Kamervraag 2013Z09548

Vervoer gevaarlijke stoffen

Ingediend 16 mei 2013
Beantwoord 5 juni 2013 (na 20 dagen)
Indieners Henk van Gerven (SP), Farshad Bashir (SP)
Beantwoord door Wilma Mansveld (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (PvdA)
Onderwerpen economie natuur en milieu stoffen transport
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z09548.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-2487.html
  • Vraag 1
    Wat was de samenstelling, naar aard van gevaarlijke stoffen, van het transport dat bij Wetteren in België ontspoorde? Hoe was deze qua compartimentering?

    De trein met nummer 44601 bestond uit twee locomotieven en 13 wagons, waarvan er 8 geladen waren met gevaarlijke stoffen.
    In de eerste vijf wagons bevond zich UN 1093 (acrylnitril), wagons 6 en 7 waren leeg, maar ongereinigd van UN 1010 (een mengsel van butadienen en koolwaterstof). De wagons 8 tot en met 12 betroffen geen gevaarlijke stoffenwagons en wagon 13 bevatte 2 containers met respectievelijk UN 3394 en 3399 (beiden met metaalorganische stof).

  • Vraag 2
    Zijn er regels overtreden wat betreft de combinatie van gevaarlijke stoffen bij dit spoortransport? Zo ja, welke?

    Nee. Er zijn geen regels met betrekking tot de combinatie van gevaarlijke stoffen bij dit transport overtreden.

  • Vraag 3
    Waren alle hulpdiensten en het bevoegde gezag op de route van dit transport (ook door Nederland) vooraf op de hoogte van de samenstelling van het treinstel en de vervoerde gevaarlijke stoffen en het tijdstip van passeren? Zo nee, bent u bereid dergelijke informatievoorziening vooraf te gaan verplichten?

    Nee. Hulpdiensten en het bevoegde gezag op de route van dit transport worden vooraf niet op de hoogte gebracht van de samenstelling van het treinstel en de vervoerde gevaarlijke stoffen en het tijdstip van passeren.
    Op basis van de realisatiecijfers van ProRail (aantal beladen wagons per categorie gevaarlijke stoffen per jaar) zijn de hulpdiensten op de hoogte van de aard en omvang van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. Door deze kennis zijn zij voorbereid op mogelijke incidenten.
    Doordat de benodigde informatie bij een incident met de huidige procedures en voorzieningen snel voor de hulpdiensten beschikbaar is, is het niet nodig de hulpdiensten en het bevoegd gezag voor elk transport afzonderlijk te informeren.
    In Nederland is de infrastructuurbeheerder ProRail voor doeleinden van veiligheid, beveiliging of noodmaatregelen op grond van de internationale wetgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, het RID, verplicht om te allen tijde de informatie uit het OVGS (Online Vervoer Gevaarlijke Stoffen) te verstrekken aan de hulpdiensten.

  • Vraag 4
    Zijn alle hulpdiensten langs het spoor voldoende uitgerust met kennis en materiaal om dergelijke rampen te bestrijden? Wat zijn de instructies voor hulpdiensten als acrylonitril vrijkomt en er brand ontstaat?

    De directe bestrijding van een ontsporing van een trein met gevaarlijke stoffen, waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen en brand ontstaat is de taak van de brandweer van de betreffende veiligheidsregio.
    De brandweer in de betreffende veiligheidsregio beschikt over een aanzienlijke hoeveelheid materieel en personeel en krijgt op verzoek onverwijld bijstand vanuit de andere veiligheidsregio’s in Nederland, Defensie en bepaalde bedrijven.
    Ook beschikt iedere regio over een Adviseur Gevaarlijke Stoffen en een Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen. Deze functionarissen kunnen de expertise inschakelen van het Landelijk Informatiepunt Ongevallen Gevaarlijke Stoffen en het Beleidsondersteunend Team milieuincidenten.
    Bij het vrijkomen en ontbranden van acrylnitril zijn in de acute fase met name de volgende instructies in de naslagwerken en de opleidingen van belang:
    Bij een groot ongeval gaan naast de acute maatregelen voor de omgeving en de directe bestrijding van het incident, verder veel rampbestrijdingsprocessen lopen, zoals de geneeskundige hulpverlening, afzetting en verkeersgeleiding, crisiscommunicatie en opvang van omwonenden.

  • Vraag 5
    Voldeden de ketelwagens aan alle veiligheidsnormen?

    Ja. Bij vertrek in Nederland voldeden de ketelwagens aan de wettelijk verplichte veiligheidsnormen.

  • Vraag 6
    Hoe kan het dat ketelwagens met een dergelijke gevaarlijke lading als acrylonitril niet bestand zijn tegen de gevolgen van een ontsporing?

    De ketelwagens zijn beproefd en toegelaten voor de vervoerde gevaarlijke stof(fen). Het onderzoek vanuit België moet uiteindelijk uitwijzen wat precies de oorzaak van de ontsporing is geweest en hoe de gevaarlijke lading is vrijgekomen en in brand is geraakt.

  • Vraag 7
    Waaruit bestaan de veiligheidsnormen wat betreft het voorkomen van het vrijkomen van de inhoud bij ernstige ongevallen als ontsporen?

    Voorschriften voor de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn in internationaal verband vastgelegd in het RID. Deze voorschriften hebben betrekking op organisatorische en technische maatregelen.

  • Vraag 8
    Bent u bereid dergelijke veiligheidseisen aan te scherpen nu weer is gebleken dat dodelijke stoffen bij een ontsporing van ketelwagens kunnen vrijkomen?

    Mocht onderzoek vanuit België uitwijzen dat verbeteringen mogelijk zijn, dan zal ik dit internationaal aan de orde stellen en initiatieven ondersteunen om deze verbeteringen mogelijk te maken.

  • Vraag 9
    Hoe staat het met internationale informatievoorziening aan het bevoegd gezag en hulpdiensten langs de route van dergelijke internationale transporten?

    Al het internationaal spoorvervoer van gevaarlijke stoffen dat in Nederland rijdt wordt opgenomen in het OVGS. Zie verder antwoord op vraag 3.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2013Z09548
Volledige titel: Vervoer gevaarlijke stoffen
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-2487
Volledige titel: Antwoord vragen van de leden Van Gerven en Bashir over vervoer gevaarlijke stoffen