Ontvangen 26 juni 2025
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel D, wordt het voorgestelde artikel 29a als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De dubbele punt aan het slot van de aanhef wordt vervangen door «is nagereisd binnen drie maanden nadat aan die vreemdeling de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 28, is verleend.».
b. Onderdelen a, b en c vervallen.
2. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.
Het wetsvoorstel maakt een onderscheid tussen vluchtelingen en subsidiair beschermden en verbindt daar verschillende voorwaarden voor nareis van gezinsleden aan, namelijk een wachttijd van twee jaar, een inkomen en een geschikt huis voor subsidiair beschermden. Indiener vindt het onverantwoord om van subsidiair beschermden meer voorwaarden voor gezinshereniging te vragen dan van vluchtelingen. In de praktijk zal naar verwachting namelijk blijken dat het onderscheid tussen een vluchteling en een subsidiair beschermden moeilijk te maken is, dat vreemdelingen door zullen procederen om de status van vluchteling te krijgen en gezinsleden van subsidiair beschermden lopen niet per se minder risico in het land van herkomst dan gezinsleden van vluchtelingen. Indiener vindt het onverteerbaar als de wet erop inzet om ouders lange tijd van hun kinderen te scheiden. Een gezin hoort bij elkaar te zijn. Daarom worden met dit amendement de aanvullende voorwaarden die gesteld worden aan subsidiair beschermden geschrapt en gelden voor subsidiair beschermden dezelfde voorwaarden als voor vluchtelingen, zoals geformuleerd in artikel 29.
Ceder