Kamervraag 2014Z04262

Het bericht ‘Buurt maakt jacht op Amersfoortse homo: ik moest kruipend naar huis’

Ingediend 7 maart 2014
Beantwoord 2 april 2014 (na 26 dagen)
Indieners Klaas Dijkhoff (VVD), Tamara van Ark (VVD)
Beantwoord door Opstelten (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid recht strafrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2014Z04262.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20132014-1597.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Buurt maakt jacht op Amersfoortse homo: ik moest kruipend naar huis»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat mensen vanwege hun seksuele geaardheid niet veilig op straat en in eigen huis kunnen verblijven en dat er direct een oplossing moet komen voor deze problematiek?

    Ja, ik vind het onacceptabel dat mensen vanwege hun seksuele geaardheid zich niet veilig voelen. Verder kan ik me voorstellen dat bij de burgers een gevoel van onbegrip overheerst in dergelijke situaties. Duidelijk is dat dergelijk gedrag vraagt dat de lokale driehoek er bovenop zit, het gezag zich laat zien en de voorkomende (potentiële) gevallen vroegtijdig signaleert, actie onderneemt en regie voert. Hierbij is een goede informatievoorziening binnen de gemeente cruciaal en communicatie tussen de betrokken instanties – en richting slachtoffers en de buurt – van essentieel belang. Het is dus de taak van lokale autoriteiten om
    deze problemen in de gemeente op te lossen. Mijn collega van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en ik dragen er zorg voor dat de randvoorwaarden voor een goede communicatie en informatievoorziening aanwezig zijn.

  • Vraag 3
    Hoeveel gelijksoortige gevallen van bedreiging, mishandeling en terroriseren omwille van geaardheid vinden jaarlijks in Nederland plaats? Hoe staat het met de aangiftebereidheid van slachtoffers? Zijn hier cijfers over beschikbaar?

    Het rapport van de Nationale Politie «Anti-homogeweld in Nederland, een analyse van (dreiging van) fysiek anti-homogeweld» van 22 januari 2014 toont een landelijk beeld van de aard en omvang van geweld tegen homoseksuelen. Daarvoor werd gekeken naar de registratie bij de politie in de periode van 1 januari 2009 tot september 2013. In die periode waren er 769 meldingen, wat neerkomt op een gemiddelde van drie meldingen per week. De cijfers geven geen compleet beeld van het aantal gevallen van anti-homogeweld, omdat lang niet alle zaken bij de politie worden gemeld. Het meest voorkomende type delict is mishandeling (31,5%), daarna bedreiging (16,9%) en zware mishandeling (6,7%). Verder zijn er gevallen geregistreerd van diefstal met geweld, openlijke geweldpleging, straatroof en vechtpartij/ruzie.
    Specifieke cijfers over de aangiftebereidheid van slachtoffers van discriminatie op basis van seksuele geaardheid zijn niet bekend. Voor het vergroten van de aangiftebereidheid onder deze groep is eind 2013 door het Landelijk Expertisecentrum Diversiteit (LECD-politie) een campagne gestart. Het doel hiervan is de bewustwording te vergroten zodat altijd aangifte wordt gedaan. De campagne loopt gedurende zes maanden en bestaat onder andere uit een banner op de homepage van gay.nl en advertenties in geschreven media zoals de Gaykrant, Gay & Night en Zij aan Zij. Het kabinet werkt thans aan de vormgeving van een landelijke campagne om bewustwording en aangifte- en meldingsbereidheid van burgers te vergroten, zoals destijds is toegezegd in het AO van 14 maart 2013. Daarbij wordt de wens van gemeenten en veldpartijen, om de campagne te richten op het mobiliseren van medemensen en maatschappelijk middenveld om klachten namens slachtoffers in te dienen, meegenomen.

  • Vraag 4
    Begrijpt u het onbegrip van de burger over dergelijke terreur? Wat bent u van plan te ondernemen om tot een oplossing van deze problematiek te komen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Zijn er wettelijke belemmeringen die adequaat optreden tegen deze vorm van terreur voorkomen?

    De wettelijk beschikbare instrumenten om ongewenst gedrag in de woonomgeving tegen te gaan volstaan. Door gemeenten kunnen verschillende instrumenten worden ingezet, zoals gedragsaanwijzingen op basis van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast, cameratoezicht, opnameapparatuur, een alerteringsysteem voor slachtoffers, aware-kastjes met een opvolgingsprotocol, een mobiele politiepost of het inzetten van de ME.
    Om een goed beeld te krijgen van de omstandigheden van het geval, moet de wijkagent vroegtijdig contact leggen met de melders. De wijkagent dient snel zicht te krijgen op de dadergroep en de kwestie snel op te schalen naar het Regionaal Discriminatie Overleg en de lokale driehoek.

  • Vraag 6
    Bent u bereid de lokale autoriteiten te ondersteunen bij het oplossen van dit probleem?

    Zoals ik hiervoor heb aangegeven hebben de Minister van OCW en ik maatregelen genomen om gemeenten te ondersteunen. Wanneer een gemeente daar behoefte aan heeft ben ik altijd bereid om met hen in gesprek te gaan om te bezien aan welke aanvullende ondersteuning behoefte bestaat.

  • Mededeling - 1 april 2014

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Dijkhoff en Van Ark (beiden VVD) van uw Kamer aan de Minister van Veiligheid en Justitie over het bericht «Buurt maakt jacht op Amersfoortse home: ik moest kruipend naar huis» (ingezonden 7 maart 2014) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2014Z04262
Volledige titel: Het bericht ‘Buurt maakt jacht op Amersfoortse homo: ik moest kruipend naar huis’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20132014-1597
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Dijkhoff en Van Ark over het bericht ‘Buurt maakt jacht op Amersfoortse homo: ik moest kruipend naar huis’