Gepubliceerd: 30 januari 2024
Indiener(s): Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: economie europese zaken ict internationaal
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36495-2.html
ID: 36495-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om regels te stellen ter uitvoering van verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PbEU 2022, L 265);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In deze wet wordt verstaan onder:

Autoriteit Consument en Markt:

Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

digitalemarktenverordening:

verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PbEU 2022, L 265).

Artikel 2 (aanwijzing Autoriteit Consument en Markt)

  • 1. De Autoriteit Consument en Markt is de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 38, zevende lid, van de digitalemarktenverordening en belast met het toezicht op de naleving van de artikelen 5, 6 en 7 van de digitalemarktenverordening in Nederland.

  • 2. De artikelen 12h, 12j en 12m, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt zijn niet van toepassing op de uitvoering van het eerste lid.

  • 3. De Autoriteit Consument en Markt is bevoegd om de taken uit te voeren en de bevoegdheden uit te oefenen die bij of krachtens de digitalemarktenverordening zijn toegekend aan de nationale bevoegde autoriteit van de lidstaat die de regels, bedoeld in artikel 1, zesde lid, van de digitalemarktenverordening handhaaft.

Artikel 3 (bijstand aan Europese Commissie bij inspectie)

  • 1. Met het verlenen van bijstand bij een inspectie op grond van de digitalemarktenverordening door de Europese Commissie zijn belast de ambtenaren, aangewezen krachtens artikel 12a, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.

  • 2. Artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Bij verzet tegen een inspectie op grond van de digitalemarktenverordening door de Europese Commissie, verlenen de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, de nodige bijstand om de Europese Commissie in staat te stellen de inspectie te verrichten, zo nodig met behulp van de sterke arm.

Artikel 4 (wijziging Algemene wet bestuursrecht)

In de artikelen 7 en 11 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht worden in de alfabetische volgorde ingevoegd:

Uitvoeringswet digitalemarktenverordening

Verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PbEU 2022, L 265)

Artikel 5 (wijziging Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering)

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan artikel 29 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 9. Ingevolge artikel 39, tweede lid, van verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PbEU 2022, L 265) verstrekt de griffier onverwijld een afschrift van vonnissen, arresten en beschikkingen met betrekking tot de toepassing van die verordening aan de Europese Commissie. Het achtste lid, tweede en derde volzin, is van toepassing.

2. In artikel 44a, eerste lid, vervalt «De rechter kan daartoe een roldatum bepalen».

3. Na artikel 44a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 44b

  • 1. De Europese Commissie kan, niet optredende als partij, schriftelijke opmerkingen maken ingevolge artikel 39, derde lid, van verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PbEU 2022, L 265), indien deze de wens daartoe te kennen heeft gegeven. Met toestemming van de rechter kan de Europese Commissie ook mondelinge opmerkingen maken.

  • 2. Op een verzoek ingevolge artikel 39, vierde lid, van de verordening, genoemd in het eerste lid, verstrekt de rechter aan de Europese Commissie de in die bepaling bedoelde stukken. Partijen kunnen binnen een door de rechter te bepalen termijn hun mening over de te verstrekken stukken geven.

  • 3. Partijen kunnen binnen een door de rechter te bepalen termijn op de opmerkingen van de Europese Commissie reageren.

4. In artikel 67, eerste lid, wordt na «(PbEG 2003, L 1)» ingevoegd «of informatie of advies wil vragen ingevolge artikel 39, eerste lid, van verordening (EU) 2022/1925 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2022 over betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector, en tot wijziging van Richtlijnen (EU) 2019/1937 en (EU) 2020/1828 (digitalemarktenverordening) (PbEU 2022, L 265)».

Artikel 6 (inwerkingtreding)

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 7 (citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet digitalemarktenverordening.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,