Kamervraag 2011Z16276

De positie van pastoralisten in de hongersnood

Ingediend 22 augustus 2011
Beantwoord 7 september 2011 (na 16 dagen)
Indiener Kathleen Ferrier (CDA)
Beantwoord door
Onderwerpen internationaal landbouw ontwikkelingssamenwerking organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z16276.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3568.html
1. NRC, 22 juli 2011.
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van het boek «Modern and Mobile», door Ced Hesse en het artikel «Maak Afrikanen weerbaar tegen natuur»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat droogte en honger met name bewoners van de aride en semi- aride gebieden treffen, pastoralisten, die al moeite hebben om te overleven met hun kuddes?

    Ja, de zorgelijke situatie van de pastoralisten heeft mijn aandacht.

  • Vraag 3
    Deelt u de mening dat bij een structurele bestrijding van honger en tekort aan voedsel er specifieke aandacht moet zijn voor de bewoners van de aride en semi-aride gebieden (80% van het Keniaanse oppervlakte) en de pastorale volkeren, zoals de Masai en Turkana?

    Ja.

  • Vraag 4
    Welke mogelijkheden ziet u binnen het Nederlandse ontwikkelingsbeleid om kennis en kunde op het gebied van de speerpunten voedselzekerheid en water te benutten, zodat kan worden bijgedragen aan een structurele oplossing voor deze problematiek?

    De Nederlandse speerpunten voedselzekerheid en water bieden zeker aanknopingspunten hiervoor. In het meerjarenplan van de ambassade Nairobi, dat momenteel wordt opgesteld, zullen de thema’s voedselzekerheid en water een centrale plaats krijgen. De inzet in Kenia zal zich onder meer richten op het versterken van ondernemers in de landbouwsector, met een verbetering van de voedselzekerheid tot gevolg. Ook bij waterbeheer zijn er goede mogelijkheden voor samenwerking met Nederland. Daarbij zal aandacht worden besteed aan de problematiek in de aride en in de semi-aride gebieden. De interventies zullen in nauw overleg met de Keniaanse overheid, donoren en NGO’s worden geformuleerd.
    Tijdens mijn bezoek aan Kenia op 19 juli jl. heb ik onder meer gesproken met de Keniaanse minister van Landbouw Sally Kosgei. Ik heb in dat overleg de noodzaak van een structurele oplossing voor de hongersnood en droogte benadrukt. Het is essentieel dat Kenia meer politieke prioriteit geeft aan ondersteuning van de bevolking woonachtig in de (semi)-aride gebieden. Volgens minister Kosgei waren uitbreiding van irrigatie en goed waterbeheer belangrijk om in de toekomst de droogte beter het hoofd te kunnen bieden. Daarnaast kon er nog meer worden gedaan aan goede voorbereiding door middel van bijvoorbeeld het aanhouden van grotere graanreserves.
    Op 19 augustus jl. heb ik dezelfde onderwerpen besproken met een bezoekende delegatie van Keniaanse parlementariërs. De Keniaanse parlementariërs deelden de zorg en zien de noodzaak in van een structurele oplossing. In het Keniaanse meerjarige ontwikkelingsplan voorziet de overheid in grootschalige investeringen om de toegang tot het noorden van het land te verbeteren en de economische ontwikkeling te stimuleren.

  • Vraag 5
    Hoe wordt er nu, bij de bestrijding van de hongersnood, voorkomen dat de noodhulp, met name in de vorm van voedselhulp, voorbij gaat aan de specifiek situatie van pastoralisten of dat de noodhulp zelfs hun bestaansbasis nog verder ondermijnt?

    De noodhulp is in eerste instantie gericht op de bevolkingsgroepen die vanwege de onveiligheid en de droogte hun woongebieden zijn ontvlucht, veelal met achterlating van het vee. De hulp voorziet in het lenigen van de eerste behoeften. Bij deze noodhulp wordt rekening gehouden met de specifieke lokale behoeften. Voorts worden analyses gemaakt welke vorm van noodhulp de lokale markt het minst verstoort. Op de langere termijn zijn structurele maatregelen noodzakelijk. Deze zullen deel uitmaken van de meerjarige strategische plannen van de Nederlandse ambassades in de betreffende partnerlanden. Daarbij is politieke wil van de betreffende landen een vereiste.

  • Vraag 6
    Bent u bekend met de LEGS methode (Livestock Emergency Guidelines and Standards) en kunt u de Kamer informeren in hoeverre die wordt toegepast zodat noodhulp effectief kan zijn?

    Ja. In Kenia werkt de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) aan capaciteitsopbouw bij de overheid en NGO’s om de Livestock Emergency Guidelines and Standards toe te passen. Het gebruik van deze standaarden is van belang zodat de resultaten van de hulp effectiever en duurzamer zijn.

  • Vraag 7
    Kunt u toezeggen dat in de nota over Landbouw en Ontwikkeling, die de Kamer binnenkort hoopt te ontvangen, uw beleid ten aanzien van nomadische veelteelt en aride en semi-aride gebieden uiteengezet zal worden?

    In de notitie voedselzekerheid zal ik mijn beleid in grote lijnen uiteen zetten. Per land zal dit beleid verder worden uitgewerkt. Al naar gelang de situatie in het land zal er aandacht zijn voor nomadische veeteelt en voor aride en semi-aride gebieden. De meerjarenplannen van de ambassades in de OS-partnerlanden worden momenteel geformuleerd.
    Zie voor Kenia ook het antwoord op vraag 4.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z16276
Volledige titel: Vragen van het lid Ferrier (CDA) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de positie van pastoralisten in de hongersnood (ingezonden 22 augustus 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-3568
Volledige titel: Vragen van het lid Ferrier (CDA) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken over de positie van pastoralisten in de hongersnood (ingezonden 22 augustus 2011).