Gepubliceerd: 11 juni 2025
Indiener(s): Judith Uitermark (minister ) (NSC)
Onderwerpen: bestuur organisatie en beleid recht staatsrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36554-7.html
ID: 36554-7
Origineel: 36554-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 juni 2025

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift wordt na «ten tijde van een epidemie» ingevoegd «en enkele andere zaken».

B

Artikel I, onderdeel I, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het voorgestelde artikel Yb 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid komt te luiden:

1. Indien er sprake is van een of meer op grond van de artikelen 58f tot en met 58i van de Wet publieke gezondheid bij ministeriële regeling vastgestelde maatregelen en er binnen afzienbare tijd een verkiezing zal plaatsvinden, kunnen voor die verkiezing bij koninklijk besluit een of meer bepalingen in deze afdeling van kracht worden verklaard.

b. Het derde lid komt te luiden:

3. De bepalingen in deze afdeling blijven van kracht zolang er sprake is van maatregelen als bedoeld in het eerste lid. Indien de dag waarop er niet langer sprake is van maatregelen als bedoeld in het eerste lid, gelegen is op of na de dag dat de termijn in artikel Yb 2 aanvangt, geldt in afwijking van de eerste zin dat de bepalingen in deze afdeling van kracht blijven tot de verkiezing is afgerond.

2. Het voorgestelde artikel Yb 3 komt te vervallen.

3. In het voorgestelde artikel Yb 5, eerste lid, vervalt «, anders dan fysiek aanwezigen,».

4. Het tweede lid van het voorgestelde artikel Yb 8 komt te luiden:

2. Op de locatie die gelet op de in het eerste lid genoemde omstandigheden niet meer beschikbaar is, wordt bij de ingang van die locatie een kennisgeving daarvan bevestigd.

5. Het voorgestelde artikel Yb 9 wordt als volgt gewijzigd:

a. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

b. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

2. Onverminderd het bepaalde in artikel J 4 kunnen burgemeester en wethouders voor een stembureau als bedoeld in artikel J 1a, eerste lid, ten behoeve van de stemming een stemlokaal aanwijzen waartoe de toegang wordt beperkt tot een door burgemeester en wethouders aangewezen groep personen. De stemopneming geschiedt in het openbaar.

3. Op een stemlokaal als bedoeld in het tweede lid is artikel J 35, eerste lid, niet van toepassing.

6. Na artikel Yb 9 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel Yb 9a

1. Indien burgemeester en wethouders voor een of meer stembureaus een stemlokaal hebben aangewezen als bedoeld in Yb 9, tweede lid, benoemen zij tijdig voor elke verkiezing een of meer personen die als waarnemer getuige zijn van het verloop van de zitting bij deze stembureaus. Een waarnemer krijgt geen instructies betreffende de wijze waarop hij inhoud dient te geven aan zijn functie. Artikel E 4, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

2. Onverminderd artikel E 4, tweede lid, kan degene die tot lid of plaatsvervangend lid van een stembureau is benoemd niet als waarnemer worden benoemd.

3. Een waarnemer is bevoegd in het stemlokaal te vertoeven gedurende de tijd dat het stembureau in een stemlokaal zitting houdt.

4. Onverminderd artikel J 35, tweede lid, kan een waarnemer mondeling bezwaar indienen bij het stembureau. Artikel J 35, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

5. Een waarnemer brengt uiterlijk op de dag na de dag van de stemming om twaalf uur ’s middags aan de burgemeester verslag uit van zijn bevindingen betreffende het verloop van de stemming. Bij ministeriële regeling wordt voor het verslag een model vastgesteld.

6. De artikelen Na 33, eerste lid, Na 34, eerste lid, Na 35, eerste lid en P 24, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op het verslag bedoeld in het vijfde lid.

7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent waarneming bij een stembureau dat gevestigd is in een stemlokaal als bedoeld in artikel Yb 9, tweede lid.

Toelichting

Onderdeel A

Het opschrift van de wet is gewijzigd om te verduidelijken dat ook een aantal artikelen in de Kieswet wordt gewijzigd dat niet in de zogeheten epidemieafdeling is opgenomen. Met het nieuwe opschrift is geëxpliciteerd dat de wet niet enkel een epidemieafdeling toevoegt aan de Kieswet, maar dat er ook artikelen buiten die afdeling worden gewijzigd. Deze wijzigingen gelden dus ook wanneer er geen sprake is van een epidemie.

Onderdeel B, artikel Yb 1

Met deze nota van wijziging is het eerste en derde lid van het voorgestelde artikel Yb 1 redactioneel gewijzigd, om te expliciteren onder welke omstandigheden de maatregelen uit de epidemieafdeling kunnen worden ingezet en wanneer zij niet langer gelden indien de maatregelen uit de Wet publieke gezondheid zijn ingetrokken.

Onderdeel B, artikel Yb 3

Het voorgestelde artikel Yb 3 regelde de benoeming van een voldoend aantal plaatsvervangende leden van de Kiesraad ten tijde van een epidemie. Het is echter wenselijk gebleken om ook buiten een epidemie plaatsvervangende leden van de Kiesraad te kunnen benoemen. Het voorstel om dit in de wet te verankeren zal daarom worden opgenomen in een ander wetsvoorstel dat (onder andere) artikel A 5 van de Kieswet wijzigt; het wetsvoorstel tot wijziging van de Kieswet betreffende stroomlijning van het verkiezingsproces (WSVP). Het is daarom niet langer nodig om artikel Yb 3 op te nemen in de epidemieafdeling van de Kieswet.

Onderdeel B, artikel Yb 5

Dit betreft een redactionele wijziging ter verduidelijking van de bepaling. De woorden «anders dan fysiek aanwezigen» zijn overbodig gelet op de woorden «in aanvulling op» aan het begin van de bepaling.

Onderdeel B, Yb 8

De formulering van het tweede lid van het voorgestelde artikel Yb 8 is gewijzigd met het oog op de leesbaarheid van de bepaling.

Onderdeel B, artikel Yb 9

Dit onderdeel voegt een maatregel toe aan artikel Yb 9, namelijk de mogelijkheid voor gemeenten om stemlokalen aan te wijzen met een beperkte toegang. Deze maatregel werd tijdens COVID-19 gebruikt voor stemlokalen in verzorgingshuizen, zodat de bewoners op een veilige manier hun stem konden uitbrengen. Omdat het niet op voorhand is te zeggen dat tijdens een volgende epidemie ook opnieuw de ouderen de meest kwetsbare groep vormen, is bepaald dat de toegang van zo’n stemlokaal kan worden beperkt tot een door burgemeester en wethouders aan te wijzen groep kiezers. Afhankelijk van de aard van de epidemie kan worden beslist welke groep kiezers gebruik kunnen maken van stembureaus in stemlokalen met beperkte toegang. Bij de evaluatie van deze maatregel bij de Tweede Kamerverkiezing in 2021 adviseerde de Kiesraad in het vervolg te expliciteren dat de telling van de stemmen in het openbaar is. Ook in een toekomstige situatie zal de telling van stemmen in het openbaar plaatsvinden. Dat geldt ook voor de stemmen die zijn uitgebracht bij een stembureau met beperkte toegang. In het derde lid is toegevoegd dat artikel J 35, eerste lid, niet van toepassing is op de stemlokalen bedoeld in het tweede lid. Dit voorkomt dat personen onnodig blijven rondhangen in het stemlokaal en daarmee een gevaar kunnen vormen voor andere kwetsbare personen.

Onderdeel B, artikel Yb 9a

Door het toevoegen van de maatregel om stembureaus met een beperkte toegang aan te wijzen, is het eveneens wenselijk om een bepaling toe te voegen over de inzet van waarnemers in die stembureaus. Dit was eveneens geregeld in de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, om de transparantie en controleerbaarheid van stembureaus met een beperkte toegang te vergroten. Deze waarnemer wordt gezien als aanvulling op de buitenlandse waarnemers, zoals geregeld in de Kieswet artikel J 39 en de waarnemers die de Kiesraad, na inwerkingtreding van de wet kwaliteitsbevordering uitvoering verkiezingsproces (36 552), kan aanwijzen ter ondersteuning van de kwaliteit van de uitvoering van het verkiezingsproces. Aangenomen wordt dat de buitenlandse waarnemers en de waarnemers die de Kiesraad ondersteunen bij de uitvoering van zijn taak niet alle stembureaus in het land kunnen bezoeken. Bovendien acht de regering het wenselijk om ter bevordering van de transparantie en controleerbaarheid te borgen dat er altijd een waarnemer aangewezen is voor een stemlokaal met beperkte toegang.

Uit het eerste lid volgt dat waarnemers moeten voldoen aan vergelijkbare eisen als stembureauleden, maar daarnaast is in het tweede lid als aanvulling opgenomen dat de waarnemer niet mag zijn benoemd als lid of plaatsvervangend lid van een stembureau. Omdat de toegang tot deze stemlokalen beperkt is tot een aangewezen groep kiezers, wordt in het derde lid expliciet de bevoegdheid aan waarnemers gegeven om in het stemlokaal te verblijven gedurende de tijd dat het stembureau zitting houdt.

Anders dan buitenlandse verkiezingswaarnemers, die zich niet in de verkiezingsprocedure mogen mengen, kunnen waarnemers die op grond van artikel Yb 9, tweede lid, zijn benoemd wél mondeling een bezwaar inbrengen bij het stembureau als zij menen dat de stemming niet overeenkomstig de wet verloopt. Dit is geregeld in het vierde lid. Óf en in welke situatie een waarnemer van deze mogelijkheid gebruikmaakt is aan de waarnemer zelf. Te allen tijde kan een waarnemer ervoor kiezen te volstaan met het noteren van zijn getuigenis in het verslag dat hij over het verloop van de zitting uitbrengt. In het vijfde lid is geregeld dat waarnemers uiterlijk op de dag na de dag van de stemming om twaalf uur ’s middags verslag uitbrengen aan de burgemeester. Voor het verslag wordt een model vastgesteld bij ministeriële regeling.

Het zesde lid regelt dat het verslag van de waarnemer samen met de andere verkiezingsbescheiden zoals het proces-verbaal naar het hoofdstembureau en/of het centraal stembureau wordt verzonden en vervolgens naar het vertegenwoordigend orgaan. De voorzitter van het centraal stembureau maakt het verslag, met weglating van de ondertekening, onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar en legt een afschrift van de stukken ter inzage op het centraal stembureau.

In het zevende lid is een grondslag opgenomen om bij ministeriële regeling nadere regels te kunnen stellen over de waarneming bij een stembureau in een stemlokaal met een beperkte toegang.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark