Kamervraag 2011Z00196

Het vergroten van de Lotto-inkomsten voor de sport

Ingediend 10 januari 2011
Beantwoord 28 februari 2011 (na 49 dagen)
Indiener Renske Leijten (SP)
Beantwoord door Edith Schippers (minister volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD)
Onderwerpen cultuur en recreatie financieel toezicht financiën sport
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2011Z00196.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1574.html
1. Trouw, «De Lotto is het hart van de sport», 5 januari 2011.
2. Kamerstuk 31 700, XVI, nr. 26.
  • Vraag 1
    Hoe beoordeelt u de wens van de Lotto dat sportverenigingen actief moeten worden betrokken bij het vergroten van de Lotto-inkomsten?1 Kunt u hierop een toelichting geven?

    Op grond van de hun verleende vergunning hebben de Nederlandse kansspel-vergunninghouders een zorgplicht om op evenwichtige wijze vorm te geven aan hun wervings- en reclameactiviteiten, waarbij zij moeten waken voor onmatige deelname. Aan die zorgplicht hebben zij invulling gegeven door middel van de Gedrags- en reclamecode kansspelen (hierna: de gedragscode).
    Ik kan mij voorstellen dat De Lotto beter onder de aandacht van het publiek wil brengen dat de afdracht van de door haar georganiseerde kansspelen voor een groot deel ten goede komt aan de sportsector. Op zich acht ik het niet ongewenst dat sportclubs bij deze ontwikkeling een rol spelen. De wet- en regelgeving bevatten geen beletselen daarvoor. Desgewenst kunnen kansspelorganisaties en begunstigden daarover zelf afspraken maken.
    Mede vanwege de – steeds scherpere – eisen die het Europese recht aan de samenhang en consistentie van nationaal kansspelbeleid stelt, is het wel van belang dat de kansspelvergunninghouders transparantie en terughoudendheid in acht (blijven) nemen met betrekking tot hun reclameaanbod.
    In dat verband heeft de toenmalige minister van Justitie in zijn brief van 27 juli 2009 over de evaluatie van de gedragscode (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, 24 557, nr. 99) aangegeven dat de kosten van reclame-uitingen van begunstigden ten behoeve van kansspelvergunninghouders aan deze vergunning-houders moeten worden toegerekend, wanneer deze kosten voortvloeien uit een verplichting die door de vergunninghouders is opgelegd. Op die manier kan meer inzicht worden verkregen in de totale marketinguitgaven van de kansspel-vergunninghouders en kan de ontwikkeling van deze uitgaven beter worden gevolgd. Het Nederlands Kansspel Platform, waarin de kansspelvergunninghouders verenigd zijn, is inmiddels gevraagd de gedragscode op dit punt, evenals enkele andere punten, aan te scherpen.

  • Vraag 2
    Vindt u het een gewenste ontwikkeling als sportclubs actief deelname aan een kansspel gaan promoten? Is dit wettelijk toegestaan?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Bent u van mening dat de afhankelijkheid van sportbonden en sportverenigingen van de Lottogelden mag leiden tot de eis dat de bonden en verenigingen Lotto-leden gaan werven? Kunt u hierop een toelichting geven?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Is het noodzakelijk voor een goede sportbeoefening in Nederland om het gokken aan te jagen?

    Nee.

  • Vraag 5
    Levert het aanjagen van gokken het goede Olympische klimaat op, in het licht van een eventueel bid op de Olympische Spelen in 2028?

    Voor een goede sportbeoefening – en voor de verwezenlijking van andere maatschappelijke doelen – is financiering vanuit de kansspelopbrengsten van belang. Dat is in veel landen van de EU het geval; het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat opbrengsten van kansspelen mogen worden aangewend voor de financiering van maatschappelijke doelen, waaronder sport. Een intensivering van het sportbeleid, hetgeen tevens kan leiden tot een goed Olympisch klimaat, kan worden gerealiseerd door meer geld vanuit kans-spelen te laten vloeien naar de sport, zoals in het Regeerakkoord is opgenomen. Momenteel worden verschillende mogelijkheden daartoe onderzocht. Daarbij geldt als voorwaarde dat de doelstellingen van het kansspelbeleid niet in gevaar komen.
    Om een gezond en veilig kansspelklimaat te creëren acht de overheid het wenselijk de vraag van de consument naar (bepaalde vormen van) kansspelen te leiden naar een gereguleerd aanbod. Tegelijk is het beleid gericht op het bestrijden van excessen, zoals kansspelverslaving, witwassen en andere vormen van criminaliteit. Hierin zit een zekere spanning: enerzijds dient het aanbod voldoende aantrekkelijk te worden gehouden; anderzijds dient de deelname niet nodeloos te worden gestimuleerd. Van het bevorderen of aanjagen van gokken is evenwel geen sprake.

  • Vraag 6
    Bent u bereid de basisinfrastructuur van de sport te garanderen in het kader van een eventueel bid op de Olympische Spelen?2 Wilt u de situatie dat deze basisinfrastructuur afhankelijk is van gokgelden in stand houden? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid extra te investeren in de basisinfrastructuur van de sport om deze afhankelijkheid te beëindigen?

    De basisinfrastructuur van de sport is voldoende gegarandeerd door de huidige financieringsconstructie. Daarbij is de sportsector behalve van de contributies van leden afhankelijk van een aantal financieringsbronnen. Op lokaal niveau leveren gemeenten de grootste bijdrage aan basisvoorzieningen. Op landelijk niveau wordt de basisinfrastructuur voor topsport en breedtesport vooral betaald uit de afdrachten vanuit kansspelopbrengsten. Dat vloeit voort uit de Wet op de kansspelen en de op grond daarvan verleende vergunning(en). Vanuit de rijksbegroting worden aan voorzieningen en urgente thema’s extra impulsen gegeven. Juist de aanwending van verschillende financieringsbronnen maakt de sportsector minder afhankelijk en minder kwetsbaar.
    Een bid op de Olympische Spelen is vooralsnog niet aan de orde. Maar de organisatie van dit evenement zal uiteraard niet ten koste gaan van de basisinfrastructuur van de sport.

  • Vraag 7
    Bent u van mening dat gokken op sportwedstrijden moet worden bevorderd of juist in de hand moet worden gehouden? Kunt u uw antwoord toelichten?

    Zie antwoord vraag 5.

  • Vraag 8
    Bent u van plan om het illegale gokken op sportwedstrijden op internet aan te pakken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier gaat u dit doen?

    Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de kansspelen in verband met de instelling van de kansspelautoriteit is thans in behandeling bij de Tweede Kamer. Na inwerkingtreding zal de kansspelautoriteit over bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten beschikken om het illegale aanbod van kansspelen, ook via internet, beter te bestrijden.
    In maart zal de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de Kamer zijn nieuwe visie op het kansspelbeleid doen toekomen. Hierin zal hij onder andere ingaan op de regulering van kansspelen via internet en sportprijsvragen.

  • Vraag 9
    Bent u van mening dat gokken op randverschijnselen, zoals de eerste ingooi of de eerste gele kaart, omkoping in de hand werkt? Bent u van plan om het verbod hierop te handhaven?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Mededeling - 3 februari 2011

    De vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het vergroten van de Lotto-inkomsten voor de sport (ingezonden 10 januari 2011) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat een belangrijk gedeelte van de vragen behoort tot de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en dat het interdepartementale overleg de nodige tijd kost. De beantwoording zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2011Z00196
Volledige titel: Vragen van het lid Leijten (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het vergroten van de Lotto-inkomsten voor de sport (ingezonden 10 januari 2011).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1574
Volledige titel: Vragen van het lid Leijten (SP) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het vergroten van de Lotto-inkomsten voor de sport (ingezonden 10 januari 2011).