Kamervraag 2011Z19871

De weigering door Nederland om op instigatie van het Internationaal Strafhof vier Congolese getuigen toe te laten tot de Nederlandse asielprocedure

Ingediend 11 oktober 2011
Beantwoord 16 november 2011 (na 36 dagen)
Indieners Frans Timmermans (PvdA), Hans Spekman (PvdA)
Beantwoord door
Onderwerpen immigratie internationaal migratie en integratie organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z19871.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20112012-674.html
1. Telegraaf, 6 oktober 2011
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het artikel «Getuigen ICC uit asielprocedure geweerd»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Klopt het dat deze vier Congolese getuigen niet zijn toegelaten tot de Nederlandse asielprocedure? Klopt het dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst(IND) eerder heeft aangegeven dat deze vier Congolezen wel tot de asielprocedure zouden worden toegelaten? Klopt het dat het Internationaal Strafhof Nederland meerdere malen heeft opgedragen deze Congolezen in de asielprocedure op te nemen? Waarom worden deze vier getuigen niet toegelaten tot de Nederlandse asielprocedure?

    Het is niet juist dat het Internationaal Strafhof (hierna «ISH» of «Hof») Nederland heeft opgedragen de vier Congolese getuigen in de Nederlandse asielprocedure op te nemen. Het Hof heeft bepaald dat deze gedetineerde getuigen na afloop van hun getuigenis dienen terug te keren naar de Democratische Republiek Congo («DRC») in overeenstemming met het ISH Statuut en de toepasselijke afspraak tussen het Hof en de DRC. Hierbij heeft het ISH maatregelen opgelegd ter bescherming van de getuigen tegen represailles na terugkeer in de DRC vanwege hun getuigenis. De getuigen hebben het ISH echter laten weten asiel te willen aanvragen in Nederland. Het ISH heeft Nederland hierop uitgenodigd om te reageren. Het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat de contacten onderhoudt met het ISH en met de DRC, heeft daarop aangegeven dat de verzoeken in behandeling zullen worden genomen. Hierbij zal worden getoetst aan het verbod op refoulement onder het internationaal recht, waaronder artikel 3 van het EVRM. De Nederlandse Vreemdelingenwet 2000 is op de getuigen niet van toepassing (zie ook het antwoord op vraag 5). Het betreft hier namelijk getuigen die in de DRC terecht staan en daar gedetineerd zijn. In overeenstemming met eerdergenoemde afspraak tussen het ISH en de DRC bevinden zij zich in het ISH Detentie Centrum. Op grond van het zetelverdrag tussen Nederland en het ISH, en de Nederlandse uitvoeringswetgeving ISH, verkeren zij buiten de Nederlandse rechtsmacht.
    De positie van Nederland is hierin consistent geweest en in overeenstemming met de positie die Nederland ten tijde van de vestiging van het ISH in Nederland heeft ingenomen ten aanzien van ISH en asiel. Ik verwijs in dit verband naar de brief van de toenmalige Minister van Justitie aan uw Kamer van 3 juli 2002 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2001–2001, 28 098 (R1704), nr. 13).

  • Vraag 3
    Vindt u het verantwoord om deze Congolezen uit te zetten terwijl zij onder meer verklaringen hebben afgelegd over de betrokkenheid van president Kabila bij grootschalige mensenrechtenschendingen? Deelt u de mening dat Nederland artikel 3 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en fundamentele vrijheden(EVRM) zou schenden door de Congolezen uit te zetten?

    De vier Congolese getuigen zijn op verzoek van het ISH naar Nederland gekomen om hier te getuigen in strafprocessen voor het ISH. Getuigenbescherming is essentieel voor het functioneren van het ISH. Het ISH is hiervoor verantwoordelijk en neemt die verantwoordelijkheid zeer serieus. Dit blijkt ook uit de gang van zaken bij het ISH ter zake van deze getuigen en de door het ISH opgelegde beschermende maatregelen bij terugkeer van de getuigen naar de DRC. De procedure in Nederland loopt nog en er is in dit stadium van die procedure nog geen oordeel te geven over de vraag of de getuigen bij terugkeer een reëel risico lopen te worden onderworpen aan een met artikel 3 EVRM strijdige behandeling of dat anderszins sprake zal zijn van schending van het non-refoulementsbeginsel.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat Nederland, door de uitspraak van het Internationaal Strafhof te negeren, de internationale rechtsorde schoffeert?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 5
    Wat houdt de alternatieve procedure met betrekking tot behoefte om bescherming in, die de Congolezen nu door de IND zou zijn aangeboden?

    De omstandigheid dat de Vreemdelingenwet 2000 niet van toepassing is, laat onverlet dat in de onderhavige procedure getoetst zal worden aan het geldende internationale kader inzake non-refoulement. Bij de behandeling van de verzoeken door Nederland, is de Nederlandse overheid – handelend als een bestuursorgaan – gehouden aan de toepasselijke bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht. Dit is ook gedeeld met de gemachtigden van deze personen. Daarmee is een zorgvuldige procedure gewaarborgd en is ook de toegang tot de Nederlandse rechter verzekerd.

  • Vraag 6
    Wat is de rol van het ministerie van Buitenlandse Zaken in het, na een eerdere toezegging van de IND om de Congolezen wel toe te laten tot de Nederlandse asielprocedure, nu niet toelaten van de Congolezen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat het essentieel is voor het kunnen functioneren van het Internationaal Strafhof, dat getuigen voldoende worden beschermd?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 8
    Bent u bereid de uitspraak van het Internationaal Strafhof alsnog te respecteren en de Congolezen alsnog toe te laten tot de Nederlandse asielprocedure?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Mededeling - 2 november 2011

    Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van de leden Spekman en Timmermans (beiden PvdA) over de vermeende weigering door Nederland om op instigatie van het Internationaal Strafhof vier congolese getuigen toe te laten tot de Nederlandse asielprocedure, die werden ingezonden op 11 oktober 2011 met kenmerk 2011Z19871, deel ik u mee dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn verkregen die voor de beantwoording nodig zijn. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z19871
Volledige titel: Vragen van de leden Spekman en Timmermans (PvdA) aan de ministers voor Immigratie en Asiel en van Buitenlandse Zaken over de weigering door Nederland om op instigatie van het Internationaal Strafhof vier Congolese getuigen toe te laten tot de Nederlandse asielprocedure (ingezonden 11 oktober 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20112012-674
Volledige titel: Vragen van de leden Spekman en Timmermans (PvdA) aan de ministers voor Immigratie en Asiel en van Buitenlandse Zaken over de weigering door Nederland om op instigatie van het Internationaal Strafhof vier Congolese getuigen toe te laten tot de Nederlandse asielprocedure (ingezonden 11 oktober 2011).