Kamervraag 2010Z19899

Fiscale belemmeringen bij het fuseren van pensioenfondsen

Ingediend 17 december 2010
Beantwoord 31 januari 2011 (na 45 dagen)
Indiener Roos Vermeij (PvdA)
Beantwoord door Frans Weekers (staatssecretaris financiën) (VVD)
Onderwerpen financieel toezicht financiën ouderen sociale zekerheid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2010Z19899.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20102011-1243.html
1. kenmerk B/10/3553/TU.
  • Vraag 1
    Hebt u kennisgenomen van de aan u gerichte brief van de Pensioenfederatie d.d. 14 december 2010 betreffende overdrachtsbelasting bij fusies van pensioenfondsen?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening van de Pensioenfederatie dat fusies tussen pensioenfondsen maatschappelijk gewenst kunnen zijn met het oog op krachtenbundeling, kostenbesparing en grotere efficiency door schaalvergroting?

    In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat fusies met het oog op krachtenbundeling, kostenbesparing en grotere efficiency door schaalvergroting wenselijk kunnen zijn. Dit kan zonder meer ook gelden voor fusies tussen pensioenfondsen.

  • Vraag 3
    Is het waar dat pensioenfondsen die willen fuseren bij het samenvoegen van hun onroerend goed portefeuilles worden geconfronteerd met het heffen van overdrachtsbelasting?

    In het geval dat een fusie tussen pensioenfondsen plaatsvindt waarbij (fictieve) onroerende zaken worden overgedragen zal een beroep op de fusievrijstelling in de overdrachtsbelasting geen soelaas bieden. Voor toepassing van deze vrijstelling geldt namelijk de eis dat er sprake moet zijn van de overdracht van een onderneming of een zelfstandig onderdeel daarvan tegen uitgifte van aandelen. Daarvan zal bij pensioenfondsen doorgaans geen sprake zijn. Naar schatting levert de overdrachtsbelasting uit fusies van pensioenfondsen jaarlijks € 2 miljoen op.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat deze belastingheffing een financieel obstakel vormt bij het aangaan van fusies en dat dit onwenselijk is?

    In de overdrachtsbelasting is een aantal ondernemingsfaciliteiten opgenomen. De achterliggende gedachte van de meeste ondernemingsfaciliteiten is de heffing van overdrachtsbelasting geen hinderpaal te laten zijn bij de totstandkoming van een economisch gezien wenselijke rechtsvorm of positionering van onroerende zaken binnen een concern. Wanneer een fusie tussen pensioenfondsen ingegeven zou zijn door mogelijk te behalen economische voordelen, en om die reden wenselijk zou worden geacht, dan kan de heffing van overdrachtsbelasting een financiële drempel vormen. Hierbij moet worden bedacht dat de fiscale kant van het aangaan van fusies onderdeel uitmaakt van een palet van aspecten die meewegen of een fusie doorgang vindt of niet.

  • Vraag 5
    Hoeveel levert de overdrachtsbelasting uit fusies van pensioenfondsen jaarlijks op?

    Zie antwoord vraag 3.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening van de Pensioenfederatie dat heffing van overdrachtsbelasting niet kan worden gerechtvaardigd gezien het specifieke, niet op winststreven gerichte karakter van pensioenfondsen en gezien de omstandigheid dat bij fusies van pensioenfondsen in wezen geen verandering van eigenaarschap plaatsvindt omdat pensioen uitgesteld loon is en de sociale partners eigenaar blijven van het pensioenvermogen?

    Bij de totstandkoming van de Wet op belastingen van rechtsverkeer heeft de wetgever er bewust voor gekozen om de fusiefaciliteiten te beperken tot rechtspersonen met een in aandelen verdeeld kapitaal die een onderneming drijven en niet van toepassing te laten zijn op andere rechtspersonen, zoals bijvoorbeeld de stichting, de rechtsvorm waarvan pensioenfondsen over het algemeen gebruik maken. De achtergrond van deze keuze is gelegen in het feit dat de oorspronkelijke ondernemer nadat de fusie heeft plaatsgevonden via het aandelenbezit gerechtigd blijft tot de onderneming. Bij verenigingen en stichtingen zonder aandelenkapitaal is dit minder evident, aangezien een onderscheid tussen fusie en gewone (belastbare) overdracht moeilijker te maken is en het minder doorzichtig is op welke wijze de belanghebbenden bij de fuserende lichamen na de fusie duurzaam betrokken blijven bij of gerechtigd blijven tot het ondernemingsvermogen van het na de fusie overblijvende lichaam.
    Het door de pensioenfederatie aangekaarte onderhavige geval dient in dit bredere kader te worden geplaatst. De vraag die eigenlijk voorligt is of het huidige bouwwerk van de ondernemingsfaciliteiten toereikend is of dat er gestreefd zou moeten worden naar meer rechtsvormneutraliteit. Ik ben op zich een voorstander van meer rechtsvormneutraliteit. Wel zal daarbij bezien moeten worden onder welke voorwaarden fusies van andere rechtsvormen dan rechtspersonen met een in aandelen verdeeld kapitaal gefaciliteerd kunnen plaatsvinden. Het is namelijk niet de bedoeling dat iedere fusie waarbij onroerend goed betrokken is vrij van overdrachtsbelasting zou kunnen geschieden.
    Reeds los van de specifieke pensioenfondsenproblematiek bestaat daarom het voornemen om te bezien of het mogelijk is om de bestaande ondernemingsfaciliteiten meer rechtsvormneutraal te maken en derhalve open te stellen voor andere rechtspersonen, zoals bijvoorbeeld de stichting, waarbij dan voorwaarden gesteld moeten worden die recht doen aan de uitgangspunten die thans ook gelden voor de bestaande ondernemingsfaciliteiten. Een fusievrijstelling voor pensioenfondsen zal in dit bredere kader moeten worden ingebed, omdat een specifieke uitbreiding voor alleen pensioenfondsen in strijd is met de regels die binnen de EU bestaan voor staatssteun. Voorts zal daarbij tevens bezien worden of het thans gehanteerde ondernemingsbegrip mogelijk te knellend is voor lichamen als pensioenfondsen. De besluitvorming over de verruiming van de huidige ondernemingsfaciliteiten zal haar beslag krijgen in het kader van de komende begrotingscyclus.

  • Vraag 7
    Bent u bereid maatregelen te nemen om pensioenfondsen, net als verenigingen en coöperaties, vrij te stellen van overdrachtsbelasting? Zo nee waarom niet? Zo ja, op welke manier kan dit worden gerealiseerd en op welke termijn?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Mededeling - 10 januari 2011

    Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de kamervragen van de leden Groot en Vermeij (beiden PvdA) over fiscale belemmeringen bij het fuseren van pensioenfondsen niet binnen een termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Om de vragen te kunnen beantwoorden is nadere informatie nodig die niet direct voorhanden is. Daardoor zal de beantwoording van de vragen meer tijd vergen dan gebruikelijk.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2010Z19899
Volledige titel: Vragen van de leden Groot en Vermeij (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Financiën over fiscale belemmeringen bij het fuseren van pensioenfondsen (ingezonden 17 december 2010).
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20102011-1243
Volledige titel: Vragen van de leden Groot en Vermeij (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Financiën over fiscale belemmeringen bij het fuseren van pensioenfondsen (ingezonden 17 december 2010).