belangen van de staat. Als er predikers zijn die dergelijke activiteiten ontplooien, dan is dit een reden om deze personen in onderzoek te nemen. Over individuele gevallen kan ik geen mededelingen doen.

  • Vraag 12
    Kunt u deze vragen met spoed beantwoorden?

    U ontvangt wanneer alle informatie bekend is zo spoedig mogelijk antwoord op alle gestelde vragen.

  • Mededeling - 7 mei 2015

    Hierbij bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dat de schriftelijke vragen van de leden Segers (ChristenUnie) en Oskam (CDA) over het bericht «Utrecht vreest komst Belgische martelsjeik» (ingezonden 9 april 2015) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z06418
Volledige titel: Het bericht ‘Utrecht vreest komst Belgische martelsjeik
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-2301
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Segers en Oskam over het bericht ‘Utrecht vreest komst Belgische martelsjeik’