Kamervraag 2015Z00774

De beschikbaarheid van de krijgsmacht in het kader van terreurdreiging

Ingediend 20 januari 2015
Beantwoord 23 februari 2015 (na 34 dagen)
Indiener Raymond Knops (CDA)
Beantwoord door Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen defensie internationaal openbare orde en veiligheid terrorisme
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2015Z00774.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1339.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het feit dat zowel Frankrijk als België in het kader van hun nationale veiligheid militairen inzetten vanwege de terreurdreiging?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Is de Nederlandse krijgsmacht voldoende paraat en inzetbaar voor eventuele vergelijkbare calamiteiten in Nederland?

    Ja. Zie ook de brief aan de Tweede Kamer van 5 februari jl. over «extra maatregelen terrorisme en n.a.v. debat Parijs 14 januari».

  • Vraag 3
    Welke gevolgen voor de inzetbaarheid van de krijgsmacht in Nederland hebben de ter beschikkingstelling2 van 2.765 militairen aan de NATO Response Force (NRF) 2015, alsmede de 1.568 functies die de krijgsmacht levert voor meer dan 20 grote en kleinere missies in het buitenland?
  • Vraag 4
    Kunnen in noodsituaties sommige NRF-bijdragen van Nederland tijdelijk onttrokken worden aan de NRF voor inzet in Nederland?
  • Vraag 5
    Kunt u momenteel volledig en tijdig voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen op het gebied van militaire bijstand en steunverlening bij handhaving van de rechtsorde, de openbare orde en veiligheid, alsmede militaire bijstand bij de bestrijding van terrorisme, rampen en crises? Zo nee, waar zitten de knelpunten en/of tekortkomingen?
  • Vraag 6
    Kunt u volledig en tijdig voldoen aan de afspraken in het kader van de Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking? Zo nee, waar zitten de knelpunten en/of tekortkomingen?
  • Vraag 7
    Hoe beoordeelt u de berichtgeving3 dat de Franse president Hollande de bezuinigingen op Defensie gaat verzachten, wegens «uitzonderlijke omstandigheden»?

    Op grond van besluitvorming in het najaar van 2014 blijft het Franse defensiebudget tot 2016 betrekkelijk stabiel op ruim 31 miljard euro, om in de jaren daarna te stijgen naar 35 miljard euro in 2019. De Franse regering heeft naar aanleiding van de aanslagen in Parijs (nog) niet besloten om het defensiebudget te verhogen. Wel heeft president Hollande van Frankrijk in januari aangekondigd dit voorjaar te willen onderzoeken hoe de voorgenomen personele reducties binnen de krijgsmacht kunnen worden verminderd. Het kabinet wacht de besluitvorming van de Franse regering daarover met belangstelling af.

  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat, in het licht van de terreurdreiging, ook in Nederland de bezuinigingsgolf op Defensie met spoed omgebogen moet worden?

    Het kabinet heeft in de Miljoenennota 2015 onderkend dat de internationale ontwikkelingen tot aanpassing van het ambitieniveau van de krijgsmacht nopen, met bijbehorende gevolgen voor de samenstelling en de toerusting van de krijgsmacht en voor het niveau van de defensiebestedingen. De krijgsmacht wordt op dit ogenblik op veel plaatsen ingezet, zowel binnen als buiten de landsgrenzen. Met de intensivering in de begroting van 2015 van structureel 100 miljoen euro (vanaf 2017) onderstreept het kabinet de noodzaak van versterking van de slagkracht van Defensie. In het najaar van 2013 heeft het kabinet ook extra geld (115 miljoen euro) voor Defensie vrijgemaakt. Het extra geld is een trendbreuk met de bezuinigingen van de afgelopen jaren.
    Het kabinet heeft in de Miljoenennota onderstreept dat het de intentie heeft deze trendbreuk de komende jaren, waar mogelijk en nodig, door te zetten. Het kabinet zal zich in het kader van de voorjaarsbesluitvorming beraden op de in de Miljoenennota 2015 aangekondigde aanpassing van het ambitieniveau van de krijgsmacht en de uitvoering van de motie-Van der Staaij. Het kabinet zal bij zijn afweging ook de verdere verslechtering van de nationale en de internationale veiligheidssituatie in de afgelopen maanden betrekken. Zoals ik u per brief op 16 december 2014 heb laten weten (Kamerstuk 33 763 nr. 61), zal het kabinet het parlement uiterlijk in mei of juni – of zoveel eerder als mogelijk – op de hoogte stellen van de uitkomsten van zijn beraadslagingen, opdat hierover vóór het zomerreces met de Tweede Kamer kan worden gesproken.

  • Vraag 9
    Blijft u ondanks de terreurdreiging vasthouden aan het voornemen om pas in mei of juni van dit jaar met een antwoord te komen op de motie Van der Staaij (Kamerstuknummer 34 000, nr. 23), waarin de Kamer zich uitspreekt voor meer geld voor Defensie, of bent u bereid sneller tot uitvoering van de motie over te gaan? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Bent u net als president Hollande bereid om op korte termijn voorstellen te doen om de bezuinigingsgolf bij Defensie om te buigen en met voorstellen te komen om de capaciteiten van de krijgsmacht te versterken? Zo nee, waarom niet?

Kamervraag document nummer: kv-tk-2015Z00774
Volledige titel: De beschikbaarheid van de krijgsmacht in het kader van terreurdreiging
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20142015-1339
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Knops over de beschikbaarheid van de krijgsmacht in het kader van terreurdreiging