Nr. 88 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2025

In mijn brief van 23 januari jl. over de uitvoering van de Wet Toelating Terbeschikkingstelling Arbeidskrachten (Wtta)1 heb ik uw Kamer toegezegd dat ik zo snel mogelijk een planning zou delen voor de inrichting en uitvoering van het toelatingsstelsel. Het wetsvoorstel is aangenomen in de Tweede Kamer en ligt nu ter behandeling in de Eerste Kamer. Veronderstellend dat alle stappen in het wetgevingsproces voorspoedig verlopen en op basis van de huidige informatie omtrent de uitvoering, kom ik tot een beoogde inwerkingtredingsdatum van het toelatingsstelsel.

De beoogde inwerkingtredingsdatum voor het toelatingsstelsel is 1 januari 2027. Dit betekent dat op 1 januari 2028 de toelatingsplicht zal ingaan, vanaf dit moment zal de Nederlandse Arbeidsinspectie gaan handhaven op de toelatingsplicht en zullen in- en uitleners die zich niet aan de wet houden worden beboet. Voor een effectieve invoering van het stelsel zullen enkele onderdelen van de wet ná publicatie van de wet maar vóór de inwerkingtredingsdatum van het stelsel in werking treden. Ik zal de verschillende relevante data omtrent de inwerkingtreding hieronder kort toelichten. Onderaan deze brief vindt u een schematische weergave van de verschillende relevante data voor inwerkingtreding.

De datum 1 januari 2027 leidt ertoe dat het toelatingsstelsel zo spoedig mogelijk kan worden ingevoerd. Het belang daarvan is eerst en vooral gelegen in de urgentie van de problematiek in de uitzendsector. Ook biedt deze datum de ruimte voor mijn departement om zo zorgvuldig mogelijk het stelsel op te bouwen, in het bijzonder de inrichting van de Toelatende Instantie (TI) zelf. Het hier geschetste tijdspad is ambitieus en afhankelijk van meerdere kritieke processen. In mijn brieven van 25 oktober 20242 en 23 januari 20253 heb ik u geïnformeerd over risico’s en afhankelijkheden bij de invoering van het toelatingsstelsel. Deze risico’s zijn nog steeds aanwezig.

Zo zijn bij de inrichting van de TI onder andere het tijdig werven van personeel, het tijdig vinden van geschikte huisvesting, het tijdig opzetten van publiek-private samenwerkingsverbanden en het tijdig ontwikkelen van een functionerend zaaksysteem van doorslaggevend belang. Indien er ontwikkelingen zijn op deze processen die een doorwerkend effect hebben op de inwerkingtredingsdatum, zal ik uw Kamer daarover informeren.

De beoogde inwerkingtredingsdatum heeft gevolgen voor andere relevante data voor de implementatie van het toelatingsstelsel. Allereerst zal de TI de bevoegdheid krijgen om private inspectie-instellingen aan te wijzen. Het streven is om de TI deze bevoegdheid vanaf 1 juli 2026 te geven, ná publicatie van de wet. De tijdige aanwijzing van inspectie-instellingen is noodzakelijk voor een gedegen werking van het stelsel.

De inwerkingtredingsdatum heeft ook gevolgen voor het overgangsrecht. Uitleners die beroep willen doen op het overgangsrecht zullen zich na publicatie van de wet maar vóór de beoogde datum van inwerkingtreding van het toelatingsstelsel bij de TI moet aanmelden. De periode voor deze aanmelding is nu beoogd op 1 november 2026 t/m 31 december 2026. Daarnaast geldt als voorwaarde voor het overgangsrecht dat uitleners binnen de eerste 6 maanden na inwerkingtreding een toelatingsaanvraag doen. Dit zal moeten vóór 1 juli 2027. Deze deadline geldt voor uitleners met en zonder SNA-certificaat die een beroep willen doen op het overgangsrecht.4 Uitleners die na 1 juli 2027 een aanvraag indienen, kunnen geen beroep doen op het overgangsrecht.

In de periode tot inwerkingtreding zal ik werk blijven maken van een gerichte en harde aanpak van malafide uitzendbureaus. Allereerst doe ik dit via een uitbreiding van het aantal inspecteurs bij de Arbeidsinspectie.5 Daarnaast zet ik de gesprekken met sociale partners en partijen in de uitzendsector (SNA, SNCU) onverminderd voort. Samen bekijken wij wat wij in aanloop naar de inwerkingtreding van de Wtta kunnen doen op het gebied van informatie-uitwisseling om gerichter misstanden in de uitzendsector tegen te gaan.

In de komende periode zal SZW, in samenwerking met de publieke stelselpartners, inspectie-instellingen en sociale partners, hard door blijven werken om het stelsel tijdig in werking te laten treden. Ik heb er vertrouwen in dat de inwerkingtreding zoals geschetst in deze brief haalbaar is gegeven de informatie die nu beschikbaar is.

Ik zal uw Kamer voor het kerstreces een brief sturen over de stand van de invoering van het toelatingsstelsel.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Y.J. van Hijum