Kamervraag 2012Z18669

Inbreuken op de mensenrechten in Turkije en een economische regeringsmissie naar dat land

Ingediend 2 november 2012
Beantwoord 13 november 2012 (na 11 dagen)
Indiener Raymond de Roon (PVV)
Beantwoord door Uri Rosenthal (VVD)
Onderwerpen internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2012Z18669.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20122013-538.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het rapport «Turkey’s press freedom crisis» van het Committee to Protect Journalists en met het «Turkey 2012 progress report» van de EU?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Hoe beoordeelt u de massale veroordeling van 330 Turkse officieren? Deelt u de mening dat hier sprake is van een politiek proces bedoeld om premier Erdogan en de zijnen van de seculiere legertop te ontdoen?2

    De Europese Commissie stelt in haar voortgangsrapport over Turkije van 10 oktober 2012 dat verbeteringen mogelijk zijn op het terrein van adequate rechtsgang, zoals wat betreft het recht van verdediging en het recht op een eerlijk proces. Nederland kan zich vinden in dit rapport. In december zal de Raad conclusies aannemen over het voortgangsrapport. Deze conclusies zullen vervolgens door de Unie en de lidstaten worden geuit tegenover de Turkse autoriteiten. De Turkse regering heeft op dit terrein overigens nieuwe hervormingen aangekondigd. Het is vooralsnog onduidelijk welke concrete wetswijzingen deel zullen uitmaken van dit vierde juridische hervormingspakket.

  • Vraag 3
    Welke acties heeft de EU op grond hiervan ondernomen tegenover kandidaat-lid Erdogan (Turkije), afgezien van het uiten van zorgen in het voortgangsrapport 2012?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Hoe beoordeelt u de persvrijheid in Turkije, gezien het feit dat daar 76 journalisten vastzitten?

    De vrijheid van meningsuiting en pers- en mediavrijheid dienen beter verankerd te worden in Turkije. Ik heb u hierover geïnformeerd in de Kabinetsappreciatie van 26 oktober jl. van het uitbreidingspakket van de Europese Commissie van 2012, waar ook de jaarlijkse voortgangsrapportage over Turkije deel van uitmaakt. In deze voortgangsrapportage spreekt de Europese Commissie expliciet haar zorgen uit ten aanzien van de persvrijheid in Turkije in verband met onder meer de gevangenneming van journalisten. De Turkse regering heeft op dit terrein nieuwe hervormingen aangekondigd. Het is vooralsnog onduidelijk welke concrete wetswijzingen deel zullen uitmaken van dit vierde juridische hervormingspakket.

  • Vraag 5
    Hoe beoordeelt u Erdogan’s aankondiging om a) zich ervoor in te spannen dat islambelediging door middel van een internationaal verbod gelijkgesteld wordt aan misdaden tegen de menselijkheid en b) Turkije daarin het voorbeeld zal nemen?3

    De mening dat islambelediging gelijk staat aan een misdaad tegen de menselijkheid deel ik niet. Islambelediging is niet opgenomen in de definitie van misdrijven tegen de menselijkheid als bedoeld in artikel 7 van het Statuut van het Internationaal Strafhof. Een internationaal verbod dat islambelediging gelijkstelt aan misdaden tegen de menselijkheid steun ik niet.

  • Vraag 6
    Kunt u zich vinden in de stellingname van de Gustav Stresemann Foundation, dat het gelijkstellen van islambelediging met misdaden tegen de menselijkheid, in strijd is met allerlei regels van internationaal recht?4

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het zeer verwerpelijk is dat de Europese Commissie in het voortgangsrapport aangeeft dat Turkije wetgeving nodig heeft tegen haatzaaien en xenofobie? Zo ja, welke actie gaat u hiertegen ondernemen?

    Het rapport van de Europese Commissie beschrijft de situatie van minderheden en culturele rechten en constateert op dat gebied een zekere vooruitgang, maar ook tekortkomingen. De Europese Commissie concludeert op grond daarvan dat er behoefte bestaat aan herziening van bestaande wetgeving en de instelling van mechanismen ter bestrijding van racisme, xenofobie, anti-semitisme en intolerantie, alsmede aan wetgeving tegen haatzaaien en haatgerelateerde misdrijven. Het kabinet is van mening dat Turkije de conclusies van de Europese Commissie ter harte dient te nemen.

  • Vraag 8
    Erkent u dat Turkije in hoog tempo islamisering van de Staat doorvoert en dissidente meningen de kop indrukt, zoals o.a. blijkt uit de toename van het aantal islamitische scholen, het verspreiden van antisemitische lesboeken en het aanklagen van een atheïstische pianist wegens islambelediging?5

    De regering Erdoğan heeft het islamiseren van de staat niet tot beleid bestempeld. De scheiding van kerk en staat is stevig verankerd in de Turkse grondwet.

  • Vraag 9
    Acht u een economische missie van regeringsleden naar Turkije gepast6 – gelet op het vorenstaande – en gezien het feit dat Turkije al een jaar op de zwarte lijst van de Financial Action Task Force staat omdat het te weinig doet om de financiering van terrorisme tegen te gaan7?

    Nederland kent intensieve betrekkingen en een continue dialoog met Turkije op onder andere politiek, economisch en cultureel terrein. In de politieke dialoog tussen Nederland en Turkije komen mensenrechten aan de orde, evenals dat tussen de EU en Turkije het geval is. De contacten met Turkse kabinetsleden tijdens het bezoek van de minister-president en de minister voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking aan Turkije draagt bij aan deze dialoog.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2012Z18669
Volledige titel: Inbreuken op de mensenrechten in Turkije en een economische regeringsmissie naar dat land
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20122013-538
Volledige titel: Antwoord vragen van het lid De Roon over Inbreuken op de mensenrechten in Turkije en een economische regeringsmissie