Kamervraag 2011Z02825

Het in bescherming nemen van een veroordeelde pedofiele priester

Ingediend 11 februari 2011
Beantwoord 24 maart 2011 (na 41 dagen)
Indiener Khadija Arib (PvdA)
Beantwoord door
Onderwerpen criminaliteit cultuur en recreatie openbare orde en veiligheid religie
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z02825.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1948.html
1. NRC, «Kardinaal Simonis gaf pedopriester bescherming», 10 februari 2011.
  • Vraag 1
    Bent u op de hoogte van het bericht dat kardinaal Simonis in de periode dat hij aartsbisschop van Utrecht was een veroordeelde pedofiele priester heeft beschermd?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Heeft er vervolging plaatsgevonden in deze zaak? Zo ja, heeft dit uiteindelijk tot een veroordeling geleid? Zo nee, waarom niet?

    In de periode dat de priester werkzaam was in het bisdom Utrecht zijn er twee aangiften tegen hem gedaan. In december 2007 is aangifte gedaan van ontuchtige handelingen. De zaak is geseponeerd wegens gebrek aan bewijs.
    Op 9 juli 2008 is opnieuw aangifte gedaan. Pas toen het dossier was ingezonden aan het OM werd duidelijk dat deze aangifte feiten bleek te bevatten waarvan het laatste gepleegde feit op 26 augustus verjaard was. Om die reden is ook deze zaak geseponeerd.

  • Vraag 3
    Indien er sprake was van een veroordeling, welke straf is deze priester opgelegd?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat het feit dat de betreffende priester pas vorig jaar disciplinair is gestraft en dat oud-kardinaal Simonis eerder deze sanctie had geweigerd, als een signaal kan worden opgevat dat sancties vanuit de kerk opgelegd niet of in ieder geval niet altijd, effectief en passend zijn? Zo ja, welke conclusie trekt u hieruit? Zo nee, waarom niet?

    Het behoort niet tot mijn verantwoordelijkheid om een oordeel te vellen over feiten en maatregelen in arbeidssituaties buiten die welke onder mijn directe verantwoordelijkheid als overheidswerkgever vallen.

  • Vraag 5
    Is het misbruik door deze priester meegenomen in het onderzoek van de commissies Deetman en Samson? Zo nee, waarom niet? Wat zegt dat volgens u over de volledigheid van de onderzoeken?

    De commissies Deetman en Samson doen geen mededelingen over individuele gevallen en deswege heb ik geen informatie over de feiten die de commissie Deetman onderzoekt. Ik wacht de rapporten af. Ik heb geen aanleiding om te veronderstellen dat deze onderzoeken niet volledig zouden zijn.

  • Vraag 6
    Welke mogelijkheden zijn er om iemand die plegers van misbruik in bescherming neemt of in gelegenheid stelt om opnieuw kinderen te misbruiken, in juridische zin aan te pakken?

    Het in bescherming nemen van plegers van misbruik is als zodanig niet strafbaar gesteld. Het gelegenheid bieden aan het plegen van bepaalde strafbare feiten kan in bepaalde gevallen strafbaar zijn. Het is echter aan de strafrechter om te bepalen of daarvan in individuele gevallen sprake is.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat voor de beroepsgroep van priesters met pastorale taken of vergelijkbare beroepsgroepen bij andere religies, een verklaring omtrent gedrag verplicht zou moeten worden? Zo ja, op welke wijze gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet?

    Ik zie vooralsnog geen reden voor een wettelijke verplichting. Met een dergelijke wettelijke maatregel zou de verantwoordelijkheid in volle omvang verschuiven naar de overheid, terwijl die juist primair thuishoort bij de organisaties waarbinnen deze mensen werkzaam zijn. Evenwel kan het overleggen van een verklaring omtrent gedrag onderdeel zijn van de screening door werkgevers.
    Indien uitkomsten van het onderzoek van de commissie Deetman hiertoe aanleiding geven, zal ik de noodzaak van aanvullend beleid opnieuw bezien.

  • Vraag 8
    Bent u van mening dat het opleggen en handhaven van een strafrechtelijk beroepsverbod een adequate straf kan zijn om hernieuwd misbruik te voorkomen? Zo ja, gaat u zorgen dat dit middel vaker wordt gebruikt bijvoorbeeld door met het Openbaar Ministerie een richtlijn ten aanzien van de strafeis in dergelijke zaken te formuleren? Zo nee, waarom niet?

    Een beroepsverbod kan worden opgelegd als iemand in het kader van zijn beroep of ambt een strafbaar feit pleegt. Deze persoon mag dan voor een bepaalde tijd dat beroep of ambt niet uitoefenen. Dit heet «ontzetting uit beroep of ambt». Preventie en bescherming staan voorop bij rechters die een beroepsverbod opleggen.
    Indien uitkomsten van het onderzoek van de commissie Deetman hiertoe aanleiding geven, zal ik de noodzaak van aanvullend beleid opnieuw bezien.

  • Vraag 9
    Heeft kardinaal Simonis, al dan niet onder ede, ontkent kennis te hebben genomen van misbruik binnen de katholieke kerk? Zo ja, hoe oordeelt u over die uitspraken in het licht van bovenstaande zaak?

    Het is niet aan mij om een oordeel te geven over de uitspraken van kardinaal Simonis.

  • Vraag 10
    Deelt u de mening dat in het kader van deze zaak de uitspraak «Wir haben es nicht gewusst», door kardinaal Simonis in het tv-programma Pauw en Witteman gedaan extra ongepast is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 9.

  • Vraag 11
    Deelt u de mening dat over de oprechtheid van de uitspraak «ik ben ontdaan en beschaamd» van kardinaal Simonis in hetzelfde programma in het licht van het bovenstaande tenminste twijfel kan bestaan? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 9.

  • Mededeling - 3 maart 2011

    Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Arib (PvdA) over het in bescherming nemen van een veroordeelde pedofiele priester (ingezonden 11 februari 2011) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z02825
Volledige titel: Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het in bescherming nemen van een veroordeelde pedofiele priester (ingezonden 11 februari 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1948
Volledige titel: Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het in bescherming nemen van een veroordeelde pedofiele priester (ingezonden 11 februari 2011).