Voorgesteld 23 april 2025
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat huurders van sociale huurwoningen in 2025 geconfronteerd zouden worden met een huurstijging van 4,5% en in 2026 naar verwachting met 3,5%;
overwegende dat de in de Voorjaarsnota voorgestelde huurbevriezing een ongerichte maatregel is die alle huurders in sociale huurwoningen een voordeel biedt en niet alleen de huurders met een lager inkomen;
overwegende dat deze huurbevriezing desastreuze gevolgen heeft voor de investeringscapaciteit van woningcorporaties ten behoeve van de bouw van nieuwe betaalbare woningen en de isolatie en renovatie van bestaande woningen;
verzoekt de regering de voorgenomen huurbevriezing te heroverwegen en als alternatief een «slimme huurbevriezing» te overwegen, te weten een zodanige verhoging van de huurtoeslag dat huurders die recht hebben op een huurtoeslag volledig worden gecompenseerd, en daarvoor onder andere dekking te zoeken in de incidentele verhoging van de huurtoeslag en de middelen om corporaties te compenseren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Grinwis
Vijlbrief
Boswijk
Dassen