Kamervraag 2011Z09418

De brandweerkorpsen die te weinig tegen agressie en geweld tegen hun personeel doen

Ingediend 3 mei 2011
Beantwoord 8 juli 2011 (na 66 dagen)
Indiener Ahmed Marcouch (PvdA)
Beantwoord door Piet Hein Donner (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z09418.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-3093.html
1. Binnenlands Bestuur, 28 april 2011.
  • Vraag 1
    Kent u het bericht «Arbeidsinspectie waarschuwt brandweer»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Waarin schieten de elf brandweerkorpsen die een waarschuwing van de Arbeidsinspectie hebben gekregen tekort in het nemen van voldoende maatregelen om agressie en geweld tegen brandweerlieden tegen te gaan?

    De tekortkomingen betreffen vooral het melden en registreren van incidenten.

  • Vraag 3
    Welke korpsen voldoen nog niet aan de door de Arbeidsinspectie gestelde eisen ten aanzien van de aanpak van agressie en geweld?

    De korpsen Apeldoorn, Ede, Almere en de (nu verantwoordelijke) veiligheidsregio’s Haaglanden, Brabant-Zuidoost, Brabant Noord, Utrecht en Hollands Midden voldoen nog niet aan de door de Arbeidsinspectie gestelde eisen. Tijdens de inspecties zijn naast gemeentelijke korpsen ook veiligheidsregio’s met regionale brandweerkorpsen aangeschreven. Hoewel in een artikel in Binnenlands Bestuur melding wordt gemaakt van een aantal van 11, voldoen in werkelijkheid 8 korpsen niet aan de eisen van de Arbeidsinspectie. Dit verschil is te verklaren door het feit dat in drie gevallen zowel het korps als de veiligheidsregio een brief heeft gekregen.

  • Vraag 4
    Waarom hebben niet alle korpsen maatregelen genomen om risico´s van agressie en geweld tegen brandweerlieden te voorkomen en beheersen? Zijn dit korpsen die zelf in de praktijk weinig te maken hebben gehad met agressie of geweld tegen hun brandweerlieden? Zijn er ook korpsen die wel praktijkervaring hebben met agressie of geweld en toch onvoldoende voortgang tonen ten aanzien van het beschermen van hun eigen personeel?

    Uit de inspecties blijkt dat het merendeel van de gecontroleerde korpsen geen waarschuwing heeft gekregen van de Arbeidsinspectie. Aan het onvoldoende nemen van maatregelen om agressie en geweld tegen brandweerlieden tegen te gaan, liggen volgens de korpsen diverse redenen ten grondslag. Belangrijkste is dat veel korpsen in geringe mate met agressie en geweld te maken hebben. Daarom is de urgentie om hierover beleidsafspraken te maken kleiner.
    Als er sprake is van agressie en geweld tegen de brandweer, dan is dat vooral rondom de jaarwisseling. In die periode worden zoals u bekend is door politie, gemeenten en hulpdiensten – maar ook door OM en rechtbanken (snelrecht) – extra maatregelen getroffen.
    Overigens geven de betreffende brandweerkorpsen aan dat zij naar aanleiding van de constateringen van de Arbeidsinspectie maatregelen hebben genomen in de aanpak van agressie en geweld. Deze maatregelen betreffen het registreren en rapporteren en het, stimuleren van het doen van aangifte door de werkgever. Ook vanuit politie wordt gestimuleerd om aangifte te doen en het niet bij een melding te laten en wordt de opsporing en vervolging voortvarend opgepakt.
    De Minister van Veiligheid en Justitie zal er op aandringen dat de brandweerkorpsen op zo kort mogelijke termijn voldoen aan de door de Arbeidsinspectie gestelde eisen en dat zij de acht maatregelen voor een effectief veiligheidsbeleid van het programma Veilige Publieke Taak invoeren.

  • Vraag 5
    Wat zeggen genoemde resultaten van het Programma agressie en geweld tegen werknemers in publieke functies van de Arbeidsinspectie over de wenselijkheid om dit programma ook na het einde van dit jaar nog voort te zetten?

    Het betreffende programma van de Arbeidsinspectie bestaat uit inspectie -en voorlichtingsactiviteiten. Het voorlichtingsmateriaal dat in het kader van het programma is ontwikkeld biedt werkgevers in de publieke sectoren de nodige aanknopingspunten om maatregelen te nemen. Zo is er een Zelfinspectie Aanpak Agressie en Geweld2 waarmee werkgevers zelf hun aanpak van agressie en geweld kunnen toetsen en waar nodig verbeteren. De komende jaren zullen de inspecties in de publieke sectoren worden voortgezet om na te gaan of en in hoeverre werkgevers op basis van het aanwezige materiaal maatregelen hebben genomen om agressie en geweld te bestrijden. In deze inspecties zal vooral de aanpak van zogenaamde niet-nalevers centraal staan. Ook de brandweer blijft hierbij in beeld.
    Verder hebben wij u eerder toegezegd (tijdens het AO over de Veilige Publieke Taak van 8 maart 2011) dat dit kabinet het programma Veilige Publieke Taak zal voortzetten. Dit programma van BZK wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Er zal bijzondere aandacht zijn voor zowel preventie als repressie. Wat betreft repressie zijn de strafeisen in zaken van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak, waaronder de brandweer, sinds december 2010 verhoogd naar drie keer zo zware straffen. De toepassing door OM en ZM van deze verhoogde strafmaat wordt, zoals toegezegd door de minister van Veiligheid en Justitie, actief gemonitord. Ook wordt via de Eenduidige Landelijke Afspraken met politie en OM een lik-op-stukbeleid gevoerd richting de daders. De resultaten hiervan blijven wij tevens monitoren.

  • Vraag 6
    Is het waar dat er door brandweerlieden te weinig aangifte wordt gedaan van bedreiging, intimidatie of geweld en dat dit komt omdat «het vervolg [van een aangifte] vaak niet bevredigend is, omdat er te weinig met de aangifte wordt gedaan»? Zo, ja wat is de rol van het Openbaar Ministerie (OM) hierin en hoe gaat u hier verbetering in aanbrengen? Zo nee, wat is er dan niet waar aan dat bericht?

    Uit onderzoek3 vanuit het programma Veilige Publieke Taak blijkt dat bij de brandweer 28% van de werknemers het meest recente voorval van verbaal geweld heeft gemeld en/of aangifte heeft gedaan bij de politie. 63% heeft het meest recente voorval van fysiek geweld gemeld en/of aangifte gedaan. Belangrijkste redenen om geen aangifte te doen, was dat men het incident niet erg genoeg vond.
    Wij zijn van mening dat van elk geval van verbaal en/of fysiek geweld aangifte moet worden gedaan. Wij hebben daarom flink geïnvesteerd om de aangiftebereidheid te verhogen, onder meer door voorlichtingscampagnes. Daarnaast is de mogelijkheid om aangifte te laten doen door de werkgever (namens de werknemer/slachtoffer) verder onder de aandacht gebracht. Voorts is sinds 1 januari 2011 wettelijk vastgelegd (Wet versterking positie slachtoffer) dat het slachtoffer/de aangever altijd geïnformeerd wordt over de voortgang van zijn aangifte. Ook dit verhoogt de aangiftebereidheid. Met de politie is afgesproken dat de aangifte altijd wordt opgenomen. Dit is opgenomen in de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) voor agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak die met politie en OM zijn gemaakt.4 In deze afspraken is opgenomen dat het OM hoge prioriteit geeft aan de vervolging van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak en zoveel mogelijk «lik op stuk» toepast. Ook zijn de zaken van geweld tegen de publieke taak opgenomen als categorie waarvoor toepassing van snelrecht is geïndiceerd. In het voorjaar 2012 wordt de invoering van de ELA geëvalueerd, zoals eerder aan de Tweede Kamer is toegezegd2.

  • Vraag 7
    Waaruit bestaan de plannen van aanpak die er al wel zijn en welke kwaliteitscriteria worden daarbij gehanteerd?
  • Vraag 8
    Deelt u de mening dat voor een kwalitatieve goede aanpak van geweld en agressie tegen brandweerlieden in ieder geval afgesproken moet worden dat er standaard aangifte dient te worden gedaan van een incident, desnoods door de werkgever, dat de politie met voorrang de daders opspoort en de werkgever op de hoogte houdt van de voortgang van het onderzoek, dat wordt gefaciliteerd dat werkgever altijd de schade bij de dader kan verhalen en dat brandweerkorpsen standaard in hun sociaal jaarverslag inzicht geven in de aard, omvang en aanpak van de problematiek? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?

    Ja, zie ons antwoord op vraag 6. Er is flink geïnvesteerd in de aangiftebereidheid en in de opsporing en vervolging van deze zaken. De aspecten waar u naar vraagt en die in ons antwoord op vraag 6 zijn genoemd, maken onderdeel uit van de acht maatregelen voor werkgevers voor een effectief veiligheidsbeleid en in het verlengde hiervan de Eenduidige Landelijke Afspraken voor opsporing en vervolging, die beiden de ruggengraat vormen van de huidige aanpak vanuit het programma Veilige Publieke Taak. Vanuit veel werkgevers wordt de schade al direct vergoed aan de werknemer, in afwachting van de formele schadevergoedingsmaatregel in de straf- en/of civiele zaak. Met betrekking tot het opnemen van cijfers in een sociaal jaarverslag willen wij aangeven dat de wijze waarop gevolg wordt gegeven aan een melding en/of aangifte van agressie en geweld belangrijker is dan het aantal voorvallen. Voor een kwalitatief goede aanpak zijn goed overleg en afspraken tussen brandweer en politie onontbeerlijk.

  • Vraag 9
    Deelt u de mening dat de aanpak van geweld en agressie tegen brandweerlieden niet alleen de verantwoordelijkheid is van de desbetreffende brandweerkorpsen maar ook van u? Zo ja, wat doet u om aan die verantwoordelijkheid concrete invulling te geven? Zo nee, waarom niet?

    Wij zijn van mening dat de zorg voor de veiligheid, gezondheid en welzijn van het personeel – conform de Arbowet – in eerste instantie een verantwoordelijkheid is voor de werkgevers, i.c. de brandweerkorpsen zelf. In dit geval zijn dat de gemeentebestuurders of bestuurders van de veiligheidsregio’s die deze verantwoordelijkheid hebben overgenomen. Veiligheidsregio's zijn een vorm van verlengd lokaal bestuur, waarbij de aan de regio deelnemende gemeenten als eerste aan zet zijn om invulling te geven aan de aanpak van geweld en agressie tegen brandweerlieden. Uiteraard stelt de minister van Veiligheid en Justitie door middel van wetgeving de kaders voor (brand)veiligheid, rampenbestrijding en crisisbeheersing vast. Gezien de verlengd lokaal bestuurconstructie van de veiligheidsregio, waarin de brandweertaken zijn ondergebracht, mengt de minister van Veiligheid en Justitie zich echter niet direct in de zorg voor het personeel. De veiligheid van het personeel heeft uiteraard nadrukkelijk onze aandacht evenals de algemene veiligheid in het publieke domein.
    De inspanningen en aanpassingen die nodig zijn binnen de eigen organisatie om zicht te krijgen op de aard en omvang van incidenten waarmee brandweerlieden te maken krijgen en het weerbaar maken van brandweerlieden is een verantwoordelijkheid van de korpsen. Vanuit het programma Veilige Publieke Taak wordt een intensieve regierol vervuld om bewustwording op gang te brengen en om uniformiteit in de aanpak en samenwerking aan te jagen bij (vertegenwoordigers van) werknemers, werkgevers en ketenpartners en vanuit politie en justitie wordt stevig ingezet op de bestrijding van dit soort agressie en geweld.
    Daarnaast worden werkgevers en sectoren vanuit het programma ondersteund en gefaciliteerd om hun rol zo optimaal en effectief mogelijk uit te voeren. Wij ondersteunen de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) ook bij haar inspanningen om de aanpak van agressie en geweld bij de korpsen te helpen implementeren.

  • Mededeling - 23 mei 2011

    Naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Marcouch (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de brandweerkorpsen die te weinig tegen agressie en geweld tegen hun personeel doen (ingezonden 3 mei 2011), deel ik u mede dat het niet mogelijk is deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden. De oorzaak hiervan is dat nog niet alle gegevens zijn ontvangen. Beantwoording zal plaatsvinden zodra alle informatie is verkregen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z09418
Volledige titel: Vragen van het lid Marcouch (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de brandweerkorpsen die te weinig tegen agressie en geweld tegen hun personeel doen (ingezonden 3 mei 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-3093
Volledige titel: Vragen van het lid Marcouch (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over de brandweerkorpsen die te weinig tegen agressie en geweld tegen hun personeel doen (ingezonden 3 mei 2011).