Kamervraag 2011Z11778

Het ODA-budget

Ingediend 6 juni 2011
Beantwoord 17 juni 2011 (na 11 dagen)
Indieners Kathleen Ferrier (CDA), Kees Verhoeven (D66)
Beantwoord door
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z11778.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-2867.html
1. Kamerstuk 32 637, nr. 1.
2. ODA: official development assistance.
  • Vraag 1
    Kunt u aangeven hoe de € 300 mln aan ODA-middelen, die zijn vrijgemaakt voor de topsectoren en die binnen het ODA-budget vallen, worden besteed? Kunt u daarbij per jaar en tot 2015 aangeven hoeveel van deze gelden nog niet zijn ingevuld?1 2

    Op 17 juni zullen de topteams hun eindadvies overhandigen aan minister Verhagen. Dan zal duidelijk worden in welke mate en op wat voor wijze de voorstellen van de 10 topteams aanspraak maken op de BZ ODA middelen. Gelet op de prioriteiten in het OS beleid, is de verwachting dat vooral de topteams Water, Agro-Food, Tuinbouw en Life Science met voorstellen gericht op ontwikkelingslanden zullen komen.
    De financiële middelen die bij BZ beschikbaar zijn voor plannen van de topsectoren lopen op van 200 mln. in 2012 naar ongeveer 300 mln. in 2015. Een aanzienlijk deel van deze middelen ligt echter al vast in bestaande programma’s voor het bedrijfsleven. Het aandeel dat vast ligt neemt af van 85% in 2012 naar ca. 70% in 2015, zoals ook zichtbaar is in artikel 4.3 van de begroting 2011 van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Wel is binnen deze reeds vastgelegde programma’s flexibiliteit mogelijk door rekening te houden met de agenda’s van de topsectoren en de prioritaire OS thema’s voedselzekerheid en water. Daarmee liggen de middelen voor 2015 minder hard vast.
    In de bedrijfslevenbrief die het kabinet voor Prinsjesdag naar de Kamer stuurt zal nader worden ingegaan op de verdeling van de middelen ten behoeve van de topsectoren.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat de aanwezige kennis bij en initiatieven van maatschappelijke organisaties bij kunnen dragen aan de versterking van innovatieve Nederlandse voorstellen waar in partnerlanden behoefte aan is? Zo ja, op welke manier krijgen deze organisaties de mogelijkheid om van deze middelen gebruik te maken? Zo nee, kunt u exact aangeven welke voorwaarden worden gesteld aan de besteding van dit geld?

    In welke mate de aanwezige kennis bij en initiatieven van maatschappelijke organisaties bij kunnen dragen aan de versterking van innovatieve Nederlandse voorstellen hangt voor een groot deel af van de aard van de adviezen van de topteams. Daarover is nu nog niets te zeggen. Ik deel uw mening dat de samenwerking tussen het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties een meerwaarde kan hebben. De inzet op intensivering van publieke private samenwerking in het nieuwe OS beleid, illustreert dit.
    In principe zijn de middelen die BZ koppelt aan de topgebieden afkomstig van het bedrijfslevenprogramma. Een aantal van de programma’s waaronder ORIO, PSI en PUM richt zich specifiek op het bedrijfsleven en niet op maatschappelijke organisaties. Daarnaast zijn er programma’s als het Initiatief Duurzame Handel (IDH) en het in ontwikkeling zijnde PPP fonds, die ook deel zijn van de BZ inzet voor de topgebieden, en die gericht zijn op samenwerkingsverbanden tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen en/of maatschappelijke organisaties. Binnen deze programma’s liggen kansen voor maatschappelijke organisaties.

  • Vraag 3
    Kunt deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg over de focusbrief ontwikkelingssamenwerking gepland op 16 juni 2011?

    Ja.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z11778
Volledige titel: Vragen van de leden Ferrier (CDA) en Verhoeven (D66) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en de minister van Economische Zaken Landbouw en Innovatie over het ODA-budget (ingezonden 6 juni 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-2867
Volledige titel: Vragen van de leden Ferrier (CDA) en Verhoeven (D66) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en de minister van Economische Zaken Landbouw en Innovatie over het ODA-budget (ingezonden 6 juni 2011).