Kamerstuk 36410-XVI-43

Gewijzigd amendement van de leden Bikker en Klaver ter vervanging van nr. 6 over middelen voor het verlagen van de hoogte van de bestuursrechtelijke premie voor wanbetalers

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024

Gepubliceerd: 24 januari 2024
Indiener(s): Jesse Klaver (GL), Mirjam Bikker (CU)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36410-XVI-43.html
ID: 36410-XVI-43
Origineel: 36410-XVI-6

Nr. 43 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN BIKKER EN KLAVER TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 6

Ontvangen 24 januari 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 2 Curatieve Zorg van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag, het uitgavenbedrag en het ontvangstenbedrag verlaagd met € 5.000 (x € 1.000).

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe de ontvangsten raming op de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij te stellen met het oog op een beoogde verlaging van de bestuursrechtelijke premie voor wanbetalers uit de Zorgverzekeringswet naar 110% van de gemiddelde premie. Wanbetalers van hun zorgverzekering worden na zes maanden verplicht verzekerd door het CAK. Hiervoor moeten zij de bestuursrechtelijke premie betalen. De hoogte van de bestuursrechtelijke premie is vastgelegd in de Zorgverzekeringswet en is een percentage tussen 110% en 130% van de gemiddelde premie. Bij ministeriële regeling is dit percentage nu op 120% gesteld. Indieners verzoeken de betrokken Minister om het percentage naar 110% aan te passen in de onderliggende regeling.

In het jaarverslag van de Raad voor de Rechtspraak is de wanbetalersregeling één van de genoemde buikpijndossiers.1 Afgezien van de inhoudelijke problemen met de afhandeling van de openstaande schuld en het gebrek aan maatwerk, zorgt de opslag voor verergering van bestaande problemen, zo zegt de Raad voor de Rechtspraak.

Het rapport «Werking en effecten van de hogere bestuursrechtelijke premie op verzekerden met een betalingsachterstand» van Andersson Elffers Felix concludeert dat de zogenoemde «preventieve prikkel» van een hogere premie niet werkt in de praktijk, maar slechts wanbetalers verder de schulden in jaagt, die niet af te lossen zijn.2 Om de grootste knelpunten in de wanbetalersregeling aan te pakken is de verlaging naar 110%, als eerste stap naar een sterk verbeterde regeling, volgens indieners gepast. Maar uiteindelijk willen indieners dat de bestuursrechtelijke premie op de wanbetalersregeling wordt afgeschaft. Zij zullen aansturen op de benodigde wetswijziging. Totdat de onderliggende wet is gewijzigd zal de premie nog bestaan.

Daarom willen indieners dat de komende vier jaar (2024–2027) de premie op 110% ligt. Indieners beogen meerjarige verwerking (2024–2027) van dit amendement.

Dekking voor dit amendement wordt gevonden in de niet-juridisch verplichte en niet-bestuurlijk gebonden middelen van artikel 2 Curatieve Zorg voor 2024. De verwachting van indieners is dat de middelen voor 2025–2027 ook uit artikel 2 Curatieve Zorg zullen komen.

Bikker Klaver