Ingediend | 2 januari 2013 |
---|---|
Beantwoord | 1 februari 2013 (na 30 dagen) |
Indiener | Joël Voordewind (CU) |
Beantwoord door | Martin van Rijn (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (PvdA) |
Onderwerpen | bestuur gemeenten openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2013Z00018.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-1185.html |
Dat bericht is mij bekend.
De komende periode is sprake van een overgangssituatie, waardoor lokale toezichthouders die nog geen diploma hebben direct aan de slag kunnen, onder de voorwaarde dat ze binnen een jaar na aanstelling met goed gevolg het examen toezichthouder Drank- en Horecawet hebben afgelegd. Ik ga ervan uit dat gemeenten hun verantwoordelijkheid op dit punt zullen nemen en dat gedurende het jaar voldoende lokale controleurs zullen worden opgeleid. De komende maanden zal ik de ontwikkelingen omtrent de decentralisatie van het toezicht op de voet volgen.
Zie antwoord vraag 2.
Ik deel deze verwachting niet. De gedachte achter de decentralisatie van het toezicht is juist dat gemeenten het beste zicht hebben op de plekken waar de problemen – waaronder het onder de toegestane leeftijd kopen van alcohol – zich voordoen en waar de beschikbare instrumenten, waaronder handhaving, zo effectief mogelijk kunnen worden ingezet. Om gemeenten hierbij te ondersteunen is ten aanzien van de hokken en keten in 2010 een handleiding hokken en keten opgesteld, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende typen keten (commercieel / niet commercieel). Daarnaast is ook een handreiking en een gedragscode voor ouders en keeteigenaren ontwikkeld. Met deze handleiding kunnen gemeenten aan de slag, zeker nu ze alle benodigde bevoegdheden hebben.
Per 1 januari 2013 is het toezicht op de naleving van de Drank- en Horecawet overgegaan van de NVWA naar de burgemeester, behoudens enkele uitzonderingen. In 2013 blijft de leeftijdgrenzenpoule van de NVWA beschikbaar om gemeenten te ondersteunen met de nieuwe toezichtstaak tijdens specifieke risicovolle evenementen. Een afgeleid doel van dit team is het overdragen van de expertise van de NVWA aan gemeenten.
Die mening deel ik, met de kanttekening dat de primaire verantwoordelijkheid voor het naleven van de wettelijke bepalingen rust bij de verstrekkers van alcoholhoudende dranken. Het kan niet zo zijn dat wettelijke bepalingen alleen worden nageleefd als er voldoende toezicht op wordt gehouden.
Hiervoor verwijs ik naar het antwoord op de vragen 2 en 3.
De vragen van het Kamerlid Voordewind (CU) over het gebrek aan dranktoezicht van de gemeenten (2013Z00018) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat nader overleg met andere betrokken departementen meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de kamervragen doen toekomen.