Kamerstuk 36360-IX-1

Jaarverslag Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2022

Dossier: Jaarverslag en slotwet Ministerie van Financiën en Nationale Schuld 2022

Gepubliceerd: 17 mei 2023
Indiener(s): Sigrid Kaag (viceminister-president , minister financiën) (D66)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36360-IX-1.html
ID: 36360-IX-1

Nr. 1 JAARVERSLAG VAN HET MINISTERIE VAN FINANCIËN EN NATIONALE SCHULD IX

Ontvangen 17 mei 2023

Vergaderjaar 2022–2023

GEREALISEERDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Gerealiseerde uitgaven IX Financiën verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 11.678,7 mln.

Figuur 2 Gerealiseerde ontvangsten IX Financiën (x € 1 mln.). Totaal € 185.985,7 mln.

Figuur 3 Gerealiseerde belastingontvangsten IX Financiën verdeeld over beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 182.247,9 mln.

Figuur 4 Gerealiseerde niet-belastingontvangsten IX Financiën verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 3.737,8 mln.

Figuur 5 Gerealiseerde uitgaven IX Nationale Schuld verdeeld over beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 37.901,6 mln.

Figuur 6 Gerealiseerde ontvangsten IX Nationale Schuld verdeeld over beleidsartikelen (x € 1 mln.). Totaal € 79.586,8 mln.

A. ALGEMEEN

1 1. Aanbieding van het jaarverslag en verzoek tot dechargeverlening

AAN de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Hierbij bied ik, mede namens de staatssecretarissen van Financiën, het departementale jaarverslag van het Ministerie van Financiën en Nationale Schuld (IX) over het jaar 2022 aan.

Onder verwijzing naar de artikelen 2.37 en 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verzoek ik de beide Kamers van de Staten-Generaal de Minister van Financiën decharge te verlenen over het in het jaar 2022 gevoerde financiële beheer.

Voor de oordeelsvorming van de Staten-Generaal over dit verzoek tot dechargeverlening stelt de Algemene Rekenkamer als externe controleur op grond van artikel 7.14 van de Comptabiliteitswet 2016 een rapport op. Dit rapport wordt op grond van artikel 7.15 van de Comptabiliteitswet 2016 door de Algemene Rekenkamer aan de Staten-Generaal aangeboden. Het rapport bevat de bevindingen en het oordeel van de Algemene Rekenkamer over:

  • het gevoerde begrotingsbeheer, financieel beheer, materiële bedrijfsvoering en de daartoe bijgehouden administraties van het Rijk;

  • de centrale administratie van de schatkist van het Rijk van het ministerie van Financiën;

  • de financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • de totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie in de jaarverslagen;

  • de financiële verantwoordingsinformatie in het Financieel jaarverslag van het Rijk.

Bij het besluit tot dechargeverlening worden verder de volgende, wettelijk voorgeschreven, stukken betrokken:

  • het Financieel jaarverslag van het Rijk over 2022;

  • het voorstel van de slotwet dat met het onderhavige jaarverslag samenhangt;

  • het rapport van de Algemene Rekenkamer over het onderzoek van de centrale administratie van de schatkist van het Rijk en van het Financieel jaarverslag van het Rijk;

  • de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer over de in het Financieel jaarverslag van het Rijk, over 2022 opgenomen rekening van uitgaven en ontvangsten over 2022, alsmede over de saldibalans over 2022 (de verklaring van goedkeuring, bedoeld in artikel 7.14, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016).

Het besluit tot dechargeverlening kan niet worden genomen, voordat de betrokken slotwet is aangenomen en voordat de verklaring van goedkeuring van de Algemene Rekenkamer is ontvangen.

De Minister van FinanciënSigrid A.M. Kaag

Dechargeverlening door de Tweede Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal dat de Tweede Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Tweede Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, ter behandeling doorgezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Dechargeverlening door de Eerste Kamer

Onder verwijzing naar artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 verklaart de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal dat de Eerste Kamer aan het hiervoor gedane verzoek tot dechargeverlening tegemoet is gekomen door een daartoe strekkend besluit, genomen in de vergadering van

De Voorzitter van de Eerste Kamer,

Handtekening:

Datum:

Op grond van artikel 2.40 van de Comptabiliteitswet 2016 wordt dit originele exemplaar van het onderhavige jaarverslag, na ondertekening van de hierboven opgenomen verklaring, doorgezonden aan de Minister van Financiën.

2. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt het jaarverslag 2022 van het ministerie van Financiën, begrotingshoofdstuk IX (Financiën en Nationale Schuld) van de Rijksbegroting. In het jaarverslag worden de gerealiseerde beleidsdoelen, gebruikte instrumenten en ingezette middelen verantwoord ten opzichte van de begroting. Waar relevant wordt verwezen naar Kamerstukken of andere beschikbare verantwoordingsinformatie. De Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) en de Comptabiliteitswet (CW) vormen het regelgevend kader voor het jaarverslag.

Het algemeen financieel-economische beleid en het begrotingsbeleid worden primair verantwoord in het Financieel jaarverslag van het Rijk (FJR). Daarin worden ook de belastingontvangsten toegelicht.

Vanwege tussentijdse afrondingen op duizenden, miljoenen of miljarden euro’s kan het voorkomen dat de som der delen afwijkt van het totaal in de tabellen.

Opbouw van het jaarverslag

Het jaarverslag bestaat, conform RBV, uit de volgende onderdelen:

  • A. Algemeen;

  • B. Beleidsverslag;

  • C. Jaarrekening;

  • D. Bijlagen.

A. Algemeen

Dit gedeelte bestaat uit de aanbieding van het jaarverslag met een verzoek tot dechargeverlening en deze leeswijzer (hoofdstukken 1 en 2).

B. Beleidsverslag

Beleidsprioriteiten

In het beleidsverslag wordt allereerst ingegaan op de beleidsprioriteiten (hoofdstuk 3): welke resultaten zijn bereikt in 2022? Hierin wordt teruggekeken op de beleidsagenda uit de begroting 2022, waarin de belangrijkste beleidsdoelen voor 2022 staan. Ook is een samenvatting van de Nationale Schuld, een overzicht van de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen, een overzicht risicoregelingen en een openbaarheidsparagraaf opgenomen. Hoofdstuk 3 wordt afgesloten met twee bijlagen met daarin een overzicht van de coronamaatregelen en een budgettair overzicht van de maatregelen als gevolg van de oorlog in Oekraïne.

Beleidsartikelen

Daarna wordt in de beleidsartikelen (hoofdstuk 4) en de niet-beleidsartikelen (hoofdstuk 5) per artikel op hoofdlijnen gerapporteerd over de bereikte resultaten in 2022. Waar relevant en beschikbaar worden de realisaties van indicatoren of kengetallen weergegeven om te laten zien in welke mate de doelstellingen op een beleidsterrein zijn behaald. De beleidsartikelen in het jaarverslag hebben volgens de RBV standaard de volgende indeling:

  • A. Algemene doelstelling;

  • B. Rol en verantwoordelijkheid;

  • C. Beleidsconclusies;

  • D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid;

  • E. Toelichting op de instrumenten.

Ter nadere onderbouwing van de Beleidsconclusies in onderdeel C, is voor artikel 1 Belastingen en artikel 13 Toeslagen een toelichting opgenomen in een aanvullend onderdeel F.

Niet-beleidsartikelen

In hoofdstuk 5 komen de niet-beleidsartikelen aan bod:

  • artikel 8 Apparaat kerndepartement;

  • artikel 10 Nog onverdeeld.

Tabel budgettaire gevolgen van beleid

Zowel de beleidsartikelen als de niet-beleidsartikelen bevatten een tabel ‘Budgettaire gevolgen van beleid’ met een toelichting op de verschillen tussen de begrote en gerealiseerde bedragen. Niet alle verschillen in verplichtingen, uitgaven en ontvangsten worden toegelicht. Voor het opnemen van een toelichting zijn op het niveau van financiële instrumenten onderstaande normen gehanteerd, conform de RBV.

Tabel 1 Ondergrenzen toelichtingen (bedragen x € 1 mln.)

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting)

Beleidsmatige mutaties (ondergrens)

Technische mutaties (ondergrens)

< 50

1

2

≥ 50 en < 200

2

4

≥ 200 en < 1.000

5

10

≥ 1.000

10

20

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Hoofdstuk 6 is de bedrijfsvoeringsparagraaf met relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering van het ministerie van Financiën. De bedrijfsvoeringsparagraaf heeft het karakter van een uitzonderingsrapportage. Er wordt onder andere ingegaan op de door de Algemene Rekenkamer geconstateerde onvolkomenheden bij het vorige jaarverslag (2021) en de maatregelen die zijn getroffen om deze onvolkomenheden in het verantwoordingsjaar (2022) en de jaren daarna weg te werken. Ook wordt gerapporteerd over de rechtmatigheid van de verantwoorde bedragen, rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen en belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering.

C. Jaarrekening

De hoofdstukken 7 tot en met 9 vormen de jaarrekening. Hoofdstuk 7 geeft de verantwoordingsstaten weer, hoofdstuk 8 de saldibalans met toelichtingen en hoofdstuk 9 de verantwoording betreffende de Wet Normering Topinkomens (WNT).

D. Bijlagen

Tot slot zijn zeven bijlagen opgenomen:

  • Bijlage 1: Toezichtsrelaties zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) en rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s)

  • Bijlage 2: Moties en Toezeggingen

  • Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

  • Bijlage 4: Inhuur externen

  • Bijlage 5: Focusonderwep FJR 2022

  • Bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

  • Bijlage 7: Lijst van afkortingen

Grondslagen voor de vastlegging en de waardering 

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2023 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.

Het verslag van de Nationale Schuld heeft twee specifieke eigenschappen. De eerste eigenschap is dat de rente-uitgaven en renteontvangsten op transactiebasis worden verantwoord, in plaats van op kasbasis zoals bij alle andere onderdelen van de Rijksbegroting. Dit is vastgelegd in de CW 2016, artikel 2, negentiende lid. Met de registratie van rente op transactiebasis voor de Nationale Schuld wordt aangesloten bij de Europese voorschriften van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010. De tweede eigenschap is dat voor beide artikelen het verplichtingen-kasstelsel wordt gevoerd en daarbij wordt ervan uitgegaan dat de aangegane financiële verplichtingen gelijk zijn aan de uitgaven (kas = verplichtingen).

Groeiparagraaf

Het ministerie van Financiën werkt doorlopend aan stapsgewijze verbeteringen in de informatievoorziening aan de Kamer en de burger. Dit is een samenspel van eigen ambities en inzichten, en wensen vanuit de Kamer. Ten opzichte van het jaarverslag Financiën en Nationale Schuld 2021 zijn een aantal verbeteringen doorgevoerd.

  • In onderdeel 3.3 Realisatie periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen is het overzicht in lijn gebracht met de nieuwe Regeling Periodieke Evaluatie (RPE). Het overzicht in bijlage 3 Afgerond evaluatie- en overig onderzoek is echter nog gebaseerd op de oude RPE 2018, dit vanwege de gefaseerde ingroei van de Strategische Evaluatie Agenda.

  • Bij het beleidsverslag is een nieuwe bijlage opgenomen met daarin een budgettair overzicht van de maatregelen als gevolg van de oorlog in Oekraïne.

  • In de bedrijfsvoeringsparagraaf zijn diverse wijzigingen doorgevoerd. Zo is in het Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties, fouten en onzekerheden duidelijker scheiding aangebracht in de tabel tussen de verschillende toleranties. De kolommen gerelateerd aan corona zijn uit de tabel verwijderd. Verder wordt in de bedrijfsvoeringsparagraaf gerapporteerd over de belangrijkste materiële risico's op fraude en corruptie.

  • De bijlage focusonderwerp FJR 2022 is eenmalig opgenomen. Dit betreft het alsdan goed beargumenteerde gebruik van incidentele suppletoire begrotingen en het eventueel beroep op artikel 2.27 CW.

  • Ingevolge een toezegging aan het lid Stoffer is een nieuwe bijlage met daarin de moties en toezeggingen in het Jaarverslag opgenomen. Deze bijlage bevat de stand van zaken van alle nieuwe moties en toezeggingen sinds de vorige begroting (2023), de nog openstaande moties en toezeggingen uit voorgaande jaren en de moties en toezeggingen die sinds de begroting zijn afgehandeld.

  • Er is een nieuwe bijlage met daarin de Rijksuitgaven Caribisch Nederland opgenomen.

B. BELEIDSVERSLAG

3. Beleidsprioriteiten

3.1 Verantwoording beleidsprioriteiten

Inleiding

Voor het ministerie van Financiën stond het jaar 2022 in het teken van het samen werken aan een financieel gezond Nederland. We werkten aan het implementeren van de beleidsprioriteiten uit de begroting en het verbeteren van de dienstverlening en de bedrijfsvoering. De oorlog in Oekraïne, het loslaten van de coronabeperkingen en de hoge inflatie hebben veel impact gehad op de werkzaamheden en het beleid van ons ministerie.

We ondersteunden mensen in Nederland, zodat zij hun energierekening en boodschappen konden betalen. Er is een uitzonderlijk groot koopkracht- en energiepakket samengesteld om inkomens te ondersteunen en de lasten te verlagen. Dit pakket bevat maatregelen die kwetsbare groepen en middeninkomens ondersteunen. In de maanden november en december ontvingen mensen een tegemoetkoming van 190 euro voor de energierekening. Daarnaast hebben we afspraken gemaakt over een prijsplafond voor energie in 2023. Ook is er in 2022 een nieuw Belastingplan tot stand gekomen waarmee de regering er onder andere voor zorgt dat de belasting op arbeid en vermogen meer in balans komt. Zo stijgt het minimumloon met 10 procent. Deze maatregelen zorgen ervoor dat werken meer loont. Ook hielpen we ondernemers om hun belastingschulden uit de coronatijd af te betalen. Verder hebben we de eerste fase van het herstel rond box 3 afgerond. Het tegemoetkomingsbeleid naar aanleiding van de fraudesignaleringsvoorziening hebben we uitgewerkt en naar de Tweede Kamer gestuurd.

De kinderopvangtoeslagaffaire heeft gedupeerde ouders en hun kinderen groot onrecht aangedaan en iedere dag dat ouders eerder het traject kunnen afronden, is belangrijk om hun leven weer op te kunnen pakken. We betreuren het ten zeerste dat het ondanks alle inspanningen nog niet gelukt is om alle gedupeerden in 2022 te helpen. We blijven ons inspannen om dit te verbeteren. We werkten in 2022 aan herstel van vertrouwen van de burger. We rondden steeds meer integrale beoordelingen af, waardoor gedupeerden van de toeslagenaffaire hun compensatiebetalingen ontvingen. Ook hielpen we toeslagengedupeerden private schulden op te lossen die (onder andere) zijn ontstaan door problemen met de kinderopvangtoeslag. In november is de hersteloperatie wettelijk verankerd in de Wet hersteloperatie toeslagen.

We hebben erkend dat binnen het intensief toezicht sprake is geweest van institutioneel racisme.1 Het gaat hierbij om werkwijzen uit het verleden. Om discriminatie en institutioneel racisme in de toekomst te voorkomen, is een breed pakket aan maatregelen nodig. Zo maken we de werkcultuur inclusiever door meer aandacht te hebben voor (onbewuste) vooroordelen en gaan we werken met een waarborgenkader, waarmee de rechtmatigheid, de transparantie en de vastlegging rondom de risicoselectie beter gegarandeerd kan worden.

De afgelopen jaren is de aandacht voor dienstverlening door de overheid en de menselijke maat toegenomen. Ook in 2022 zijn hier weer veel acties op ondernomen. In januari 2022 is de Inspectie belastingen, toeslagen en douane opgericht. De Inspectie houdt toezicht op de Belastingdienst, Toeslagen en Douane om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren, waarbij rechtsstatelijkheid en menselijke maat de rode draden zijn. Ook voor dienstverlening geldt dat komend jaar nog veel acties benodigd zijn om het verder te verbeteren.

Vanwege de oorlog in Oekraïne hebben we in Europees verband sanctiepakketten opgesteld gericht tegen Rusland. Ook gaven we financiële steun in de vorm van een lening en garanties. Deze steun helpt Oekraïne om financieel stabiel te blijven, de dagelijkse uitgaven te financieren en daarmee de economie draaiende te houden. Ook hielpen we Oekraïense vluchtelingen met een regeling waarmee zij hun valuta konden omruilen tegen euro’s en zorgden we ervoor, samen met de banken en DNB, dat zij in Nederland een betaalrekening konden openen. Tevens hebben we een wetswijziging voorgesteld om aanspraak op kinderopvangtoeslag mogelijk te maken voor Oekraïense ontheemden.

Daarnaast heeft de Staat in 2022 garanties verstrekt aan Gasunie voor de huur van LNG-terminals, zodat we snel minder afhankelijk zijn van Russisch gas. Verder is op internationaal gebied Nederland in 2022 verkozen tot co-voorzitter van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action en heeft Nederland onder andere bijgedragen aan de discussie over de eventuele hervorming van het SGP.

In dit beleidsverslag blikken we terug op de resultaten van de beleidsprioriteiten uit de beleidsagenda van de begroting 2022. Al deze resultaten zouden niet gehaald zijn zonder toewijding van het eigen personeel.

Figuur 7

Gezonde en beheersbare overheidsfinanciën

De omstandigheden waarbinnen het kabinet het begrotingsbeleid voert blijven onrustig en zijn met veel onzekerheden omgeven, zo ook de raming van het EMU saldo. Volgens de recentste inschatting komt het EMU-saldo voor 2022 uit op 0 procent bbp (€ 88 mln.). De EMU-schuld wordt geraamd op 51 procent bbp (€ 480 mld.).

De economie is beter dan verwacht door de coronacrisis gekomen, zij het dat dit gegeven wordt overschaduwd door de impact van de oorlog in Oekraïne. De oorlog in Oekraïne veroorzaakt niet alleen veel menselijk leed, maar ook financiële onzekerheid die de Nederlandse economie raakt. Net als bij de coronacrisis heeft het kabinet ervoor gekozen om uitgaven direct gerelateerd aan de oorlog in Oekraïne te financieren uit de staatsschuld, om te voorkomen dat zij ten koste gaan van andere uitgaven. Hiermee werd tijdelijk afgeweken van de Nederlandse begrotingsregels. Bij de Miljoenennota 2023 heeft het kabinet tot een koopkrachtpakket besloten om steun te bieden voor de gestegen energieprijzen. Na de Miljoenennota besloot het kabinet tot aanvullende maatregelen, waaronder een prijsplafond voor gas en elektriciteit en steunmaatregelen voor het energie-intensieve midden- en kleinbedrijf. De overheidsfinanciën moeten niet alleen gezond zijn, maar de overheidsuitgaven en -verplichtingen dienen ook rechtmatig te zijn. Er is een taskforce gestart die helpt om het financieel beheer van de Rijksuitgaven te verbeteren zodat de rechtmatigheid verbeterd.

Herstel corona: ondersteuning financiële gezondheid burgers en bedrijven

Het kabinet heeft een breed pakket aan fiscale maatregelen genomen om ondernemers te ondersteunen tijdens de coronacrisis. Onderdeel van dit fiscale pakket is het versoepelde uitstel van betaling van belastingen. Ondernemers die gebruik maakten van het versoepelde uitstelbeleid begonnen vanaf 1 oktober 2022 met het aflossen van de door de coronacrisis opgebouwde belastingschuld. Daarnaast was tijdens de coronaperiode de rente op belastingschuld (de invorderingsrente) tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Deze rente is per 1 juli 2022 gewijzigd naar 1% en zal stapsgewijs ieder half jaar met 1 procentpunt worden verhoogd tot de oorspronkelijke 4% per 1 januari 2024.

Tot slot stelt de Belastingdienst zich tijdelijk soepeler op voor ondernemers die ondanks de coronasteunmaatregelen toch in financiële moeilijkheden zijn beland. Vanaf 1 augustus 2022 neemt de Belastingdienst tijdelijk genoegen met hetzelfde uitkeringspercentage als de overige schuldeisers. Hiermee wordt de kans vergroot op saneringsakkoorden (afspraken met schuldeisers). Om consumenten te helpen die een krediet moeten afsluiten, heeft het kabinet het maximale kredietpercentage structureel verlaagd.

Bestrijding ondermijning

De Douane levert een belangrijke bijdrage aan de aanpak van ondermijnende (drugs)criminaliteit. In 2022 hebben we de voorbereidingen getroffen om douaneliaisons te plaatsen in de Verenigde Staten, Suriname, Curaçao en Panama voor controles op het vervoer naar de Europese Unie. Daarnaast is de samenwerking met de Belgische Douane geïntensiveerd. Zo is het duikteam van de Douane in het afgelopen jaar meermaals ingezet in de haven van Antwerpen. Tevens hebben wij met de Belgische Douane gesprekken gevoerd met douanediensten in Zuid-Amerika. Dit met het doel om het uitlezen van Zuid-Amerikaanse scanbeelden door Europese douanediensten mogelijk te maken. Ook hebben we de controle en het toezicht op de mainports Rotterdam en Schiphol versterkt, onder meer door fors meer containers te scannen in de haven van Rotterdam en de toezichtcapaciteit in de mainports te versterken.Tevens is het Team Bijzondere Bijstand uitgebreid, dat aanhoudingen verricht en het wegvoeren van inbeslaggenomen drugs begeleidt. Om een waterbedeffect te voorkomen naar andere Nederlandse (lucht)havens zijn wij in 2022 gestart met voorbereidingen voor de aanleg van cameranetwerken in de haven van Vlissingen en het Noordzeekanaalgebied. Daarnaast is geïnvesteerd in de aanschaf van drones, onder andere in het Waddenzeegebied.

Met de beleidsagenda witwassen presenteerden de ministers van Financiën en Justitie en Veiligheid een nieuw pakket aan maatregelen om de aanpak van witwassen te versterken. Centrale thema’s zijn: streng waar nodig, ruimte waar mogelijk en meten om te weten.

Integriteit Douane

In 2022 zijn de Douanemedewerkers weerbaarder gemaakt tegen criminele inmenging en is het integriteitsbeleid verbreed. Om het bewustzijn en de weerbaarheid van het Douanepersoneel te vergroten zijn er vanuit de Verbeteragenda Integriteit2 verschillende producten en instrumenten opgeleverd. Voorbeelden hiervan zijn een handreiking om integriteit te bespreken in personeelsgesprekken, de start van de pilot ‘kwetsbaarhedengesprek’, de invoering van screening aan de voorkant met de VOG-Politiegegevens per 1 juli 2022 en het uitvoeren van de theatervoorstelling ‘Grenzeloos’.

Sanctiemaatregelen Rusland en Belarus

De implementatie van het toezicht op de sanctiemaatregelen vormt een grote opgave die de Douane op verschillende manieren heeft opgepakt. Zo hebben we de aangiften van vracht- en koerierszendingen van en naar Rusland en Belarus beoordeeld. Ook hebben we postzakken gescand en containers in de Rotterdamse haven beoordeeld die van en naar Rusland en Belarus zijn gegaan. Daarnaast hebben we scheepswerven bezocht, vaartuigen en vliegtuigen onder toezicht geplaatst. We hebben zendingen waar mogelijk sprake was van een overtreding van de sanctiemaatregelen met extra zorgvuldigheid beoordeeld. Tot slot hebben we voorlichting gegeven over de maatregelen, samen met andere overheidsdiensten, zoals de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Aanpak belastingontwijking en -ontduiking

In de strijd tegen belastingontwijking door het bedrijfsleven hebben we in 2022 onder andere de volgende maatregelen getroffen:

  • Vanaf 1 januari 2022 is de Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel van kracht, waarmee bedrijven in Nederland voor een hogere winst belast worden als er in een ander land geen of een te laag corresponderend resultaat wordt belast.3 

  • Per 1 januari 2022 is de belastingplichtmaatregel uit ATAD24 geïmplementeerd, die de oorzaak van het kwalificatieverschil bij hybride structuren (zoals de cv/bv-structuur) wegneemt.5

  • In december 2022 is op EU-niveau een akkoord bereikt over de invoering van een mondiaal minimumniveau van belastingheffing voor groepen van multinationale ondernemingen en omvangrijke binnenlandse groepen in de Europese Unie («Pijler 2»).6 Daarnaast hebben we een internetconsultatie uitgevoerd over de implementatie van de Pijler 2-regels in een wetsvoorstel.

  • De Europese richtlijn inzake gegevensuitwisseling digitale platformen die digitale platformen verplicht om fiscaal relevante informatie over verkopers aan te leveren bij de belastingautoriteit van een EU-lidstaat is ingevoerd. Dit bevordert eerlijkere belastingheffing.

  • In mei 2022 is de Tax Governance Code, onder aanvoering van VNO-NCW, door het bedrijfsleven gelanceerd. Deze code heeft tot doel meer inzicht te geven in de belastingstrategie van grote internationale ondernemingen en wat zij betalen in de landen waar ze actief zijn.

Ook hebben we gewerkt aan maatregelen om belastingontduiking effectiever aan te pakken: 

  • We zijn een onderzoek gestart naar de herziening van het boeterecht,7 waarbij we bezien welke mogelijkheden er zijn om het systeem als geheel te vereenvoudigen.

  • Het kabinet heeft de beoogde aanpassingen met betrekking tot het fiscaal verschoningsrecht opnieuw ter internetconsultatie voorgelegd.

  • Een onderzoek is aangekondigd naar de informatiebeschikkingsprocedure. Dit is de procedure die de inspecteur instelt wanneer een belastingplichtige niet voldoet aan zijn inlichtingenverplichting. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht of in het verleden geconstateerde knelpunten, zoals de vertragende werking, nog bestaan.

Versterking van de economie

Financiële sector

Om ervoor te zorgen dat de financiële sector goed functioneert, hebben we in 2022 de volgende activiteiten ondernomen.

  • Stabiele en gezonde banken zijn een voorwaarde voor een sterke en duurzame economie. Kapitaaleisen spelen daarbij een belangrijke rol. Begin november 2022 bereikte de Europese Raad een akkoord over de aanpassing van de kapitaalvereisten voor banken (Bazel 3). Hierbij zijn Nederlandse prioriteiten als de financiering van de agrarische sector en ESG8-risico’s meegenomen.

  • Een belangrijk doel is het voltooien van de bankenunie. Het is niet gelukt om overeenstemming te bereiken over een werkplan dat richting geeft aan de vier vervolgstappen voor de bankenunie. De Eurogroep is wel overeengekomen verder werk te maken van een van de vervolgstappen, namelijk de herziening van het crisisraamwerk voor banken. Daardoor is de hoop dat toch betekenisvolle stappen kunnen worden gezet naar een verdere versteviging van de bankenunie.

  • We hebben aandacht besteed aan groepen die financieel kwetsbaar zijn. Wijzer in Geldzaken heeft met verschillende campagnes hulp aangeboden. Zo heeft het platform tips verspreid om beter rond te komen en controle te houden over je energierekening.

  • Op het gebied van consumptieve kredieten hebben we een voorlopig akkoord bereikt over een herziening van de Europese richtlijn consumentenkrediet. Aangescherpte regels moeten consumenten beter beschermen tegen potentiële betalingsachterstanden.

  • We hebben met de belangrijkste partijen uit het betalingsverkeer een Convenant Contant Geld afgesloten, zodat het mogelijk blijft met contant geld te betalen. In dit Convenant staan onder andere afspraken over de beschikbaarheid, acceptatie en bekostiging van contant geld.

  • De minister heeft voor de zomer mede namens de minister voor Klimaat en Energie de beleidsagenda duurzame financiering gepresenteerd.9 Deze agenda beschrijft het beleid voor de verduurzaming van de financiële markten voor de komende jaren.

  • Tot slot hebben we de financiële sector aangemoedigd om de OESO-richtlijnen en de United Nations Guiding Principles te implementeren in het kader van de IMVO-convenanten (Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen).

Stabiliteits- en Groeipact (SGP)

Het kabinet heeft het parlement geïnformeerd over de Nederlandse inzet ten aanzien van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP).10 Het kabinet heeft ook bijdragen aan de discussie over de eventuele hervorming van het SGP met het gezamenlijke paper met Spanje.11 De Europese Commissie heeft aangegeven hoe volgens haar de contouren van het aangepaste SGP en de Macro-economische Onevenwichtigheidsprocedure (MEOP) eruit moeten zien. Nederland heeft dit beoordeeld aan de hand van de drie pijlers van de Nederlandse inzet: 1) opwaartse economische convergentie, 2) houdbare overheidsfinanciën en 3) naleving en handhaving.12 Eventuele wetgevende voorstellen van de Europese Commissie worden niet eerder dan in het voorjaar van 2023 verwacht.

Herstel- en veerkrachtfaciliteit en REPowerEU

Nederland heeft het herstel- en veerkrachtplan13 (HVP) formeel ingediend bij de Europese Commissie. Het plan is officieel goedgekeurd door de Raad. Momenteel werkt het kabinet aan de implementatie van het plan, de indiening van de eerste betalingsaanvraag en de eventuele aanpassing van het plan naar aanleiding van REPowerEU.

Nieuwe Eigen Middelen

Op 28 januari 2022 is de Kamer geïnformeerd over het voorstel van de Europese Commissie voor de introductie van drie nieuwe eigen middelen.14 Met de eigen middelen wordt de Europese begroting gefinancierd. Lidstaten dragen deze eigen middelen af aan de Europese Unie. Het afgelopen jaar hebben met name technische besprekingen plaatsgevonden over de nieuwe eigen middelen, omdat de uitwerking afhankelijk is van de precieze vormgeving van de beleidsvoorstellen waarop deze eigen middelen gebaseerd zijn.

Vestigingsklimaat

In 2022 heeft het kabinet de strategische agenda15 voor het ondernemingsklimaat in Nederland opgesteld. Op fiscaal gebied zet het kabinet in op stabiele, voorspelbare, eenvoudige en uitvoerbare wetgeving. Nederland is voorstander van internationale afspraken en vervult hierbij een voortrekkersrol. Daarnaast is in 2022 het Nederlandse verdragennetwerk versterkt door nieuwe belastingverdragen met onder andere Colombia. Tot slot is het wetsvoorstel aangenomen om de fiscale regeling voor aandelenoptierechten16 aan te passen per 1 januari 2023. Hiermee wordt het aandelenoptierecht aantrekkelijker als loon. Dat betekent een versterking van het ondernemingsklimaat in Nederland, vooral voor start-ups en scale-ups.

E-commerce

De Douane heeft in 2022 overleg gevoerd met de Europese Commissie en douane-organisaties van andere lidstaten over de mogelijkheden om de handhaving op e-commercezendingen te verbeteren. De handhaving op fiscale risico’s bij e-commercezendingen via de zogenaamde actorgerichte aanpak hebben we in 2022 voortgezet. Een speciaal daartoe aangewezen team op Schiphol voert deze aanpak uit.

Digitale snelweg Douane (DSD)

De hoeveelheid digitale aangiften die de Douane dient te verwerken is sterk gestegen. De volumestijging heeft impact op de gehele structuur van de informatievoorziening. Om deze schaalbaar en robuust te maken, zijn we in 2020 het programma Digitale Snelweg Douane17 gestart. In 2022 lag daarbij de nadruk op het voortzetten van de testen en het verbeteren van de performance van deze systemen.

Verduurzaming en vergroening van de economie

Vergroening fiscaal stelsel en belastingen

In 2022 hebben we een belangrijke stap gezet in de vergroening van het belastingstelsel. In het coalitieakkoord is afgesproken om de nationale reductiedoelstelling voor 2030 te verhogen. Het verder beprijzen van CO2 is een belangrijk middel om dit te realiseren. In de fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 202218 worden de voornemens voor deze verdere vergroening van het belastingstelsel nader toegelicht. Een groot deel van de maatregelen is in 2022 ook direct in het Belastingplan 2023 opgenomen. Daarnaast is in 2022 ook de behandeling van het wetsvoorstel voor de CO2-minimumprijs elektriciteit19 afgerond in de Eerste Kamer. Tot slot heeft de Europese Commissie in 2021 een voorstel voor een koolstofheffing aan de grens heeft gedaan. Hierover hebben de Europese Raad en het Europees parlement in december 2022 een voorlopig akkoord20 bereikt.

Klimaatbijdragen (inter)nationale financiële instellingen

Nederland heeft het afgelopen jaar in gesprekken met internationale financiële instellingen21 erop aangedrongen dat zij zich inzetten voor de financiering van klimaatprojecten, hun portefeuilles in lijn brengen met de Parijsdoelstellingen en de financiering van fossiele brandstoffenprojecten verminderen. Bovendien vraagt het kabinet hen om klimaat prominent op te nemen in de gesprekken met ontvangende landen en in de nieuwe landenstrategieën. Zo presenteerde de Wereldbank in 2022 de eerste Country Climate and Development Reports (CCDRs), waarmee onder andere beter in beeld wordt gebracht welke klimaatinvesteringen het meest impactvol kunnen zijn. Verder heeft Nederland steun uitgesproken voor de Resilience and Sustainability Trust (RST) van het IMF, een fonds waarmee kwetsbare lage- en middeninkomenslanden lange termijn financiering kunnen krijgen voor duurzame versterking van de economie. Tot slot is Nederland in 2022 verkozen tot co-voorzitter van de Coalition of Finance Ministers for Climate Action. Nederland zal zich vanuit die rol de komende twee jaar inzetten voor klimaatactie.

Vergroening exportkredietverzekering (ekv)-portefeuille en groene obligatie

Vanaf januari 2023 worden er geen nieuwe exportkredietverzekering (ekv) aanvragen voor de fossiele energiesector in behandeling genomen. Dit beleid is in november 2022 gepubliceerd en kent enkele uitzonderingen, in lijn met de 1,5°C doelstelling22. Om tegelijkertijd een zo gelijk mogelijk internationaal speelveld te waarborgen, is ingezet op samenwerking in internationaal verband. Hiervoor zijn onder andere afspraken gemaakt binnen de Export Finance for Future (E3F)-coalitie. Daarnaast heeft uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) meer groene exporttransacties verzekerd in 2022 (48 groene transacties) dan in voorgaande jaren (14 groene transacties in 2020 en 10 groene transacties in 2021). Hiermee heeft ADSB zijn doel behaald om in 2022 15% meer groene transacties te verzekeren dan in het voorgaande jaar. Van het totale bedrag dat in verzekering is genomen in 2022 is 9,6 procent geclassificeerd als groen.

Nederland wil met de uitgifte van de groene obligatie de totstandkoming en verdere verdieping van een robuuste groene kapitaalmarkt ondersteunen. Bij de heropening van de groene obligatie op 14 juni 2022 is € 4,98 mld. opgehaald. Na deze heropening is het totale bedrag van deze groene obligatie € 15,69 mld. De opbrengsten van de groene obligatie worden gebruikt voor uitgaven aan duurzame energie, energie-efficiëntie, duurzaam vervoer en klimaatadaptatie.

Structureel verbeteren dienstverlening

De maatschappelijke taak van de Belastingdienst is het eerlijk en zorgvuldig heffen en innen van rijksbelastingen en premies. Hiermee zorgen we ervoor dat er in Nederland geld is voor onder meer sociale zekerheid, zorg, onderwijs en openbaar vervoer. In 2022 werd in totaal € 324,5 mld. aan belastingen en premies ontvangen, wat bijna 9% meer is dan in 2021.

De Belastingdienst wil denken en handelen vanuit het perspectief van burgers, ondernemers en hun ondersteuners. Om dat te bereiken hebben we in 2022 onder meer de volgende stappen gezet om de dienstverlening te verbeteren:

  • In totaal zijn er bij het Stella-team23 2.261 casussen binnengekomen en in behandeling genomen, een stijging van 50% ten opzichte van 2021. Daarnaast hebben in 2022 ongeveer 200 medewerkers de opleiding vroegsignalering afgerond. De opleiding heeft tot doel dat medewerkers eerder in het proces contact leggen met burgers bij wie mogelijk sprake is van een schrijnende situatie of van complexe problematiek.

  • In 2022 zijn vier loketten geopend waar ondernemers voor persoonlijke ondersteuning terecht kunnen, bijvoorbeeld met vragen over belastingachterstand die ze tijdens corona hebben opgelopen.

  • We hebben verbeteringen gerealiseerd bij de BelastingTelefoon. Zo kunnen klanten teruggebeld worden zodat zij niet langer in de wachtrij hoeven te wachten. Ook is de website continu actueel gehouden met de meest gestelde vragen en de meest recente wachttijden. Desondanks was de BelastingTelefoon in 2022 niet altijd goed bereikbaar en kende lange wachttijden.

  • We hebben nieuwe digitale functionaliteiten ontwikkeld zoals het Overzicht Betalen en Ontvangen voor burgers en de mogelijkheid om met iDeal te betalen op Mijn Belastingdienst Zakelijk.

  • De zogenaamde ‘dienstverleningsmissieteams’ hebben verbeteringen op een snelle manier getoetst bij burgers en bedrijven.

  • We hebben de Stand van de uitvoering24 gepubliceerd. Hierin rapporteren we aan de Tweede Kamer over signalen van mogelijke problemen of kansen voor verbetering in de uitvoering. Op basis van deze signalen hebben we al verschillende acties ingezet. Zo hebben burgers beter inzicht in de behandeling van hun bezwaar via een statusbalk op MijnBelastingdienst en kunnen digitale formulieren op verzoek thuis worden gestuurd.

Effectief toezicht en fraudebestrijding

De Belastingdienst beoogt met zijn handhavingsinstrumenten het gedrag van burgers en bedrijven zodanig te beïnvloeden dat zij structureel uit zichzelf fiscale regels naleven. De keuzes voor de inzet van handhavingsinstrumenten zijn gebaseerd op inzichten over de risico’s en de oorzaken van het niet-naleven van regels. Deze inzichten komen voort uit evaluatieonderzoeken, steekproeven en de compliance map.25 Daar waar de kwaliteit van de belastingaangifte vooraf is geborgd, kunnen we volstaan met minder toezicht achteraf. In december 2022 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het toezicht door de Belastingdienst en de ontwikkeling van de mix van het handhavingsinstrumentarium over 2022.26 De Belastingdienst ziet op basis van de resultaten geen aanleiding om te veronderstellen dat de inzet van de handhavingsactiviteiten gericht op compliance onvoldoende zou zijn.

De aanpak van fraude maakt onderdeel uit van de handhavingsstrategie van de Belastingdienst. Dit is belangrijk om aantasting van het maatschappelijk draagvlak voor het betalen van belasting te voorkomen. De Belastingdienst ontvangt signalen over burgers en bedrijven die de fiscale verplichtingen mogelijk niet naleven. Na het uitzetten van de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) is de behandeling van een deel van deze signalen in 2020 opgeschort. Dit liep door in 2022. We werken eraan deze problemen op te lossen, met als doel de aanpak van fraude slagvaardiger en beter uitlegbaar te maken. Overigens vond ook in 2022 intensief en regulier toezicht plaats en heeft het werk van de FIOD in belangrijke mate doorgang kunnen vinden.

Herstellen

In 2022 hebben we ook gewerkt aan herstel van zaken die in het verleden niet goed zijn gegaan, zoals bij de box 3-heffing, Fraudesignaleringsvoorziening (FSV)27 en de Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP). In 2022 hebben we de eerste fase van het herstel rond box 3 afgerond. Dit herstel vond plaats naar aanleiding van het Kerstarrest (2021) van de Hoge Raad. Alle mensen die meededen aan de massaalbezwaarprocedure tegen de box 3-heffing over 2017 ‒ 2020 hebben hierbij een brief van de Belastingdienst ontvangen. Er zijn circa 225.000 brieven en 130.000 beschikkingen verstuurd. Verder zijn de aanslagen met inkomen in box 3 over het belastingjaar 2021 aangepast.

Wendbare en toekomstbestendige organisatie

Personeel en cultuur 

In 2022 zijn 2.712 fte ingestroomd bij de Belastingdienst, waarmee de doelstelling van 2.200 ‒ 2.400 fte ruimschoots is gehaald. De hogere instroom dempt het effect van de hoger dan verwachte uitstroom. De bezettingsgraad komt eind 2022 uit op 96%. Het tekort aan bezetting hebben we zoveel mogelijk opgevangen met inzet van extern personeel (bijvoorbeeld externe inhuur en uitzendkrachten).

Met het programma Leiderschap en cultuur hebben we verder gewerkt aan een cultuur waarin burgers en bedrijven centraal staan, medewerkers worden gewaardeerd en samenwerking vanzelfsprekend is. Mede naar aanleiding van de erkenning van institutioneel racisme28 is het programma herijkt. In 2022 gebruikten we onder meer casusdialogen, morele beraden, webinars, een leiderschapsfestival, diverse activiteiten met betrekking tot bewustwording op inclusie en de medewerkerscommunity om het gesprek over onze cultuur te blijven voeren.

ICT 

Eind 2022 is het ICT-verbeterprogramma afgerond.29 We gaan over naar de volgende fase: we willen zeker stellen dat de initiatieven uit het programma goed gaan functioneren in de hele organisatie. In 2022 hebben we de overstap van een éénjarig ICT-portfolio naar een meerjarenportfolio gemaakt. Verder zijn de resultaten van de herijking van projecten in het ICT-portfolio op het Rijks ICT Dashboard (RID) gepubliceerd.30 Het doel van de herijking is om meer zekerheid te krijgen over de kosten en doorlooptijden van grote ICT-projecten. Tot slot hebben we in 2022 aan de hand van een actieplan ‘Informatiehuishouding op orde’ gewerkt aan betere informatiehuishouding. Inmiddels lopen twintig projecten die erop zijn gericht in 2025 de informatiehuishouding te verbeteren.

Borgen rechtsstatelijkheid

Om structureel signalen te verzamelen, waaronder hardheden in wet- en regelgeving, hebben we in 2022 het interne signalenproces verder ontwikkeld. Daarnaast is sinds april 2022 het Loket Rechtsstatelijkheid en Hardheden operationeel, waar medewerkers van de Belastingdienst de mogelijkheid hebben rechtstreeks signalen te melden. Het gaat dan om situaties waarbij de uitvoering van wet- en regelgeving ongewenste gevolgen kan hebben.

Managementinformatie en risicomanagement (MI/RM)

Eind 2022 is het meerjarenprogramma Managementinformatie en risicomanagement (MI/RM) succesvol afgerond. Het programma heeft de geplande producten op tijd en binnen de begroting geleverd. Het ging bijvoorbeeld om dashboards en risicobeheersingsproducten voor de ketens en het concern Belastingdienst.31 Om de verdere ontwikkeling te waarborgen hebben we maatregelen genomen, zo hebben we de bouw- en beheerscapaciteit voor MI-producten vergroot. In 2022 zijn verder belangrijke stappen gezet om de interne beheersing te verbeteren. Het eerste in control statement (ICS) van de Belastingdienst is daarvan een tastbaar resultaat. Het ICS doet uitspraak over de kwaliteit van beheersing van de financiële processen en controles naar de situatie aan het eind 2022. Het ICS wordt samen met de Jaarrapportage 2022 van de Belastingdienst aan de Tweede Kamer aangeboden.

Fiscaal beleid en uitvoering

Om beleid beter uitvoerbaar te maken is afgelopen jaar gewerkt aan de samenwerking tussen opdrachtgevende ministeries en de Belastingdienst, Toeslagen en Douane. Dit in het belang van burgers en ondernemers, maar ook van de uitvoeringsorganisaties en opdrachtgevers.

  • Om nadrukkelijk invulling te geven aan «hoe» beleid uitvoerbaar gemaakt kan worden, hebben we de uitvoeringstoets verder ontwikkeld en voeren we vaker een meer uitgebreide doenvermogenscan32 uit.

  • Om informatie over staand beleid beter uit te wisselen hebben we de Stand van de Uitvoering33 (Belastingdienst en Toeslagen) gedeeld met de Kamer.

  • We hebben opdrachtgeversagenda's opgesteld. Dit zijn documenten waarin de opdrachtgevers gezamenlijk de beleidswensen in beeld brengen voor de Belastingdienst, Toeslagen en/of Douane. Een nieuwe bijlage hierbij is de meerjarige wetgevingskalender. Deze kalender helpt om de uitvoering vroegtijdig te betrekken bij nieuwe wetgeving en de totale opdrachten in beeld te krijgen.

  • Voor nieuwe verzoeken voor niet-fiscale taken geldt dat we deze toetsen aan het daarvoor beschikbare afwegingskader.34 Ook in 2022 hebben we dit kader toegepast. In 2022 zijn drie toetsen afgerond, met in twee gevallen een negatief advies. Alle drie de taken zijn ondergebracht bij de Belastingdienst. 

Herstel van vertrouwen

Herstel gedupeerden van de problemen bij Toeslagen

Het belangrijkste doel van de hersteloperatie is het bieden van financieel en emotioneel herstel aan ouders die in het verleden te maken hebben gehad met de problemen die zijn ontstaan door de kinderopvangtoeslag. Alle inzet is erop gericht om dit recht te zetten via financieel en waar mogelijk emotioneel herstel, brede ondersteuning door gemeenten, het aanpakken van schuldproblemen, en een steun in de rug voor kinderen.

Gedupeerde ouders hebben recht op brede ondersteuning van de overheid om zo weer een nieuwe start te kunnen maken. Eind 2022 hebben zich circa 59.000 ouders aangemeld bij UHT, waarvan in totaal circa 28.000 personen erkend zijn als gedupeerd. 96% van alle aanmeldingen hebben een eerste toets gehad bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). Meer cijfers en toelichting zijn opgenomen in de Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen 4e kwartaal 2022. Naast de uitkering van 30.000 euro helpen we de gedupeerden door onder andere publieke schulden kwijt te schelden en private schulden op te lossen die (onder andere) zijn ontstaan door problemen met de kinderopvangtoeslag. Hoewel we het afgelopen jaar vooruitgang hebben geboekt, zijn we er nog niet. Ondanks opschaling bij de herstelorganisatie zijn de doorlooptijden voor ouders nog te lang en dit leidt tot ingebrekestellingen. In 2022 zijn we gestart met het in kaart brengen van mogelijkheden om de hersteloperatie te versnellen en te verbeteren. De belangrijkste maatregelen zijn het versneld afhandelen van specifieke groepen ouders (zoals vermoedelijk niet-gedupeerden) met een grotere rol voor de persoonlijk zaakbehandelaars, het sneller verstrekken van dossiers en een betere informatievoorziening richting ouders. Ook werken we aan snellere en alternatieve behandeling van bezwaren, waaronder via mediation.

In november 2022 is de hersteloperatie wettelijk verankerd in de Wet hersteloperatie toeslagen.35 Tevens zijn daarin enkele aanvullende regelingen opgenomen, zoals de kindregeling, de regeling huurtoeslag, zorgtoeslag en/of kindgebonden budget en de regeling voor gedupeerde ouders die nu in het buitenland wonen.36 Direct na deze goedkeuring zijn we gestart met de uitvoering van de kindregeling, zodat kinderen van gedupeerde ouders een financiële bijdrage ontvangen. Er wordt op dit moment gewerkt aan een aanvullend wetsvoorstel waarin een regeling voor ex-partners van gedupeerde aanvragers van kinderopvangtoeslag wordt opgenomen evenals een regeling voor nabestaanden van overleden gedupeerden en overleden kinderen van gedupeerde ouders. Het streven is om deze nieuwe regelingen in het voorjaar van 2023 bij de Kamer in te dienen.

Werken aan vertrouwen

We werken hard om vertrouwen te herstellen, zowel buiten als binnen de organisatie. We doen dit door de gedupeerden zo goed en zo snel mogelijk te helpen. Er is sinds 1 januari 2022 een programma DG Herstel om de hersteloperatie te coördineren. Tot slot is binnen Toeslagen - zowel binnen het programma cultuur en leiderschap als in de dagelijkse praktijk - gewerkt aan thema’s zoals bouwen aan vertrouwen, samenwerken aan de menselijke maat en signaalmanagement. Bij signaalmanagement haalt de organisatie bij de burger en medewerker signalen op. Ontvangen berichten van burgers vanuit Toeslagen en Herstel worden geregistreerd, beantwoord in samenwerking met andere departementen en geanalyseerd op beleidssignalen. Relevante beleidssignalen worden meegenomen in evaluatie van beleid en waar mogelijk omgezet in verbeteringen in de uitvoering. Met deze zogenaamde verbetercirkels vergroten we het oplossend vermogen van de werkvloer.

Verbeteringen en vernieuwing dienstverlening

Programma vernieuwing dienstverlening

We hebben bij de reguliere toeslagverstrekking een nieuwe werkwijze ingevoerd waarbij de burger centraal staat. Zo werken we steeds meer met actuele gegevens. We attenderen burgers proactief bij afwijkingen, om onnodige terugvorderingen te voorkomen. Zo bieden we burgers meer zekerheid. Ook is expliciet rekening gehouden met verschillen in inkomensontwikkeling bij het berekenen van de voorschotten voor 2023. We zijn nog niet in staat om alle specifieke vragen van burgers, bezwaren en beroepen binnen acceptabele behandeltermijnen af te handelen. Dat komt onder meer door een tekort aan personeel en doordat de nieuwe aanpak arbeidsintensiever is. Er zijn diverse acties opgestart om de oplopende werkvoorraden komend jaar in te lopen.

In 2022 hebben we de herijking van de handhavings- en invorderingsstrategie uitgewerkt.37 De aangepaste invorderingsstrategie is 23 december naar de Tweede Kamer gestuurd.38 De afronding van de handhavingsstrategie volgt in 2023. Met deze strategieën leggen we een meerjarig fundament voor een visie en aanpak van Toeslagen. Na de invorderingspauze als gevolg van corona is gestart met de terugvordering over eerdere toeslagjaren.

Het intensief toezicht (ITO) heeft vanwege het uitzetten van de Fraude Signalerings Voorziening (FSV) geruime tijd stil gelegen. In 2022 hebben we verder gewerkt aan de benodigde randvoorwaarden zodat het proces weer opgestart kan worden in 2023.

Informatiehuishouding

We brengen de informatiehuishouding op orde, zodat de informatieverstrekking aan burgers, samenwerkingspartners, het parlement en de media door Dienst Toeslagen verbetert. Waar mogelijk wordt binnen Financiën en het Rijk samengewerkt om van elkaar te leren en waar mogelijk met generieke oplossingen te werken. Zo wordt aangesloten bij het Rijksbrede programma Open op Orde. Toeslagen heeft als onderdeel hiervan een eigen verbeterprogramma. Concrete acties binnen dit programma zijn bijvoorbeeld: Personele versterking van de organisatie op IV gebied, bewustwording en training van medewerkers op het gebied van informatiehuishouding en archivering, implementatie van de wet open overheid (passieve en actieve openbaarmaking). Daarnaast wordt gewerkt aan een aantal grote systeemwijzigingen waaronder nieuwe documentmanagement- oplossingen voor zowel de primaire processen als de beleids- en ondersteunende processen. 

Borgen van de uitvoerbaarheid van het stelsel

Aanpassen huidige wet- en regelgeving

We hebben in 2022 gewerkt aan het aanpakken van knelpunten in het huidige toeslagenstelsel, waardoor meer helderheid en zekerheid ontstaat voor alle toeslaggerechtigden. Zo kunnen burgers in de noodopvang verzoeken niet meer als toeslagpartner van hun partner te worden aangemerkt, zodat zij in aanmerking komen voor meer of hogere toeslagen. Voor de kinderopvangtoeslag is de koppeling gewerkte uren losgelaten, waardoor vooral bij ouders met sterk wisselende werkuren en oproepdiensten meer zekerheid is ontstaan. Beide maatregelen zijn 1 januari 2023 ingegaan. Begin 2022 speelden er een aantal beleidsmatige discussies rondom de situatie van ontheemden uit Oekraïne als gevolg van de oorlog. Vanuit de gehele keten van uitvoering tot wetgeving is wendbaarheid getoond om de ontheemden waar mogelijk recht op Toeslagen te geven. Inmiddels is in het Belastingplan de wetgeving voor gasthuishoudens verwerkt. Hierdoor is het opvangen van ontheemden uit Oekraïne niet van invloed op het recht op toeslagen van de gasthuishoudens.Toeslagen is nauw aangehaakt bij trajecten van de ministeries Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om het recht op kinderopvangtoeslag en huurtoeslag wettelijk te verankeren voor deze doelgroep.39 Voor de kinderopvangtoeslag is in 2022 naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne een wetswijziging voorgesteld waarbij mensen met een partner buiten de EU recht hebben op kinderopvangtoeslag.40

Toewerken naar toekomstig stelsel

Er komt een fundamentele herziening van de kinderopvangtoeslag, waardoor directe financiering aan de kinderopvangorganisaties en een voor ouders begrijpelijker en eenvoudiger stelsel komt. SZW werkt in samenwerking met de Dienst Toeslagen en uitvoeringsorganisaties (DUO, UWV en SVB) projectmatig aan een nieuw stelsel. Ontwerpfase 1 is in 2022 begonnen en loopt door tot 1 juli 2023. Ook dragen we als uitvoerder van de huurtoeslag actief bij aan de beoogde vereenvoudigingen van de huurtoeslag, zoals afgesproken in het coalitieakkoord. Naast deze herzieningen is de ambitie uitgesproken om toeslagen op termijn af te schaffen. De Dienst Toeslagen maakt onderdeel uit van de interdepartementale samenwerking, onder leiding van het Ministerie van Financiën, waarbinnen voorstellen worden uitgewerkt.

Aanpassing organisatie aan de maatschappelijke opgaven

In 2022 hebben we de interne organisatie en de bedrijfsvoering bij Toeslagen versterkt. Eind 2022 was de bezetting met eigen personeel minder dan de toegekende formatie. De krapte op de arbeidsmarkt was duidelijk voelbaar. De druk op de personele capaciteit die voor alle organisaties geldt, wordt bij Toeslagen versterkt door de dynamiek van het publieke debat. Het tekort is deels opgevangen door tijdelijke ondersteuning en detachering vanuit DG Belastingdienst en andere onderdelen binnen het ministerie of het Rijk. Ook zijn veel externen ingehuurd. Daarnaast hebben we te maken met een hoog ziekteverzuim.

De relatie met de verschillende opdrachtgevers is in 2022 verder geïntensiveerd. Tussen de partijen in de driehoek eigenaar-opdrachtgever-opdrachtnemer is overeenstemming bereikt over de invulling van de rollen en de verdeling van verantwoordelijkheden. Dit biedt een goede basis om de strategische doelen van Dienst Toeslagen te behalen.

3.2 Samenvatting Nationale Schuld

De EMU-schuld is de uitstaande schuld van de hele collectieve sector en is eind 2022 uitgekomen op € 480,1 mld. De staatsschuld is hier onderdeel van en wordt door het Agentschap gefinancierd. De staatsschuld bedroeg ultimo 2022 € 405 mld., dat is € 31,6 mld. lager dan geraamd. De belangrijkste oorzaak van deze daling is dat de kastekorten van 2021 en 2022, beide nog onbekend bij het opstellen van de begroting, lager zijn uitgevallen.

Tabel 2 Kerncijfers ontwerpbegroting en realisaties 2022 (bedragen x € 1 mld.)1
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

Stand schuld (ultimo 2022)

   

EMU-schuld

480,1

516,6

‒ 36,5

Staatsschuld

405,0

436,6

‒ 31,6

Interne schuldverhouding

41,5

29,9

11,6

    

Rentelasten relevant voor het EMU-saldo

   

Rentelasten vaste en vlottende schuld (art. 11)

4,2

3,4

0,8

Rentelasten interne schuldverhouding (art. 12)

0,1

‒ 0,1

0,2

Totaal

4,3

3,3

1,0

    

Niet relevant voor het EMU-saldo

   

Rentelasten derivaten

‒ 0,5

‒ 0,9

0,4

Voortijdige beëindiging derivaten

‒ 0,2

0

‒ 0,2

Voortijdige beëindiging schuld

0,0

0

0,0

Totaal

‒ 0,7

‒ 0,9

0,2

X Noot
1

Als gevolg van afrondingen kan de som der delen afwijken van het totaal.

De Staat heeft ook een schuldverhouding met de publieke instellingen die deelnemen aan het schatkistbankieren. Dit zijn ministeries, de sociale fondsen, agentschappen, RWT’s, decentrale overheden en een aantal derden (veelal instellingen met een publieke taak of instellingen die publieke middelen beheren). Het saldo van de vorderingen en schulden die de deelnemers hebben bij de Staat wordt de interne schuldverhouding genoemd. De interne schuldverhouding is ultimo 2022 € 41,5 mld. positief. Dit houdt in dat de Staat per saldo een schuld heeft aan de deelnemers van het schatkistbankieren. In 2022 is de interne schuldverhouding met € 9,3 mld. toegenomen ten opzichte van vorig jaar en bedraagt € 11,6 mld. meer dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de toename in de rekening-courantstanden van de deelnemers.

De voor het EMU-saldo relevante rentelasten voor de financiering van de staatsschuld zijn uitgekomen op € 4,2 mld. Het betreft het saldo van de rentelasten en -baten op de vaste en de vlottende schuld (artikel 11 Financiering staatsschuld) en de interne schuldverhouding (artikel 12 Kasbeheer). De rentelasten zijn € 0,8 mld. hoger dan in de begroting 2022 werd geraamd. De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat de rentepercentages in 2022 hoger waren dan de rentepercentages waarmee in de begroting 2022 rekening is gehouden.

De rentebaten op derivaten zijn € 0,4 mld. lager uitgevallen dan begroot (negatieve rentelasten van ‒ € 0,5 mld. in plaats van ‒ € 0,9 mld.) doordat in 2022 rentederivaten voortijdig zijn beëindigd, wat ook een eenmalige ontvangst van € 0,2 mld. heeft opgeleverd. Bij de voortijdige beëindiging van rentederivaten wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer ontvangen, waardoor de verwachte rentebaten op derivaten in toekomstige jaren dalen. De voortijdige beëindigingen van rentederivaten hebben plaatsgevonden om het renterisico op de schuldportefeuille bij te sturen.

Financieringsbehoefte

Tabel 3 Opbouw en dekking van de financieringsbehoefte van het Rijk in 2021, inclusief de geldmarkt (bedragen x € 1 mld.)
 

Realisatie1

Financieringsbehoefte:

 

Aflossingen kapitaalmarkt in 2022

30,8

Geldmarkt ultimo 2021 incl. uitzettingen

19,3

Mutatie onderpand in contanten 2022

2,8

Kassaldo Rijk 2022 (-/- is kasoverschot)

21,9

Totaal

74,8

  

Dekking:

 

Kapitaalmarktuitgifte 2022 (op kasbasis)2

40,3

Geldmarkt ultimo 2022 incl. uitzettingen

34,5

Totaal

74,8

X Noot
1

Als gevolg van afrondingen kan de som der delen afwijken van het totaal.

X Noot
2

De kapitaalmarktuitgifte is in deze tabel weergegeven op kasbasis. De nominale waarde van de uitgifte op de kapitaalmarkt was € 44,1 mld. Daarnaast is bij de uitgifte van de leningen € 3,8 mld. aan agio ontvangen. Agio is het bedrag dat een belegger boven de nominale waarde op een lening stort wanneer de prijs van de aangeboden obligatie hoger was dan de nominale waarde. In de verantwoordingsstaten wordt het agio gedurende de looptijd van de lening als rentebaten evenredig toegerekend aan de netto rentelasten van de lening (op transactiebasis). In de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt het agio meegenomen in de netto rentelasten vaste schuld die eveneens op transactiebasis worden weergegeven.

De financieringsbehoefte bedroeg in 2022 € 74,8 mld. en bestond deels uit herfinancieringen van leningen die afgelost moesten worden en deels uit extra financiering als gevolg van het begrotingstekort. De financieringsbe- hoefte hangt verder af van de verandering in het onderpand in contanten in 2022. Onderpand betreft kasgeld dat tegenpartijen (bijvoorbeeld bij het aangaan van swaps) bij de Staat plaatsen om het risico dat de tegenpartij niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen te ondervangen. Het kassaldo van het Rijk was negatief in 2022 en droeg met een tekort van € 21,9 mld. in belangrijke mate bij aan de financieringsbehoefte. In boven staande tabel is te zien dat de financieringsbehoefte is gedekt met de uitgifte van nieuwe langlopende leningen op de kapitaalmarkt en nieuwe kortlopende leningen op de geldmarkt.

3.3 Realisatie periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de gerealiseerde periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen van de afgelopen 7 jaar.

Tabel 4 Realisatie periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen

Thema

Artikel(en)

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Thema 1: Een financieel gezond Nederland

        

Beleidsdoorlichting BTW-compensatiefonds

6

X link

    

X link

 

Beleidsdoorlichting begrotingsbeleid

n.v.t.

X link

   

X link

  
         

Thema 2: Een sterke en duurzame economie in internationale context

        

Beleidsdoorlichting Artikel 2 Financiële Markten

2

 

X link

     

Beleidsdoorlichting Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

3

X link

   

X link

  

Beleidsdoorlichting Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

4

X link

      

Beleidsdoorlichting Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

5

X link

     

Uitstel

Beleidsdoorlichting artikel 11

11

   

X link

   

Beleidsdoorlichting artikel 12

12

   

X link

   
         

Thema 3: Belastingdienst op orde: betrouwbaar, benaderbaar en behulpzaam

        

Beleidsdoorlichting Toezicht en opsporing en massale processen Belastingdienst

1

 

X link

     

Dienstverlening

1

    

X link

  

Effectgericht sturen (Douane)

9

    

X link1

  
         

Thema 4: Toeslagen: herstellen en opbouwen

        

Beleidsdoorlichting uitvoering toeslagen door Belastingdienst

13

X link2

      

IBO Toeslagen Deelonderzoek 1. Eenvoud of maatwerk: Uitruilen binnen het bestaande toeslagenstelsel

    

X link

   

IBO Toeslagen Deelonderzoek 2

     

X link

  
X Noot
1

de beleidsdoorlichting Douane over de periode 2012-2018 is in 2020 afgerond maar pas op 29 januari 2021 aan de Tweede Kamer aangeboden

X Noot
2

ten tijde van deze beleidsdoorlichting was Toeslagen nog onderdeel van artikel 1

Toelichting

In de meerjarenprogrammering van de begroting 2022 stond de beleidsdoorlichting Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen gepland. In het plan van aanpak dat op 15 september 2021 met de Kamer is gedeeld, was toegezegd dat de beleidsdoorlichting voor het eind van 2022 wordt verzonden. Voor zorgvuldige beantwoording van de onderzoeksvragen bleek echter meer tijd nodig. De beleidsdoorlichting zal daarom in 2023 worden verzonden. De Kamer is hierover geïnformeerd via de Kamerbrief over monitor exportkredietverzekering (ekv) 2021.41

Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinanciën.nl.

Voor de realisatie van deze en andere grote (evaluatie)onderzoeken, zie de bijlage ‘Afgerond evaluatie- en overig onderzoek’.

3.4 Overzicht risicoregelingen

Tabel 5 Overzicht verstrekte Garanties (bedragen x € 1.000)

Nr.

Art.

 

Omschrijving

Uitstaande Garanties 2021

Verleend 2022

Vervallen 2022

Uitstaande garanties 2022

Garantie-plafond

Totaal plafond

Totaalstand risicovoor-ziening

1

1

Belastingen

Garantie procesrisico's

378

154

179

353

326

0

n.v.t.

2

2

Financiële markten

DGS BES-eilanden

66.219

4.098

0

70.317

0

70.317

6.000

3

2

Financiële markten

Garantie Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

217

18

0

235

0

235

n.v.t.

4

2

Financiële markten

NBM

2.500

0

0

2.500

0

2.500

n.v.t.

5

2

Financiële markten

Single Resolution Fund

4.163.500

0

0

4.163.500

0

4.163.500

n.v.t.

6

2

Financiële markten

Terrorisme-schades (NHT)

50.000

0

0

50.000

0

50.000

2.750

7

2

Financiële markten

Waarborgfonds motorverkeer

2.500

0

0

2.500

0

2.500

n.v.t.

8

2

Financiële markten

WAKO (kern-ongevallen)

9.768.901

931.099

1.500.000

9.200.000

0

9.200.000

n.v.t.

9

3

Financierings-activiteiten publiek-private sector

Garantie en vrijwaring inzake verkoop en financiering van staatsdeel-nemingen

2.168.587

200.000

800.453

1.568.134

0

1.568.134

0

10

3

Financierings-activiteiten publiek-private sector

Financierings-maatschappij voor ontwikkelings-landen (FMO)

5.507.000

0

0

5.507.000

0

5.507.000

n.v.t.

11

4

Internationale financiële betrekkingen

Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

728.413

45.073

0

773.486

0

773.486

n.v.t.

12

4

Internationale financiële betrekkingen

DNB - deelneming in kapitaal IMF

30.459.192

306.772

0

30.765.964

0

30.765.964

n.v.t.

13

4

Internationale financiële betrekkingen

EIB - kredietver-lening in ACP en OCT

64.752

9.221

0

73.973

0

73.973

n.v.t.

14

4

Internationale financiële betrekkingen

EIB - pan Europees Garantiefonds

1.301.328

0

338

1.300.990

0

1.300.990

n.v.t.

15

4

Internationale financiële betrekkingen

European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)

589.100

0

0

589.100

0

589.100

n.v.t.

16

4

Internationale financiële betrekkingen

European Financial Stabilisation Mechanism (EFSM)

2.767.419

0

67.507

2.699.912

0

2.699.912

n.v.t.

17

4

Internationale financiële betrekkingen

European Financial Stability Facility (EFSF)

34.154.159

0

0

34.154.159

0

34.154.159

n.v.t.

18

4

Internationale financiële betrekkingen

European Investment Bank (EIB)

11.795.972

0

0

11.795.972

0

11.795.972

n.v.t.

19

4

Internationale financiële betrekkingen

European Stability Mechanism (ESM)

35.363.650

0

0

35.363.650

0

35.363.650

n.v.t.

20

4

Internationale financiële betrekkingen

Headroomgarantie macro-financiële bijstand (MFB)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

21

4

Internationale financiële betrekkingen

Kredieten EU-betalings-balanssteun

3.776.000

0

0

3.776.000

0

3.776.000

n.v.t.

22

4

Internationale financiële betrekkingen

Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA)

29.582

1.830

0

31.412

0

31.412

n.v.t.

23

4

Internationale financiële betrekkingen

Next Generation EU (NGEU)

27.655.157

10.727.400

0

38.382.557

0

38.382.557

n.v.t.

24

4

Internationale financiële betrekkingen

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

6.133.666

126.114

96.937

6.162.843

0

6.162.843

n.v.t.

25

4

Internationale financiële betrekkingen

Wereldbank

5.038.849

411.798

0

5.450.647

0

5.450.647

n.v.t.

26

5

Exportkrediet-verzekeringen, -garanties en investerings-verzekeringen

Exportkrediet-verzekering

21.854.407

4.477.940

7.477.252

18.855.095

10.000.000

0

585.927

27

5

Exportkrediet-verzekeringen, -garanties en investerings-verzekeringen

Herverzekering leveranciers-kredieten

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

           
 

Totaal

  

203.441.448

17.241.517

9.942.666

210.740.299

10.000.326

191.884.851

594.677

Tabel 6 Overzicht uitgaven en ontvangsten Garanties (bedragen x € 1.000)

Nr.

Art.

 

Omschrijving

Uitgaven 2021

Ontvangsten 2021

Saldo 2021

Uitgaven 2022

Ontvangsten 2022

Saldo 2022

Totaalstand mutatie volume risicovoorziening 2021 en 2022

1

1

Belastingen

Garantie procesrisico's

68

0

‒ 68

179

0

‒ 179

n.v.t.

2

2

Financiële markten

DGS BES-eilanden

0

0

0

0

0

0

2.000

3

2

Financiële markten

Garantie Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

4

2

Financiële markten

NBM

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

5

2

Financiële markten

Single Resolution Fund

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

6

2

Financiële markten

Terrorismeschades (NHT)

0

625

625

0

625

625

1.250

7

2

Financiële markten

Waarborgfonds motorverkeer

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

8

2

Financiële markten

WAKO (kernongevallen)

0

516

516

0

625

625

n.v.t.

9

3

Financierings-activiteiten publiek-private sector

Garantie en vrijwaring inzake verkoop en financiering van staatsdeel-nemingen

0

12.000

12.000

0

25.245

25.245

0

10

3

Financierings-activiteiten publiek-private sector

Financierings-maatschappij voor ontwikkelings-landen (FMO)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

11

4

Internationale financiële betrekkingen

Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

12

4

Internationale financiële betrekkingen

DNB - deelneming in kapitaal IMF

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

13

4

Internationale financiële betrekkingen

EIB - kredietverlening in ACP en OCT

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

14

4

Internationale financiële betrekkingen

EIB - pan Europees Garantiefonds

53

0

‒ 53

338

0

‒ 338

n.v.t.

15

4

Internationale financiële betrekkingen

European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

16

4

Internationale financiële betrekkingen

European Financial Stabilisation Mechanism (EFSM)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

17

4

Internationale financiële betrekkingen

European Financial Stability Facility (EFSF)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

18

4

Internationale financiële betrekkingen

European Investment Bank (EIB)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

19

4

Internationale financiële betrekkingen

European Stability Mechanism (ESM)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

20

4

Internationale financiële betrekkingen

Headroomgarantie macro-financiële bijstand (MFB)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

21

4

Internationale financiële betrekkingen

Kredieten EU-betalings-balanssteun

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

22

4

Internationale financiële betrekkingen

Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

23

4

Internationale financiële betrekkingen

Next Generation EU (NGEU)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

24

4

Internationale financiële betrekkingen

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

25

4

Internationale financiële betrekkingen

Wereldbank

0

0

0

0

0

0

n.v.t.

26

5

Export-krediet-verzekeringen, -garanties en investerings-verzekeringen

Export-krediet-verzekering

208.978

122.928

‒ 86.050

68.970

231.706

162.736

77.402

27

5

Export-krediet-verzekeringen, -garanties en investerings-verzekeringen

Herverzekering leveranciers-kredieten

35.311

135.259

99.948

3.604

3.308

‒ 296

n.v.t.

           
 

Totaal

  

244.410

271.328

26.918

73.091

261.509

188.418

80.652

Tabel 7 Overzicht verstrekte Leningen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande lening

Looptijd lening

Totaalstand risicovoorziening 2021

Totaalstand mutatie volume risicovoorziening 2021 en 2022

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Lening KLM

0

5,5

0

0

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Lening Griekenland

2.711.890

30

0

0

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

Lening Oekraïne

200.000

10

0

0

Toelichting per risicoregeling

Bovenstaande tabellen geven een overzicht van verstrekte garanties, de uitgaven en ontvangsten op deze garanties en verstrekte leningen. Hieronder worden alle gedurende dit jaar verleende en vervallen bedragen aan garanties groter dan € 1 mln. toegelicht, alsmede de uitgaven en ontvangsten groter dan € 1 mln. die dit jaar binnen de garantieregelingen hebben plaatsgevonden. Onder vervallen en verleende garanties zijn ook positieve respectievelijk negatieve bijstellingen van garanties opgenomen. Garantieregelingen onder de algemene faciliteit voor het schatkistbankieren op de begroting Nationale Schuld (beleidsartikel 11 & 12) worden niet opgenomen in het overzicht risicoregelingen. Voor een algemene toelichting op de risicoregelingen, zie in de begroting het overzicht risicoregelingen.

2. DGS BES-eilanden

Verleende en vervallen garanties

In 2022 is er een bijstelling geweest van de garantie voor het depositogarantiestelsel voor de BES-eilanden als gevolg van een veranderende wisselkoers. De garantie is in USD ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR.

8. WAKO (kern-ongevallen)

Verleende en vervallen garanties

De Staat stond garant voor 6 exploitanten van kerninstallaties, maar in verband met de ontmanteling van één van de kerninstallaties staat de Staat per 1 januari 2022 nog voor 5 exploitanten garant (- € 1,5 mld.). De garantie reikt tot € 1,5 mld. per ongeval, gebaseerd op de Verdragen van Parijs en Brussel die verdragsstaten verplichten tot een garantstelling. Daarnaast is de garantie voor de kerncentrale Borssele per 1 januari 2022 als gevolg van een wijziging van de WAKO verhoogd van € 2,3 mld. naar € 3,2 mld. (+ € 0,9 mld.) Eind 2022 komt de totale garantieverplichting daarmee uit op € 9,2 mld.

Ontvangsten, uitgaven en verloop risicovoorziening

De Staat ontvangt voor deze garantie van alle kerninstallaties premies.

9. Garantie en vrijwaring inzake verkoop en financiering van staatsdeelnemingen

Verleende en vervallen garanties

Een groep van internationale banken verstrekt liquiditeit aan KLM in de vorm van een revolving credit facility (RCF) waarbij KLM de liquiditeit kan aantrekken wanneer nodig en dient terug te storten wanneer deze overvloedig is. De Nederlandse staat garandeert maximaal 90% van de totale omvang van deze faciliteit. KLM heeft de banken in 2022 verzocht de RCF te verlagen met € 665 mln., naar een totale RCF van circa € 1,74 mld. Hierdoor wijzigde de omvang van de garantie afgegeven door de Staat, deze werd met € 598,5 mln. bijgesteld naar € 1,56 mld. (90% van € 1,74 mld.).

In 2022 gaf de Staat twee garanties af aan Gasunie. Om de leveringszekerheid voor gas in de winter van 2022/2023 te kunnen garanderen en de afhankelijkheid van Rusland voor levering van gas af te bouwen, huurde Gasunie een LNG-terminal. In april 2022 heeft de Staat voor de huur van deze drijvende LNG-terminal een garantie verstrekt van € 160 mln., voor een periode van 5 jaar om de potentiële negatieve exploitatiekosten te kunnen dekken. Daarnaast verstrekte de Staat in juni 2022 een tweede garantie van € 40 mln. aan Gasunie. Deze (kortlopende) garantie werd afgegeven voor de optie tot annuleren van de huur van een tweede LNG-terminal. Beide garanties zijn in 2022 vroegtijdig beëindigd vanwege de gecontracteerde capaciteit.

Ontvangsten, uitgaven en verloop risicovoorziening

De Staat ontvangt premieontvangsten gedurende de looptijd van de garanties. Voor de verstrekte garantie aan KLM betrof dit in 2022 € 23,2 mln. en voor de garanties aan Gasunie € 2,0 mln. Vanwege de gecontracteerde capaciteit kon Gasunie de garanties vroegtijdig beëindigen. Daarmee vervalt de begrotingsreserve gekoppeld aan de premieontvangsten Gasunie. Er blijven alleen ontvangsten ten gunste van de begroting over. De premieontvangst van de eerste Gasunie garantie betrof € 4 mln. per jaar en stond vanaf 2023 geraamd. Met de beëindiging van de garantie is deze premie verrekend en in 2022 ontvangen (€ 1 mln. voor een looptijd van enkele maanden).

11. Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

Verleende en vervallen garanties

De uitstaande garantieverplichting aan de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) is met € 45,0 mln. naar boven bijgesteld vanwege een wisselkoerscorrectie. De garantie is in USD ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR.

12. DNB – deelneming in kapitaal Internationaal Monetair Fonds (IMF)

Verleende en vervallen garanties

De uitstaande garantieverplichting aan DNB inzake IMF is in 2022 met € 306,7 mln. naar boven bijgesteld als gevolg van wisselkoersbijstellingen. De garantie is in SDR ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR. De geplande uitbreiding van PRGT met SDR 300 mln. is uitgesteld tot 2023.

13. EIB - kredietverlening in ACP en OCT

Verleende en vervallen garanties

De European Investment Bank (EIB) verricht activiteiten in de landen in Sub-Sahara-Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, alsmede in Europese Overzeese Gebieden. De EIB financiert een deel van deze activiteiten uit eigen middelen. Op deze eigen middelen hebben de lidstaten een garantie afgegeven om het politieke risico dat op deze activiteiten wordt gelopen af te dekken. In 2022 is deze garantie voor Nederland gestegen met € 9,2 mln.

16. European Financial Stabilisation Mechanism (EFSM)

Verleende en vervallen garanties

De garantie aan het EFSM is neerwaarts bijgesteld met € 67,5 mln. Aan deze wijziging liggen twee factoren ten grondslag. Ten eerste is er een lening afgelopen die deels opnieuw gefinancierd is, waardoor de omvang van de totaal uitstaande leningen onder dit instrument is afgenomen. Daarnaast is de rente die over deze lening betaald moet worden lager dan de rente op de lening die is afgelopen.

22. Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA)

Verleende en vervallen garanties

De uitstaande garantieverplichting aan de Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) is in 2022 met € 1,8 mln. naar boven bijgesteld als gevolg van wisselkoersbijstellingen. De garantie is in USD ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR.

23. Next Generation EU (NGEU)

Verleende en vervallen garanties

De Nederlandse garantie aan NGEU is met € 10,7 mld. naar boven bijgesteld. De Europese Commissie heeft geld op de markt geleend tegen een hogere rente dan voorheen verwacht. Daarnaast is de renteraming voor de nog niet uitgegeven leningen verhoogd. De combinatie van deze twee effecten heeft ervoor gezorgd dat de garantie is toegenomen. Zie hiervoor ook de bijlage: Overzicht coronasteunmaatregelen.

24. Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

Verleende en vervallen garanties

De Nederlandse garantie aan de Europese Commissie voor het SURE instrument is met € 29,2 mln. gestegen. Dit heeft twee oorzaken. Enerzijds heeft de Europese Commissie nieuwe leningen uitgegeven tegen hogere rentes dan voorheen geraamd, wat leidt tot een hogere garantie van € 126,1 mln. Daarnaast is de afsluitperiode voor de leningen onder de SURE eind 2022 geëindigd en is het plafond niet gehaald. Hierdoor wordt de garantie met € 96,9 mln. verlaagd. Per saldo leiden deze twee effecten tot een verhoging van de garantie. Zie hiervoor ook de bijlage: Overzicht coronasteunmaatregelen.

25. Wereldbank

Verleende en vervallen garanties

De garantieverplichtingen aan de Wereldbank (IBRD) zijn met € 411,8 mln. naar boven bijgesteld. Dit heeft twee oorzaken. Deels betreft dit een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting. De garantie is in USD ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR. Daarnaast heeft Nederland een additionele garantie afgegeven van € 100 mln. voor de begrotingssteun (development policy loan) die de Wereldbank aan Oekraïne verleend.

26. Exportkredietverzekering (ekv)

Verleende en vervallen garanties

In 2022 is voor € 4,5 mld. aan nieuwe verplichtingen aangegaan en is er voor € 7,5 mld. aan verplichtingen vervallen. Het uitstaande obligo van de ekv bedraagt in totaal € 18,9 mld. Met de ekv biedt de Staat (additioneel aan de markt) exporteurs de mogelijkheid om betalingsrisico’s verbonden aan het handels- en dienstenverkeer met het buitenland te verzekeren. Het productassortiment van de ekv-faciliteit omvat momenteel onder andere de kapitaalgoederenverzekering, de financieringsverzekering, de koersrisicoverzekering, de exportkredietverzekering en de verzekering van garanties.

Ontvangsten, uitgaven en verloop risicovoorziening

Voor de ekv is een begrotingsreserve ingericht. Deze reserve is opgericht ter dekking van verwachte en onverwachte schades en hij wordt gevoed door premieontvangsten. De begrotingsreserve bedroeg begin 2022 € 465,3 mln. In 2022 is er € 19,8 mln. onttrokken, dit is € 4,2 mln. minder dan begroot. Daarnaast is er € 140,4 mln. gestort. Dit is € 70,1 mln. meer dan begroot. De mutaties leiden tot een nieuwe stand van de reserve van € 585,9 mln ultimo 2022.

27. Herverzekering leverancierskredieten

Ontvangsten, uitgaven en verloop risicovoorziening

Het vertraagde karakter waarin schades optreden in combinatie met de periode waarin schades afgehandeld worden, leidde ertoe dat ondanks de beëindiging van de herverzekering per 1 juli 2021, het uitkeren van schades ook in 2022 nog doorliep.

De schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten bedroeg in 2022 € 3,6 mln. en de uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten € 1,0 mln. De gerealiseerde premieontvangsten en schaderestituties voor de herverzekering leverancierskredieten bedroegen respectievelijk € 2,0 mln. en € 1,3 mln. Het (negatieve) saldo over 2022 komt daarmee op € 1,3 mln.

Verstrekte leningen

Lening KLM

In de tabel Overzicht verstrekte leningen staat aangegeven dat de Nederlandse staat in 2020 een directe lening aan KLM heeft verstrekt met een maximale omvang van € 1 mld. KLM maakte in 2022 gebruik van de mogelijkheid om kosteloos vervroegd af te lossen en heeft de uitstaande lening van € 277 mln. afgelost. Daarmee bedraagt de uitstaande lening na aflossing nul, en de opvraagbare lening € 723 mln. Gezien KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, zijn de renteontvangsten voor 2022 na de vervroegde aflossing beneden bijgesteld.

Lening Griekenland

In 2010 had Griekenland als eerste land van de eurozone problemen om zichzelf te blijven financieren op de markt. Als gevolg daarvan is besloten de lidstaten van de eurozone samen met het IMF tot het verlenen van financiële steun door het verstrekken van bilaterale leningen. Deze zogenaamde Greek Loan Facility (GLF) bestond oorspronkelijk uit € 80 mld. aan bilaterale leningen van de landen van de eurozone en € 30 mld. van het IMF. In juli 2011 is besloten om de nog niet uitgekeerde leningen uit de GLF over te hevelen naar het EFSF. Vanuit de bilaterale leningen in het GLF is € 52,9 mld. uitgekeerd aan Griekenland. Het Nederlandse aandeel in de GLF was in totaal € 3,2 mld. Sinds 2012 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt en is Griekenland in 2020 gestart met het terugbetalen van de leningen. Eind 2022 bedraagt het Nederlandse aandeel in de GLF € 2,7 mld.

Lening Oekraïne

Nederland heeft in 2022 een bilaterale lening verstrekt van € 200 mln. aan Oekraïne via een speciale kredietlijn van het IMF. Deze begrotingssteun zal een bijdrage leveren aan Oekraïense inspanningen om de dagelijkse uitgaven te financieren en daarmee de economie draaiende te houden. De lening neemt na een respijtperiode van 4,5 jaar na uitgifte af middels halfjaarlijkse terugbetalingen. Het bedrag moet 10 jaar na uitgifte terug zijn betaald.

3.5 Openbaarheidsparagraaf

Actieve openbaarmaking

Op 1 juli 2021 is een start gemaakt met actieve openbaarmaking van beslisnota’s. Met ingang van Prinsjesdag 2022 worden bij alle Kamerstukken beslisnota’s openbaar gemaakt. In de praktijk zien we dat, naast persoonsgegevens, in heel beperkte mate informatie niet openbaar kan worden gemaakt. In totaal zijn 355 beslisnota’s (dossiers en losse) in 2022 actief openbaar gemaakt. In 2023 zullen de ervaringen met actieve openbaarmaking Rijksbreed worden geëvalueerd.

Passieve openbaarmaking

Het proces rondom de Wet open overheid (Woo) legt veel druk op de capaciteit van de organisatie en haar medewerkers. Eind 2022 zijn diverse maatregelen genomen met als doel Woo-verzoeken binnen de wettelijke termijn af te handelen. Zo is een pilot gestart om bij enkele Woo-verzoeken te kijken of met een maximale inspanning en een zo optimaal mogelijk proces de termijnen gehaald kunnen worden. Daarnaast wordt toegewerkt naar een centrale eenheid voor de afhandeling van de Woo-verzoeken om medewerkers te ondersteunen, kwaliteit te verhogen en doorlooptijden te verkorten. De kwantitatieve gegevens over de passieve openbaarmaking zijn opgenomen in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk (JBR).

Verbetering van de informatiehuishouding

Het programma Informatie op Orde (IOO) is opgestart om informatievoorziening en informatiehuishouding binnen het ministerie van Financiën op orde te krijgen langs 5 actielijnen. 2022 stond in het teken van het opstellen van plannen, terwijl op het terrein van informatievoorziening aan het parlement ook al concreet zaken worden opgeleverd.

In 2022 is voortgang geboekt op de volgende vijf actielijnen:

1. Informatieprofessionals: Het strategisch personeelsplan I-functies is opgesteld om te komen tot de benodigde personele versterking van de informatieprofessionals binnen het beleidsdepartement. De versterking betreft enerzijds de centrale functies op informatiehuishouding en anderzijds de ondersteuning van de beleidsmedewerkers op dit vlak.

2. Volume en aard van informatie: Diverse verbetertrajecten zijn gestart voor de archivering van e-mails en berichten, zoals het opstellen van werkinstructies. Opvolging verloopt in lijn met de diensten en kaders die Rijksbreed worden aangeboden door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De archivering van websites is geïmplementeerd.

3. Informatiesystemen: Om in de toekomst op één centrale plek dossiers goed op te bouwen en te kunnen archiveren is besloten om één Document Management Systeem binnen heel Financiën te implementeren. De implementatie is vertraagd vanwege de uitloop van Digidoc online. Daarop is samen met een aantal andere departementen een marktverkenning uitgevoerd naar een mogelijk alternatief systeem en wordt in 2023 besloten over opvolging. Het project Generieke Document en Archiefbeheer (GDA) is op basis van de uitkomsten van een Gateway review ‘on hold’ gezet. Voor de verbetering van de openbaarmaking zijn voor het gehele departement stappen gezet voor de aanschaf van nieuwe laksoftware en de ontwikkeling van een centraal systeem om de afhandeling van stukken beter te kunnen bewaken.

4. Bestuur en naleving: Begin 2022 is ingezet op het versterken van de governance en het opstellen van de plannen voor de verbetering van informatiehuishouding en informatievoorziening. Op deze plannen is ook een haalbaarheidstoets uitgevoerd. Eind 2022 is de 2e volwassenheidsmeting opgeleverd om zicht te krijgen op de voortgang ten opzichte van 2021. Hieruit blijkt dat er beperkte vooruitgang is geboekt, maar bewustwording is gegroeid.

5. IV en Politiek ambtelijke verhouding: Financiën hanteert een extra actielijn om, naast de informatiehuishouding, de informatievoorziening te verbeteren. In 2022 is de verbreding rondom actieve openbaarmaking opgepakt, alsook de implementatie van de Woo. Om te komen tot de benodigde verbeteringen rondom openbaarmaking, heeft een Woo-tweedaagse plaatsgevonden met betrokken medewerkers vanuit meerdere disciplines binnen Financiën, met als uiteindelijk doel Woo-verzoeken binnen de wettelijke termijn af te handelen. De voorgestelde maatregelen worden in 2023 verder uitgewerkt en uitgevoerd.

Bijlage 1: Overzicht coronasteunmaatregelen

Het kabinet heeft diverse (nood)maatregelen genomen om de coronacrisis het hoofd te bieden. Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het ministerie van Financiën zijn genomen. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual.

Onderstaande bedragen zijn gerealiseerde bedragen in 2022, behalve bij de Belasting- en invorderingsrente en boetes en schikkingen en opbrengsten kosten vervolging. Daar zijn de vooraf verwachte en in (incidentele) suppletoire begrotingen verwerkte budgettaire effecten opgenomen. Het is namelijk niet vast te stellen wat de ontvangsten zouden zijn geweest, als de maatregelen niet genomen waren. Hoeveel niet-belastingontvangsten er binnen komen is afhankelijk van het concrete betaalgedrag van belastingplichtigen. Dit is dus in tegenstelling tot nieuw opgezette uitgavenregelingen als gevolg van de coronamaatregelen. Daar is de exacte budgettaire omvang wel bekend, aangezien de regeling voorheen niet bestond.

Tabel 8 Overzicht coronasteunmaatregelen (x € 1 mln.)

Art.

Naam maatregel/regeling

Verplichtingen 2022

Uitgaven 2022

Ontvangsten 2022

Relevante Kamerstukken

1

Belasting- en invorderingsrente

‒ 16,0

‒ 16,0

‒ 217,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 412, nr. 1Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 1Kamerstukken II 2019-2020, 35 540, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 35 420, nr. 458

1

Boetes en schikkingen

0,0

0,0

‒ 90,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 1Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 4Kamerstukken II 2020-2021, 35 850 IX, nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 35 420, nr. 458Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 IX, nr. 1

1

Kosten vervolging

0,0

0,0

‒ 85,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 1Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 4Kamerstukken II 2020-2021, 35 850 IX, nr. 1Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 IX, nr. 1

3

Steunmaatregelen KLM

‒ 598,5

0,0

316,1

Kamerstukken II 2019-2020, 35 505 nr. 1Kamerstukken II 2020-2021, 29 232, nr. 41

4

EIB pan-Europees Garantiefonds

0,0

0,3

0,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 492 nr. 1

4

SURE

29,2

0,0

0,0

Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 1

4

NGEU

10.727,4

0,0

0,0

Kamerstukken II 2019-2020, 21 51-20, nr. 1575

5

Herverzekering leverancierskredieten

4,6

4,6

3,3

Kamerstukken II 2019-2020, 35 433, nr. 1

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Belasting- en invorderingsrente

Het eerste noodpakket banen en economie in maart 2020 betrof onder andere een verlaging van de belasting- en invorderingsrente naar 0,01%. De invorderingsrente gaat na 30 juni 2022 stapsgewijs terug naar het oude niveau. Op 1 juli 2022 is het percentage invorderingsrente op 1% vastgesteld, op 1 januari 2023 op 2%, om vervolgens in 2 stappen uit te komen op 4% op 1 januari 2024. De belastingrente is op 1 oktober 2020 aangepast naar 4%. De verlaagde rente resulteerde enerzijds in lagere verwachte uitgaven (- € 16 mln.), maar vooral in fors lagere verwachte ontvangsten (- € 217 mln.) in 2022.

Boetes en schikkingen & Kosten vervolging

Naar aanleiding van het verlenen van uitstel van het betalen van belasting is rekening gehouden met een derving van boetes en ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten. Hierbij werden verzuimboetes achterwege gelaten of teruggedraaid en invorderingsmaatregelen opgeschort. Tot en met 31 maart 2022 konden ondernemers belastinguitstel krijgen. De uiterlijke datum waarop gestart moest worden met aflossen van de opgebouwde schuld is 1 oktober 2022. Dit werkt door in lagere ontvangsten van boetes en van de opbrengsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten.

Steunmaatregelen KLM

De Nederlandse staat heeft in 2020 een directe lening aan KLM verstrekt met een maximale omvang van € 1 mld. Dit betreft een achtergestelde lening. KLM heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en loste de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 af. Omdat KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigden de renteontvangsten na de vervroegde aflossing. De renteontvangst in 2022 bedroeg € 15,8 mln.

Daarnaast heeft de Nederlandse staat in 2020 maximaal 90% van een kredietfaciliteit van € 2,4 mld. gegarandeerd, die door een consortium aan banken aan KLM wordt verstrekt. Voor deze garantie ontvangt de Nederlandse staat een garantiepremie die gedurende de looptijd in percentage oploopt. KLM heeft in 2022 de banken verzocht de maximale hoogte van de faciliteit te verlagen, de garantie is daarom met € 598,5 mln. naar beneden bijgesteld. De premieontvangst in 2022 bedroeg € 23,2 mln.

EIB pan-Europees Garantiefonds

De Europese Investeringsbank (EIB) heeft in 2020 een pan-Europees garantiefonds (EGF) opgericht om de negatieve economische gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Het fonds is een onderdeel van het pakket aan maatregelen dat op 9 april 2020 door de Eurogroep werd afgesproken. De investeringen onder het EGF hebben een hoog risicoprofiel waardoor het waarschijnlijk is dat de garantie ingeroepen zal worden. De verwachte nettoverliezen van het EGF worden ingeschat op 20%, het Nederlandse aandeel komt neer op € 260 mln. verdeeld over de looptijd van het fonds. Deze verwachte verliezen zijn opgenomen als uitgaven. De daadwerkelijke uitgaven bedragen € 0,3 mln. in 2022 en zijn daarmee lager dan verwacht.

SURE

In de Eurogroep van 9 april 2020 is overeengekomen SURE (Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency) op te richten. Dit is een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid in noodsituaties te beperken naar aanleiding van de corona-uitbraak. De garantie wordt aangepast als er een wijziging plaatsvindt in het Nederlandse aandeel in het Europese bruto nationaal inkomen (bni) of als er een wijziging optreedt in de uitstaande schuld met bijbehorende renteverplichtingen.

NGEU

NGEU (Next generation EU) is ingesteld in reactie op de corona crisis en is bedoeld om lidstaten te ondersteunen bij het herstel van de gevolgen. Het belangrijkste onderdeel van NGEU is de Recovery and Resilience Facility (RRF). De Nederlandse garantie voor NGEU wordt bepaald aan de hand van het Nederlandse bni-aandeel in de EU en mutaties in de verwachtte schulduitgifte en renteverplichtingen. De Nederlandse garantie aan NGEU is in 2022 naar boven bijgesteld naar aanleiding van nieuwe renteverwachtingen. Voorheen werden renteverwachtingen gebruikt die de Commissie in 2018 heeft gecommuniceerd. Omdat deze niet meer realistisch zijn, wordt de renteverwachting nu berekend op basis van actuele rentestanden. Deze aanpassing zorgt voor een aanzienlijke verhoging van de garantie voor NGEU.

Herverzekering leverancierskredieten

De staat heeft in het voorjaar van 2020 besloten over te gaan tot herverzekering van de gehele portefeuilles van verzekeraars van kortlopende leverancierskredieten voor het hele kalenderjaar 2020. Hiermee is voorkomen dat kredietverzekeraars op grote schaal hun limieten hebben verlaagd als gevolg van de coronacrisis, waardoor de onderliggende handelsstromen tot stilstand komen. Het vertraagde karakter waarin schades optreden in combinatie met de periode waarin schades afgehandeld worden, leidde ertoe dat ondanks de beëindiging van de herverzekering per 1 juli 2021, het uitkeren van schades ook in 2022 nog doorliep.

Bijlage 2: Budgettair overzicht Oekraïne

Het ministerie van Financiën heeft diverse maatregelen getroffen wegens de oorlog in Oekraïne. Hieronder is een overzicht opgenomen van de budgettaire effecten.

Tabel 9 Budgettair overzicht Oekraïne (x € 1 mln.)

Art.

Artikelnaam

Naam maatregel

Verplichtingen 2022

Uitgaven 2022

Ontvangsten 2022

Relevante Kamerstukken

2

Financiële markten

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0,0

0,0

0,0

Kamerstukken II, 2021-2022, 36 045, nr. 101

3

Financieringsactiviteiten publiek-private sector

LNG invoercapaciteit in de Eemshaven

0,0

0,0

1,0

Kamerstukken II, 2021-2022, 29 023, nr. 303

3

Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Garantie annuleringskosten LNG-terminal Gasunie

0,0

0,0

1,0

Kamerstukken II, 2021-2022, 29 023, nr. 304

4

Internationale financiële betrekkingen

Financiële steun voor Oekraïne via Wereldbank

100,0

0,0

0,0

Kamerstukken II, 2021-2022, 36 048, nr. 3

4

Internationale financiële betrekkingen

Financiële steun Oekraïne via het Internationaal Monetair Fonds

200,0

200,0

0,0

Kamerstukken II, 2021-2022, 36 182, nr. 6

4

Internationale financiële betrekkingen

Additionele lening Europese Commissie aan Oekraïne

0,0

0,0

0,0

Kamerstukken II, 2021-2022, 36 250, nr. 3

Toelichting

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

Conform de raadsaanbeveling van de Europese Commissie is er in 2022 een regeling opgezet voor Oekraïense ontheemden om contante Oekraïense valuta (hryvnia's) om te kunnen wisselen voor euro's. Voor het uitvoeren van deze regeling waren zowel uitgaven als ontvangsten begroot, omdat de valuta door DNB bij de nationale centrale bank van Oekraïne weer omgewisseld kon worden. De Staat heeft aan DNB een voorschot verstrekt om de valuta op te kunnen kopen. DNB heeft dit voorschot, na afrekenen met de nationale centrale bank van Oekraïne, teruggestort. Daarom staan in de realisatie zowel de uitgaven als de ontvangsten op nul. De regeling is eind 2022 stopgezet, omdat er op dat moment niet tot nauwelijks meer gebruik van de regeling werd gemaakt.

LNG invoercapaciteit in de Eemshaven

Om de leveringszekerheid voor gas in de winter van 2022/2023 te kunnen garanderen en de afhankelijkheid van Rusland voor levering van gas af te bouwen, huurde Gasunie begin 2022 een LNG-terminal. In april 2022 verstrekte de Staat voor de huur van deze drijvende LNG-terminal een garantie van € 160 mln., voor een periode van 5 jaar om de potentiële negatieve exploitatiekosten te kunnen dekken. Vanwege de gecontracteerde capaciteit kon Gasunie de garantie vroegtijdig beëindigen. De eerste premieontvangst van € 4 mln. (bedrag op jaarbasis) stond in 2023 geraamd. Deze premie is met de beëindiging afgerekend en in 2022 ontvangen (€ 1 mln. voor een looptijd van enkele maanden).

Garantie annuleringskosten LNG-terminal Gasunie

Gasunie huurde een tweede LNG-terminal om de afhankelijkheid van aardgas uit Rusland snel te verminderen met behoud van leveringszekerheid. Vanwege de stijgende vraag naar drijvende terminals, werd deze tweede terminal met spoed gecontracteerd met de mogelijkheid tot annuleren tegen eenmalige kosten van € 50 mln. De Staat verstrekte een garantie voor 80% van dit bedrag (€ 40 mln.). Ook deze garantie is inmiddels beëindigd. Voor deze garantie ontving de Staat een premieontvangst van circa € 1 mln.

Financiële steun voor Oekraïne via Wereldbank

De Staat verstrekte een garantie aan de Wereldbank als cofinanciering van de begrotingssteun aan Oekraïne via een Development Policy Loan (DPL). Met de Nederlandse garantie van € 100 mln. wordt de Wereldbank in staat gesteld additionele financiering te verlenen.

Financiële steun Oekraïne via het Internationaal Monetair Fonds

Gezien de noodsituatie in Oekraïne en de urgente behoefte aan middelen besloot het kabinet een aanvullende bilaterale lening van € 200 mln. aan Oekraïne te verstrekken via een speciale kredietlijn van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Deze begrotingssteun heeft als doel een bijdrage te leveren aan Oekraïense inspanningen om de dagelijkse uitgaven te financieren en de economie draaiende te houden.

Additionele lening Europese Commissie aan Oekraïne

Op 9 november heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan om Oekraïne via macro-financiële bijstand (MFB) € 18 mld. aan concessionele leningen te verlenen. Nederland neemt hiertoe een garantie op de begroting ter hoogte van het bni-aandeel van 5,9%. Het verplichtingenbudget is daarom in 2022 opgehoogd met € 1,062 mld. Echter heeft de ondertekening van de leenovereenkomst in 2022 niet meer plaatsgevonden, deze is in januari 2023 getekend.

4. Beleidsartikelen

Artikel 1 Belastingen

A. Algemene doelstelling

Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering door de Belastingdienst van die wet- en regelgeving dragen bij aan de bereidheid van burgers en bedrijven om hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance).

Onder «compliance» verstaat de Belastingdienst dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke fiscale verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst structureel uit zichzelf na te komen. De term ‘bereidheid’ geeft aan dat de Belastingdienst ernaar streeft dat belastingplichtigen uit zichzelf fiscale regels naleven, zonder (dwingende en kostbare) acties van de kant van de Belastingdienst. Als burgers en bedrijven hun wettelijke verplichtingen nakomen, dan komt belastinggeld de staatskas binnen zoals de wetgever beoogt.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een regisserende rol op het terrein van de fiscaliteit. Daarbij gaat het om:

  • het te voeren fiscale beleid;

  • het opstellen van fiscale wet- en regelgeving;

  • het internationaal behartigen van de Nederlandse fiscale belangen.

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een uitvoerende rol op het terrein van:

  • de heffing en inning van de premies werknemers- en volksverzekeringen;

  • de heffing en inning van de inkomensafhankelijke bijdragen Zorgverzekeringswet;

  • de heffing en inning voor derden van een aantal belastingen, heffingen en overige vorderingen;

  • handhavingstaken op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit.

Op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en de Invorderingswet 1990 voert de Belastingdienst de heffing en inning van de rijksbelastingen uit. Op grond van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten voert de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) de handhavingstaken uit op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit.

De minister bevordert, door inzet van de Belastingdienst, naleving van wet- en regelgeving door passende dienstverlening te leveren, massale processen juist en tijdig uit te voeren, adequaat toezicht uit te oefenen en waar nodig naleving bestuurs- of strafrechtelijk af te dwingen.

C. Beleidsconclusies

In het beleidsverslag zijn de beleidsresultaten van de Belastingdienst over 2022 geschetst. In het begin van 2022 was het effect van de coronacrisis op de reguliere processen van de Belastingdienst nog goed merkbaar. Desondanks kon de dienstverlening doorgaan, soms in aangepaste vorm. De Belastingdienst heeft in 2022 stappen gezet om de dienstverlening structureel te verbeteren, door bijvoorbeeld het uitbreiden van de Stella-teams en loketfuncties op Belastingdienstkantoren. De Belastingdienst heeft daarnaast gewerkt aan de versterking van de fraudeaanpak en het oplossen van problemen in het signalenproces. Ook heeft de Belastingdienst stappen gezet in de verdere vormgeving en uitvoering van de hersteloperaties ten aanzien van zaken die in het verleden niet goed zijn gegaan, zoals bij de Fraudesignaleringsvoorziening (FSV), Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP) en de box 3-heffing. Wat betreft box 3 is de eerste fase van het herstel in 2022 succesvol afgerond. De hersteloperaties hebben gevolgen voor de uitvoering van de reguliere taken van de Belastingdienst, waardoor de prestatie-indicatoren rond onder meer de afhandeltermijn van bezwaarschriften en de bereikbaarheid van BelastingTelefoon niet zijn gehaald. In overleg met politiek en beleid worden prioriteiten gesteld met betrekking tot de inzet van de beschikbare IV- en personele capaciteit.

Prestatie-indicatoren

Met de herijking van de prestatie-indicatoren (KPI’s) in de ontwerpbegroting IX 2021 en ontwerpbegroting IX 2022 is er beter inzicht verkregen in de mate waarin de Belastingdienst de naleving bevordert door burgers en bedrijven een adequate behandeling te geven, effectief te informeren, gemak te bieden en op gepaste wijze corrigerend op te treden. In onderdeel F2 «Belastingdienst» wordt gerapporteerd over de aangepaste set KPI’s.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

3.347.387

2.993.664

3.953.755

3.306.918

2.999.048

3.288.160

‒ 289.112

        

Uitgaven (1) + (2)

3.182.409

3.061.677

3.365.827

3.187.436

3.021.421

3.098.706

‒ 77.285

        

(1) Apparaatsuitgaven

2.965.330

2.531.436

2.740.198

2.639.201

2.849.335

2.850.155

‒ 820

waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland

13.312

13.879

12.216

14.347

16.432

14.000

2.432

        

Personele uitgaven

2.302.651

2.197.950

2.373.850

2.280.487

2.502.305

2.392.398

109.907

Eigen personeel

2.098.935

1.916.735

2.034.329

1.921.276

2.081.292

2.010.149

71.143

Inhuur externen

203.716

272.715

332.656

352.864

414.481

374.109

40.372

Overig Personeel

0

8.501

6.865

6.347

6.532

8.140

‒ 1.608

        

Materiële uitgaven

662.679

333.485

366.348

358.714

347.030

457.757

‒ 110.727

ICT

267.080

14.165

19.830

18.589

39.852

31.591

8.261

Bijdrage aan SSO's

166.004

213.648

217.865

236.235

234.938

322.432

‒ 87.494

Overig materieel

229.595

105.672

128.653

103.890

72.240

103.734

‒ 31.494

        

(2) Programma-uitgaven

217.078

530.241

625.630

548.235

172.086

248.551

‒ 76.465

        

Bekostiging

6.104

9.378

41.116

1.103

0

1.250

‒ 1.250

Vergoeding proceskosten

6.104

9.378

41.116

1.103

0

1.250

‒ 1.250

        

Garanties

0

156

209

68

179

250

‒ 71

Garantie procesrisico's

0

156

209

68

179

250

‒ 71

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

15.697

17.632

15.930

17.217

12.089

5.128

Waarderingskamer

0

2.011

2.017

2.349

2.381

2.381

0

Kadaster

0

9

1.972

2.432

2.745

2.045

700

Kamer van Koophandel

0

4.141

2.009

131

88

430

‒ 342

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

0

9.537

11.635

11.019

12.002

7.233

4.769

        

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

0

8.089

7.766

5.989

4.617

453

4.164

Internationale Douaneraad

0

168

232

280

254

178

76

Overige internationale organisaties

0

7.921

7.534

5.709

4.363

275

4.088

        

Opdrachten

0

267.513

339.204

327.870

346.834

374.126

‒ 27.292

ICT opdrachten

0

216.681

285.510

266.114

284.887

318.910

‒ 34.023

Overige opdrachten

0

50.833

53.694

61.756

61.947

55.216

6.731

        

Bijdrage agentschappen

64.593

118.097

94.896

91.137

64.723

77.667

‒ 12.944

Bijdrage Logius

0

112.999

89.106

86.271

60.760

75.257

‒ 14.497

Bijdrage CIBG

0

338

0

0

0

0

0

Bijdrage overige agentschappen

64.593

4.760

5.790

4.865

3.963

2.410

1.553

        

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

10.786

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

10.786

0

0

0

0

        

(Schade)vergoeding

0

0

0

7.433

16.964

5.163

11.801

(Schade)vergoedingen

0

0

0

7.433

12.590

5.163

7.427

Vergoeding proceskosten

0

0

0

0

4.374

0

4.374

        

Rente

146.381

111.310

114.021

170.071

123.779

141.000

‒ 17.221

Belasting- en invorderingsrente

146.381

111.310

114.021

170.071

123.779

141.000

‒ 17.221

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

0

‒ 71.367

‒ 402.227

‒ 363.447

‒ 38.780

Toerekening uitgaven aan Douane

0

0

0

‒ 71.367

‒ 194.545

‒ 171.745

‒ 22.800

Toerekening uitgaven aan Toeslagen

0

0

0

0

‒ 207.682

‒ 191.702

‒ 15.980

        

Ontvangsten (3) + (4)

144.168.866

157.215.788

145.836.034

166.431.153

179.397.468

182.309.112

‒ 2.911.644

        

(3) Programma-ontvangsten

144.130.146

157.057.332

145.759.431

166.317.485

179.297.948

182.216.879

‒ 2.918.931

waarvan: Belastingontvangsten

143.236.163

155.984.044

144.993.687

165.268.171

178.430.089

181.202.055

‒ 2.771.966

        

Bekostiging

240.859

242.970

142.914

36.607

72.662

135.644

‒ 62.982

Doorbelasten kosten vervolging

240.859

242.970

142.914

36.607

72.662

135.644

‒ 62.982

        

Rente

452.990

601.114

468.180

798.814

581.851

665.616

‒ 83.765

Belasting- en invorderingsrente

452.990

601.114

468.180

798.814

581.851

665.616

‒ 83.765

        

Boetes en schikkingen

200.135

229.203

154.651

213.894

213.346

213.564

‒ 218

Ontvangsten boetes en schikkingen

200.135

229.203

154.651

213.894

213.346

213.564

‒ 218

        

(4) Apparaatsontvangsten

38.720

158.456

76.603

113.667

99.520

92.233

7.287

Tabel 11 Uitsplitsing verplichtingen
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

3.347.387

2.993.664

3.953.755

3.306.918

2.999.048

3.288.160

‒ 289.112

waarvan garantieverplichtingen:

307

115

47

277

154

405

‒ 251

Procesrisico's

307

115

47

277

154

405

‒ 251

        

waarvan overige verplichtingen:

3.347.080

2.993.549

3.953.708

3.306.641

2.998.894

3.287.755

‒ 288.861

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

De aangegane verplichtingen in 2022 vallen € 289 mln. lager uit dan begroot. De lagere realisatie op de verplichtingen hangt voor een deel samen met de lagere uitgaven (€ 77 mln.). Dit deel wordt toegelicht onder 'Uitgaven'.

De belangrijkste oorzaken van de overige wijzigingen die bij de verplichtingen zijn opgetreden (per saldo € 212 mln.) betreffen:

  • Het verplichtingenbudget is met € 100 mln. naar beneden bijgesteld, aangezien de meerjarige verplichting voor de mobiliteitskaart al in 2021 is aangegaan en niet zoals eerder geraamd in 2022.

  • Doordat het inkoopproces (Categoriemanagement) is overgeheveld van de Belastingdienst naar het beleidsdepartement zijn de begrote verplichtingen van de Belastingdienst met circa € 90 mln. verlaagd omdat deze verplichtingen door de overheveling niet meer door de Belastingdienst zijn aangegaan.

  • Naar aanleiding van de centralisering van Logius bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is dit jaar geen verplichting (€ 56 mln.) aangegaan voor 2023. Er is enkel een nieuwe verplichting ingelegd voor de afrekening over 2021.

  • De verplichting voor leaseauto’s is door minder gebruik circa € 19 mln. lager uitgevallen.

  • De aanbestedingen voor de ICT-opdrachten ITSM (tool voor incidenten; circa € 19 mln.) en DBO (Digitale brug overheidsdiensten; circa € 11 mln.) zijn uitgesteld naar 2023.

  • Het tekenen van de dienstverleningsafspraken is doorgeschoven naar 2023 (circa € 23 mln.) en door vertraging in projecten bij het Rijksvastgoedbedrijf voor o.a. Ruimtelijke ontmoetingspleinen is er minder verplicht dan verwacht (circa € 11 mln.).

  • Zoals vermeld in het Jaarverslag 2021 en de 2e suppletoire begroting 2022 heeft de Belastingdienst naar aanleiding van de accountantscontrole 2021 de aangegane en openstaande verplichtingen voor € 96 mln. naar boven bijgesteld.

  • Er zijn extra verplichtingen aangegaan ter hoogte van circa € 30 mln. door het afsluiten van inhuurcontracten die nodig zijn voor de opdrachten in 2023.

Uitgaven

De uitgaven zijn in totaal € 77 mln. lager dan begroot. De belangrijkste oorzaken van de lagere uitgaven worden hieronder vermeld.

Personele uitgaven

De personele uitgaven vallen per saldo € 110 mln. hoger uit dan oorspronkelijk begroot. De uitgaven aan eigen personeel zijn € 71 mln. hoger, doordat de salariskosten zijn gestegen als gevolg van de thuiswerkvergoeding, de in 2022 nieuw afgesloten cao en hogere sociale premies en werkgeverslasten. De uitgaven aan externe inhuur zijn € 40 mln. hoger uitgevallen. In 2022 is er extra personeel ingehuurd voor het op peil houden van het aantal IV-dagen. Daarnaast was sprake van extra inhuur van externen in verband met de hersteloperatie rond de Fraudesignaleringsvoorziening. Ook waren er hogere personele uitgaven als gevolg van een verschuiving van materieel budget naar personeel budget. Dit betreft kosten voor personele ondersteuning op het domein van de bedrijfsvoering, zoals werving, om de sturing en beheersing van de Belastingdienst te verbeteren.

Materiële uitgaven

De materiële uitgaven vallen € 111 mln. lager uit. Van het materiële budget is eerder € 41 mln. overgeheveld naar het personele budget. Dit betreft bedrijfsvoeringskosten die niet onder materiële uitgaven - waar deze gereserveerd stonden - maar onder personele uitgaven vallen. Daarnaast is er circa € 70 mln. in 2022 niet tot besteding gekomen onder meer doordat kosten voor huisvesting lager uitvielen in verband met onderbezetting en de gevolgen van corona.

Opdrachten

De uitgaven aan «opdrachten» zijn € 28 mln. lager dan geraamd. Dit wordt - als eerder gemeld in de eerste suppletoire begroting - veroorzaakt doordat uitgaven voor ICT-opdrachten naar achteren zijn geschoven in de tijd, vanwege onder meer chiptekorten.

Bijdrage aan agentschappen

De bijdrage aan agentschappen in 2022 is € 13 mln. lager uitgevallen dan begroot. De voornaamste reden is dat in 2023 Logius gefinancierd wordt door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waardoor de vooruitbetaling voor het eerste kwartaal van 2023 ( € 18 mln.) is komen te vervallen.

(Schade)vergoeding

De schadevergoedingen zijn € 12 mln. hoger uitgevallen. De Belastingdienst heeft in 2022 een boete van € 3,7 mln. betaald aan de Autoriteit Persoonsgegevens. Daarnaast zijn er vergoedingen begroot op het subartikel 'vergoeding proceskosten', maar gerealiseerd onder dit subartikel (circa € 3 mln.). Daarnaast vallen de uitgaven hoger uit door een hoger aantal vergoedingen.

Rente

De uitgaven aan belasting- en invorderingsrente vallen € 17 mln. lager uit. Dit heeft te maken met een neerwaartse bijstelling van € 20 mln. vanwege een aangepaste verdeelsleutelsystematiek welke in de 1e suppletoire begroting 2022 is toegelicht.

Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken

Met de toerekening van uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van de Douane en Toeslagen doet, wordt inzicht gegeven in de integrale uitgaven die voor de Douane en Toeslagen worden gemaakt. Deze uitgaven zijn voor 2022 geactualiseerd en opwaarts bijgesteld (€ 22,8 mln. voor Douane en € 16 mln. voor Toeslagen).

Ontvangsten

De programma-ontvangsten, exclusief de belastingontvangsten, vallen in totaal € 147 mln. lager uit.

Belastingontvangsten

Voor een toelichting op de belastingontvangsten, zie het Financieel Jaarverslag Rijk.

Bekostiging

De ontvangsten uit het doorbelasten van vervolgingskosten (aanmaningen, dwangbevelen, beslaglegging etc.) zijn € 63 mln. lager uitgevallen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Dit is met name het gevolg van de herstelactie vervolgingskosten (€ 81 mln.).42 In het verleden zijn onterecht vervolgingskosten niet altijd verminderd wanneer belastingvorderingen werden verlaagd. In 2021 is gestart met het herstel op dit punt en deze herstelactie liep door in 2022 (met nog een kleine uitloop naar 2023).

Rente

De ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente zijn € 84 mln. lager dan geraamd in de oorspronkelijke begroting. Dit heeft de volgende oorzaken:

  • Lagere ontvangsten van € 236 mln. in 2022 vanwege een aangepaste verdeelsleutelsystematiek: zie de toelichting in de eerste suppletoire begroting 2022.

  • Het verlaagde invorderingsrentepercentage in verband met het coronasteunpakket van 0,01% is verlengd van 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2022. Daarna wordt het percentage per half jaar stapsgewijs teruggebracht naar het oude niveau van 4% voor belastingen. Dit resulteert in lagere renteontvangsten van € 36 mln.

  • Circa € 180 mln. meer ontvangsten door hogere realisaties dan verwacht. Dit heeft grotendeels te maken met dat er meer belastingrente over vennootschapsbelasting (VpB) is ontvangen dan geraamd, aangezien de VpB-opbrengsten hoger uitvielen dan verwacht.

F1. Fiscaal beleid en wetgeving

Genereren van inkomsten – fiscale wet- en regelgeving

Het genereren van inkomsten ten behoeve van uitgaven voor de rijksbelastingen, de sociale fondsen en de zorgverzekeringen door middel van het ontwikkelen van solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving die ook in internationale context werkbaar is.

Algemeen

De inkomsten uit rijksbelastingen zijn van groot belang om de uitgaven van de rijksoverheid te financieren. Naast het realiseren van deze financiering, wordt fiscale regelgeving zo ingericht dat het bepaalde doelen stimuleert, zoals werkgelegenheid en klimaatvriendelijk gedrag, en andere ontmoedigt, zoals roken en milieuvervuiling. Jaarlijks wordt een pakket Belastingplan ingediend met aanpassingen voor het volgende (en latere) ja(a)r(en). Daarnaast is een aantal aparte wetsvoorstellen ingediend/behandeld. Tot slot zijn op het gebied van internationale beleidsontwikkeling belangrijke stappen gezet.

Belastingplanpakket

Het pakket Belastingplan 2023 omvatte zeven wetsvoorstellen, met circa 45 maatregelen op verschillende gebieden: inkomensbeleid, belastingontwijking, stimulering van emissievrij rijden, de belasting van vermogen en compensatie van de sterk gestegen energieprijzen.

Het pakket Belastingplan 2023 is op 10 november 2022 aangenomen door de Tweede Kamer, en op 20 december 2022 door de Eerste Kamer.

Fiscale verzamelwet

Naast het Belastingplanpakket wordt ieder jaar ook een Fiscale Verzamelwet opgesteld. Hierin worden doorgaans beperkte, technische wijzigingen met kleine of geen budgettaire gevolgen opgenomen. De Fiscale Verzamelwet 2023 is door beide Kamers aangenomen.

Losse wetsvoorstellen

Na het arrest van de Hoge Raad over box 3 zijn in korte tijd twee wetsvoorstellen tot stand gekomen: één om de periode tot invoering van een nieuw stelsel te overbruggen en één om burgers die daar recht op hadden te compenseren. Deze wetsvoorstellen zijn als onderdeel van het Belastingplanpakket 2023 aangenomen door beide Kamers.

De oorlog in Oekraïne en de daaropvolgende stijging van de energieprijzen hebben ook op fiscaal terrein hun weerslag gehad. Zo is in de inmiddels aangenomen Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage43 geregeld dat overwinsten in de fossiele sector extra belast worden. De opbrengsten van deze maatregel zijn ingezet voor fiscale en niet-fiscale steunmaatregelen voor huishoudens en bedrijven die kampen met hoge energieprijzen.

De verdeling van vermogen was een ander onderwerp dat, mede door de publicatie van het IBO vermogensverdeling, prominent speelde in 2022. De Wet excessief lenen van de eigen vennootschap is een van de maatregelen die, door te zorgen voor effectievere belastingheffing in box 2, bijdraagt aan een eerlijkere vermogensverdeling. Ook werden andere maatregelen op dit terrein genomen, zoals het verhogen van het laag VpB-tarief, de introductie van twee schijven in box 2 en het afschaffen van de schenkingsvrijstelling van de eigen woning.

Ook is de Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie aangenomen. Hiermee worden onder andere digitale platformen verplicht gesteld om jaarlijks informatie aan te leveren aan de Belastingdienst over burgers die inkomsten verkrijgen via hun platforms. Ook voorziet de wet in een systeem van automatische informatie-uitwisseling tussen de belastingdiensten van EU-lidstaten.

Tot slot is er op internationaal en Europees niveau vooruitgang geboekt met betrekking tot Pijler 2. Op 1 juli 2021 is er tussen meer dan 130 landen een akkoord op hoofdlijnen bereikt over het moderniseren van het internationale belastingsysteem op basis van 2 pijlers. Pijler 2 ziet op een wereldwijd minimumniveau van belastingheffing. Op 15 december 2022 is dit akkoord definitief bekrachtigd door alle EU-lidstaten. Dit geeft Nederland de ruimte om over te gaan tot het omzetten van de Pijler 2-richtlijn in nationale wetgeving. Het kabinet is voornemens om een wetsvoorstel strekkende tot implementatie van de Pijler 2-maatregelen in het voorjaar van 2023 aan te bieden aan de Tweede Kamer.

F2. Belastingdienst

Doelen en prestatie-indicatoren

De set prestatie-indicatoren sluit aan bij de Uitvoerings- en Toezichtstrategie van de Belastingdienst. Op die manier zijn prestatie-indicatoren een uiting van de strategie van de organisatie en kan, in lijn met de strategie, gestuurd worden op resultaten en effecten.

De set is als volgt opgebouwd:

  • Kengetallen verdeeld naar de vier compliancefactoren:

    • Juiste registratie;

    • Tijdige aangifte;

    • Juiste en volledige aangifte;

    • Tijdige betaling.

  • Daarnaast rapporteren we de belastingmoraal en het vertrouwen in de Belastingdienst op een schaal van 1 t/m 5.

  • Belevingsindicatoren en objectieve prestatie-indicatoren op de volgende vier tussendoelen van compliance:

    • Een adequate behandeling (juist, tijdig, proportioneel);

    • Effectief informeren over rechten en plichten;

    • Het nakomen van verplichtingen zo makkelijk mogelijk maken (gemak);

    • Op gepaste wijze corrigerend optreden bij niet-naleving

Op ieder tussendoel is een belevingsindicator geformuleerd die de ervaring van burgers en bedrijven met betrekking tot de tussendoelen van de Belastingdienst inzichtelijk maakt. Met de belevingsindicatoren brengt de Belastingdienst in kaart hoe burgers en bedrijven de tussendoelen beoordelen.

Bij dit jaarverslag zijn daarnaast enkele nieuwe kengetallen voor compliance en adequate behandeling toegevoegd. Deze zijn nader toegelicht. Bij de prestatie-indicatoren lichten wij hiernaast de indicatoren toe die afwijken van de streefwaarde. Voor enkele relatief nieuwe indicatoren waren overigens in de Begroting 2022 nog geen streefwaarden opgenomen; dan is in dit Jaarverslag de streefwaarde ‘nog niet bekend’ (n.n.b.) opgenomen.

Tabel 12 Realisatie kengetallen Algemene doelstelling Compliance
 

Waarde 2018

Waarde 2019

Waarde 2020

Waarde 2021

Waarde 2022

Belastingmoraal (schaal 1 - 5)

     

- Particulieren

4,1

4,0

- Midden en Kleinbedrijf

4,4

4,3

- Grote Ondernemingen

4,4

4,4

- Fiscaal Dienstverleners

4,4

4,4

Vertrouwen in de belastingdienst (schaal 1 - 5)

     

- Particulieren

3,2

3,1

- Midden en Kleinbedrijf

3,3

3,2

- Grote Ondernemingen

3,4

3,4

- Fiscaal Dienstverleners

3,3

3,2

Juiste registratie

96,7%

Percentage tijdige aangiften vennootschapsbelasting1

94,7%

91,9%

92,4%

86,5%

86,6%

Percentage tijdige aangiften inkomensheffing1

94,7%

91,9%

92,4%

92,6%

90,9%

Percentage tijdige aangiften omzetbelasting

95,6%

95,6%

95,0%

95,1%

95,0%

Percentage tijdige aangiften loonheffingen

99,1%

99,1%

99,0%

99,0%

98,9%

Percentage tijdige aangiften erfbelasting

66,4%

Juist en volledig doen van aangifte: structureel terugdringen van het nalevingstekort Particulieren

0,7%

n.v.t.

0,5%

n.v.t.

0,4%

Juist en volledig doen van aangifte: structureel terugdringen van het nalevingstekort MKB

5,7%

n.v.t.

n.v.t.

4,3%

n.v.t.2

Percentage van het nalevingstekort dat de Belastingdienst corrigeert bij burgers (IH)3

57,6%

54,5%

Percentage van het nalevingtekort dat de Belastingdienst corrigeert bij het MKB (IH, VpB, OB en LH)3

38,5%4

44,7%

Percentage tijdige betaling van belastingen en premies

98,5%

98,5%

98,5%

99,3%

98,5%5

Bron: Belastingdienst/SSO Financieel en Managementinformatie

X Noot
1

Tot en met 2020 zijn de percentages voor tijdige aangiften VpB en IH gecombineerd gemeten. In de tabel zijn tot en met 2020 de gecombineerde waarden voor VpB en IH opgenomen. Vanaf 2021 zijn deze percentages separaat inzichtelijk gemaakt.

X Noot
2

N.v.t. betekent dat in het gegeven jaar de (streefwaarde van de) prestatie-indicator niet is gemeten. De volgende meting zal plaatsvinden in 2024.

X Noot
3

Naar aanleiding van de in de begroting 2021 aangekondigde evaluatie is besloten hieraan geen streefwaarde aan te verbinden. Om die reden is het kengetal in deze tabel opgenomen.

X Noot
4

De realisatie is ten opzichte van het jaarverslag 2021 aangepast naar de correcte stand ultimo 2021.

X Noot
5

Ten opzichte van voorgaande jaren is er een uitbreiding gedaan met onder andere de schenk- en erfbelasting, overdrachtsbelasting en autobelastingen. Dit heeft niet geleid tot significante afwijkingen in het resultaat.

Juiste registratie

Dit (nieuwe) kengetal geeft de mate van actualiteit en juistheid van de stamgegevens over burgers en bedrijven weer. Deze indicator geeft een beeld van de ontwikkeling van omvang, samenstelling en dynamiek van de registratie van burgers en bedrijven. Tevens geeft het een beeld van de kwaliteit van de stamgegevens die als basis voor de heffing en inning dienen. Burgers en bedrijven moeten eerst als belastingplichtige bekend zijn om hen aangifteplichtig te kunnen maken. Op dit moment is het nog lastig om een oordeel te verbinden aan deze uitkomst (96,7%). Om hier meer duiding op te geven zullen we dit punt in 2023 nader onderzoeken.

Percentage tijdige aangiften erfbelasting

Dit (nieuwe) kengetal weerspiegelt of het beleid van de Belastingdienst succesvol is om belastingplichtigen te bewegen tijdig een aangifte in te dienen voor de erfbelasting. Een aangifte erfbelasting moet binnen acht maanden na het overlijden van de erflater zijn ontvangen door de Belastingdienst, tenzij uitstel is verleend om aangemerkt te worden als tijdig ontvangen. Van het aantal aangiften erfbelasting in 2022 is 66,4% aangemerkt als tijdig ontvangen.

Adequate behandeling

De Belastingdienst geeft burgers en bedrijven een adequate behandeling (correct en passend).

Tabel 13 Realisatie prestatie-indicatoren: Adequate behandeling (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Streefwaarde 2022

Realisatie 2022

Burgers en bedrijven geven aan dat ze adequate behandeling hebben gekregen (schaal 1 - 5)

      

- Particulieren

2,9

n.n.b.

3,0

- Midden en Kleinbedrijf

3,3

n.n.b.

3,3

- Grote Ondernemingen

3,5

n.n.b.

3,5

- Fiscaal Dienstverleners

3,3

n.n.b.

3,3

Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijn1

78,0%

68,0%

79,3%

85,1%

≥ 90%

86,0%

Afgehandelde klachten binnen Awb-termijn1

98,0%

96,6%

93,3%

95,3%

≥ 93%

96,9%

Percentage burgers en bedrijven dat op afspraak tijdig wordt teruggebeld door een Belastingdienst-medewerker

97,4%

97,4%

95,6%

≥ 90%

89,8%

Percentage tijdig afgehandelde verzoeken tot registratie

93,7%

≥ 95%

98,6%

Kwaliteit volgens interne fiscale kwaliteitscontrole

86,4%

87,0%

87,4%

89,3%

≥ 87%

89,9%

Percentage definitieve aanslagen IH dat binnen een jaar na aangifte is opgelegd.

> 85%

94,1%

Bron: Belastingdienst/SSO Financieel en Managementinformatie

X Noot
1

De waarden voor 2018, 2019 en 2020 zijn inclusief Douane en Toeslagen.

De realisatiestanden over 2022 voor de prestatie-indicator burgers en bedrijven die aangeven adequate behandeling gekregen te hebben, zijn weergegeven. De indicatoren percentage van de afgehandelde klachten binnen Awb-termijn, tijdig afgehandelde verzoeken tot registratie, kwaliteit volgens interne fiscale kwaliteitscontrole voldoen aan de norm. De overige indicatoren worden hieronder toegelicht.

Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijn

De doelstelling om 90% of meer van de afgedane bezwaren binnen de Awb-termijn te behandelen is niet gerealiseerd. De oorzaak hiervan was met name een logistieke blokkade als gevolg van de enorme instroom van bezwaren Inkomensheffing na het arrest van de Hoge Raad met betrekking tot box 3 op 24 december 2021. Deze blokkade heeft er voor gezorgd dat nieuwe bezwaren niet tijdig konden worden opgepakt, met het verstrijken van de behandeltermijn tot gevolg. Tevens is na de aankondigingen over het rechtsherstel box 3 de instroom van bezwaren en verzoeken om ambtshalve verminderingen sterk gestegen, wat heeft gezorgd voor een achterstand in de verwerking.

Percentage burgers en bedrijven dat op afspraak tijdig wordt teruggebeld door een Belastingdienstmedewerker

Het percentage burgers en bedrijven dat tijdig wordt teruggebeld heeft de norm van 90% net niet gehaald met een eindrealisatie van 89,8%. We blijven kijken naar verbeteringen om de tijdigheid te waarborgen.

Percentage definitieve aanslagen IH dat binnen een jaar na aangifte is opgelegd

Deze indicator is nieuw in de begroting 2022. De Belastingdienst wil burgers en bedrijven zo snel mogelijk zekerheid bieden. Met de indicator wordt gemeten welke percentage aanslagen inkomensheffing binnen één jaar na datum ontvangst van de aangifte is opgelegd. In 2022 was dat 94,1%, ruim boven de streefwaarde.

Informeren

De Belastingdienst informeert burgers en bedrijven effectief over hun rechten en plichten.

Tabel 14 Realisatie prestatie-indicatoren: Effectief informeren (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Streefwaarde 2022

Realisatie 2022

Burgers en bedrijven geven aan dat de Belastingdienst hen voldoende informeert (schaal 1 - 5)

      

- Particulieren

3,4

n.n.b.

3,5

- Midden en Kleinbedrijf

3,4

n.n.b.

3,4

- Grote Ondernemingen

3,5

n.n.b.

3,5

- Fiscaal Dienstverleners

3,5

n.n.b.

3,5

Antwoorden op vragen via de BelastingTelefoon zijn kwalitatief juist

93,0%

92,5%

93,8%

91,5%

>95%

93,7%

Bereikbaarheid BelastingTelefoon

83,0%

85,0%

87,9%

90,3%

>90%

72,1%

Bereikbaarheid Webcare

73,0%

79,0%

71,2%

80,7%

>80%

54,8%

Klanttevredenheid (schaal 1 - 5)% van de bellers, website- en baliebezoekers die een 3 of hoger scoort1

      

- Website

79,0%

84,6%

85,5%

83,8%

>80%

80,6%

- Balie

81,8%

82,0%

80,0%

84,4%

>75%

82,4%

- BelastingTelefoon

72,7%

75,6%

80,5%

81,7%

>80%

68,8%

Klantontevredenheid (schaal 1 - 5)% van de bellers, website- en baliebezoekers die een 1,5 of lager scoort1

      

- Website

5,0%

2,6%

2,3%

2,6%

<7%

4,2%

- Balie

5,9%

6,3%

6,2%

4,7%

<8%

4,8%

- BelastingTelefoon

10,3%

8,2%

6,1%

5,7%

<10%

12,9%

Aantal registraties waarmee MKB-ondernemers participeren in FD-convenanten

190.963

179.211

176.434

>178.000

198.733

Bron: Belastingdienst/SSO Financieel en Managementinformatie

X Noot
1

Tot 2022 zijn in het jaarverslag de gecombineerde resultaten van de Belastingdienst en Toeslagen gerapporteerd. Vanaf 2022 is het mogelijk om onderscheid te maken in de resultaten bij BelastingTelefoon.

De realisatiestanden over 2022 voor de prestatie-indicator burgers en bedrijven die aangeven dat de Belastingdienst hen voldoende informeert, zijn weergegeven. De indicatoren aantal registraties waarmee MKB-ondernemers participeren in FD-convenanten en klant(on)tevredenheid voor de website en balie voldoen aan de norm. De overige indicatoren worden hieronder toegelicht.

Antwoorden op vragen via de BelastingTelefoon zijn kwalitatief juist

Deze indicator meet het aantal kwalitatief juiste antwoorden dat via de BelastingTelefoon gegeven wordt op vragen over de uitleg van wet- en regelgeving of vragen over proces en status. De realisatie van deze indicator is met 93,7% iets lager uitgekomen dan de norm van 95%. We blijven kijken naar verbeteringen om de kwaliteit van de gegeven antwoorden te waarborgen.

Bereikbaarheid BelastingTelefoon

De bereikbaarheid van de BelastingTelefoon scoort onder de norm. Dit hangt onder meer samen met de moeilijke arbeidsmarkt (aantallen en niveau van de instroom, grote uitstroom) en een hoog ziekteverzuim. De BelastingTelefoon krijgt daarnaast veel calls door de herstart van de invorderingen (met name Toeslagen), de Box 3-problematiek en het terugbetalen van coronasteun. Deze lastige situatie waarin burgers en bedrijven zich bevinden, in combinatie met het aantal nieuwe medewerkers en de hoge werkdruk, zorgen voor een substantieel hogere afhandeltijd waardoor minder telefonie kan worden afgedaan.

Bereikbaarheid WebCare

Door onderbezetting is de streefwaarde niet gehaald. Ook hier geldt dat de uitstroom hoger was en de werving niet voldoende opleverde. Door de onbereikbaarheid van de BelastingTelefoon zijn er daarnaast meer vragen via social media gesteld.

Klant(on)tevredenheid BelastingTelefoon

De streefwaarde is niet gehaald. Dit komt vermoedelijk doordat de bereikbaarheid van de BelastingTelefoon onder druk staat, zoals hierboven toegelicht.

Gemak

De Belastingdienst streeft ernaar om het voor burgers en bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken om te voldoen aan fiscale verplichtingen.

Tabel 15 Realisatie prestatie-indicatoren: Gemak bieden en fouten voorkomen (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Streefwaarde 2022

Realisatie 2022

Burgers en bedrijven geven aan dat ze gemak ervaren (schaal 1 - 5)

      

- Particulieren

3,5

n.n.b.

3,5

- Midden en Kleinbedrijf

3,4

n.n.b.

3,4

- Grote Ondernemingen

3,3

n.n.b.

3,4

- Fiscaal Dienstverleners

3,5

n.n.b.

3,5

Percentage aangiften IH-NW waarbij de belastingplichtige niet hoeft aan te vullen

≥ 35%

37,9%

Bron: Belastingdienst/SSO Financieel en Managementinformatie

De realisatiestanden over 2022 voor de prestatie-indicator burgers en bedrijven die aangeven dat ze gemak ervaren zijn weergegeven. De prestatie-indicator voor het percentage aangiften IH-NW waarbij de belastingplichtige niet hoeft aan te vullen wordt hieronder toegelicht.

Percentage aangiften IH-NW waarbij de belastingplichtige niet hoeft aan te vullen

Door inzet van de vooringevulde aangifte (VIA) probeert de Belastingdienst het doen van aangifte zo makkelijk mogelijk te maken. Met deze indicator wordt gemeten hoeveel procent van de aangifte IH-niet-winst (IH-NW) zodanig vooringevuld is, dat de belastingplichtige geen aanpassingen meer hoeft te doen. Het percentage aangiften Inkomensheffing niet-winst (IH-NW) waarin de vooraf ingevulde gegevens juist en volledig zijn voldoet met 37,9% aan de norm van 35%.

Corrigerend optreden

De Belastingdienst treedt op gepaste wijze corrigerend op bij niet-naleving.

Tabel 16 Realisatie prestatie-indicatoren: Corrigerend optreden (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Streefwaarde 2022

Realisatie 2022

Burgers en bedrijven geven aan dat zij corrigerend optreden ervaren (schaal 1 - 5)

      

- Particulieren

3,4

n.n.b.

3,4

- Midden en Kleinbedrijf

3,4

n.n.b.

3,3

- Grote Ondernemingen

3,3

n.n.b.

3,3

- Fiscaal Dienstverleners

3,2

n.n.b.

3,2

Percentage processen verbaal dat leidt tot veroordeling of transactie

86,8%

84,0%

71,7%

71,6%

>82%

72,9%

Percentage opsporingscapaciteit dat wordt ingezet op omgevingsgerichte strafonderzoeken

36,3%

39,7%

44,4%

44,9%

>40%

40,1%

Betalingsachterstand

2,9%

3,0%

7,5%

3,4%

≤3,5%

3,4%

Percentage binnengekomen aangiften van belastingjaar 2020 na herinnering of aanmaning

      

- IH

n.n.b.

80,8%

- VpB

n.n.b.

73,0%

Percentage binnengekomen aangiften van belastingjaar 2021 na herinnering of aanmaning

      

- IH

n.n.b.

70,0%

- VpB

n.n.b.

45,5%

Inning invorderingsposten binnen een jaar

58,3%

58,7%

53,8%

41,1%

≥55%

38,1%

Percentage oninbaarheid

0,3%

0,1%

0,4%

0,1%

<0,6%

0,2%1

Bron: Belastingdienst/SSO Financieel en Managementinformatie

X Noot
1

Dit percentage is in 2022 uitgebreid met onder andere de schenk- en erfbelasting, overdrachtsbelasting en autobelastingen. Er is geen significante afwijking geweest op het resultaat ten opzichte van 2021.

De realisatiestanden over 2022 voor de prestatie-indicator burgers en bedrijven die aangeven corrigerend optreden te ervaren, zijn weergegeven. De indicatoren percentage van de opsporingscapaciteit dat wordt ingezet op omgevingsgerichte strafonderzoeken, de betalingsachterstand en het percentage oninbaarheid voldoen aan de norm. De overige indicatoren worden hieronder toegelicht.

Percentage processen-verbaal dat leidt tot veroordeling of transactie

In 2022 ligt het percentage processen verbaal dat leidt tot een veroordeling of transactie lager dan de doelstelling (> 82%). De opgelopen voorraden bij het Openbaar Ministerie (Functioneel Parket) en beperkte zittingscapaciteit hebben net als in voorgaande jaren ervoor gezorgd dat de doelstelling niet is behaald. Het beter laten functioneren van de strafrechtketen is een gezamenlijke opgave van de ketenpartners waarvoor het Openbaar Ministerie tezamen met de FIOD inmiddels initiatief heeft genomen.

Percentage binnengekomen aangiften van belastingjaar 2020/2021 na herinnering of aanmaning

De indicator laat zien hoeveel aangiften IH en VpB binnenkomen tussen de herinnering en de ambtshalve aanslag. We zetten verschillende instrumenten in om de tijdigheid van aangiften te bevorderen. Als niettemin sprake is van aangifteverzuim dan volgt een traject dat begint met een herinnering, zo nodig gevolgd door een aanmaning, uitmondend in een ambtshalve aanslag en in een aantal gevallen strafrechtelijke vervolging. De indicator laat zien wat het effect is van de herinnering of aanmaning.

Inning invorderingsposten binnen een jaar

Deze indicator toont het percentage van de niet tijdig betaalde vorderingen dat binnen een jaar toch worden geïnd, als resultaat van de door de Belastingdienst ingezette invorderingsmaatregelen. Als gevolg van de coronasteunmaatregelen lag de (dwang)invordering vanaf medio maart 2020 vrijwel geheel stil. Vanaf oktober 2021 is de Belastingdienst geleidelijk begonnen met het opstarten van de inning. Als onderdeel van de coronamaatregelen was het echter nog tot 1 april 2022 voor bedrijven mogelijk om uitstel te krijgen van betaling voor nieuw opkomende verplichtingen. Door de voorzichtige opstart van de invorderingen blijft de realisatie achter bij de norm.

Artikel 2 Financiële markten

A. Algemene doelstelling

Beleid en regelgeving maken voor een stabiele en integere werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Financiën bevordert het goede functioneren van het financiële stelsel en heeft een regisserende rol. Zij is verantwoordelijk voor de goede werking van het betalingsverkeer. De minister is daarnaast verantwoordelijk voor goed functionerende en integere financiële markten en voor de Nederlandse wetten en regels ten aanzien van de financiële markten en de institutionele structuur van het toezicht. Verder draagt de minister samen met de minister van Justitie en Veiligheid verantwoordelijkheid voor wet- en regelgeving om het gebruik van het financieel stelsel voor het witwassen van geld en het financieren van terrorisme te voorkomen. Ook is de minister verantwoordelijk voor de regelgeving van bepaalde bijzondere financiële beroepsgroepen, zoals accountants. De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) voeren het daadwerkelijke toezicht op de financiële markten uit. Dat wil zeggen dat de minister verantwoordelijk is voor het functioneren van het toezichtsysteem als geheel en verantwoordelijk is voor de uitvoering van het toezicht door DNB en de AFM. Echter, om de onafhankelijke positie van de toezichthouders te bevorderen is de minister noch verantwoordelijk noch bevoegd ten aanzien van individuele besluiten van de toezichthouders, en beschikt de minister niet over toezichtvertrouwelijke informatie. Daarnaast worden steeds meer toezichttaken op Europees niveau belegd. Zo voert de Europese Centrale Bank (ECB) ook in belangrijke mate het toezicht op grote en grensoverschrijdende Europese banken uit.

De randvoorwaarden die de minister stelt voor een integer en stabiel systeem hebben hun basis in de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft). Het gaat hierbij om (het toezicht op nakoming van) regelgeving die financiële instellingen stimuleert en verplicht om op integere en transparante wijze te werk te gaan. Deze regelgeving en dit toezicht dragen eraan bij dat consumenten en bedrijven met voldoende informatie en vertrouwen financiële producten kunnen afnemen.

Tot slot bevordert de minister het verantwoord financieel gedrag door de burger en zet de staatssecretaris zich in voor de ongestoorde voorziening van voldoende munten in circulatie.

Verantwoordelijkheden minister van Financiën op de BES-eilanden

Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden) maken deel uit van Nederland. De eilanden zijn openbare lichamen in de zin van de Grondwet. De verantwoordelijkheid van de minister van Financiën ten aanzien van de toezichttaken voor de BES-eilanden is dezelfde als voor Europees Nederland, omdat de verhouding tussen de minister en de toezichthouders dezelfde is. Het toezicht op de BES-eilanden is net als in Nederland op afstand geplaatst bij DNB en de AFM; de minister van Financiën is systeemverantwoordelijk.

C. Beleidsconclusies
  • Ten behoeve van de financiële stabiliteit is in juni 2022 een Raadsakkoord voor de herziening van de richtlijn Solvency II bereikt. Dit Raadsakkoord bevat, conform de Nederlandse inzet, een gebalanceerde uitkomst waarbij er geen sprake is van structurele verzwaring of verlichting van kapitaalseisen voor Nederlandse verzekeraars.

  • In 2022 zijn enkele nieuwe voorstellen ter uitwerking van het kapitaalmarktunie actieplan gepubliceerd. Daarnaast zijn onderhandelingen over eerder gepubliceerde voorstellen geweest. Bij enkele dossiers is een Raadsakkoord bereikt. Publicatie van het voorstel voor de Retail Investment Strategy is door de Europese Commissie uitgesteld naar het eerste kwartaal van 2023.

  • Wijzer in geldzaken heeft in 2022 werkgevers gestimuleerd om werknemers een helpende hand bij geldzorgen aan te bieden. Want ook mensen met een betaalde baan hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen, doordat energie en boodschappen duurder worden.

  • Op het gebied van hypotheken zijn in 2022 voor 2023 de nieuwe leennormen vastgesteld die regels voorschrijven voor het verantwoord verlenen van hypothecair krediet om zo overkreditering tegen te gaan. Door de oplopende inflatie zijn de kosten van levensonderhoud fors gestegen, maar door het koopkrachtpakket van het kabinet valt de impact op de maximale leenruimte relatief mee.

  • In de voortgangsrapportage44 is gerapporteerd over de voortgang op de afspraak in het klimaatcommitment van de financiële sector. De afspraak was om uiterlijk vanaf boekjaar 2020 te rapporteren over het CO2-gehalte van hun activa. Een van de uitkomsten hiervan was dat 47 van de 52 ondertekenaars (90%) rapporteerden over het CO2-gehalte van hun activa, ten opzichte van 78% het jaar ervoor.

  • De Financial Action Task Force (FATF) heeft in 2022 een evaluatierapport gepubliceerd over het Nederlandse beleid tegen witwassen, terrorismefinanciering en financiering van de verspreiding van massavernietigingswapens. Nederland heeft volgens de FATF de afgelopen jaren grote vooruitgang geboekt in zijn aanpak van witwassen en financiering van terrorisme. De financiële taskforce betitelt de Nederlandse aanpak van witwassen als een robuust systeem en beschouwt de binnenlandse samenwerking en coördinatie op zowel beleids- als operationeel niveau als kernkwaliteiten.

Kengetallen financiële stabiliteit

Financiële stabiliteit staat centraal in het beleid van de minister van Financiën ten aanzien van de financiële sector. Een belangrijk onderdeel hierbij zijn de buffers die banken hebben zodat zij weerbaarder zijn. In het prudentieel raamwerk voor banken gelden zowel ongewogen als gewogen kapitaaleisen. Twee belangrijke indicatoren zijn de zogenaamde leverage ratio en de Common Equity Tier 1 (CET1)-ratio. De afgelopen jaren hebben banken beide typen buffers verder opgebouwd, maar uit de cijfers van de European Banking Authority (EBA) blijkt dat Nederlandse banken zowel hun leverage ratio als CET1-ratio hebben afgebouwd in 2022. Dit is mogelijk een gevolg van de toegenomen economische onzekerheid en een daarmee samenhangende verslechtering van de kredietkwaliteit. De gemiddelde leverage ratio blijft echter ruim boven de wettelijke vereisten van 3,5% voor mondiale syteemrelevante banken en 3% voor overige Europese banken. Ook de gemiddelde CET1-ratio is ruim boven de minimale Europese vereisten van 8% tot 10%.

Tabel 17 ‒ 1. Gemiddelde leverage ratio (ongewogen) Nederlandse banken

Jaar

2018

2019

2020

2021

2022

Percentage1

4,6

4,7

4,8

6,1

5,7

X Noot
1

Zie

Tabel 18 ‒ 2. Gemiddelde CET1-ratio Nederlandse banken

Jaar

2018

2019

2020

2021

2022

Percentage1

16,1

16,4

16,7

17,0

15,6

X Noot
1

Zie

Kengetallen betalingsverkeer

Het ministerie van Financiën zet zich, samen met DNB, in voor een efficiënt, veilig en toegankelijk betalingsverkeer. Hierbij wordt nauw samengewerkt in het kader van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB), waarin banken, betaaldienstverleners en maatschappelijke organisaties zijn vertegenwoordigd.

Teneinde de goede werking van het girale betalingsverkeer te borgen, is in de Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer opgenomen dat de beschikbaarheid van pinnen (inclusief contactloos betalen) 99,88% moet zijn. Deze norm richt zich tot de private partijen die het girale betalingsverkeer verzorgen en wordt gehandhaafd door DNB. Voor de beschikbaarheid van mobiel en internetbankieren bestaan geen wettelijke eisen. Desalniettemin is ook bij deze betaalmethodes de beschikbaarheid zeer hoog, zoals blijkt uit onderstaande tabel.

Tabel 19 Beschikbaarheid

Beschikbaarheid

2018

2019

2020

2021

2022 (gerealiseerd)1

2022 (norm)

Pinnen en contactloos betalen

99,89%

99,89%

99,89%

99,98%

 

99,88%2

Mobiel bankieren

99,75%

99,81%

99,83%

99,80%

 

n.v.t.

Internet-bankieren

99,72%

99,78%

99,88%

99,76%

 

n.v.t.

Bron: Betaalvereniging Nederland, zie https://factsheet.betaalvereniging.nl

X Noot
1

De realisatiecijfers 2022 zijn op het moment van schrijven nog niet beschikbaar. In jaarverslag 2023 zullen de realisatiecijfers van 2022 worden opgenomen.

X Noot
2

Cf. artikel 6.2. Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer

Voorts vindt het ministerie het van belang dat de toegang tot contant geld voldoende is. In het MOB zijn hier (niet-bindende) afspraken over gemaakt tussen de banken, maatschappelijke organisaties en DNB, waarbij de doelstelling is dat in principe alle Nederlandse huishoudens binnen een straal van 5 kilometer (hemelsbreed) contant geld moeten kunnen opnemen. Uit onderstaande cijfers blijkt dat deze norm vrijwel overal wordt gehaald.

Tabel 20 Vijfkilometernorm

Vijfkilometernorm

2018

2019

2020

2021

2022

Het percentage aan huishoudens in Nederland dat binnen een straal van vijf kilometer contant geld kan opnemen.

99,55%

99,50%

99,50%

99,54%

n.n.b.1

Bron: Bijlage bij Kamerstukken II, 27 863, nr. 102 (MOB-rapportage 2021)

X Noot
1

De realisatiecijfers 2022 voor dit kengetal zijn op het moment van schrijven nog niet beschikbaar. In jaarverslag 2023 zullen de realisatiecijfers van 2022 worden opgenomen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 21 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 2 Financiële markten (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

‒ 50.454

48.054

70.257

29.698

‒ 539.508

‒ 540.904

1.396

        

Uitgaven

21.916

48.562

54.104

27.105

26.864

27.997

‒ 1.133

        

Subsidies

436

0

0

0

0

0

0

Vakbekwaamheid

436

0

0

0

0

0

0

        

Bekostiging

10.013

33.336

36.350

3.786

9.455

5.462

3.993

Accountantskamer

1.295

1.234

1.533

1.403

1.456

1.376

80

Muntcirculatie

6.836

4.171

2.925

2.068

7.679

3.787

3.892

Afname munten in circulatie

1.702

27.535

31.649

0

0

0

0

IMVO Convenanten

0

0

0

0

0

57

‒ 57

Overig

180

396

243

315

319

242

77

        

Opdrachten

4.964

6.999

8.468

13.181

8.718

9.421

‒ 703

Wijzer in geldzaken

1.638

1.695

1.495

1.832

1.650

1.698

‒ 48

Vakbekwaamheid

3.326

3.933

4.994

4.388

5.818

4.600

1.218

Uitvoeringskosten SRH

0

0

644

330

267

1.500

‒ 1.233

Schadeloosstelling SRH

0

0

0

5.782

0

0

0

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

0

0

0

0

0

0

Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia

0

0

0

0

15

0

15

Overig

0

1.371

1.335

849

966

1.623

‒ 657

        

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

5.123

5.932

7.080

7.956

6.503

10.935

‒ 4.432

Bijdrage AFM BES-toezicht

361

450

624

580

583

705

‒ 122

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

4.472

1.980

968

2.141

308

2.003

‒ 1.695

Bijdrage Toezicht en Handhavig MIF

0

0

0

0

0

460

‒ 460

Bijdrage PSD II

291

330

363

367

0

558

‒ 558

Bijdrage FEC

0

3.173

3.084

3.728

4.512

2.954

1.558

Overig

0

0

2.042

1.141

1.100

4.255

‒ 3.155

        

Storting/onttrekking begrotingsreserve

1.000

1.875

1.625

1.625

1.625

1.625

0

Dotatie begrotingsreserve DGS BES

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

0

Dotatie begrotingsreserve NHT

0

875

625

625

625

625

0

        

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

380

420

582

557

563

554

9

IASB

380

420

420

420

441

420

21

Caribbean Financial Action Taskforce

0

0

162

137

122

134

‒ 12

        

Ontvangsten

13.426

10.321

6.287

29.555

40.093

9.705

30.388

        

Bekostiging

2.036

2.155

505

15.514

29.970

2.000

27.970

Ontvangsten muntwezen

2.036

2.155

505

2.260

5.217

2.000

3.217

Toename munten in circulatie

0

0

0

13.254

24.754

0

24.754

        

Opdrachten

0

0

1.137

1.325

1.225

1.455

‒ 230

Wijzer in geldzaken

0

0

1.137

1.325

1.225

1.455

‒ 230

        

Ontvangsten

11.390

8.166

4.646

12.716

8.898

6.250

2.648

Overig

11.390

8.166

4.646

12.716

8.898

6.250

2.648

Tabel 22 Uitsplitsing verplichtingen
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

‒ 50.454

48.054

70.257

29.698

‒ 539.508

‒ 540.904

1.396

waarvan garantieverplichtingen:

‒ 67.000

‒ 238

14.358

5.099

‒ 564.786

‒ 568.901

4.115

Garantie verhoging plafond kredietfaciliteit AFM

‒ 2.000

3.000

20.000

0

0

0

0

Garantie DGS BES

‒ 65.000

‒ 3.238

‒ 5.642

5.099

4.098

0

4.098

Garantie WAKO (kernongevallen)

0

0

0

0

‒ 568.901

‒ 568.901

0

Garantie Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

0

0

0

0

18

0

18

        

waarvan overige verplichtingen

16.547

48.292

55.899

24.599

25.277

27.997

‒ 2.720

Afname munten in circulatie

1.702

27.535

31.649

0

0

0

0

Muntcirculatie

2.076

5.719

3.489

‒ 256

10.088

3.787

6.301

Vakbekwaamheid

3.762

3.733

4.584

4.388

5.818

4.600

1.218

Bijdrage DNB toezicht en DGS BES

4.472

1.980

968

2.141

308

2.003

‒ 1.695

Bijdrage FEC

0

3.173

3.084

3.728

4.512

2.954

1.558

Schadeloosstelling SRH

0

0

0

5.782

0

0

0

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

0

0

0

0

0

0

0

Uitvoeringskosten omwisselen Oekraïense hryvnia

0

0

0

0

444

0

444

Overige betalingsverplichtingen

4.536

6.153

12.126

8.818

4.107

14.653

‒ 10.546

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

Overige verplichtingen

Muntcirculatie

De verplichtingen voor muntcirculatie vallen € 6,3 mln. hoger uit dan oorspronkelijk geraamd. Dit komt onder andere doordat in 2022 een voorschot van € 2,7 mln. aan De Nederlandsche Bank (DNB) is betaald voor het bestellen van munten voor 2023, omdat er anders een tekort aan muntsoorten zou ontstaan. Daarnaast is de realisatie van de verplichtingen hoger dan de realisatie van de uitgaven, doordat er in 2022 verplichtingen zijn aangegaan waarvan de kasuitgaven in 2023 plaatsvinden.

Overige betalingsverplichtingen

De overige betalingsverplichtingen in 2022 waren € 10,5 mln. lager dan oorspronkelijk begroot. Dit komt onder andere door openstaande verplichtingen uit het verleden die dit jaar zijn afgeboekt, onderuitputting omdat geen kandidatuur is ingediend voor AMLA en onderuitputting bij de uitvoeringstoets herijking contante betaling door een vertraagde startdatum.

Uitgaven

Bekostiging

Muntcirculatie

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

De bijdragen voor ZBO's en RWT's vallen lager uit dan oorspronkelijk geraamd. De bijdrage voor DNB toezicht en DGS BES viel € 1,7 mln. lager uit doordat een factuur niet meer in 2022 is betaald. Verder is het Ultimate Beneficial Owners (UBO) Register met vertraging gerealiseerd, waardoor de begrote uitgaven van € 3,1 mln. zijn doorgeschoven naar 2023.

Ontvangsten

Bekostiging

Ontvangsten muntwezen

De ontvangsten van de munt vallen € 3,2 mln. hoger uit dan begroot onder andere vanwege de verkoop van circulatiemunten door DNB aan andere lidstaten.

Toename munten in circulatie

In 2022 zijn er via DNB meer munten in omloop gebracht dan dat er uit omloop zijn teruggekomen. Als gevolg daarvan heeft DNB het afgelopen jaar per saldo een bedrag van € 24,8 mln. aan nominale waarde van in de markt uitgezette munten aan de schatkist toegevoegd.

Overige ontvangsten

De hogere ontvangsten van € 2,6 mln. zijn vooral het gevolg van extra boete-ontvangsten van DNB en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de bijdrage die door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) in 2022 is geïnd voor financieel betalingsverkeer.

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

A. Algemene doelstelling

Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen; in het bijzonder bij het investeren in en verwerven, beheren en afstoten van de financiële en materiële activa van de Staat.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor:

  • een optimaal financieel resultaat bij het beheren, aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen met inachtneming van de betrokken publieke belangen;

  • het beheren en afwikkelen van de tijdelijke overheidsinvesteringen in de gesteunde financiële instellingen. In dit kader is de minister van Financiën verantwoordelijk voor zwaarwegende en/of principiële beslissingen (onder andere de exitstrategie en het beloningsbeleid van de financiële instellingen) van NL Financial Investments (NLFI). Voorts houdt de minister van Financiën toezicht op NLFI;

  • de inbreng van bedrijfseconomische expertise op specifieke onderdelen zoals bij investeringen in de energietransitie, en financiële zekerheidstelling. In het kader van deze onderdelen is de minister verantwoordelijk voor het toetsen van door vergunninghouders gestelde financiële zekerheid ter dekking van de kosten die voortvloeien uit het buiten gebruik stellen en de ontmanteling van instellingen vallend onder de Kernenergiewet.

In dit jaarverslag heeft een wijziging plaatsgevonden in artikel 3 bij de Rol en verantwoordelijkheid van de minister van Financiën. De minister van Financiën heeft haar rol ten aanzien van de contractvorm Design-Build-Finance-Maintain-Operate (DBFMO) per 1 juni 2022 beëindigd. Zoals beoogd is DBFMO namelijk volledig en succesvol overgedragen aan en geïntegreerd binnen de aanbestedende diensten Rijkswaterstaat en Rijksvastgoedbedrijf. Het uitgangspunt is dat DBFMO net als andere contractvormen wordt behandeld. Dit betekent ook dat de speciale rol van Financiën bij DBFMO wordt beëindigd.

De minister van Financiën heeft een aantal instrumenten tot haar beschikking, die ingezet kunnen worden voor de invulling van haar verantwoordelijkheid:

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Comptabiliteitswet;

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft als aandeelhouder op basis van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en de statuten van de ondernemingen;

  • de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI);

  • de gedragsregels uit de Corporate Governance Code voor haar rol als aandeelhouder in staatsdeelnemingen;

  • structureel en incidenteel overleg met bestuurders en commissarissen van de staatsdeelnemingen;

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Telecommunicatiewet;

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Kernenergiewet.

Bovenstaande instrumenten zijn verschillend van aard. De bevoegdheden die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek, Comptabiliteitswet, Wet stichting administratiekantoorbeheer financiële instellingen en de Kernenergiewet vormen de basis van de (formele) zeggenschap. De overige instrumenten hebben een meer informeel karakter, zijn richtinggevend (zoals de Corporate Governance Code) of dienen als randvoorwaarde om invulling te kunnen geven aan de beleidsdoelstelling (zoals de beschikbaarheid over en/of toegang tot de benodigde kennis).

Beleidsinformatie

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de staatsdeelnemingen waarvan het beheer van het aandeelhouderschap ligt bij het ministerie van Financiën. Hierbij staat aangegeven hoeveel procent van de aandelen in handen is van de Staat, op welke wijze deze aandelen worden gehouden en in welke sector ze actief zijn. Met ingang van de Nota Deelnemingenbeleid 2022 wordt er geen onderscheid meer gemaakt in de categorie aandeelhouderschap.

Tabel 23 Aandeelhouderschap ministerie van Financiën

Staatsdeelneming

Percentage aandelen (per 31/12/2022)

Wijze van aandeelhouderschap

Sector

ABN AMRO

56,3%

Indirect (via NLFI)

Financiële dienstverlening

Air France-KLM

9,3%

Direct

Transport

BNG Bank

50%

Direct

Financiële dienstverlening

COVRA

100%

Direct

Radioactief-afvalmanagement

FMO

51%

Direct

Financiële dienstverlening

Gasunie

100%

Direct

Energie

Havenbedrijf Rotterdam

29,2%

Direct

Infrastructuur

Holland Casino

100%

Direct

Kansspelen

Invest-NL

100%

Direct

Financiële dienstverlening

Invest International

51%

Direct

Financiële dienstverlening

KLM

5,9%

Direct

Transport

Nederlandse Loterij

99%

Direct

Kansspelen

Nederlandse Spoorwegen

100%

Direct

Transport

NIO

100%

Direct

Financiële dienstverlening

NWB Bank

17,2%

Direct

Financiële dienstverlening

Schiphol

69,8%

Direct

Infrastructuur

SRH

100%

Direct

Financiële dienstverlening

TenneT

100%

Direct

Energie

Thales Nederland

1%

Direct

Energie

UCN

100%

Direct

Defensie

De Volksbank

100%

Indirect (via NLFI)

Financiële dienstverlening

Kengetallen

Onderstaande kengetallen zien op de implementatie en uitvoering van het staatsdeelnemingenbeleid. Hierbij wordt alleen gekeken naar deelnemingen met volwaardige bedrijfsactiviteiten, waar de Staat >15% van de aandelen heeft, en deze met direct aandeelhouderschap beheert.

Tabel 24 Kengetallen deelnemingenbeleid
 

Realisatie 2021

Streefwaarde 2022

Realisatie 2022

Percentage deelnemingen met >30% vrouwen in de raad van bestuur

73%

100%

58%

Percentage deelnemingen met >30% vrouwen in de raad van commissarissen

86%

100%

100%

Aantal deelnemingen waar een meerjarig dividendbeleid is herijkt

1

2

1

Aantal deelnemingen waarvan het aandeelhouderschap is geëvalueerd in het betreffende begrotingsjaar

0

2

0

Bron: websites staatsdeelnemingen

Helaas is het aantal raden van bestuur met tenminste 1/3de vrouw dit jaar gedaald, de twee deelnemingen waarbij de norm niet gehaald is betreffen NS en NWB Bank. Bij NS is door de vervanging van de president directeur het aandeel vrouwen gedaald naar 20%. Gedurende het proces hebben wij als aandeelhouder veel aandacht gevraagd voor de diversiteit in de raad van bestuur, maar heeft de RvC van NS uiteindelijk gekozen voor een mannelijke kandidaat. Bij NWB Bank is vanwege de benoeming van een niet-statutair bestuurder tot statutair bestuurder (CRO) het percentage vrouwen gedaald van 33% naar 25%. De andere deelnemingen die niet voldoen aan de streefwaarde zijn Gasunie, Schiphol en Nederlandse Loterij, zij voldeden hier vorig jaar ook niet aan, bij volgende benoemingen voor de RvB is dit een belangrijk aandachtspunt voor ons als aandeelhouder.

Meer kengetallen over het deelnemingenbeleid (zoals de omvang van het balanstotaal van alle staatsdeelnemingen, de vermogenspositie van staatsdeelnemingen en het door staatsdeelnemingen gerealiseerde rendement) zijn te vinden in het meest recente Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen.

C. Beleidsconclusies

In 2022 is de nieuwe nota Deelnemingenbeleid aan de Tweede Kamer gestuurd. Het beleid rondom staatsdeelnemingen zal in lijn met de nieuwe nota worden vormgegeven.

Financiën heeft als aandeelhouder oog voor de bredere rol van Staatsdeelnemingen. Staatsdeelnemingen kunnen op het snijvlak van publiek en privaat een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie naar een duurzamere economie. In de nieuwe Nota Deelnemingen wordt nader gespecificeerd hoe de Staat als aandeelhouder waarborgt dat deelnemingen de juiste investeringen doen, met oog voor publieke belangen, MVO en financieel waardebehoud.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

‒ 5.612.568

1.414.354

2.994.510

571.098

1.428.240

4.868.425

‒ 3.440.185

        

Uitgaven

466.499

1.693.064

407.619

323.401

1.883.795

618.425

1.265.370

        

Garanties

6

18

6

0

0

20

‒ 20

Regeling Bijzondere Financiering

6

16

6

0

0

20

‒ 20

Overig

0

2

0

0

0

0

0

        

Lening

0

0

277.083

0

0

0

0

Lening KLM

0

0

277.083

0

0

0

0

        

Opdrachten

4.766

96.275

7.734

14.329

7.465

6.309

1.156

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

3.674

94.373

5.986

5.107

4.795

3.678

1.117

Opstart Invest-NL

1.092

1.901

1.748

0

0

0

0

Opstart Invest International

0

0

0

9.222

2.670

2.631

39

        

Vermogensverschaffing/-onttrekking

451.927

1.587.202

114.573

304.972

1.872.208

607.000

1.265.208

Kapitaalinjectie TenneT

350.000

690.000

0

0

1.230.000

0

1.230.000

Verwerving vermogenstitels

0

744.396

7.766

0

210.600

0

210.600

Afdrachten Staatsloterij

101.927

102.806

106.807

110.809

116.608

100.000

16.608

Kapitaalinjectie Invest-NL

0

50.000

0

125.000

175.000

330.000

‒ 155.000

Kapitaalinjectie Invest International

0

0

0

69.163

140.000

177.000

‒ 37.000

        

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

5.000

4.770

5.065

4.100

4.122

5.096

‒ 974

NLFI

5.000

4.770

5.065

4.100

4.122

5.096

‒ 974

        

Storting/onttrekking begrotingsreserve

4.800

4.800

3.158

0

0

0

0

Dotatie begrotingsreserve TenneT

4.800

4.800

3.158

0

0

0

0

        

Ontvangsten

2.096.992

2.783.753

1.544.423

1.447.138

2.070.687

1.499.963

570.724

        

Garanties

4.846

4.819

51.158

12.000

25.245

24.000

1.245

Premieontvangsten garantie TenneT

4.800

4.800

51.156

0

0

0

0

Premieontvangsten garantie KLM

0

0

0

12.000

23.217

24.000

‒ 783

Premieontvangsten Gasunie

0

0

0

0

2.028

0

2.028

Overig

46

19

2

0

0

0

0

        

Leningen

0

0

0

17.318

292.866

41.463

251.403

Renteontvangsten lening KLM

0

0

0

17.318

15.782

41.463

‒ 25.681

Aflossing lening KLM

0

0

0

0

277.083

0

277.083

        

Opdrachten

427

1.148

331

0

0

0

0

Terug te vorderen kosten staatsdeelnemingen

427

1.148

0

0

0

0

0

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

0

0

331

0

0

0

0

        

Vermogensverschaffing/-onttrekking

2.087.316

2.770.923

1.489.199

1.412.926

1.748.497

1.430.000

318.497

Opbrengst verkoop vermogenstitels

0

490.451

39.140

0

281.220

0

281.220

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen

1.869.999

1.999.876

706.009

1.286.872

1.335.442

1.315.000

20.442

Afdrachten Staatsloterij

101.927

102.806

106.807

110.809

116.608

100.000

16.608

Winstafdracht DNB

115.391

177.790

637.243

15.244

15.227

15.000

227

        

waarvan: Griekse inkomsten SMP

51.300

47.000

10.000

0

0

0

0

waarvan: rente-inkomsten ESM

48.450

0

0

15.244

15.227

15.000

227

        

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

4.403

6.864

3.734

4.895

4.080

4.500

‒ 420

Ontvangsten NLFI

4.403

6.864

3.734

4.895

4.080

4.500

‒ 420

Tabel 26 Uitsplitsing verplichtingen
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

‒ 5.612.568

1.414.354

2.994.510

571.098

1.428.240

4.868.425

‒ 3.440.185

waarvan garantieverplichtingen:

‒ 5.730.139

0

1.860.000

‒ 578

‒ 600.453

0

‒ 600.453

Garantie DNB winstafdracht

‒ 5.700.000

0

0

0

0

0

0

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen

‒ 30.139

0

1.860.000

‒ 578

‒ 600.453

0

‒ 600.453

        

waarvan overige verplichtingen:

117.571

1.414.354

1.134.510

571.676

2.028.693

4.868.425

‒ 2.839.732

Verwerving vermogenstitels

0

744.396

7.766

0

210.600

0

210.600

Kapitaalinjectie Invest-NL

0

50.000

0

385.000

330.000

330.000

0

Kapitaalinjectie Invest International

0

0

0

69.163

140.000

177.000

‒ 37.000

Afdrachten Staatsloterij

101.927

102.806

106.807

110.809

116.608

100.000

16.608

Lening SRH

1.656

1.658

1.660

‒ 11.414

‒ 11.341

0

‒ 11.341

Lening KLM

0

0

1.000.000

0

0

0

0

Schikking Alawwal Bank

0

93.297

0

0

0

0

0

Kapitaalinjectie TenneT

0

410.000

0

0

1.230.000

4.250.000

‒ 3.020.000

Overige betalingsverplichtingen

13.988

12.198

18.277

18.118

12.826

11.425

1.401

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen

De garantie is naar beneden bijgesteld, voornamelijk doordat KLM in 2022 de banken heeft verzocht de maximale hoogte van de Revolving Credit Facility (RCF) te verlagen naar € 1,735 mld. De Nederlandse Staat staat garant voor 90% van de omvang van de RCF. De garantie is daarom met € 598,5 mln. naar beneden bijgesteld naar € 1,56 mld. (90% van € 1,735 mld., de omvang van de RCF na verlaging).

Overige verplichtingen

Verwerving vermogenstitels

In mei 2022 heeft het kabinet besloten om deel te nemen aan de aandelenemissie van Air France-KLM om het huidige belang in stand te houden. De kosten van de deelname aan de emissie zijn lager uitgevallen dan de raming, vanwege de koers van het aandeel op dat moment.

Kapitaalinjectie Invest International

In 2022 is € 37 mln. minder kapitaal gestort in Invest International dan oorspronkelijk was geraamd. Het verplichtingenbudget en de begrote kasuitgave zijn daarom neerwaarts bijgesteld. Dit bedrag zal in de komende jaren bovenop de dan al voorziene kapitaalstortingen verschoven worden. Daarmee wijzigt het totaal van de beoogde kapitaalinjecties niet.

Afdrachten Staatsloterij

Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. Deze post is met € 16,6 mln. bijgesteld.

Lening SRH

SRH heeft een vordering op de Nederlandse staat. Sinds oktober 2020 is hierop een negatieve rente van toepassing. Conform de afspraken in de leningdocumentatie is de rente (€ 11,3 mln.) niet betaald, maar afgeboekt op de vordering.

Kapitaalinjectie TenneT

Uit de berekeningen van TenneT, gevalideerd door een externe adviseur, bleek dat TenneT een grotere eigenvermogensbehoefte had dan de totale kapitaalinjectie die in de begroting was gereserveerd voor TenneT. Via een kasschuif is zowel het ritme van het verplichtingenbudget als het kasbudget aangepast om dit deels te ondervangen. In 2022 betrof deze kapitaalinjectie € 1,23 mld. De oorspronkelijke (meerjarige) verplichting van € 4,25 mld. is naar beneden bijgesteld omdat de kapitaalinjectie niet meerjarig verplicht is aangegaan.

Uitgaven

Vermogensverschaffing/ - onttrekking

Kapitaalinjectie TenneT

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Verwerving vermogenstitels

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Afdrachten Staatsloterij

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Kapitaalinjectie Invest-NL

In 2022 is € 155 mln. minder kapitaal gestort in Invest-NL dan oorspronkelijk geraamd. Dit bedrag zal in de komende jaren bovenop de dan al voorziene kapitaalstortingen verschoven worden. Daarmee wijzigt het totaal van de beoogde kapitaalinjecties niet.

Kapitaalinjectie Invest International

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Ontvangsten

Leningen

KLM heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen en heeft de uitstaande lening van € 277 mln. in 2022 afgelost. Omdat KLM alleen rente betaalt over het getrokken deel van de lening, wijzigen de renteontvangsten na de vervroegde aflossing van € 277 mln. Voor 2022 zijn de renteontvangsten met € 25,7 mln. naar beneden bijgesteld.

Vermogensverschaffing/ -onttrekking

Opbrengst verkoop vermogenstitels

ABN AMRO heeft in 2022 een aandeleninkoopprogramma uitgevoerd. De staat ontving op basis van het huidige aandelenbelang € 281,2 mln.

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen

De dividendontvangsten vallen € 20,4 mln. hoger uit dan oorspronkelijk geraamd. Dit is het effect van diverse actualisaties op basis van op dat moment recente informatie over het dividend als gevolg van de marktomstandigheden.

Afdrachten Staatsloterij

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen

A. Algemene doelstelling

Een bijdrage leveren aan een financieel gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Financiën speelt in Nederland op dit gebied een regisserende rol en maakt daarbij gebruik van een aantal instrumenten. Ten behoeve van de bevordering van de financiële stabiliteit neemt de minister actief deel aan internationale overleggen (onder andere de Ecofinraad en de Eurogroep) ter versterking van de begrotingsdiscipline van lidstaten van de EU en een stabiele macro-economische omgeving in de eurozone. Hieronder valt ook de economische beleidscoördinatie in de EU en de EMU in het kader van het Europees Semester. Verder neemt de minister van Financiën besluiten over het Nederlandse standpunt met betrekking tot toetreding van landen tot het Exchange Rate Mechanism (ERM-II) en invoering van de euro.

De minister houdt als aandeelhouder toezicht op de verschillende Internationale Financiële Instellingen met als doel om onder andere financiële soliditeit en goed bestuur te waarborgen. Hierbij bewaakt de minister ook de financiële belangen van de Nederlandse overheid en de Nederlandse burger en ziet de minister toe op de effectiviteit van de internationale financiële architectuur.

Daarnaast levert de minister een bijdrage aan de internationale beleidsdiscussies en beleidsresponses bij internationale fora zoals de Ecofinraad, de Eurogroep, de G20, verschillende OESO-werkgroepen en commissies en discussies bij het IMF, de Wereldbank en andere IFI’s.

C. Beleidsconclusies

Oekraïne

Sinds de uitbraak van de Russische oorlog in Oekraïne, op 24 februari 2022, heeft Nederland Oekraïne op verschillende manieren gesteund. Zo zijn wapens geleverd, is het land voorzien van technische assistentie, en is humanitaire steun geleverd. Het ministerie van Financiën heeft via internationale kanalen bijgedragen aan de steun aan Oekraïne. In februari publiceerde de Europese Commissie een voorstel voor macro-financiële bijstand (MFB) met een omvang van € 1,2 mld. aan leningen tegen gunstige voorwaarden. In juli publiceerde de Commissie een voorstel voor additionele MFB met een omvang van € 1 mld. Deze twee MFB-voorstellen zijn opgevangen binnen de kaders van het Meerjarig Financieel Kader 2021-2027 (MFK). In september presenteerde de Commissie wederom een voorstel voor MFB met € 5 mld. aan leningen tegen gunstige voorwaarden. Nederland zal hiertoe een bilaterale garantie verstrekken in 2023 aan de Europese begroting van € 215,4 mln.45

Naast steun via de Europese begroting heeft Nederland ook steun verleend via internationale financiële instellingen aan de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD). In maart heeft Nederland middels een garantie van € 100 mln. bijgedragen aan financiële steun via de Wereldbank aan Oekraïne.46 Een deel hiervan is verstrekt voor begrotingssteun en een deel voor projectfinanciering. Verder heeft Nederland in 2022 een bilaterale lening van € 200 mln. aan begrotingssteun via het IMF verstrekt.47

EU/Eurozone

Fit-For-55

In 2022 is verder onderhandeld over het Fit-for-55-pakket dat de Europese Commissie op 14 juli 2021 had gepresenteerd.48 Dit betreft een pakket met een breed aantal voorstellen om het Europese klimaatbeleid in lijn te brengen met de doelstellingen uit de Europese klimaatwet. Voor het ministerie van Financiën bevat het verschillende relevante onderdelen, zoals de voorstellen voor het Social Climate Fund (SCF), een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (CBAM) en een herziening van de richtlijn energiebelastingen. Over het SCF en CBAM heeft het Tsjechisch voorzitterschap eind 2022 namens de Raad een voorlopig akkoord weten te bereiken met het Europees Parlement en de Europese Commissie in de trilogen. De onderhandelingen over de herziening van de richtlijn energiebelastingen lopen nog.

Internationale Financiële Instellingen

De investeringen van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) stonden in het teken van steun aan Oekraïne en de breder getroffen regio. De EBRD heeft in 2022 recordhoge investeringen van in totaal € 13,1 mld. gedaan, waarvan € 1,7 mld. in Oekraïne. De helft van de investeringen had een groene component.

De Europese Investeringsbank (EIB) heeft in 2022 middels projecten verder uitvoering gegeven aan haar mandaat. Het door de EIB opgerichte pan-Europees Garantiefonds (EGF) heeft in totaliteit garanties ter waarde van € 23,5 mld. goedgekeurd tot en met 2022. Hiermee wordt naar verwachting € 187,3 mld. aan liquiditeit gemobiliseerd, met name voor het midden- en kleinbedrijf. Gezien het risicoprofiel van de garanties zijn de netto verwachte verliezen van het fonds 20%. Voor Nederland komt dit neer op € 260 mln. (uitgaande van de oorspronkelijke doelomvang van het EGF van € 25 mld.). Deze uitgaven zullen verspreid plaatsvinden over enkele jaren, afhankelijk van wanneer de verliezen, kosten en inkomsten neerslaan. In 2022 heeft Nederland betalingen aan het EGF gedaan van in totaal € 338.000.

De Wereldbank behield het afgelopen jaar de focus op het bestrijden van de pandemie en de negatieve economische gevolgen daarvan. Tussen april 2020 en maart 2022 werd daarvoor ongeveer $ 200 mld. uitgegeven. Afgelopen jaar kwam daar ook aandacht voor de oorlog in Oekraïne als prioriteit bij; zowel in Oekraïne, in buurlanden als in lage-inkomens landen die getroffen worden de negatieve economische gevolgen van de oorlog. In april 2022 presenteerde de Wereldbank de aanpak daarvoor waarbij als onderdeel daarvan tot juli 2022 $ 6,8 mld. aan financiering voor Oekraïne werd verstrekt. In totaal liepen de toezeggingen van de Wereldbank in het afgelopen fiscale jaar (juli 2021 t/m juni 2022) op tot $ 104,4 mld., in het daaraan voorafgaande jaar was dit $ 98,8 mld.49

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 27 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 4 Internationale financiële betrekkingen (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

1.106.696

1.628.249

37.500.508

‒ 12.102.703

12.489.339

943.419

11.545.920

        

Uitgaven

502.045

363.829

215.674

93.930

506.108

402.972

103.136

        

Garanties

0

0

0

53

338

96.352

‒ 96.014

EIB pan-Europees garantiefonds

0

0

0

53

338

96.352

‒ 96.014

        

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

397.312

362.506

181.651

59.444

276.699

276.883

‒ 184

Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen

0

0

0

0

38

0

38

Wereldbank

361.037

325.280

181.651

44.200

261.434

261.883

‒ 449

Rentecompensatie ESM

0

0

0

15.244

15.227

15.000

227

AIIB

36.276

37.226

0

0

0

0

0

        

Leningen

103.300

0

33.010

33.300

227.920

27.920

200.000

Teruggave winsten SMP/ANFA

103.300

0

33.010

33.300

27.920

27.920

0

Lening aan Oekraïne

0

0

0

0

200.000

0

200.000

        

Opdrachten

1.432

1.323

1.013

1.133

1.152

1.817

‒ 665

Technische assistentie kiesgroeplanden

1.432

1.323

1.013

1.133

1.152

1.817

‒ 665

        

Ontvangsten

5.415

6.828

54.918

127.083

332.507

165.107

167.400

        

Garanties

0

2.000

8.550

0

0

0

0

ESM

0

2.000

8.550

0

0

0

0

        

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

3.059

2.792

4.086

2.387

1.581

5.188

‒ 3.607

Ontvangsten IFI's

3.059

2.792

4.086

2.387

1.581

1.998

‒ 417

Ontvangsten ESM Kapitaal

0

0

0

0

0

3.190

‒ 3.190

        

Leningen

2.356

2.036

42.282

124.696

330.927

159.919

171.008

Terugbetaling lening Griekenland

0

0

41.956

124.696

319.838

159.919

159.919

Renteontvangsten lening Griekenland

2.356

2.036

325

0

11.089

0

11.089

Tabel 28 Uitsplitsing verplichtingen
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

1.106.696

1.628.249

37.500.508

‒ 12.102.703

12.489.339

943.419

11.545.920

waarvan garantieverplichtingen:

999.551

1.506.897

36.564.671

‒ 12.209.141

11.463.427

‒ 24.710

11.488.137

Wereldbank

199.750

862.876

‒ 457.802

108.980

413.629

0

413.629

Garantie aan DNB inzake IMF

654.645

529.184

‒ 680.531

‒ 12.693.185

306.772

0

306.772

Kredieten EU-betalingsbalanssteun

50.000

50.000

1.262.000

64.000

0

0

0

EFSM

60.000

60.000

‒ 168.418

‒ 4.163

‒ 67.507

0

‒ 67.507

AIIB

31.555

14.922

‒ 62.061

56.096

45.073

0

45.073

EIB

3.601

5.415

1.904.043

2.670

9.221

0

9.221

ESM

0

‒ 15.500

‒ 6.200

‒ 60.050

0

‒ 24.710

24.710

SURE

0

0

6.071.150

62.516

29.177

0

29.177

EIB - pan-Europees garantiefonds

0

0

1.301.381

‒ 53

‒ 338

0

‒ 338

NGEU

0

0

27.401.109

254.048

10.727.400

0

10.727.400

EFSF

0

0

0

0

0

0

0

        

waarvan overige verplichtingen:

107.144

121.352

935.838

106.438

1.025.911

968.129

57.782

Lening aan Oekraïne

0

0

0

0

200.000

0

200.000

Rentecompensatie ESM

0

0

0

0

‒ 39.773

15.000

‒ 54.773

Wereldbank

0

116.703

901.439

2.716

836.971

923.392

‒ 86.421

AIIB

1.296

3.399

0

0

0

0

0

Technische assistentie kiesgroeplanden

2.548

1.250

1.389

125

218

1.817

‒ 1.599

Teruggave winsten SMP/ANFA

103.300

0

33.010

33.300

27.920

27.920

0

EIB - pan-Europees garantiefonds

0

0

0

53

338

0

338

Overige betalingsverplichtingen

0

0

0

70.244

238

0

238

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Wereldbank

De garantie aan de Wereldbank voor IBRD, MIGA en Oekraïne is met € 413,6 mln. naar boven bijgesteld. Dit heeft twee oorzaken. Deels betreft dit een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting, aangezien de koers van de euro ten opzichte van de dollar is gedaald, stijgt de waarde van deze garantie. Daarnaast heeft Nederland een additionele garantie afgegeven van € 100 mln. voor de begrotingssteun (development policy loan) die de Wereldbank aan Oekraïne verleend.

Garantie aan DNB inzake IMF

De uitstaande garantieverplichting aan DNB inzake IMF is in 2022 met € 306,7 mln. naar boven bijgesteld als gevolg van wisselkoersbijstellingen. De garantie is in SDR ten opzichte van de Rijksbegroting in EUR. De geplande uitbreiding van PRGT met SDR 300 mln. is uitgesteld tot 2023.50

EFSM

De uitstaande Nederlandse garantie aan het EFSM is met € 67,5 mln. naar beneden bijgesteld. Deze neerwaartse bijstelling komt voort uit een gedeeltelijke herfinanciering van een afgelopen lening. Hierdoor nam het totale uitstaande bedrag onder dit instrument af. Daarnaast is de rente die over deze lening betaald moet worden lager dan de rente op de lening die is afgelopen.

AIIB

De garantie aan de AIIB is met € 45,1 mln. naar boven bijgesteld. Dit betreft een wisselkoersbijstelling van de garantieverplichting. Aangezien de koers van de euro ten opzichte van de dollar is gedaald, stijgt de waarde van deze garantie.

EIB

De European Investment Bank (Europese Investeringsbank, EIB) verricht activiteiten in de landen in Sub-Sahara-Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, alsmede in Europese Overzeese Gebieden. Een deel van deze activiteiten wordt bekostigd uit het Investment Facility, een ‘revolverend fonds’ dat gefinancierd is uit het European Development Fund (EDF). De EIB financiert daarnaast ook activiteiten uit eigen middelen. Op deze eigen middelen hebben de lidstaten een garantie afgegeven om het politieke risico dat op deze activiteiten wordt gelopen af te dekken. In 2022 is deze garantie voor Nederland gestegen met € 9,2 mln.

ESM

De garantie aan ESM is met € 24,7 mln. bijgesteld. De daling van de garantie voor het ESM kapitaal is het gevolg van het aflopen van de kortingsperiode van Estland per 1 januari 2023. Eerder werd verwacht dat deze afliep in 2022, maar dit heeft vertraging opgelopen en vindt nu pas in 2023 plaats.

SURE

De Nederlandse garantie aan de Europese Commissie voor het SURE instrument is met € 29,2 mln. gestegen. SURE heeft als doel om lidstaten financiële assistentie te bieden met betrekking tot uitgaven als gevolg van de coronacrisis die direct gerelateerd zijn aan arbeidsmarktmaatregelen en relevante gezondheidszorg. De garantie is aangepast doordat de Europese Commissie nieuwe leningen heeft uitgegeven tegen hogere rentes dan voorheen geraamd, wat leidt tot een hogere garantie. Daarnaast konden t/m eind 2022 leningen worden afgesloten onder SURE. Het leenplafond van SURE is niet gehaald en daarom is de garantie met € 96,9 mln. naar beneden bijgesteld. Per saldo leiden deze twee effecten tot een verhoging van de garantie.

Next Generation EU (NGEU)

De Nederlandse garantie aan NGEU is met circa € 10,7 mld. naar boven bijgesteld naar aanleiding van nieuwe renteverwachtingen. Nederland heeft een garantie aan de Europese Commissie verleend voor het leningendeel van het NGEU. Het NGEU is ingesteld in reactie op de coronacrisis en bedoeld om het herstel van de gevolgen ervan te ondersteunen. De Nederlandse garantie voor NGEU wordt bepaald aan de hand van het Nederlandse bni-aandeel in de EU en mutaties in de verwachtte schulduitgifte en renteverplichtingen. Voorheen werden renteverwachtingen gebruikt die de Commissie in 2018 heeft gecommuniceerd. Omdat deze niet meer realistisch zijn, wordt de renteverwachting nu berekend op basis van actuele rentestanden. Deze aanpassing zorgt voor een aanzienlijke verhoging van de garantie voor NGEU.

Overige verplichtingen

Lening aan Oekraïne

Nederland heeft een bilaterale lening van € 200 mln. aan Oekraïne verstrekt via een speciale kredietlijn van het IMF. Deze begrotingssteun heeft als doel een bijdrage te leveren aan Oekraïense inspanningen om de dagelijkse uitgaven te financieren en daarmee de economie draaiende te houden.

Rentecompensatie ESM

De verplichting aan ESM is met € 54,8 mln. naar beneden bijgesteld. Dit betreft het bijstellen van de verplichting in 2023 t/m 2025 naar nul, omdat er geen sprake meer is van negatieve rente waarover compensatie nodig is.

Wereldbank

Nederland heeft in 2021 ingestemd om de twintigste middelenaanvulling van de International Development Association (IDA20) een jaar naar voren te halen. Hiermee kon het financieringstekort van IDA, als gevolg van de COVID-19 respons, worden opgevangen. Nadat de onderhandelingen over het IDA20 pakket zijn afgerond (en daarmee de bijdrage van Nederland aan IDA20 bepaald), is de opgenomen stelpost in de begroting met circa € 94 mln. naar beneden bijgesteld. Daarnaast zijn garanties voor IBRD en IFC in totaal met € 7,7 mln. naar boven bijgesteld vanwege een wisselkoersbijstelling.

Uitgaven

Garanties

Het EIB pan-Europees garantiefonds financiert hoge risicoprojecten en is opgezet om economische gevolgen van de corona uitbraak te mitigeren. De verliezen van dit fonds worden door de lidstaten naar rato gedragen. De verwachte netto verliezen voor Nederland zijn opgenomen als uitgaven in artikel 4. De uitgaven in de begroting zijn gebaseerd op een ruwe schatting. De realisatie in 2022 valt circa € 96,0 mln. lager uit dan verwacht.

Leningen

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Ontvangsten

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

De ontvangsten voor ESM kapitaal door het beëindigen van de kortingsperiode van Estland zijn niet in 2022 ontvangen, maar worden in 2023 verwacht.

Leningen

De ontvangsten voor de aflossing van de lening aan Griekenland is met € 159,9 mln. naar boven bijgesteld, nadat Griekenland had verzocht een deel van de lening onder de Greek Loan Facility (GLF) vervroegd af te lossen. De aflossing die voor 2023 was voorzien is daarmee in 2022 ontvangen.

De rente die Griekenland moet betalen op de GLF is gebaseerd op de 3-maands Euribor rente, met een opslag van 0,5%. Bij de Ontwerpbegroting 2022 was nog de verwachting dat deze rente onder de ‒ 0,5% zou blijven in 2022, waardoor de renteontvangsten op 0 zouden uitkomen. In de loop van 2022 is de Euribor-rente gestegen nadat de ECB de rente verhoogde. Hierdoor is Griekenland vanaf het 3e kwartaal 2022 rente gaan betalen, in totaal circa € 11,1 mln.

Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

A. Algemene doelstelling

Het verzekeren van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan Nederlandse export en investeringen in het buitenland die zonder deze verzekering niet tot stand zouden zijn gekomen, en het creëren en handhaven van een internationaal gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit (ekv-faciliteit).

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Financiën heeft de rol van regisseur bij de uitvoering van de exportkredietverzekeringsfaciliteit (ekv-faciliteit). De Nederlandse staat treedt op als verzekeraar en Atradius Dutch State Business N.V. (ADSB) voert de ekv-faciliteit uit, in naam van en voor rekening en risico van de Staat. De minister stelt de randvoorwaarden vast waaronder ADSB verzekeringen mag afgeven. De minister van Financiën is budgetverantwoordelijk, maar is samen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verantwoordelijk voor het beleid op gebied van de ekv. Beide ministers stimuleren een gelijkwaardig speelveld op het gebied van deze exportondersteunende maatregelen.

Op basis van de ‘Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën’ biedt de Nederlandse staat, in aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s kunnen afdekken bij de Staat. Met de verschillende producten binnen de exportkrediet- en investeringsverzekeringen kunnen Nederlandse bedrijven meer exportorders binnenhalen die in het bijzonder op (middel)lange termijn gefinancierd worden51.

De ekv-faciliteit van de Nederlandse staat is aanvullend aan de markt. Dit betekent dat exporteurs aanspraak kunnen maken op de ekv-faciliteit als exportorders niet commercieel verzekerd kunnen worden. Zo kan de export, ook naar politiek en economisch ingewikkelde landen, toch doorgaan. Er is duidelijk vastgelegd welke risico’s (looptijd, omvang en landen) verzekerd kunnen worden op de private markt en dus voor welke risico’s de Nederlandse staat aanvullende zekerheid kan bieden. Daarnaast stelt de minister van Financiën voor alle verzekeringsproducten een risicokader vast. Hierin staan de randvoorwaarden voor het afgeven van een verzekering, waarmee de Staat vaststelt welke risico’s als verantwoord worden beschouwd.

Net als Nederland hebben veel andere landen ook een ekv-faciliteit. Nederland zet zich internationaal in om afspraken te maken over exportondersteuning en om Nederlandse exporteurs en hun financiers onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren. Deze afspraken zijn vastgelegd in de ‘Arrangement’ en waarborgen een internationaal gelijk speelveld52. Zo zijn er afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt. Hierbij kan gedacht worden aan afspraken over de kostendekkendheid van de ekv-faciliteit, minimumpremies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden en verantwoord leenbeleid.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) heeft internationaal, maar ook nationaal de aandacht. Er is continu aandacht voor een gedegen uitvoering van het beleid voor mvo binnen de ekv-aanvragen. Het Nederlandse beleid voor de toetsing van ekv-aanvragen op de milieu- en sociale-effecten, dat in een aantal opzichten strenger is dan de internationale richtlijnen op dit gebied, is vastgelegd in het zogeheten Beleidsdocument mvo53. ADSB publiceert jaarlijks een duurzaamheidsverslag waarin de inspanningen en resultaten worden beschreven.

C. Beleidsconclusies

Vergroening

Het vergroenen van de ekv-portefeuille was in 2022 een aandachtspunt. Ook in 2022 zijn maatregelen genomen om groene transacties beter te ondersteunen met de ekv, zoals het verzekeren van meer risicovolle groene transacties en de groendekking voor investeringen in groene innovaties. Het is niet gelukt om de maatregelen in 2022 te evalueren, deze worden in 2023 geëvalueerd om te kijken of verbeteringen mogelijk en/of wenselijk zijn. Tevens zal de meetmethodiek groen en fossiel geëvalueerd worden, waarbij ontwikkelingen in de Europese taxonomie meegewogen worden.

COP26-verklaring

Nederland heeft in november 2021 de COP26-verklaring getekend voor het in lijn brengen van internationale overheidssteun met de groene energietransitie. In 2022 heeft het kabinet invulling gegeven aan de verklaring54.

Bedrijven en banken komen vanaf 1 januari 2023 niet langer in aanmerking voor een ekv voor nieuwe projecten in de fossiele energiesector, tenzij deze in lijn zijn met het internationale klimaatdoel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden. De uitwerking van COP26-verklaring is een belangrijke stap in de verdere vergroening van de ekv. Bij de uitwerking van de COP26-verklaring heeft het kabinet afstemming gezocht met andere ondertekenaars om zoveel mogelijk een gelijkwaardig speelveld te garanderen. Met het oog op een zorgvuldige implementatie kunnen aanvragen die voor 1 januari 2023 zijn ingediend tot uiterlijk 31 december 2023 een polis ontvangen. Het nieuwe beleid zal periodiek geëvalueerd worden.

Verbeteren internationaal speelveld

Internationaal zet het ministerie van Financiën zich in voor een zo gelijkwaardig mogelijk speelveld voor Nederlandse exporteurs. In 2022 heeft Nederland actief bijgedragen aan de onderhandelingen over de modernisering van de Arrangement on official supported export credits. Door deze afspraken tussen OESO-landen over publieke exportfinanciering aan te passen aan de eisen van deze tijd kan export beter ondersteund worden. De betrokken landen hebben het streven uitgesproken om in maart 2023 tot een akkoord te komen. Daarnaast heeft Nederland in 2022 bijgedragen aan de verkenning naar een Europese strategie voor publieke exportfinanciering. Het rapport wordt in opdracht van de Europese Commissie opgesteld en wordt begin 2023 verwacht.

Beleidsevaluatie anti-omkoping

Het anti-omkopingsbeleid voor de ekv is er op gericht om omkoping bij exporttransacties die door de Staat verzekerd worden te voorkomen. In 2021 is dit beleid geëvalueerd op effectiviteit en praktische uitvoering. Het evaluatierapport is in juli 2022 met de Kamer gedeeld. De aanbevelingen uit het evaluatierapport worden opgepakt door een daarvoor opgerichte Taskforce anti-omkoping waarin naast het ministerie van Financiën ook het ministerie van Buitenlandse Zaken en uitvoerder ADSB vertegenwoordigd zijn. In november 2022 is een plan van aanpak naar de Kamer gestuurd voor de implementatie van de aanbevelingen. Voor de zomer van 2023 zal het kabinet middels een Kamerbrief hierover rapporteren.

Kengetallen

Eind 2022 staat er in totaal voor ongeveer € 18,8 mld. uit aan verplichtingen. Dit is een combinatie van definitieve verplichtingen (afgegeven verzekeringspolissen) en voorlopige verplichtingen (dekkingstoezeggingen; een wederzijdse juridische verplichting tussen de Staat enerzijds en exporteur of bank anderzijds).

Figuur 7 Totaal uitstaande garantieverplichtingen (bedragen x € 1 mld.) 

Bovenstaande figuur geeft de ontwikkeling van de totale uitstaande verplichtingen weer. In 2022 is de portefeuille qua omvang iets afgenomen.

De coronamaatregel herverzekering leverancierskredieten in 2020 en 2021 is niet opgenomen in de bovenstaande grafiek, omdat het geen betrekking heeft op de reguliere garantieverplichtingenstand van de schade-uitkering exportkredietverzekering.

Tabel 29 Trend van het aantal nieuwe klanten (meetbare gegevens)
 

2018

2019

2020

2021

2022

Nieuwe klanten

29

39

45

38

45

Bron: ADSB

Sinds 2016 is het streven om meer nieuwe klanten en met name nieuwe klanten uit het MKB segment te bereiken. Atradius DSB (ADSB) heeft zich hier in opdracht van de Staat de afgelopen jaren specifiek voor ingezet. In het bovenstaande overzicht is te zien dat er jaarlijks een significant aantal nieuwe klanten bij ADSB zijn bijgekomen. Van de nieuwe klanten in 2022 behoren 28 exporteurs tot het midden- en kleinbedrijf.

Tabel 30 Realisatie prestatie-indicatoren (meetbare gegevens)
 

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Streefwaarde 2022

Realisatie 2022

Bijdrage bbp in % (berekening CBS)1 

0,14%

0,12%

0,07%

0,04%

> 0,12%2

3

Bedrijfseconomisch resultaat (BERB)

€ 518 mln.

€ 555 mln.

€ 582 mln.

€ 667 mln.

> € 0

€ 504 mln.

Nieuw aangegane donkergroene transacties o.b.v. commitment in %

 

19,7%

41,9%

24%

 

2,91%

Absoluut aantal nieuw aangegane donkergroene transacties

 

15

12

4

15% meer dan het voorgaande jaar

18

Bron: cijfers bijdrage bbp worden jaarlijks berekend dor het CBS, zie CBS (2022), Bijdrage publieke exportkredietverzekering aan economie, 28 november, te raadplegen via http://www.cbs.nl. Overige cijfers ontvangen van ADSB.

X Noot
1

De geleverde cijfers voor de eerdere jaarverslagen bleken niet altijd juist te zijn. Enerzijds bevatten de eerder cijfers dubbeltellingen. Anderzijds ontbraken er in de eerdere cijfers polissen die een exportwaarde representeerden, maar niet zijn meegenomen in de berekeningen. Per saldo betekent dit dat er meer verzekerde export is meegenomen in de berekeningen van het CBS over het jaar 2021. Hierdoor nemen de arbeidsjaren en verdiensten die samenhangen met pekv in deze update toe voor de jaren 2018, 2019 en 2020 ten opzichte van voorgaande jaarverslagen.

X Noot
2

De streefwaarde is berekend op basis van het gemiddelde over de afgelopen jaren.

X Noot
3

De bijdrage bbp over 2022 wordt door het CBS berekend in het najaar van 2023.

Toelichting prestatie-indicatoren

Bijdrage bbp

De ekv-faciliteit is belangrijk voor Nederland om de export te kunnen bevorderen. Voor de ekv-gedekte export geldt dat het aannemelijk is dat die niet tot stand was gekomen zonder ekv-dekking. Als Nederland geen ekv-dekking zou aanbieden, zou wat Nederland had kunnen exporteren verschuiven naar buitenlandse concurrenten die wel gebruik kunnen maken van ekv-dekking. Elk jaar stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vast wat de bruto bijdrage van de ekv-faciliteit is geweest aan de Nederlandse economie. Het CBS berekent dit gegeven aan de hand van het volume van de ekv-gedekte export. In de periode 2016-2021 bedroeg de bijdrage aan het bbp gemiddeld 0,12% en werden in totaal 61.700 arbeidsjaren gecreëerd met de verzekerde export. In 2021 was de bijdrage aan het bbp circa 0,04% en werden er 3.300 arbeidsjaren gecreëerd.

Realisatie bedrijfseconomisch resultaat (berb)

Met de berb wordt jaarlijks berekend of de ekv-faciliteit kostendekkend is. Het bedrijfseconomisch resultaat is een cumulatief resultaat over alle polissen die vanaf 1 januari 1999 zijn afgesloten, rekening houdend met de verwachte schades over de lopende verplichtingen. Nederland gebruikt dit model om te toetsen of wordt voldaan aan de internationale afspraken. Het cumulatieve resultaat sinds 1999 is voor 2022 € 504 mln. en was in 2021 € 667 mln. Daarmee is de ekv ruimschoots kostendekkend en wordt de doelstelling bereikt.

Groene transacties

De beleidsmatige inzet bij de ekv is erop gericht het aandeel in de portefeuille van transacties die een bijdrage leveren aan het bereiken van de doelstellingen van het Akkoord van Parijs te laten groeien. In 2019 is een model ontwikkeld om te kunnen inventariseren welke transacties als groen gekwalificeerd kunnen worden. Dit model is gebaseerd op de richtlijnen van de International Finance Corporation (onderdeel van de Wereldbankgroep). Begin 2020 is dit model door externe deskundigen gevalideerd. Vanaf 2020 worden alle transacties geclassificeerd. De uitkomsten worden gebruikt om te rapporteren over het aantal groene transacties in de portefeuille.

De doelstelling voor 2022 was het verhogen van het aantal groene transacties met 15% ten opzichte van 2021, en deze doelstelling is behaald. In 2022 zijn 48 groene transacties afgesloten waarvan 18 donkergroen. Dit is een stijging ten opzichte van 2021 waarin 10 groene transacties waren afgesloten. Daarvan waren 4 donkergroen. Van het totale bedrag dat in verzekering is genomen in 2022, is 9,6% te classificeren als groen en 2,91% als donkergroen. Hierbij dient echter wel opgemerkt te worden dat de ekv een vraaggestuurd instrument is, waardoor het aantal verzekerde transacties afhankelijk is van het aanbod van projecten en export.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 31 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 5 Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

‒ 432.177

4.761.921

19.985.791

‒ 4.483.155

4.642.218

10.089.941

‒ 5.447.723

        

Uitgaven

42.733

198.506

204.344

400.211

233.620

221.941

11.679

        

Opdrachten

16.191

12.178

87.007

74.740

20.695

19.697

998

Kostenvergoeding Atradius DSB

15.999

12.134

13.565

19.191

19.553

18.900

653

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

0

0

72.681

55.300

1.024

650

374

Overige uitgaven

192

44

761

250

119

147

‒ 28

        

Garanties

26.542

186.328

49.519

244.289

72.574

132.000

‒ 59.426

Schade-uitkering ekv

26.530

184.726

21.640

208.978

68.970

112.000

‒ 43.030

Schade-uitkering Seno-Gom

12

1.602

0

0

0

0

0

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

0

0

27.880

35.311

3.604

20.000

‒ 16.396

        

Storting/-onttrekking begrotingsreserve

0

0

67.818

81.182

140.351

70.244

70.107

Storting begrotingsreserve ekv

0

0

67.818

81.182

140.351

70.244

70.107

        

Ontvangsten

244.897

166.594

305.065

382.566

254.768

131.076

123.692

        

Garanties

244.896

217.575

305.065

258.187

235.015

107.119

127.896

Premies ekv

91.151

63.159

82.074

81.221

135.181

70.244

64.937

Premies herverzekering leverancierskredieten

0

0

191.805

131.119

2.036

0

2.036

Schaderestituties ekv

153.745

154.416

28.756

41.707

96.526

16.875

79.651

Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten

0

0

2.430

4.140

1.272

20.000

‒ 18.728

        

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

‒ 50.981

0

124.379

19.752

23.957

‒ 4.205

Onttrekking begrotingsreserve ekv

0

‒ 50.981

0

124.379

19.752

23.957

‒ 4.205

Tabel 32 Uitsplitsing verplichtingen
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Verplichtingen

‒ 432.177

4.761.921

19.985.791

‒ 4.483.155

4.642.218

10.089.941

‒ 5.447.723

waarvan garantieverplichtingen:

‒ 448.386

4.748.141

19.830.777

‒ 4.668.943

4.477.941

10.000.000

‒ 5.522.059

Exportkredietverzekeringen

‒ 448.386

4.748.141

7.830.777

7.267.867

4.477.941

10.000.000

‒ 5.522.059

waarvan: aangegane garantieverplichtingen

2.589.366

4.748.141

7.830.777

7.267.867

4.477.941

10.000.000

‒ 5.522.059

waarvan: vervallen verplichtingen

‒ 3.037.752

0

0

0

0

0

0

Herverzekering leverancierskredieten

0

0

12.000.000

‒ 11.936.809

0

0

0

        

waarvan overige verplichtingen:

16.210

13.780

155.015

185.787

164.278

89.941

74.337

Kostenvergoeding Atradius DSB

15.999

12.134

13.565

19.191

19.553

18.900

653

Uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten

0

0

72.681

55.300

1.024

650

374

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

0

0

0

29.689

3.604

0

3.604

Storting begrotingsreserve ekv

0

0

67.818

81.182

140.351

70.244

70.107

Overige betalingsverplichtingen

211

1.646

951

425

‒ 253

147

‒ 400

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

Garantieverplichtingen

Exportkredietverzekeringen

Voor 2022 is er een benutting van € 5,5 mld. onder het plafond van € 10 mld. aan nieuw aangegane verplichtingen voor de exportkredietgarantie en de regeling investeringsverzekering. Artikel 5 Exportkredietverzekeringen, - garanties en investeringsverzekeringen van de Financiënbegroting heeft een garantieplafond waarin is aangegeven voor welk bedrag de minister jaarlijks nieuwe garantieverplichtingen kan aangaan. Dit plafond is vastgesteld op € 10 mld. voor de gehele ekv-faciliteit.

Overige verplichtingen

Storting begrotingsreserve ekv

In 2022 is per saldo € 120,6 mln. in de begrotingsreserve ekv gestort. De begrotingsreserve werkt als buffer om per jaar het verschil tussen enerzijds premieontvangsten en anderzijds definitieve schades en uitvoeringskosten op te vangen. Schades zijn niet EMU-saldorelevant zolang het een openstaand dossier betreft. Pas wanneer een dossier is afgesloten wordt de nettoschade-uitkering relevant voor het EMU-saldo. Ontvangen premies worden gestort in de begrotingsreserve, terwijl uitgaven aan definitieve schades op afgesloten polissen en de uitvoeringskosten van ADSB gedekt worden met een onttrekking uit de begrotingsreserve. Op basis van de realisatiestanden is er per saldo € 120,6 mln. in de begrotingsreserve gestort. Dit is opgebouwd uit een storting van € 140,4 mln. aan premies en een onttrekking van € 19,8 mln. aan uitvoeringskosten en definitieve schades. Daarmee bedraagt de nieuwe stand € 585,9 mln., zie ook onderdeel 8.2.5. (Saldibalans IXB, begrotingsreserves).

Uitgaven

Garanties

Schade-uitkering ekv

De schade-uitkeringen zijn in 2022 € 43,0 mln. lager uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. Bij de ekv zijn schades moeilijk te begroten en daarnaast kan het al dan niet materialiseren van één schadezaak een grote impact hebben op de realisatie. In 2022 hebben zich over het algemeen minder schades gematerialiseerd dan oorspronkelijk begroot.

Schade-uitkering herverzekering leverancierskredieten

De schade-uitkeringen herverzekering leverancierskredieten zijn in 2022 € 16,4 mln. lager uitgevallen dan oorspronkelijk begroot. De tijdelijke regeling is per 1 juli 2021 beëindigd en de vermoedelijke schade-uitkeringen bleken lager dan begroot. De herverzekering leverancierskredieten betrof een coronamaatregel waarbij de Staat voorkwam dat de kortlopende kredietverlening in de private verzekeringssector stilvalt.55

Storting/onttrekking begrotingsreserve

De begrotingsreserve wordt gevoed door premieontvangsten. Er zijn € 64,9 mln. premies meer ontvangen dan begroot. Door deze toename stijgt ook de storting aan de begrotingsreserve. Daarnaast is er € 5,2 mln. extra in de begrotingsreserve gestort omdat de recuperaties hoger uitvielen dan de uitbetaalde schadebedragen.

Ontvangsten

Garanties

Premies ekv

In 2022 zijn de premieontvangsten van de exportkredietverzekeringen € 64,9 mln. hoger uitgevallen dan begroot. De ekv is een vraaggestuurd instrument, waardoor de realisaties kunnen afwijken van de ramingen.

Premies Herverzekering leverancierskredieten

De gerealiseerde premie-inkomsten voor de herverzekering leverancierskredieten zijn € 2,0 mln. hoger uitgevallen dan begroot.

Schaderestituties ekv

De gerealiseerde schaderestituties ekv zijn € 79,7 mln. hoger dan oorspronkelijk begroot. Dit komt onder andere door een terugbetaling van een langlopende schadezaak aan een Nederlandse baggermaatschappij in verband met een transactie op een overheids-gelieerd havenbedrijf in Brazilië. Onlangs is het gelukt om deze schade op de Braziliaanse overheid te verhalen, wat heeft geresulteerd in een schaderestitutie van circa € 48 mln.

Schaderestituties herverzekering leverancierskredieten

De ramingen rond schadeuitkeringen zijn moeilijk te begroten en omgeven door onzekerheden. De schaderestituties herverzekering leverancierskredieten zijn € 18,7 mln. lager dan oorspronkelijk begroot.

Storting/-onttrekking begrotingsreserve

Definitieve schades, de kostenvergoeding ADSB en de overige kosten leiden tot een onttrekking uit de begrotingsreserve. In 2022 zijn er minder definitieve schades geweest dan oorspronkelijk begroot. Hierdoor neemt ook de onttrekking uit de begrotingsreserve af.

Artikel 6 BTW-compensatiefonds

A. Algemene doelstelling

Gemeenten, provincies en andere regionale openbare lichamen als bedoeld in de Wet op het BTW-compensatiefonds hebben de mogelijkheid om een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor en heeft een uitvoerende rol bij:

  • het verstrekken, verzamelen en controleren van de opgaafformulieren en het uitbetalen van de compensabele btw;

  • het beheer van het BCF.

Het BTW-compensatiefonds (BCF) is opgericht om btw weg te nemen als factor in de afweging van decentrale overheden tussen uitbesteden en inbesteden (uitvoering door de eigen organisatie). Decentrale overheden kunnen betaalde btw terugvragen bij het BCF. De betaalde btw moet daarvoor aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de btw betaald zijn over een niet-ondernemerstaak en mag er geen sprake zijn van verstrekking aan een individuele derde. Voorbeelden van taken waarvoor gemeenten en provincies btw kunnen terugvragen zijn: inzameling van huisvuil, onderhoud aan gebouwen, straatbeheer, schoonmaakactiviteiten, archivering, ingenieurs werkzaamheden en groenbeheer.

C. Beleidsconclusies

In 2022 hebben zich wat betreft de beoogde resultaten geen bijzonderheden voorgedaan en de beleidsdoelen zijn bereikt zoals voorzien.

Naar analogie van de normeringssystematiek (zie bijlage 11 van de Miljoenennota 2023 voor een toelichting) is het volumedeel van het accres van het BCF voor het Gemeentefonds deel halverwege 2022 vastgezet op de stand van de Voorjaarsnota 2022. Het volumedeel van het accres van het BCF voor het Provinciefonds deel wordt conform reguliere systematiek berekend.

Compensatie

De Belastingdienst heeft als taak om opgaafformulieren te verstrekken en te verzamelen en de btw over niet-ondernemersactiviteiten te compenseren.

Activiteiten 2022

Het toezicht BCF richt zich zowel op bestaande als reeds opgeheven gemeenten. Op 1 januari 2022 waren er 345 gemeenten en 12 provincies. Eind 2022 is bij 60% van deze lagere overheden een fiscaal inhoudelijke uitvoerings- en toezichtactiviteit inzake BCF uitgevoerd. De Belastingdienst heeft in het kader van de doorontwikkeling Horizontaal toezicht een herbeoordeling van de bestaande convenanten gedaan. Ultimo 2023 is duidelijk met hoeveel gemeenten er wederom een individueel toezichtconvenant is gesloten.

Wanneer daar aanleiding voor is kunnen boekenonderzoeken worden ingezet. Dit kunnen volledige boekenonderzoeken zijn, waarvan het BCF deel uitmaakt, of deelonderzoeken die specifiek zijn gericht op de juistheid van de opgaven BCF van gemeenten en provincies.

In 2022 zijn bij 13 gemeenten en/of provincies specifieke boekenonderzoeken voor het BCF uitgevoerd. Deze onderzoeken hebben per saldo geleid tot een totaal correctiebedrag van € 3,3 mln., wat neerkomt op een gemiddelde controleopbrengst van circa € 256.000.

Kengetallen en indicatoren

Tabel 33 Realisatie prestatie-indicator BCF (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Streefwaarde 2022

Realisatie 2022

Percentage uitgevoerde fiscaal inhoudelijke uitvoerings- en toezichtactiviteit

>45%

60%

Bron: Belastingdienst/SSO Financieel en Managementinformatie

In het kader van het project ‘Herijking KPI’s’ is voor 2022 in de begroting de oude BCF-KPI vervangen voor het KPI Percentage uitgevoerde fiscaal inhoudelijke uitvoerings- en toezichtactiviteit inzake BTW-Compensatiefonds (BCF) bij gemeenten en provincies (norm >45%). De streefwaarde is in 2022 behaald.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 34 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 6 BTW-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

3.286.561

3.422.490

3.564.607

3.666.792

3.817.766

3.664.380

153.386

        

Uitgaven

3.286.561

3.422.490

3.564.607

3.666.792

3.817.766

3.664.380

153.386

        

Bijdragen aan medeoverheden

3.286.561

3.422.490

3.564.607

3.666.792

3.817.766

3.664.380

153.386

Bijdragen aan gemeenten

2.881.223

2.955.990

3.162.382

3.252.802

3.412.761

3.254.618

158.143

Bijdragen aan provincies

405.338

466.500

402.226

413.990

405.005

409.762

‒ 4.757

        

Ontvangsten

3.286.561

3.422.490

3.564.607

3.666.792

3.817.766

3.664.380

153.386

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen, Uitgaven en Ontvangsten

Gemeenten declareren in absolute zin meer btw bij het BCF dan provincies. Ten opzichte van de totale uitgaven van gemeenten en provincies declareren provincies relatief gezien meer bij het BCF. De provincies zijn vooral actief op het gebied van verkeer en vervoer, een uitgavencategorie die veelal voor compensatie van btw in aanmerking komt. De ontvangsten zijn gelijk aan de uitgaven omdat de terugbetaalde btw-bedragen tevens belastinginkomsten zijn.

Tabel 35 Plafond BTW-compensatiefonds (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2022

2022

2022

Plafond

4.224.559

4.001.909

222.650

W.v. stand MN 2022

4.001.909

  

W.v. overhevelingen i.v.m taakmutaties

102.663

  

W.v. accres

119.987

  

Uitgaven

3.817.766

3.664.380

153.386

W.v. Gemeenten

3.412.761

3.254.6181

158.143

W.v. Provincies

405.005

409.762

‒ 4.757

Ruimte onder plafond

406.793

337.529

69.264

W.v. Gemeenten

317.985

299.785

18.200

W.v. Provincies

88.808

37.744

51.064

X Noot
1

De oorspronkelijk geraamde bijdrage aan gemeenten van € 3.253,9 mln. is na het opstellen van de Miljoenennota 2022 met € 0,7 mln. verhoogd naar € 3.254,6 mln. als gevolg van een nota van wijziging op de Ontwerpbegroting IXB 2022. Zie ook Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 IX, nr. 10

Het plafond op het BCF is gekoppeld aan de accrespercentages zoals deze volgen uit de normeringssystematiek voor het Gemeentefonds en Provinciefonds. Naar analogie van de normeringssystematiek (zie bijlage 11 van de Miljoenennota 2023 voor een toelichting) is het volumedeel van het accres van het BCF voor het Gemeentefonds deel halverwege 2022 vastgezet op de stand van de Voorjaarsnota 2022. Het volumedeel van het accres van het BCF voor het Provinciefonds deel wordt conform reguliere systematiek berekend.

Het plafond wordt naast het accres aangepast voor taakmutaties (zoals decentralisaties) die gepaard gaan met onttrekkingen of toevoegingen aan het BCF. Als het plafond overschreden wordt, komt het verschil ten laste van het Gemeentefonds en Provinciefonds. Bij een realisatie lager dan het plafond, komt het verschil ten gunste van het Gemeentefonds en Provinciefonds. De toevoeging of uitname moet worden verdeeld over gemeenten en provincies. Er is tussen decentrale overheden en het Rijk afgesproken dit te doen op basis van de verhouding van wat de gezamenlijke gemeenten en provincies in het afgelopen jaar ook daadwerkelijk hebben ontvangen uit het BCF56.

Aan de hand van de realisatiecijfers wordt in het Financieel Jaarverslag Rijk de definitieve ruimte onder het BCF-plafond bepaald. Het verschil tussen de voorlopige afrekening die bij Miljoenennota 2022 heeft plaatsgevonden en de definitieve ruimte onder het plafond, wordt bij Voorjaarsnota verrekend met het Gemeentefonds en Provinciefonds.

In de volgende tabel worden de openstaande voorschotten weergegeven. Er zijn in 2022 minder nieuwe voorschotten verstrekt dan afgerekend. Het openstaande saldo aan voorschotten is daarom gedaald in 2022.

Tabel 36 Voorschotten BTW-compensatiefonds
 

2022

Saldo per 1 januari 2022

143.000.000

Bedrag nieuwe voorschotten 2022

185.433.431

Bedrag afgerekende voorschotten 2022

191.133.845

Saldo per 31 december 2022

137.299.586

Artikel 9 Douane

A. Algemene doelstelling

De Douane draagt bij aan een solide financiering van de Europese en nationale overheid, aan een veilige samenleving en aan een sterke, aantrekkelijke en eerlijke interne markt waarmee de welvaart in de EU en Nederland wordt bevorderd. Dit doet de Douane door als handhavingsdienst toezicht te houden op het EU-grensoverschrijdende goederenverkeer en daarbij te controleren op de naleving van fiscale en niet-fiscale regels en door het bonafide bedrijfsleven daarbij te faciliteren. Douanerechten en nationale belastingen (accijnzen en verbruiksbelastingen en omzetbelasting bij invoer) worden zo veel mogelijk tijdig, juist en volledig geheven en geïnd. Met de uitvoering van de reguliere taken en door samenwerking met ketenpartners draagt de Douane ook bij aan de integrale aanpak van ondermijning.

De opdracht van de Douane bestaat uit:

  • Afdracht: zorgen dat opbrengsten zo juist, tijdig en volledig mogelijk zijn.

  • Beschermen: de samenleving zo goed mogelijk beschermen tegen onveilige en ongewenste goederen.

  • Concurrentiepositie: bijdragen aan het versterken van de concurrentiepositie van de Europese Unie.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor en heeft een regisserende rol op het terrein van het beleid en de wet- en regelgeving inzake douaneformaliteiten en douanerechten. Dit is hoofdzakelijk Europese wet- en regelgeving. Daarnaast is de minister verantwoordelijk voor de wet- en regelgeving inzake binnenlandse accijnzen en verbruiksbelastingen.

Op grond van het Douanewetboek van de Unie (DWU), Europese verordeningen, de Algemene douanewet en andere nationale wet- en regelgeving handhaaft de Douane fiscale en niet-fiscale wet- en regelgeving.

De minister bevordert via de inzet van de Douane de naleving van wet- en regelgeving. Dit gebeurt door het leveren van passende en faciliterende dienstverlening door bijvoorbeeld zorg te dragen voor een goed werkend aangiftesysteem. Maar ook door processen juist en tijdig uit te voeren, door adequaat toezicht uit te oefenen en door naleving te stimuleren en waar nodig deze naleving bestuurs- of strafrechtelijk af te dwingen.

Strategie Douane

De ambitie van de Douane is: ‘De Nederlandse Douane behoort tot de beste douanediensten ter wereld, die door slim te werken legale handel optimaal faciliteert, de samenleving adequaat beschermt, en douanerechten, accijnzen en andere belastingen volgens de wetgeving correct heft en int’.

Deze ambitie wordt langs drie doelstellingen programmatisch opgepakt:

  • Eén professionele en integere Douane: de Douane wil een wendbare en integere organisatie zijn, met een evenwichtig personeelsbestand;

  • Slimme handhaving, soepele logistiek: om het toezicht effectief en efficiënt te houden, moeten mensen en middelen op een slimme en innovatieve manier worden ingezet;

  • Data-gedreven organisatie: de Douane wil zich in de uitvoering van zijn werkprocessen in hoge mate laten leiden door data en de informatie en kennis die daaruit kan worden afgeleid.

C. Beleidsconclusies

De algemene doelstelling komt voor de Douane tot uiting in de doelstellingen voor Afdracht, Bescherming en Concurrentiepositie, de zogenoemde ABC-doelstellingen.

Naast de uitvoering van de reguliere handhavingstaken, in de context van fors gestegen goederen- en aangiftevolumes, heeft de oorlog in Oekraïne in 2022 een stempel gedrukt. Het leidde tot extra werkzaamheden in het handhaven van de verscheidene uitbreidingen van de opgelegde sanctiemaatregelen.

De Douane heeft in 2022 in de zeehavens en op de luchthaven Schiphol in totaal 51.447 kilo cocaïne in beslag genomen, ten opzichte van 71.796 kilo in 2021. Hoewel er minder cocaïne is onderschept in 2022 ten opzichte van 2021, is het aantal bevindingen nagenoeg gelijk. Daarbij wordt voor Nederland juist meer in beslag genomen in Zuid-Amerika dan in 2021. Het opwerpen van barrières, zoals extra scancontroles, samenwerking met publieke en private partners en de internationale samenwerking lijkt vruchten af te werpen. In de luchtvracht (incl. passagiers) is 1.295 kilo cocaïne in beslag genomen, dat is minder dan in 2021, maar meer dan in de jaren daarvoor. Verder heeft de intensieve controle op post gezorgd voor een inbeslagname van bijna 27.000 postzendingen, vooral met synthetische drugs. Deze stijging hangt samen met de intensivering door de Douane op deze controles en mogelijk ook met de toegenomen vraag, gerelateerd aan de hervatte organisatie van grote feesten en dance-events.

De belangrijkste uitdagingen waarmee de Douane in 2022 en de jaren die erop volgen te maken heeft zijn de werving, de IT-agenda en de toename van het aantal uit te voeren taken.

In 2022 heeft de Douane 984 posities opengesteld, aanzienlijk meer dan vooraf voorzien. Dit is veroorzaakt door toename van zowel de interne doorstroom als de niet-leeftijdsgebonden uitstroom. Daarnaast hebben de sanctiemaatregelen tot extra werving geleid.

Er zijn IT-vernieuwingen gerealiseerd, zoals de geautomatiseerde afdrachtstaat en de invoering van aangepaste EORI-nummers, maar er zijn ook projecten die vertragen of waarvan de uitvoering wordt uitgesteld.

De Douane ziet het aantal taken toenemen, als gevolg van de inzet op de bestrijding van ondermijning, de sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus en nieuwe (wetgevings)voorstellen die leiden tot nieuwe taken.

Tabel 37 Realisatie prestatie-indicatoren Douane (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Streefwaarde 2022

Realisatie 2022

Afdracht: Juiste invoeraangiften

861

88

97

105

≥ 100

98

Beschermen: Uitvoering afspraken niet-fiscale taken

n.v.t.

n.v.t.

97%

98%

≥ 95%

99%

Concurrentiepositie: Waardering bedrijfsleven

107,2

105,8

104,3

107,2

≥ 100

108,7

Afgehandelde bezwaren binnen de Awb-termijn

78%

89%

94%

88%

≥ 95%

71%

Afgehandelde klachten binnen de Awb-termijn

98%

98%

96%

97%

≥ 95%

98%

X Noot
1

De realisatiecijfers voor 2018 en 2019 zijn gecorrigeerd vanwege een verkeerde vastlegging van een deel van de controleresultaten. Dit leidt tot lagere realisatiecijfers dan eerder gerapporteerd: in 2018 van 91 naar 86 en in 2019 van 97 naar 88. De aangiftes, hoewel deels foutief vastgelegd, zijn wel correct afgewikkeld.

Toelichting

Afdracht: Juiste invoeraangiften

De Douane zorgt dat de afdracht van douanerechten, belastingen bij invoer en binnenlandse accijnzen zo juist, tijdig en volledig mogelijk is. Dit houdt in dat de verschuldigde douanerechten en belastingen worden vastgesteld, geheven en geïnd. De geïnde bedragen worden afgedragen aan:

  • de Europese Unie (douanerechten);

  • de Nederlandse schatkist (accijnzen en verbruiksbelastingen en omzetbelasting bij invoer).

De invoeraangifte vormt de basis van de juiste afdracht van douanerechten en belastingen. Bedrijven kunnen in verschillende systemen een aangifte ten invoer doen. Een van deze systemen is het aangiftesysteem AGS. De prestatie-indicator «juiste invoeraangiften» geeft weer hoe groot het aandeel juiste invoeraangiften is in het totaal aantal invoeraangiften in AGS. Deze indicator geeft de Douane meer inzicht in het aangiftegedrag van bedrijven in AGS en stimuleert de Douane om verbeteringen in gang te zetten. Het wordt uitgedrukt in een indexcijfer. Het jaar 2016 geldt hierbij als indexjaar.

De prestatie-indicator is het afgelopen jaar gedaald met 7 punten, namelijk van 105 punten in 2021 naar 98 punten in 2022. Dit betekent dat het aandeel juiste aangiften in AGS is afgenomen. Een deel van deze daling kan worden verklaard doordat de indicator sterk negatief wordt beïnvloed door één bepaald bedrijf dat veel onjuiste e-commerce aangiften indiende. De Douane heeft specifieke interventies ingezet om deze situatie te verbeteren. Zonder de aangiften van dit bedrijf zou het indexcijfer voor 2022 vergelijkbaar zijn met de realisatie in 2021.

Voor aangiften met een geringe waarde ‒ € 150 of lager - is sinds 2021 een nieuw aangifte systeem gebouwd. Aangiften voor e-commerce zendingen worden veelal in dit nieuwe aangifte systeem ingediend. De aangiften van het betreffende bedrijf in AGS, zijn aangiften die niet voldoen aan de voorwaarden voor dit nieuwe aangiftesysteem.

Beschermen: Uitvoering afspraken niet-fiscale taken

De Douane beschermt de samenleving zo goed mogelijk tegen onveilige en ongewenste goederen. De B-doelstelling van de Douane, beschermen van de samenleving, betreft de uitvoering van de niet-fiscale taken die de Douane in opdracht van beleidsdepartementen kent.

De opdrachtgevende beleidsdepartementen voor de niet-fiscale douanetaken zijn de ministeries van Financiën, Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Klimaat, Infrastructuur en Waterstaat, Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De streefwaarde van de B-doelstelling is over 2022 behaald. Het meest in het oog springend zijn de controles die de Douane heeft uitgevoerd in haar taken op het gebied van sanctiemaatregelen. Vanwege de aanscherpingen in de sanctiemaatregelen voor het goederenverkeer van en naar de Rusland en Belarus is gedurende het jaar de oorspronkelijke planning fors verhoogd. De bijgestelde planning is gerealiseerd.

Concurrentiepositie: Waardering bedrijfsleven

De Douane draagt bij aan het versterken van de concurrentiepositie van de Europese Unie. Dit doet de Douane enerzijds door toe te zien op naleving van Europese maatregelen voor marktordening. Anderzijds bevordert de Douane een snelle en goede douaneafhandeling, resulterend in zo min mogelijk logistiek oponthoud en administratieve lasten voor het bonafide bedrijfsleven.

De waardering van het bedrijfsleven is een indicator gericht op het versterken van de concurrentiepositie. De Douane peilt jaarlijks de waardering door het bedrijfsleven. In samenspraak met het bedrijfsleven zijn aspecten in de dienstverlening vastgesteld die zowel de Douane als het bedrijfsleven belangrijk vinden. Deze aspecten worden gemeten in de begrotingsindicator.

De streefwaarde voor de begrotingsindicator (≥100) is in 2022 gerealiseerd met 108,7. De tevredenheid over de snelheid waarmee de Douane transporten afhandelt en haar werkzaamheden afstemt op de logistieke keten is iets gestegen. De tevredenheid over de duidelijkheid van antwoorden of reacties op ingediende bezwaarschriften is iets afgenomen ten opzichte van 2021.

Afgehandelde bezwaren en klachten binnen de Awb-termijn

Het aantal ingediende bezwaarschriften is in 2022 toegenomen ten opzichte van 2021 en kwam 30% hoger uit dan waar bij de planning voor 2022 rekening mee werd gehouden. Het aantal bezwaren dat gepland stond om af te doen in 2022 is gehaald. Dit betrof deels het wegwerken van de bezwaarschriften uit eerdere jaren. Hierdoor was de afhandeling van ingediende bezwaarschriften in 2022 binnen de Awb-termijn met 71% lager dan de streefwaarde.

De afhandeling van het aantal klachten binnen de Awb-termijn was in 2022 met 98% hoger dan de streefwaarde.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 38 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 9 Douane (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

0

393.471

440.507

518.330

696.005

670.411

25.594

        

Uitgaven (1) + (2)

0

391.518

425.114

520.488

680.623

670.411

10.212

        

(1) Apparaatsuitgaven

0

366.896

404.567

426.376

466.057

466.201

‒ 144

        

Personele uitgaven

0

364.127

402.265

423.019

460.128

443.947

16.181

Eigen personeel

0

358.089

395.108

412.637

440.950

430.136

10.814

Inhuur externen

0

5.885

6.977

10.183

18.997

13.599

5.398

Overig personeel

0

153

180

199

181

212

‒ 31

        

Materiële uitgaven

0

2.770

2.302

3.358

5.929

22.254

‒ 16.325

ICT

0

704

730

735

1.051

1.510

‒ 459

Bijdrage aan SSO's

0

0

392

511

130

150

‒ 20

Overig materieel

0

2.066

1.180

2.112

4.748

20.594

‒ 15.846

        

(2) Programma-uitgaven

0

24.622

20.547

94.112

214.566

204.210

10.356

        

Bekostiging

0

0

834

0

0

50

‒ 50

Overige bekostiging

0

0

834

0

0

50

‒ 50

        

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

0

0

1.012

1.556

1.422

1.350

72

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

0

0

1.012

1.556

1.422

1.350

72

        

Opdrachten

0

21.804

15.686

18.418

14.779

27.878

‒ 13.099

ICT opdrachten

0

1.059

1.356

1.477

2.057

6.035

‒ 3.978

Overige opdrachten

0

20.745

14.330

16.940

12.722

21.843

‒ 9.121

        

Bijdrage aan agentschappen

0

2.818

3.015

2.764

3.745

3.187

558

Bijdrage overige agentschappen

0

2.818

3.015

2.764

3.745

3.187

558

        

(Schade)vergoeding

0

0

0

7

75

0

75

(Schade)vergoedingen

0

0

0

7

75

0

75

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

0

71.367

194.545

171.745

22.800

Toegerekende uitgaven van Belastingen

0

0

0

71.367

194.545

171.745

22.800

        

Ontvangsten

0

990

1.037

749

13.467

605

12.862

Apparaatontvangsten

0

990

1.037

749

13.467

605

12.862

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

Ten opzichte van de ontwerpbegroting vallen de verplichtingen € 25,6 mln. hoger uit. Dit hangt voor een deel samen met hogere uitgaven zoals toegelicht onder 'Uitgaven'. Hiernaast maakt de Douane meer gebruik van externe inhuur en overschrijden de aangegane verplichtingen op externe inhuur (vanuit contractverlengingen) het beschikbare kader in 2022 met € 8 mln. De externe inhuur is noodzakelijk voor de rijksbrede trajecten als «Informatiehuishouding op Orde» en andere projecten als «Digitale Snelweg Douane» (DSD) en «Douane Wetboek van de Unie» (DWU). Ook gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt is het noodzakelijk om externe inhuur in te zetten op reguliere formatieplaatsen.

Uitgaven

De realisatie op de uitgaven is in totaal € 10,2 mln. hoger dan begroot conform de Ontwerpbegroting. De belangrijkste oorzaken van de hogere uitgaven worden hieronder vermeld.

Personele uitgaven

De personele uitgaven vallen per saldo € 16,2 mln. hoger uit dan begroot. Dit wordt voor € 12,6 mln. verklaard door de loonstijgingen in de nieuwe cao 2022. Hiernaast maakt de Douane meer gebruik van externe inhuur. Dit is o.a. ten behoeve van het rijksbrede traject «Informatiehuishouding op Orde» en Douaneprojecten als «Digitale Snelweg Douane» (DSD), «Douane Wetboek van de Unie» (DWU) en het «Strategisch Meerjaren Plan» (SMP). Ook worden er reguliere formatieplaatsen ingevuld met externe inhuur door de krapte op de arbeidsmarkt.

Er zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld aan de Douane voor het verder verzelfstandigen als directoraat generaal. Ook zijn middelen beschikbaar gesteld voor de versterking van grenstoezicht Aruba, Curaçao en Sint Maarten (bestrijding ondermijnende grensoverschrijdende criminaliteit) door middel van inzet douaniers.

Materiële uitgaven

De uitgaven zijn € 16,3 mln. lager uitgevallen dan begroot. Dit heeft een technische oorzaak. In 2022 was een pilot voorzien waarbij de Belastingdienst aan de Douane factureert voor facilitaire werkzaamheden en levering van uniforms (vanuit de directie Centrum voor Facilitaire Dienstverlening, CFD). Deze pilot is niet doorgegaan in 2022. De uitgaven zijn verantwoord onder het instrument 'Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken’.

Opdrachten

De uitgaven voor opdrachten vallen € 13 mln. lager uit dan begroot. Dit komt o.a. doordat de uitgaven voor enkele scansystemen niet in 2022 hebben plaatsgevonden, maar zullen doorschuiven naar 2023 en verder. Daarnaast geldt voor diverse uitgaven dat ze zijn vertraagd doordat afspraken met externe partijen niet tijdig tot stand zijn gekomen. Er zijn ook lagere uitgaven gerealiseerd ten behoeve van «Douane Wetboek van de Unie» (DWU).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Op dit instrument zijn de uitgaven € 22,8 mln. hoger. Onder dit instrument worden toegerekende kosten weergegeven die de Belastingdienst maakt ten behoeve van de Douane. Het betreft onder andere activiteiten als facilitaire zaken en ICT. De toerekening vindt plaats voor alle dienstonderdelen van de Belastingdienst die uitgaven doen ten behoeve van de Douaneprocessen.

De overschrijding komt doordat € 16,8 mln. aan uitgaven zijn verschoven van «Materiële uitgaven» naar 'Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken'. Zie ook de toelichting onder 'Materiële uitgaven'. Het resterende bedrag van € 5,9 mln. betreft een actualisatie van de uitgaven van de Belastingdienst voor Douaneprocessen.

Tabel 39 Toegerekende uitgaven tbv douaneprocessen (bedragen x € 1.000)

Activiteit

Bedrag

IV

101.250

Huisvesting en facilitaire zaken

66.677

HRM-activiteiten

6.641

Management informatie en Data Analyse

4.042

Kanaal & Ketenregie en Kanaal Digitaal/ Webcare

1.748

Team Handel en Team OLGA grote ondernemingen

1.613

Internationale Fiscale Behandeling (IFB)

130

Gegevens- en betalingsverkeer

129

Bijkomende indirecte kosten per BD-medewerker cf Handleiding Overheidstarieven

12.315

Totaal

194.545

Ontvangsten

De ontvangsten zijn € 12,9 mln. meer dan begroot. In 2022 is een eerste tranche gestort van een Europese subsidie voor scan & detectie ad € 11,5 mln. Het tweede deel volgt naar verwachting in 2024 voor een soortgelijk bedrag. Dit is een incidentele extra ontvangst.

Artikel 11 Financiering staatsschuld

A. Algemene doelstelling

Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke kosten onder acceptabel risico voor de begroting.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor de financiering van de staatsschuld. De wettelijke basis voor deze verantwoordelijkheid is geregeld in de Comptabiliteitswet 2016.57 Het Agentschap van de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën is namens de minister van Financiën verantwoordelijk voor de financiering van de staatsschuld.

De doelstelling van artikel 11 sluit aan bij de internationaal geaccepteerde uitgangspunten voor schuldmanagement, zoals verwoord door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank in de ‘Revised Guidelines for Public Debt Management’.58 Voor de uitvoering van de schuldfinanciering wordt steeds voor meerdere jaren een beleidskader vastgesteld dat is gebaseerd op twee belangrijke pijlers: het financieringsbeleid en het renterisicokader.

Het financieringsbeleid dient er vooral toe het (her)financieringsrisico en het liquiditeitsrisico te beheersen en mitigeren. Het bestaat uit de regels en randvoorwaarden die het Agentschap hanteert bij het gebruik van financiële instrumenten voor het financieren van de staatsschuld. Zo valt niet alleen de keuze voor de schuldinstrumenten hieronder, maar bijvoorbeeld ook de communicatie naar investeerders. Drie kernwaarden staan centraal in het financieringsbeleid: consistentie, transparantie en liquiditeit. Binnen de kernwaarden probeert het Agentschap zo flexibel mogelijk te zijn, om bijvoorbeeld veranderingen in de financieringsbehoefte en marktomstandigheden gedurende het jaar op te kunnen vangen.

Het renterisicokader heeft als belangrijkste doel het beheersen van het renterisico; het risico dat de rentelasten op de staatsschuld stijgen door veranderingen in de rente. Gemiddeld genomen geldt dat hoe langer de looptijd van een lening, hoe lager het risico voor de begroting. Immers, bij gemiddeld langere financiering is het gedeelte van de staatsschuld dat jaarlijks opnieuw gefinancierd moet worden, en waarvoor dus de rente opnieuw moet worden vastgesteld, lager. Hierdoor werken tegenvallende renteontwikkelingen minder snel door in de rentelasten. Echter, hoe langer de looptijd van een financieringsinstrument, hoe hoger over het algemeen de rentekosten zijn. Er zal daarom steeds een optimale afweging gezocht moeten worden tussen kosten en risico. Het renterisicokader wordt minimaal één keer in de zeven jaar herzien. Het huidige kader is in 2020 ingegaan en geldt tot en met 2025. Daarnaast wordt het kader één keer in de twee jaar intern geëvalueerd. 

Naast bovengenoemde risico’s en kernwaarden houdt het Agentschap bij het opstellen van het beleidskader verder nog rekening met onder andere valutarisico, kredietrisico (tegenpartijrisico) en operationele risico’s.

Voor de nadere invulling van de schuldfinanciering wordt op basis van het beleidskader jaarlijks in december het financieringsplan gepubliceerd, in de zogeheten Outlook59. Hierin is uiteengezet hoe de Staat in het komende kalenderjaar de schuldfinanciering zal uitvoeren. Schommelingen in de financieringsbehoefte worden gedurende het jaar zo veel mogelijk opgevangen op de geldmarkt. Deze werkwijze maakt het financieringsbeleid consistent en transparant en draagt bij aan het betrouwbare imago van de Nederlandse Staat op de financiële markten.

C. Beleidsconclusies

De financieringsbehoefte voor 2022 was ingeschat op € 74,5 mld. Deze inschatting was omgeven met een hoge mate van onzekerheid over de ontwikkelingen van de coronacrisis en het economisch herstel. Daarnaast waren de plannen van de nieuwe regering nog niet bekend. Aan de financiële markten werd aangekondigd dat er ongeveer € 45 mld. opgehaald zou worden op de kapitaalmarkt. Door een sterker dan verwacht economisch herstel van de coronapandemie en hogere belastinginkomsten, is de financieringsbehoefte gedurende het jaar bijgesteld tot € 62,7 mld. Het verwachte beroep op de kapitaalmarkt is gedurende het jaar bijgesteld naar tussen de € 40 en 45 mld. Het Agentschap heeft marktpartijen daar tijdig van op de hoogte gebracht middels kwartaalberichten. De financieringsbehoefte is eind 2022 uiteindelijk toch uitgekomen op € 74,8 mld. en het beroep op de kapitaalmarkt op € 44,1 mld. De extra uitgaven aan de energiesteunpakketten droegen bij aan de toename van de financieringsbehoefte aan het eind van het jaar. De schommelingen in het financieringssaldo heeft het Agentschap kunnen opvangen op de geldmarkt.

Naar aanleiding van de tweejaarlijkse evaluatie60 is het renterisicokader vanaf 2022 aangescherpt. Aanleiding voor de aanscherping was onder andere de hogere staatsschuld en de behoefte om de huidige lage rentes voor een langere periode vast te leggen. Door de coronacrisis is de staatsschuld gestegen waardoor over een groter bedrag renterisico wordt gelopen. Dit heeft geleid tot een verlaging van het renterisicobedrag (RRB) – het bedrag waarover binnen 12 maanden de rente opnieuw moet worden vastgesteld – naar 25% van de staatsschuld. Daarnaast hanteert het Agentschap vanaf 2022 een iets scherpere doelstelling voor de gemiddelde looptijd van de schuld. De looptijdtarget voor eind 2022 was minimaal 7,9 jaar.

In 2022 is voldaan aan de streefwaarden voor de risico-indicatoren. De gemiddelde looptijd van de schuldportefeuille bedroeg eind 2022 8,1 jaar. Het renterisicobedrag (RRB) is in 2022 met 16% van de staatsschuld ruim onder de maximumwaarde van 25% gebleven.

Financieringsactiviteiten

De rentepercentages voor schuldfinanciering zijn in 2022 gestegen. Op de kapitaalmarkt is de gemiddelde 10-jaarsrente op Nederlandse staatsobli­ gaties gestegen van ‒ 0,15% ultimo 2021 naar 2,88% ultimo 2022. Door de gestegen rente is de nieuw te financieren schuld tegen aanzienlijk hogere rentelasten gefinancierd in 2022.

In onderstaande tabel is de omvang van de financieringsactiviteit per instrument weergegeven, evenals de begin- en eindstanden van de uitstaande schuld.61

Tabel 40 Uitstaande standen, leningen en aflossingen per instrument (bedragen x € 1 mld.)1

Instrument

Uitstaande stand per 1-1

Totaal uitgegeven

Totaal afgelost

Uitstaande stand per 31-12

     

Vaste schuld (kapitaalmarkt)

342,1

44,1

‒ 30,7

355,5

Dutch State Loan (DSL) + grootboeken

342,1

44,1

‒ 30,7

355,5

     

Vaste schuld (Private loans)

0,3

0,0

‒ 0,1

0,2

Private loans

0,1

0,0

‒ 0,1

0,0

Private loans in foreign currency

0,2

0,0

0,0

0,2

     

Vlottende schuld (geldmarkt)

26,1

296,5

‒ 273,7

49,0

Dutch Treasury Cerfitficate (DTC)

24,6

64,4

‒ 63,6

25,4

Commercial Paper in EUR

0,0

18,0

‒ 16,3

1,7

Commercial Paper USD

1,6

31,8

‒ 12,2

21,2

Deposit borrow EUR

0,0

119,5

‒ 119,2

0,3

Deposit borrow USD

0,0

0,4

‒ 0,1

0,2

Sell Buy Back (SBB)

0,0

62,4

‒ 62,2

0,2

     

Vorderingen (geldmarkt)

0,0

‒ 81,0

80,9

‒ 0,1

Deposit lend

0,0

‒ 75,0

74,9

‒ 0,1

Buy Sell Back (BSB)

0,0

‒ 1,6

1,6

0,0

Eurex repo

0,0

‒ 4,3

4,3

0,0

     

Overig

‒ 3,7

  

‒ 14,0

Cash collateral

3,2

  

0,4

Banksaldi totaal

‒ 6,9

  

‒ 14,4

     

Totaal leningen incl. collateral (=staatsschuld)

371,8

  

405,0

Totaal vorderingen

‒ 6,9

  

‒ 14,5

X Noot
1

Als gevolg van afrondingen kan de som der delen afwijken van het totaal.

De tabel laat zien dat het merendeel van de staatsschuld is gefinancierd met langlopende staatsobligaties (DSL’s). Maar tegelijk is ook te zien dat het grootste deel van de dagelijkse financieringsactiviteiten plaatsvindt op de geldmarkt. Door de korte looptijden wordt hier veel vaker afgelost en opnieuw geleend dan bij de langlopende leningen op de kapitaalmarkt. De omvang van de geldmarktfinanciering inclusief geldmarktuitzettingen op enig moment fluctueerde in 2022 tussen € 17 mld. en € 51 mld. De piek van € 51 mld. viel in december als gevolg van de toegenomen financieringsbehoefte.

De basis van de korte financieringen wordt ingevuld met het DTC- programma. Dutch Treasury Certificates (DTC’s) – ofwel schatkistpapier – zijn leningen met een looptijd variërend van drie tot twaalf maanden. Naast de DTC’s is in 2022 voor de korte financiering gebruikgemaakt van Commercial Paper (CP). CP heeft kortere looptijden, meestal tussen een week en drie maanden. Door de flexibele start- en einddata, kan met dit instrument goed worden ingespeeld op schommelingen in de financieringsbehoefte op de korte termijn. Als laatste zijn er leningen met zeer korte looptijden (dagen en weken) zoals deposito’s en sell buy back’s. Indien nodig kunnen overtollige middelen voor korte tijd uitgeleend worden via de geldmarkt of worden aangehouden bij DNB, bijvoorbeeld wanneer relatief veel belastinginkomsten binnenkomen of wanneer er relatief minder uitgaven zijn dan voorzien.

Transacties in CP en deposito’s kunnen plaatsvinden in verschillende valuta. Vanwege de gunstige prijzen heeft het Agentschap in 2022 bijvoorbeeld gebruik gemaakt van CP in US dollars. Het wisselkoersrisico op leningen in buitenlandse valuta wordt altijd direct afgedekt met behulp van valutaswaps, zodat de rentelasten in euro’s vastliggen.

De post cash collateral betreft de onderpanden die het Agentschap ontvangt. De totale waarde van het onderpand is in 2022 afgenomen met name als gevolg van de gestegen rente waardoor minder onderpand hoeft te worden aangehouden. Daarnaast is door de voortijdige beëindiging van rentederivaten een deel van het onderpand teruggestort. De voortijdige beëindiging van rentederivaten heeft een verlagend effect gehad op de EMU-schuld.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de nominale omvang van de staatsobligaties die in 2022 zijn uitgegeven op de kapitaalmarkt en wat de effectieve rente was voor deze obligaties. Door het grote uitstaande volume en de langere looptijden van de staatsobligaties is het effect van deze leningen op de rentelasten van de Staat veel groter dan dat van de geldmarktleningen. Net als voorgaande jaren is in 2022 een nieuwe 10- jaarslening uitgegeven. Het bedrag van € 13,6 mld. is verspreid over het jaar op vier verschillende dagen opgehaald. De 20-jaars groene obligatie (DSL 2040-01-15 0,50 PCT) is in 2022 heropend en hiermee is € 5,0 mld. opgehaald waardoor het totale volume van deze groene obligatie eind 2022 € 15,7 mld. is. Daarnaast is een nieuwe 30-jaarslening uitgegeven waarbij een bedrag van € 5,0 mld. is opgehaald. Tevens zijn er meerdere leningen met diverse resterende looptijden heropend gedurende het jaar.

Tabel 41 Schulduitgifte op de kapitaalmarkt in 202212

Dutch State Loan (DSL)

Uitgiftedatum

Jaar eerste uitgifte

Totaal volume(in € mld.)

(Resterende) looptijd op uitgiftedatum (in jaren)

Effectieve rente(in %)

      

Uitgifte nieuwe DSL's

  

26,9

  
      

DSL 2026-01-15 0,00 PCT

11-1-2022

2022

5,4

4,0

‒ 0,33%

DSL 2026-01-15 0,00 PCT

10-5-2022

2022

2,9

3,7

0,76%

DSL 2032-07-15 0,50 PCT

15-2-2022

2022

6,0

10,4

0,57%

DSL 2032-07-15 0,50 PCT

12-4-2022

2022

2,5

10,3

1,13%

DSL 2032-07-15 0,50 PCT

12-7-2022

2022

2,3

10,0

1,49%

DSL 2032-07-15 0,50 PCT

8-11-2022

2022

2,9

9,7

2,63%

DSL 2054-01-15 2,00 PCT

27-9-2022

2022

5,0

31,3

2,33%

      

Heropening DSL's

  

17,2

  
      

Resterende looptijd 5-15 jaar

  

8,7

  

DSL 2028-07-15 0,75 PCT

22-3-2022

2018

2,5

6,3

0,42%

DSL 2029-01-15 0,00 PCT

8-3-2022

2021

2,1

6,9

0,09%

DSL 2029-01-15 0,00 PCT

11-10-2022

2021

2,4

6,3

2,40%

DSL 2031-07-15 0,00 PCT

29-11-2022

2021

1,7

8,6

2,07%

      

Resterende looptijd 15-20 jaar

  

5,0

  

DSL 2040-01-15 0,50 PCT

14-6-2022

2019

5,0

17,6

2,15%

      

Resterende looptijd >20 jaar

  

3,5

  

DSL 2052-01-15 0,00 PCT

25-1-2022

2020

2,0

30,0

0,35%

DSL 2052-01-15 0,00 PCT

24-5-2022

2020

1,5

29,7

1,41%

      

Totaal

  

44,1

  
X Noot
1

Als gevolg van afrondingen kan de som der delen afwijken van het totaal.

X Noot
2

Totaal volume is in deze tabel weergegeven op transactiebasis. Dit in tegenstelling tot de cijfers in de tabel met de cijfers van de financieringsbehoefte waar het totale effect van de kapitaalmarktuitgifte op kasbasis is weergegeven, dus inclusief het (dis)agio.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de nominale omvang van het DTC programma. Het geeft aan welk schatkistpapier in 2022 is uitgegeven op de geldmarkt en wat hiervan de gemiddelde effectieve rente was. De gemiddelde effectieve rente van het schatkistpapier is in 2022 gestegen en inmiddels weer positief.

Tabel 42 Schulduitgifte op de geldmarkt in 20221

Dutch Treasury Certificate (DTC)

Aantal keren uitgegeven

Totaal volume(in € mld.)

Gemiddelde resterende looptijd op uitgiftedatum (in jaren)

Gemiddelde effectieve rente(in %)

DTC 2022-04-28

3

2,9

0,2

‒ 0,66%

DTC 2022-05-30

3

4,1

0,3

‒ 0,66%

DTC 2022-06-29

4

4,3

0,3

‒ 0,65%

DTC 2022-07-28

4

5,7

0,3

‒ 0,64%

DTC 2022-08-30

6

5,7

0,4

‒ 0,58%

DTC 2022-09-29

5

5,2

0,4

‒ 0,47%

DTC 2022-10-28

4

5,2

0,4

‒ 0,27%

DTC 2022-11-23

5

6,2

0,0

0,01%

DTC 2023-01-30

6

6,9

0,4

0,59%

DTC 2023-02-27

6

7,6

0,3

1,17%

DTC 2023-03-30

5

5,6

0,4

1,35%

DTC 2023-04-27

2

1,8

0,5

1,73%

DTC 2023-05-30

2

1,8

0,5

1,97%

DTC 2023-06-29

1

1,6

0,6

2,03%

     

Totaal

 

64,4

  
X Noot
1

Als gevolg van afrondingen kan de som der delen afwijken van het totaal.

Verantwoording over de risico-indicatoren: gemiddelde looptijd en renterisicobedrag

Zoals aangegeven hanteert het Agentschap voor het beheersen van de renterisico’s twee risicomaatstaven, één voor de middellange termijn, de gemiddelde looptijd, en één voor de korte termijn, het renterisicobedrag (RRB).

De looptijd streefwaarde voor eind 2022 was minimaal 7,9 jaar. Eind 2022 is een gemiddelde looptijd van 8,1 jaar gerealiseerd. De verlenging van de looptijd is tot standgekomen door uitgifte van nieuwe staatsobligaties op de kapitaalmarkt. Het gemiddelde RRB is over heel 2022 uitgekomen op 16%, ruim onder de grens van 25%62. Daarmee is het Agentschap, net als de afgelopen jaren, er in geslaagd om de indicatoren te laten voldoen aan de waarden die door het renterisicokader worden voorgeschreven.

Tabel 43 Streefwaarde/maximale waarde en realisatie van gemiddelde looptijd en RRB – periode 2018-2022
 

2018

2019

2020

2021

2022

Gemiddelde looptijd (in jaren)

     

Streefwaarde

6,3

6,4

6,0-8,0

6,0-8,0

≥7,9

Realisatie

6,4

6,6

6,9

7,9

8,1

      

RRB (in %)

     

Maximale waarde RRB

18,0%

18,0%

30,0%

30,0%

25,0%

Realisatie

13,7%

13,4%

18,8%

22,6%

16,0%

Bron: Agentschap

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 44 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 11 Financiering staatsschuld (bedragen x € 1 mln.)
     

Realisatie1

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

45.831

40.638

34.922

46.538

35.124

34.615

510

        

Uitgaven

45.831

40.638

34.922

46.538

35.124

34.615

510

        

Opdrachten

9

16

16

16

20

17

4

Overige kosten

9

16

16

16

20

17

4

        

Rente

6.289

5.646

5.055

4.459

4.286

3.887

399

Rente vaste schuld

6.236

5.622

5.034

4.447

4.223

3.887

336

Rente vlottende schuld

0

0

0

0

0

0

0

Voortijdige beëindiging schuld

53

23

8

4

24

0

24

Voortijdige beëindiging derivaten

0

0

4

4

19

0

19

Rente derivaten kort

0

1

10

4

20

0

20

Rente derivaten lang

0

0

0

0

0

0

0

        

Leningen

39.533

34.976

29.851

42.063

30.818

30.711

107

Aflossing vaste schuld

39.533

30.053

29.851

16.543

30.818

30.711

107

Mutatie vlottende schuld

0

4.923

0

25.521

0

0

0

        

Ontvangsten

32.539

22.299

80.525

60.641

67.638

55.418

12.220

        

Rente

4.762

1.241

4.780

2.570

835

1.402

‒ 567

Rente vaste schuld

0

0

0

0

0

0

0

Rente vlottende schuld

224

146

234

212

33

481

‒ 448

Voortijdige beëindiging schuld

0

0

0

0

0

0

0

Rente derivaten lang

1.202

1.095

1.023

826

536

921

‒ 385

Rente derivaten kort

1

0

0

0

0

0

0

Voortijdige beëindiging derivaten

3.335

0

3.524

1.533

267

0

267

        

Leningen

27.777

21.058

75.745

58.071

66.801

54.016

12.785

Uitgifte vaste schuld

23.637

21.058

41.212

58.071

44.086

54.016

‒ 9.930

Mutatie vlottende schuld

4.140

0

34.533

0

22.715

0

22.715

        

Overige baten

0

0

0

0

1

0

1

X Noot
1

Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen en uitgaven

Rente

Rente vaste schuld

De rentelasten op de vaste schuld zijn in 2022 € 336 mln. hoger uitgevallen dan begroot. Bij de uitgifte van nieuwe schuld worden de rentetarieven vastgelegd tegen het dan geldende rentetarief. Bij het opstellen van de begroting was er rekening gehouden met een negatieve rente. In 2022 is de rente op staatsobligaties sterk gestegen en positief geworden.

Voortijdige beëindiging schuld

In 2022 is voor in totaal € 23,8 mln. aan kortlopende staatsobligaties en langlopende grootboekleningen voortijdig afgelost. De prijs waartegen de obligaties en grootboekleningen zijn ingekocht was hoger dan de nominale waarde. Het verschil resulteert in een uitgave bij voortijdige beëindiging.

Voortijdige beëindiging derivaten

Het Agentschap heeft in 2022 rentederivaten voortijdig beëindigd. Dit is voornamelijk gedaan om het renterisico op de schuldportefeuille bij te sturen. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer betaald of ontvangen in het jaar waarin de voortijdige beëindigingen van derivaten plaatsvinden. Dit heeft geleid tot € 19,2 mln aan uitgaven.

Rente derivaten kort

De rentelasten op de kortlopende derivaten zijn € 19,7 mln als gevolg van de gestegen korte rente.

Leningen

Aflossing vaste schuld

De aflossing van de vaste schuld betreft voornamelijk de ingeplande aflossingen op de langlopende staatsobligaties. De staatsobligatie uit 2006 die afliep in januari 2023 is gedeeltelijk vervroegd afgelost met een bedrag van € 100 mln. Daarnaast zijn enkele langlopende grootboekleningen volledig afgelost op 1 november 2022. Hierdoor vielen de aflossingen per saldo € 107 mln. hoger uit dan begroot.

Ontvangsten

Rente

Rente vlottende schuld

Bij het vaststellen van de begroting werd nog rekening gehouden met een negatieve rente. De rente op de vlottende schuld was tot augustus 2022 negatief gebleven maar hoger dan waar bij de begroting rekening mee was gehouden. Vanaf augustus 2022 is de korte rente weer positief en daarom vielen de ontvangsten € 448 mln. lager uit dan begroot.

Rentederivaten lang

De rentebaten op derivaten zijn lager uitgevallen als gevolg van de hogere rentepercentages waardoor de marktwaarde van de variabele delen van de renteswaps zijn gedaald en als gevolg van de voortijdige beëindiging van rentederivaten.

Voortijdige beëindiging derivaten

Het Agentschap heeft in 2022 rentederivaten voortijdig beëindigd. Dit is voornamelijk gedaan om het renterisico op de schuldportefeuille bij te sturen. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer betaald of ontvangen in het jaar waarin de voortijdige beëindigingen van derivaten plaatsvinden. De voortijdige beëindiging van derivaten heeft geleid tot een verlaging van de EMU-schuld.

Leningen

Uitgifte vaste schuld

De uitgegeven vaste schuld (staatsobligaties) is € 9,9 mld. lager uitgevallen dan begroot. Dit verschil wordt onder andere verklaard doordat bij het opstellen van de begroting het financieringsplan voor 2022 nog niet bekend was, waaronder de financieringsbehoefte. Het verwachte beroep op de kapitaalmarkt was tussen de € 40 en 45 mld. De omvang van de werkelijke uitgifte was € 44,1 mld.

Mutatie vlottende schuld

In 2022 is aan het eind van het jaar de financieringsbehoefte toegenomen door de extra uitgaven aan de energiesteunpakketten. Om dit te financieren is een beroep gedaan op de geldmarkt.

Artikel 12 Kasbeheer

A. Algemene doelstelling

Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en de bijbehorende geldstromen. De wettelijke basis is geregeld in de Comptabiliteitswet 201663 en nader uitgewerkt in de Regeling schatkistbankieren RWT’s en andere rechtspersonen64 (voor RWT’s), de Wet financiering decentrale overheden65 (voor decentrale overheden), de Wet financiering sociale verzekeringen66 en de Zorgverzekeringswet67 (voor sociale fondsen) en de Regeling Agentschappen68 (voor agentschappen).

Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van de Rijksoverheid.

Bij schatkistbankieren heeft de minister van Financiën een beleidsmatige en uitvoerende rol. De uitvoering van het schatkistbankieren is belegd bij het Agentschap van de Generale Thesaurie. Schatkistbankieren houdt in dat instellingen hun liquide (overtollige) publieke middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën (de schatkist). De publieke middelen verlaten de schatkist niet eerder dan noodzakelijk voor de uitvoering van de publieke taak. Daarnaast kunnen onder voorwaarden sommige categorieën deelnemers aan schatkistbankieren ook leningen afsluiten.

Het schatkistbankieren heeft drie doelstellingen: reductie van de EMU- schuld, risicoreductie en doelmatig kasbeheer. Door alle overtollige middelen binnen de overheid te concentreren bij het ministerie van Financiën vermindert de leenbehoefte van de overheid als geheel. Deze lagere leenbehoefte zorgt voor een lagere EMU-schuld. Het risico dat deelnemers lopen met hun overtollige middelen is kleiner doordat er minder geld bij externe partijen in beheer is. Het kasbeheer is doelmatiger doordat, over de gehele collectieve sector bezien, deelnemers met een leenfaciliteit besparen op hun rentekosten omdat het ministerie van Financiën tegen lagere rentetarieven uitleent dan marktpartijen.

Het betalingsverkeer van het Rijk wordt door commerciële partijen uitgevoerd. Periodiek wordt hiertoe het betalingsverkeer, dat verdeeld is in verschillende meerdere percelen, aanbesteed. Het ministerie van Financiën coördineert deze aanbestedingen. Door deze aanbestedingen worden commerciële partijen geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs-kwaliteitverhouding aan te bieden. De doelstelling van het betalingsverkeer is het waarborgen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en het bewaken van de kosten hiervan.

C. Beleidsconclusies

In de begroting van 2022 waren geen beleidswijzigingen voor het schatkist­ bankieren en het betalingsverkeer voorzien. Het ministerie is in 2022 verder gegaan met de implementatie van een nieuw systeem voor het schatkistbankieren. Met dit nieuwe systeem wil het ministerie zijn dienstverlening op het gebied van het schatkistbankieren verder professionaliseren en toekomstbestendig maken, werkprocessen automatiseren en de gebruikers van het schatkistbankieren een nieuw en solide gebruikersomgeving bieden waarin zij op eenvoudige en efficiënte wijze veel zaken zelf kunnen regelen. Het project zal doorlopen tot in 2023.

In 2022 is de aanbesteding internationaal betalingsverkeer van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie afgerond waarbij een nieuwe overeenkomst met ING is afgesloten. Voor het ministerie van Buitenlandse Zaken is de financiering van de ambassades en consulaten en het lokale betalingsverkeer in West en Midden-Europa aanbesteed. Voor het ministerie van Defensie gaat het om de geldstromen buiten de EU (SEPA-gebied) zoals salarisbetalingen en betalingen aan leveranciers en dienstverleners. De overeenkomst is ingegaan op 15 juli 2022. Het betalingsverkeer zal vanaf juni 2023 volledig zijn gemigreerd en de overeenkomst loopt tot uiterlijk 2031.69

Kengetallen

Het schatkistbankieren kent kengetallen die laten zien hoeveel deelnemers er zijn, wat de omvang is van de aangehouden en uitgeleende middelen én wat de bijdrage was aan het reduceren van de EMU-schuld. De EMU-schuld bestaat uit alle schulden van de collectieve sector aan instellingen buiten de overheid. Doordat de deelnemers aan het schatkistbankieren hun overtollige middelen bij het Rijk aanhouden, hoeft het Rijk minder te lenen. Het gevolg is dat de omvang van de totale extern uitstaande schuld van de hele collectieve sector daalt en daardoor de EMU-schuld afneemt. Aan het eind van 2022 was de bijdrage van het schatkistbankieren aan het verlagen van de EMU-schuld € 67,7 mld.

Tabel 45 Deelnemers en omvang middelen (ultimo 2022)
 

Aantal deelnemers

Overtollige middelen in rekening-courant en deposito (bedragen x € mld.)

Verstrekte leningen en roodstand (bedragen x € mld.)

Agentschappen

30

4,0

8,1

RWT's en derden

624

21,2

5,7

Sociale fondsen

3

26,8

12,3

Decentrale overheden

691

15,7

0,0

Totaal

1348

67,7

26,1

Bron: Agentschap

Tabel 46 EMU-schuldreductie (ultimo 2022)

In miljarden euro

  

67,7

In procenten bbp

  

7,2%

Bron: CBS

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 47 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 12 Kasbeheer (bedragen x € 1 mln.)
     

Realisatie1

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

2.951

1.384

1.950

1.511

2.777

1.531

1.246

        

Uitgaven

2.951

1.384

1.950

1.511

2.777

1.531

1.246

        

Rente

31

28

35

34

235

31

204

Rente kasbeheer

31

28

35

34

233

31

202

Uitgaven bij voortijdige beëindiging (hoofdsom)

0

0

0

0

2

0

2

        

Leningen

2.213

1.312

1.859

1.477

2.542

1.500

1.042

Verstrekte leningen

2.213

1.312

1.859

1.477

2.542

1.500

1.042

        

Mutaties in rekening-courant en deposito's

708

45

56

0

0

0

0

Agentschappen

0

45

56

0

0

0

0

RWT's en derden

0

0

0

0

0

0

0

Sociale fondsen

0

0

0

0

0

0

0

Decentrale Overheden

708

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

10.747

10.915

9.006

17.632

11.949

7.248

4.700

        

Rente

120

110

106

95

97

87

9

Rente kasbeheer

118

109

105

95

96

87

8

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

2

1

1

0

1

0

1

        

Leningen

2.126

992

1.320

981

1.292

1.206

86

Ontvangen aflossingen

2.126

992

1.320

981

1.292

1.206

86

        

Mutaties in rekening-courant en deposito's

8.501

9.813

7.580

16.556

10.560

5.955

4.606

Agentschappen

209

0

0

328

1.312

0

1.312

RWT's en derden

2.015

1.293

2.934

4.590

4.099

0

4.099

Sociale fondsen

6.277

7.028

2.025

9.605

4.377

5.955

‒ 1.578

Decentrale Overheden

0

1.492

2.621

2.033

772

0

772

X Noot
1

Als gevolg van afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Het ministerie van Financiën is de uitvoerder van schatkistbankieren en beheert de aangehouden (liquide) middelen en de leningen. Het ministerie heeft geen zicht op de beweegredenen van instellingen om leningen aan te gaan, of meer of minder middelen aan te houden op rekeningen-courant en/of deposito’s en rapporteert alleen over de totale omvang ervan per deelnemersgroep.

Verplichtingen en uitgaven

Rente

In 2022 is de korte rente sterk gestegen en positief geworden. Hierdoor is meer rente betaald over de aangehouden middelen in de schatkist dan in de begroting werd geraamd.

Leningen

Het bedrag aan verstrekte leningen is in 2022 € 1,0 mld. hoger dan in de begroting werd geraamd. Dit komt doordat het aantal leningen verstrekt aan RWT’s hoger is uitgevallen dan begroot.

Ontvangsten

Leningen

In 2022 is € 85,7 mln. meer aan leningen afgelost dan in de begroting werd geraamd. Deelnemers van schatkistbankieren hebben de mogelijkheid om hun leningen (deels) vervroegd af te lossen, bijvoorbeeld bij verkoop van de activa waarvoor was geleend.

Mutaties in rekening-courant en deposito’s

Alle deelnemers aan het schatkistbankieren hebben één of meerdere rekeningen-courant waarop zij tegoeden aanhouden. Een stijging van het saldo van rekeningen-courant en deposito’s betekent een instroom van geld en is daarom een ontvangst voor de Staat. Een daling van het saldo leidt tot een uitgave. In 2022 is het saldo van de rekeningen-courant met € 10,6 mld. toegenomen, met name door de sociale fondsen en de RWT’s.

De mutaties in rekening-courant en deposito’s zijn per saldo € 4,6 mld. hoger dan geraamd. Dit wordt vooral veroorzaakt door een hoger dan verwachte toename van het rekening-courant saldo van de RWT’s, hetgeen mede komt door een toename van het aantal RWT’s.

Artikel 13 Toeslagen

A. Algemene doelstelling

Het uitvoeren van de toeslagregelingen voor de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die vallen onder de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir).

De uitvoering van Toeslagen is gericht om de toekenningszekerheid en begrijpelijkheid voor de burger te vergroten en de menselijke maat toe te passen. Hierbij wordt er naar gestreefd dat de benodigde inspanning van de kant van de belanghebbende om de toeslagen te verkrijgen zo beperkt mogelijk is en het toegekende voorschot zoveel mogelijk overeenkomt met de definitief toe te kennen toeslag waardoor terugbetalingen tot een minimum worden beperkt. Verder wordt toezicht gehouden dat gericht is op het voorkomen of snel herstellen van fouten en is sprake van een zorgvuldige en doortastende aanpak van (het risico van) misbruik.

De doelstelling van de Awir is het bewerkstelligen van harmonisatie tussen inkomensafhankelijke regelingen, het bevorderen van klantvriendelijkheid en doelmatigheid door het instellen van één uitvoeringsloket, en het realiseren van een betere aansluiting van inkomensafhankelijke regelingen bij de draagkracht door het gebruik van het actuele inkomen. Dit betreft de huurtoeslag, zorgtoeslag, kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag.

Het doel van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) is om toeslagen-dossiers waar ouders recht hebben op compensatie of herstel op een correcte manier af te handelen. Hierdoor krijgen ouders erkenning voor het onrecht dat hen is aangedaan. De herstelorganisatie is opgericht om voor alle gedupeerde ouders een zorgvuldig en snel herstel mogelijk te maken.

B. Rol en verantwoordelijkheid

Beleid

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een regisserende rol op het terrein van de inkomensafhankelijke regelingen. Daarbij gaat het om het te voeren beleid en het opstellen van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) en de daarop gebaseerde regelgeving.

Uitvoering

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een uitvoerende rol op het terrein van de vaststelling en de uitbetaling van toeslagen. Toeslagen streeft naar klantgerichte dienstverlening aan burgers, de rechtmatige toekenning van toeslagen en efficiënte uitvoering van processen.

C. Beleidsconclusies

In het coalitieakkoord zijn fundamentele hervormingen aangekondigd voor de kinderopvangtoeslag en de huurtoeslag. Toeslagen is vanaf de start betrokken bij de nadere uitwerking van deze voorstellen. Naast de grote herzieningen blijven verbeteringen in het stelsel noodzakelijk. Mede naar aanleiding van de uitwerking motie Lodders en Van Weyenberg is in het coalitieakkoord opgenomen dat de koppeling gewerkte uren (KGU) wordt losgelaten per 1 januari 2023. Ook zijn in het Belastingplan 2023 twee verbetermaatregelen opgenomen ten aanzien van aanspraak op kinderopvangtoeslag indien een partner buiten de EU woont en een uitzondering in het toeslagpartnerbegrip voor personen in de noodopvang. Toeslagen blijft knelpunten signaleren en proactief agenderen richting opdrachtgevers, zoals in de Stand van de Uitvoering is beschreven.

De mogelijkheden voor een ander toeslagenstelsel zijn nader uitgewerkt in de Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen (SVK) en de eindrapportage Alternatieven voor het toeslagenstelsel. In de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) heeft het kabinet aangegeven dat de problemen van het huidige toeslagenstelsel niet binnen het huidige stelsel opgelost kunnen worden en dat we toe moeten naar een ander stelsel. Het kabinet heeft aangegeven dat op termijn de verantwoordelijkheid voor de financiering van kinderopvang niet meer (volledig) bij de ouders moet worden gelegd. Hiermee vervallen complexe voorwaarden voor hen. Toeslagen heeft de uitvoeringsgevolgen van de verschillende varianten in beeld gebracht. Daarmee bereidt Toeslagen zich zo goed mogelijk voor op de mogelijke veranderingen.

ABDTOP-Consult heeft in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onderzoek gedaan naar potentiële uitvoerders voor het nieuwe financieringsstelsel van de kinderopvang. Dienst Toeslagen heeft constructief meegedacht in dit onderzoek. Op basis van het advies van ABDTOP-consult is besloten om een zogenoemd greenfieldtraject te starten waarbinnen SZW, uitvoeringsorganisaties (DUO, Dienst Toeslagen, SVB en UWV) en de sector het nieuwe kinderopvangstelsel ontwerpen. Toeslagen heeft actief haar inzichten ingebracht in de opstart en uitvoering van dit traject.

In het kader van de motie Lodders en Van Weyenberg en de maatregelen uit de kabinetsreactie op het rapport van de POK wordt gekeken naar het oplossen van knelpunten binnen het huidige stelsel en verbeteringen in de uitvoering en dienstverlening. Binnen het huidige stelsel is veel verbetering mogelijk, zowel in het vereenvoudigen van de grondslagen en een betere dienstverlening met meer ruimte voor maatwerk. Dit om toe te werken naar een stelsel dat meer zekerheid en voorspelbaarheid biedt, waarbij problematische schulden zoveel mogelijk worden voorkomen.

In het kader van het Verbetertraject huurtoeslag is beoogd samen met huurders, brancheorganisaties, Ministerie van Binnenlandse Zaken en woningcorporaties tijdens bijeenkomsten input op te halen voor het verbetertraject. Bij het Verbetertraject Kinderopvangtoeslag zijn er periodieke panelbijeenkomsten georganiseerd waar Dienst Toeslagen en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij aanschoven.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 48 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 13 Toeslagen (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

0

0

0

1.314.742

1.101.731

1.289.239

‒ 187.508

        

Uitgaven (1) + (2)

0

0

0

961.044

1.143.262

2.006.544

‒ 863.282

        

(1) Apparaatsuitgaven

0

0

0

191.075

329.494

335.864

‒ 6.370

        

Personele uitgaven

0

0

0

182.922

317.760

326.123

‒ 8.363

Eigen personeel

0

0

0

93.786

124.816

163.438

‒ 38.622

Inhuur externen

0

0

0

89.049

192.377

161.685

30.692

Overig personeel

0

0

0

87

567

1.000

‒ 433

        

Materiële uitgaven

0

0

0

8.153

11.734

9.741

1.993

ICT

0

0

0

102

169

213

‒ 44

Bijdrage aan SSO's

0

0

0

137

39

0

39

Overige materiële uitgaven

0

0

0

7.914

11.527

9.528

1.999

        

(2) Programma-uitgaven

0

0

0

769.970

813.768

1.670.680

‒ 856.912

        

Bekostiging

0

0

0

66

0

0

0

Overige bekostiging

0

0

0

66

0

0

0

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

0

0

1.774

108

102

6

Bijdrage overige ZBO's/RWT's

0

0

0

1.774

108

102

6

        

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

1.616

3.422

0

3.422

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

0

0

0

1.616

3.422

0

3.422

        

Opdrachten

0

0

0

3.682

33.398

39.526

‒ 6.128

ICT opdrachten

0

0

0

44

1.473

26

1.447

Overige opdrachten

0

0

0

3.639

31.925

39.500

‒ 7.575

        

Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage overige agentschappen

0

0

0

0

0

0

0

        

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

11.864

32.977

52.445

‒ 19.468

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

11.864

32.977

52.445

‒ 19.468

        

(Schade)vergoeding

0

0

0

750.967

536.180

1.386.905

‒ 850.725

Compensatie toeslagengedupeerden

0

0

0

712.636

296.293

555.705

‒ 259.412

Kwijtschelden private schulden

0

0

0

35.531

146.707

304.200

‒ 157.493

Herstelprogramma voor kinderen

0

0

0

1

73.750

420.000

‒ 346.250

Herstelregeling voor ex-partners

0

0

0

0

0

60.000

‒ 60.000

Herstelregeling voor gedupeerden andere toeslagen

0

0

0

0

0

47.000

‒ 47.000

Overige (schade)vergoedingen

0

0

0

2.800

19.429

0

19.429

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

207.682

191.702

15.980

Toegerekende uitgaven van Belastingen

0

0

0

0

207.682

191.702

15.980

        

Ontvangsten

0

0

0

42

229

0

229

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Verplichtingen

De realisatie op de verplichtingen is per saldo ca. € 188 mln. lager dan begroot conform de ontwerpbegroting. Dit heeft verschillende oorzaken, de belangrijkste zijn:

  • Aan het budget voor personele uitgaven is in totaal ca. € 115 mln. verplichtingenruimte toegevoegd. De reden hiervoor was met name om meer verplichtingen voor de inhuur van externen door UHT te kunnen aangaan.

  • De verplichtingen zijn in relatie tot verschillende regelingen inzake de hersteloperatie toeslagen te hoog vastgelegd. Op basis van dat oordeel hebben er neerwaartse correcties plaatsgevonden (cumulatief circa ‒ € 443 mln.).

Uitgaven

De realisatie op de uitgaven is per saldo circa € 863 mln. lager dan begroot conform de ontwerpbegroting. De belangrijkste oorzaken worden hieronder per financieel instrument vermeld.

Bijdrage aan medeoverheden

Gedupeerden in de toeslagenaffaire kunnen via gemeenten brede hulp krijgen. De realisatie op de uitgaven hieraan valt met name lager uit vanwege het aanpassen van de ritmes van de budgetten voor de nieuwe brede hulp regelingen (kindregeling, ex-partnerregeling en herijking). Deze budgetten zijn 1 jaar opgeschoven, omdat deze pas later nodig zijn (per saldo ‒ € 16 mln. in 2022).

(Schade)vergoeding

De meerjarige budgetten voor de hersteloperatie toeslagen zijn middels verschillende kasschuiven gedurende 2022 in het juiste ritme geplaatst. De belangrijkste worden hieronder toegelicht:

  • De budgetten voor enkele van de regelingen inzake de hersteloperatie toeslagen (de kindregeling, de ex-partnerregeling en de compensatieregeling voor huur- en zorgtoeslag en kindgebondenbudget (HZK-regeling)) zijn deels doorgeschoven naar 2023 en 2024. Het grootste deel van deze kasschuiven wordt gevormd door de kasschuif in de middelen van de kindregeling (€ 345 mln.). De kindregeling is in het vierde kwartaal van 2022 van start gegaan. Dit betekent dat de meeste middelen in 2023 nodig zullen zijn. Voor de HZK-regeling is het budget van € 47 mln. voor 2022 doorgeschoven naar 2023 en 2024. Voor de ex-partnerregeling is € 60 mln. doorgeschoven.

  • Daarnaast is ook circa € 180 mln. van het budget voor de forfaitaire 30.000 euro-regeling en integrale beoordeling en € 149 mln. van het budget voor de kwijtschelding van private schulden doorgeschoven naar toekomstige jaren. Tot slot hebben er nog enkele kleinere kasschuiven plaatsgevonden voor in totaal circa € 36 mln. (emotioneel herstel, reservering rechtsbijstand en dwangsommen).

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Een aantal dienstonderdelen van de Belastingdienst doet uitgaven ter ondersteuning van Dienst Toeslagen. Deze uitgaven zijn vanuit artikel 1 Belastingen toegerekend aan artikel 13 Toeslagen en bestaan uit onderstaande onderdelen. Deze toerekening wordt jaarlijks herijkt in de Ontwerpbegroting. Voor de toegerekende uitgaven vindt geen nacalculatie plaats na afloop van het begrotingsjaar. Met uitzondering van de jaarlijkse herijking is de realisatie derhalve gelijk aan de begrotingsstand. Realisatie van de daadwerkelijke uitgaven wordt verantwoord onder artikel 1 Belastingen.

Tabel 49 Toegerekende uitgaven tbv toeslagenprocessen (bedragen x € 1.000)

Activiteit

Bedrag

IV

72.548

Kanaal en Ketenregie en kanaal Digitaal/ Webcare

33.974

Gegevensbeheer en administratieve afhandeling

24.989

Huisvesting en facilitaire zaken

19.093

HRM-activiteiten

9.904

Balies, buitenlandtaken, toezicht en bezwaarafhandeling

5.584

Management informatie en Data analyse

2.021

Handhaving en onderzoek

848

Communicatieactiviteiten

47

Bijkomende indirecte kosten per BD-medewerker cf Handleiding Overheidstarieven

38.676

Totaal

207.682

F. Toeslagen

Dienstverlening

Toeslagen is belast met de uitvoering van de zorgtoeslag, de huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Toeslagen streeft naar klantgerichte dienstverlening aan burgers, de rechtmatige toekenning van toeslagen en efficiënte uitvoering van processen.

Doelbereiking

Het verminderen van het aantal ernstige productieverstoringen is gerealiseerd (2022: 8 ten opzichte van 2021: 10). Het realiseren van minder klachten dan vorig jaar en de tijdige afhandeling van bezwaren zijn niet gerealiseerd. Deze worden hieronder voorzien van een korte toelichting.

Tabel 50 Prestatie-indicatoren uitvoering toeslagen (meetbare gegevens)
 

Waarde 2018

Waarde 2019

Waarde 2020

Waarde 2021

Streefwaarde 2022

Waarde 2022

Beleving van burgers

      

Burgertevredenheid

>90%

93%1

Klanttevredenheid (schaal 1 - 5)% van de bellers, website en baliebezoekers die een 3 of hoger scoort2

      

- Telefonie

72,7%

75,6%

80,5%

81,7%

Minimaal 70% van de bellers, website- en baliebezoekers scoort een 3 of hoger

65,5%

- Website

79,0%

84,6%

85,5%

83,8%

80,6%

- Balie

81,8%

82,0%

80,0%

84,4%

82,4%

Klantontevredenheid (schaal 1 - 5)% van de bellers, website en baliebezoekers die een 1,5 of lager scoort2

      

- Telefonie

10,3%

8,2%

6,1%

5,7%

Maximaal 10% van de bellers, website- en baliebezoekers scoort een 1,5 of lager

14,7%

- Website

5,0%

2,6%

2,3%

2,6%

4,2%

- Balie

5,9%

6,3%

6,2%

4,7%

4,8%

Aantal ontvangen klachten

2.876

3.206

2.771

1.547

Minder klachten dan vorig jaar

1.827

Toekenningszekerheid en tijdigheid van de uitvoering

      

Het percentage definitief toegekende toeslagen dat niet leidt tot een terug te betalen bedrag > € 500

93,3%

95,1%

95,0%

94,0%

> 93%

94,2%

Definitief vaststellen toeslagen (voortgang jaar t-1)

89,2%

87,8%

90,6%

93,0%

≥ 85%

90,9%

Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijn

94,2%

91,7%

84,7%

91,0%

> 90%

73,1%

Afgehandelde klachten binnen Awb-termijn

98,6%

97,9%

91,0%

96,0%

> 95%

98,4%

Percentage toeslagen dat tijdig wordt uitbetaald

99,95%

99,83%

99,91%

99,98%

99,9%

99,97%

Aantal ernstige productieverstoringen

7

5

7

10

Minder dan 10

8

Rechtmatigheid

      

Rechtmatige toekenning van toeslagen

Gerealiseerd

Gerealiseerd

Gerealiseerd

Gerealiseerd

Het bedrag aan onrechtmatig verstrekte toeslagen is dusdanig laag dat betrouwbaarheid van de weergegeven cijfers op het betreffende beleidsartikel van het betreffende departement niet ter discussie staat.

Gerealiseerd

Bron: Belastingdienst en Motivaction

X Noot
1

Deze cijfers hebben betrekking op de periode t/m maart 2022. Van de overige maanden zijn geen resultaten beschikbaar.

X Noot
2

Tot 2022 zijn in het jaarverslag de gecombineerde resultaten van de Belastingdienst en Toeslagen gerapporteerd. Vanaf 2022 is het mogelijk om onderscheid te maken in de resultaten bij Telefonie.

Toelichting

Percentage klant (on)tevredenheid telefonie

De indicator percentage klant (on) tevredenheid voor telefonie voor 2022 is niet gerealiseerd. Dit wordt veroorzaakt door een tekort aan personeel door de krappe arbeidsmarkt en een hoog ziekteverzuim bij de BelastingTelefoon. Doordat het aanbod van calls pieken heeft en er te weinig medewerkers zijn om de vragen te kunnen beantwoorden heeft dit geleid tot slechtere bereikbaarheid. Daarnaast worden er ruimere rustmomenten toegestaan. Door Toeslagen wordt hier actief op gemonitord en gerapporteerd aan de Control room keten Toeslagen. Verder is er intensievere afstemming over de te voeren campagnes die kunnen leiden tot effecten voor de BelastingTelefoon. Daarnaast zijn er door de Belastingdienst acties ondernomen om de bereikbaarheid hiervan te verhogen.

Aantal ontvangen klachten

De jaarnorm is niet gerealiseerd. Het totaal aantal ontvangen klachten in 2022 (1.827 klachten) ligt 280 boven de jaarnorm (1.547 klachten). Dit komt omdat er in 2022 385 meer invorderingsklachten zijn ingediend dan in 2021 zijn binnengekomen. De toename is vooral vanaf juni zichtbaar. In die periode is ook het digitale klachtformulier geïmplementeerd. In het laatste kwartaal wordt ongeveer twee derde deel van de klachten via het digitale klachtformulier ingediend.

Afgehandelde bezwaren binnen AWB-termijn

De jaarnorm van 90% is niet gerealiseerd. Dit komt door een te hoge voorraad en de aangebrachte procesverbeteringen als gevolg van de menselijke maat, die resulteren in een afgenomen productiviteit omdat er meer contact met burgers wordt opgenomen tijdens de behandeling.

5. Niet-beleidsartikelen

Artikel 8 Apparaat kerndepartement

A. Apparaatsuitgaven kerndepartement/Tabel Budgettaire gevolgen

Dit artikel bevat de personele en materiële uitgaven en ontvangsten van het ministerie van Financiën, inclusief de Auditdienst Rijk (ADR) en Domeinen Roerende Zaken (DRZ),70 met uitzondering van de Belastingdienst, Douane en Dienst Toeslagen (zie artikel 1, 9 en 13). Het omvat de uitgaven voor ambtelijk personeel, de inhuur van externen en materieel (waaronder huisvesting, ICT en bijdragen aan gecentraliseerde diensten) voor het kerndepartement.

Tabel 51 Apparaatsuitgaven Kerndepartement Budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

233.545

266.444

288.112

305.845

402.079

332.766

69.313

        

Uitgaven

234.326

254.814

282.489

300.138

365.254

332.766

32.488

        

Personeel Kerndepartement

162.798

176.463

198.737

207.921

231.277

213.422

17.855

Eigen personeel

150.495

162.910

183.358

190.958

208.681

205.067

3.614

Inhuur externen

11.433

12.989

14.559

16.191

21.639

7.820

13.819

Overig personeel

870

564

820

771

956

535

421

        

Materieel Kerndepartement

71.528

78.351

83.751

92.217

133.978

119.344

14.634

ICT

10.188

9.891

13.300

15.795

16.549

16.688

‒ 139

Bijdrage aan SSO's

37.559

42.956

43.150

42.279

55.270

44.623

10.647

Overig materieel

23.782

25.504

27.301

34.143

62.158

58.033

4.125

        

Ontvangsten

45.567

53.560

55.143

62.402

58.699

54.137

4.562

Verplichtingen

Ten opzichte van de Ontwerpbegroting is het verplichtingenbudget met circa € 69,3 mln. overschreden. Dit hangt voor circa € 32,5 mln. samen met hogere uitgaven (zie hiervoor de toelichting onder 'Uitgaven'). Verder zijn de verplichtingen hoger door met name de nieuw afgesloten meerjarige contracten voor categoriemanagement voor onder andere vakliteratuur die in 2022 zijn afgesloten voor alle departementen en bijbehorende uitvoeringsorganisaties (€ 30 mln.).

Uitgaven

Personeel Kerndepartement

De personele uitgaven zijn ten opzichte van de Ontwerpbegroting met € 17,9 mln. overschreden. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • De loonkosten voor het Kerndepartement zijn hoger vanwege een stijging van de cao-lonen en de eenmalige uitkering inzake de nieuwe cao (circa € 5,9 mln.).

  • Voor het programma Informatiehuishouding op Orde is circa € 5 mln. budget vrijgegeven vanuit artikel 10 Nog onverdeeld aan het SG-cluster.

  • Ten behoeve van de nieuw opgerichte Inspectie belastingen, toeslagen en douane is circa € 3,1 mln. overgeheveld vanuit artikel 1 Belastingen, artikel 9 Douane en artikel 13 Toeslagen naar artikel 8 Apparaat kerndepartement.

  • Vanuit artikel 1 Belastingen is er circa € 2,4 mln. (loonkosten) overgeheveld naar artikel 8 Apparaat kerndepartement inzake de overdracht van categoriemanagement naar het beleidsdepartement van Financiën en wel naar het CDI-Office.

Materieel Kerndepartement

De materiële uitgaven zijn ten opzichte van de Ontwerpbegroting met € 14,6 mln. overschreden. De belangrijkste oorzaken zijn:

  • Vanuit artikel 1 Belastingen is er circa € 8,2 mln. (materieel) overgeheveld naar het Kerndepartement inzake de overdracht van categoriemanagement naar het beleidsdepartement van Financiën, specifiek naar het CDI-Office.

  • De budgetten voor de SSO’s zijn opgehoogd met circa € 5,4 mln. vanwege de jaarlijkse prijsstijgingen die de afgelopen jaren hoger lagen dan de reguliere prijsbijstellingen en daarnaast is de vraag naar zowel basis- als plusdiensten toegenomen.

Ontvangsten

De ontvangsten vallen in 2022 incidenteel hoger uit, met name vanwege de verkopen door DRZ (circa € 1,8 mln.).

B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven ministerie van Financiën

Onderstaande tabel geeft de totale apparaatsuitgaven voor Financiën weer. Dit betreft de gerealiseerde apparaatsuitgaven voor het kerndepartement, de Belastingdienst, Douane, Dienst Toeslagen en de ZBO’s/RWT’s. Voor de AFM, DNB en de Waarderingskamer wordt de volledige overheidsbijdrage gebruikt voor hun apparaat.

Tabel 52 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief Zelfstandige Bestuursorganen/Rechtspersonen met een wettelijke taak (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie van Financiën

3.211.376

3.165.530

3.439.010

3.569.687

4.022.047

3.998.125

23.922

Totaal departement

3.199.656

3.153.146

3.427.253

3.556.790

4.010.140

3.984.986

25.154

Kerndepartement

234.326

254.814

282.489

300.138

365.254

332.766

32.488

DG Belastingdienst

2.965.330

2.531.436

2.740.198

2.639.201

2.849.335

2.850.155

‒ 820

DG Douane

n.v.t.

366.896

404.567

426.376

466.057

466.201

‒ 144

DG Toeslagen

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

191.075

314.009

335.864

‒ 21.855

Programma-DG Herstel

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

15.485

0

15.485

Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT’s

11.720

12.384

11.757

12.897

11.906

13.139

‒ 1.233

Waarderingskamer

1.887

2.011

2.017

2.349

2.381

2.381

0

AFM

361

450

624

580

583

705

‒ 122

DNB

4.472

5.153

968

2.141

308

2.003

‒ 1.695

FEC

0

0

3.084

3.728

4.512

2.954

1.558

NLFI

5.000

4.770

5.065

4.100

4.122

5.096

‒ 974

In onderstaande tabel worden de gerealiseerde apparaatsuitgaven kerndepartement per dienstonderdeel van het kerndepartement uitgesplitst.

Tabel 53 Apparaatsuitgaven kerndepartement per dienstonderdeel (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

2022

Totaal kerndepartement

234.326

254.814

282.489

300.138

365.254

Generale Thesaurie

23.401

24.337

26.403

26.767

29.528

DG Rijksbegroting

22.081

24.296

28.435

29.486

31.841

SG/pSG-cluster

173.205

189.245

206.923

223.298

277.212

DG Fiscale Zaken

15.639

16.936

20.727

20.585

23.444

Inspectie belastingen toeslagen douane

0

0

0

0

3.229

Bron: financiële administratie kerndepartement.

Artikel 10 Nog onverdeeld

A. Tabel Budgettaire gevolgen

Tabel 54 Nog onverdeeld: opbouw verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van de vastgestelde begroting 2022, realisatie en het verschil (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2018

2019

2020

2021

2022

2022

2022

        

Verplichtingen

0

0

0

0

0

147.901

‒ 147.901

        

Uitgaven

0

0

0

0

0

139.050

‒ 139.050

        

Nog te verdelen

0

0

0

0

0

139.050

‒ 139.050

Loonbijstelling-programma

0

0

0

0

0

2.340

‒ 2.340

Loonbijstelling-apparaat

0

0

0

0

0

11.459

‒ 11.459

Prijsbijstelling apparaat

0

0

0

0

0

11.383

‒ 11.383

Programma onvoorzien

0

0

0

0

0

40.614

‒ 40.614

Apparaat onvoorzien

0

0

0

0

0

73.254

‒ 73.254

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de instrumenten

Vanuit dit artikel wordt de toegekende loon- en prijsbijstelling naar de beleids- en apparaatsartikelen overgeboekt. Ook eventueel nieuw beschikbaar gestelde middelen worden in afwachting op nadere concretisering en toedeling soms tijdelijk op artikel 10 gezet. Dit gold bijvoorbeeld voor de middelen die zijn gereserveerd naar aanleiding van de kabinetsreactie «ongekend onrecht» en voor fiscale uitvoeringskosten. Dit artikel is tevens bedoeld om eventuele onzekere ontwikkelingen binnen de begroting van Financiën op te vangen.

Verplichtingen

De verplichtingenbegroting van artikel 10 is grotendeels gelijk aan de begroting van de kasuitgaven. Bij alle op- en afboekingen in 2022 waren de verplichtingen en de kas steeds aan elkaar gelijk. Vanwege het initieel iets hogere verplichtingenbudget in de ontwerpbegroting 2022 is daarmee alleen de vrijval bij de verplichtingen € 9 mln. hoger, dan bij de kasuitgaven. Zie hieronder de verdere toelichting onder uitgaven.

Uitgaven

Loon- en prijsbijstelling apparaat en programma

De prijsbijstelling tranche 2022 is ontvangen en verdeeld binnen de begroting. Het resterende budget voor 2022 komt niet meer tot besteding en valt vrij aan het generale beeld.

Programma onvoorzien

  • Er is € 35 mln. doorgeschoven naar latere jaren om beter aan te sluiten bij het ritme van de verwachte toekomstige uitgaven.

  • Voor het project Digitale Snelweg Douane (DSD) ten behoeve van het aangifteproces van de Douane zijn middelen gereserveerd op artikel 10 Nog onverdeeld. Een deel van het budget (€ 18 mln.) komt naar verwachting niet tot besteding in 2022 maar in latere jaren en is als kasschuif opgenomen in de Ontwerpbegroting 2023.

Per saldo is € 2 mln. aan middelen niet aangewend en daarmee vrijgevallen.

Apparaat onvoorzien

Voor het programma Informatiehuishouding op Orde zijn de budgetten vrijgegeven (circa € 20 mln.) aan DG Toeslagen, DG Douane, DG Belastingdienst en het SG-cluster. Deze middelen worden gefinancierd uit de door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) beschikbaar gestelde budgetten en de POK-middelen op artikel 10. Een deel van de middelen (€ 15 mln.) voor informatiehuishouding op orde zijn niet in 2022 benodigd maar in 2023 en 2024 en worden daarom doorgeschoven. Dit naar aanleiding van de uitgewerkte plannen en besluitvorming vanuit BZK. Circa € 30 mln. van het budget is overgeheveld naar andere artikelen binnen de begroting voor het oplossen van budgettaire problematiek, zoals het opstarten van de invordering bij Toeslagen en extra fte's bij de verschillende organisatieonderdelen. € 4 mln. van het budget is vrijgevallen.

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Een goede bedrijfsvoering is een randvoorwaarde voor het realiseren van beleidsdoelstellingen. Het ministerie van Financiën is transparant over de vraag of er sprake is geweest van ordelijke en beheerste processen. Er wordt daarom gerapporteerd over belangrijke bijzonderheden, onvolkomenheden en onrechtmatigheden in de bedrijfsvoering.

In 2022 heeft de bedrijfsvoering van het ministerie van Financiën in het teken gestaan van verbetering, binnen de context van personeelsschaarste en ICT-beperkingen. Er is gewerkt aan het oplossen van onrechtmatigheden en tekortkomingen in de bedrijfsvoering die onder andere door de Algemene Rekenkamer (AR) en de Auditdienst Rijk (ADR) zijn geconstateerd. Maar liefst 6 van de 9 bevindingen van de ADR zijn opgelost, en één deels. De beheersing van herverzekering leverancierskredieten, Europese afdrachten en het verplichtingenbeheer is adequaat. Het toezicht op risicoregelingen is verbeterd en de Belastingdienst heeft het IT-beheer op de onderdelen kwaliteit IV-organisatie, bedrijfsvoeringsfunctionaliteiten en logische toegangsbeveiliging op een goed niveau gebracht. Het IT-beheer kan nog verder worden versterkt op de onderdelen portfoliomanagement, wijzigingsbeheer en scriptbeheer. De ADR constateert nieuwe bevindingen op inkoopprocessen en de beheersing van de invoerrechten en accijnzen door de Douane.

Verbeteringen in het financieel beheer

Parallel aan de in het beleidsverslag genoemde rijksbrede taskforce ter verbetering van het financieel beheer startte het ministerie van Financiën in 2022 het programma Toezicht en Advies Financieel Beheer. Dit programma:

  • 1. brengt alle financiële processen van het ministerie in kaart;

  • 2. signaleert en beoordeelt risico’s die hierin besloten liggen; en

  • 3. vult de wettelijke taak van de directie FEZ met betrekking tot het financieel beheer in met een toezichts- en adviesplan.

Na afronding van dit programma voor de zomer van 2023 zal Financiën beter in staat zijn om het financieel beheer te borgen middels het houden van toezicht, het geven van advies en het stellen van kaders.

Belastingdienst

Onder andere de afwikkeling van de Coronasteunmaatregelen en herstelacties zoals die voor onterechte afwijzing voor minnelijke schuldsanering en de vermogensrendementsheffing box 3 vormden in 2022 een extra werkbelasting. Dit raakte onder andere de bereikbaarheid van de BelastingTelefoon, het toezicht, de afhandeling van bezwaren en de inning van belastingschulden. De Belastingdienst werkt doorlopend aan een wendbare en toekomstbestendige organisatie door aandacht te hebben voor personeel, cultuur, ICT en sturing en beheersing (zie ook het beleidsverslag).

Toeslagen

Het herstel van gedupeerde ouders is in 2022 voortgezet, door middel van de forfaitaire compensatie van de Catshuisregeling en de integrale beoordeling van te compenseren schade. Daarnaast zijn aanvullende herstelregelingen opgezet en in uitvoering genomen. Het aantal ouders dat zich gemeld heeft is toegenomen. Daarnaast is er een wens voor breder dan alleen financieel herstel. Ondanks verdere opschaling van de capaciteit is Toeslagen nog niet in staat om alle ouders binnen de gewenste wettelijke termijnen integraal te beoordelen. Toeslagen werkt doorlopend aan het herstel van vertrouwen door gedupeerden zo goed en zo snel mogelijk te helpen (zie ook het beleidsverslag).

6.1 Uitzonderingsrapportage

a. Rechtmatigheid

Op basis van de beschikbare informatie bevatten de departementale verantwoordingsstaten over 2022, de departementale saldibalansen per 31 december 2022 en de toelichtingen daarbij geen zodanige onrechtmatigheden en/of onzekerheden, dat deze op grond van de rapporteringstoleranties of vanwege in het bijzonder te signaleren risico’s vermeld dienen te worden, met uitzondering van het onderstaande.

Tabel 55 Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties fouten en onzekerheden ministerie van Financiën (IXB) (bedragen x € 1.000)

(1) Rapporteringstolerantie

(2) Verantwoord bedrag in € (omvangsbasis)

(3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden in €

(4) Bedrag aan fouten in €

(5) Bedrag aan onzekerheden in €

(6) Bedrag aan fouten en onzekerheden in €

(7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/(2)*100%

Totaalniveau artikelen verplichtingen

27.036.921

586.747

404.160

116.733

520.893

N.v.t.

       

Artikel 1 Verplichtingen

2.999.048

149.952

187.687

41.262

228.949

7,6%

Artikel 9 Verplichtingen

696.006

34.800

49.977

49.977

7,2%

Artikel 13 Verplichtingen

1.101.732

55.087

140.246

75.002

215.248

19,5%

Artikel 13 Uitgaven/ontvangsten

1.143.492

57.175

42.846

22.632

65.478

5,7%

Toelichting op de tabel

De oorzaken van de overschrijding van de tolerantiegrenzen en de maatregelen ter verbetering van het beheer zijn:

Totaal artikelen hoofdstuk IX: verplichtingen

Het bedrag aan meest waarschijnlijke fouten en onzekerheden overschrijdt de tolerantiegrens niet. De maximale fouten en onzekerheden overschrijden de tolerantiegrens voor aangegane verplichtingen wel.71 Dit wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door de hieronder genoemde overschrijdingen bij de artikelen 1, 9 en 13.

Artikel 1 Belastingen: verplichtingen

De tolerantiegrens voor de aangegane verplichtingen is overschreden door met name het niet naleven van (Europese) aanbestedingsregels en het niet nakomen van overeengekomen selectieprocedures bij bestellingen op raamovereenkomsten. In 2023 worden hier de noodzakelijke acties op ondernomen (zie 6.1.c Onvolkomenheden Algemene Rekenkamer, Inkoopbeheer Belastingdienst en Toeslagen).

Artikel 9 Douane: verplichtingen

De onrechtmatigheid bestaat voor een groot deel uit fouten vanuit rijksbrede onrechtmatige overbruggingsovereenkomsten waar Douane verplicht gebruik van maakt. Verder wordt de onrechtmatigheid vooral veroorzaakt door het niet volgen van de juiste procedures omtrent minicompetities voor externe inhuur. Ten slotte is een bedrag onrechtmatig doordat het parlement niet tijdig met een begrotingsstuk is ingelicht over een beleidswijziging die leidde tot een begrotingsoverschrijding. De Tweede Kamer is wel geïnformeerd72.

Artikel 13 Toeslagen: verplichtingen

De tolerantiegrens voor de aangegane verplichtingen is overschreden door met name het niet naleven van (Europese) aanbestedingsregels en het niet nakomen van overeengekomen selectieprocedures bij bestellingen op raamovereenkomsten. In 2023 worden hier (zie 1.c Onvolkomenheden Algemene Rekenkamer, Inkoopbeheer Belastingdienst en Toeslagen) de noodzakelijke acties op ondernomen.

Onderdeel van deze onrechtmatige verplichtingen zijn inkopen onder onrechtmatige overbruggingsovereenkomsten in beheer bij de Belastingdienst voor € 31 mln. Daarnaast zijn er inkopen onder categoriemanagement ter waarde van € 64 mln. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is categoriemanager op een aantal rijksbrede raamovereenkomsten waarvoor sinds 2020 sprake is van onrechtmatige overbruggingsovereenkomsten. De (verplichte) afname door Toeslagen op deze overeenkomsten is onrechtmatig. Enkele overeenkomsten zijn in 2022 rechtmatig geworden. De her-aanbestedingen voor twee andere raamovereenkomsten lopen nog door na 2022, door juridische bezwaren en rechtszaken door inschrijvers. Het ministerie van IenW heeft dit toegelicht in de bedrijfsvoeringsparagraaf in haar jaarverslag.

Artikel 13 Toeslagen: uitgaven en ontvangsten

De tolerantiegrens voor de uitgaven en ontvangsten is overschreden door een bedrag van € 20 mln. aan fouten bij het afhandelen van facturen en het afwijken van contractvoorwaarden. Daarnaast zijn er voor € 17 mln. aan fouten en € 23 mln. aan onzekerheden bij de uitvoering van de financiële compensatieregelingen. De behandeling van de vaak complexe dossiers is foutgevoelig en er kan niet altijd met volledige zekerheid worden vastgesteld wat er precies is gebeurd in het verleden. In dit soort situaties wordt voor ruimhartigheid gekozen zoals is toegelicht bij de Wet hersteloperatie toeslagen.

Overige onrechtmatigheden bij de zorgtoeslag

De tolerantiegrens voor de afgerekende voorschotten van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is over 2022 overschreden. Onderdeel van de onrechtmatigheden is een bedrag van circa € 130 mln. op de zorgtoeslag, die door VWS wordt verantwoord. Dit wordt vooral veroorzaakt door onzekerheid rond het juist vaststellen van het Awir-partnerschap. Het ministerie van Financiën is de uitvoerder van de zorgtoeslag en dient deze overschrijding daarom ook te vermelden in dit jaarverslag.

b. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

c. Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

c.1 Onvolkomenheden Algemene Rekenkamer (AR)

In 2022 is door het ministerie van Financiën gewerkt aan het oplossen van de tekortkomingen in de bedrijfsvoering die door de AR bij de verantwoording over 2021 zijn geconstateerd.

Toezichtfunctie financieel beheer Rijksoverheid

De AR constateerde over 2020 en 2021 dat de minister van Financiën het toezicht op fiscale regelingen effectiever moet inrichten, met speciale aandacht voor het gebruik van het toetsingskader fiscale regelingen bij evaluaties.

In 2021 zijn de begrotingsregels en interne procedures rondom het toezicht op fiscale regelingen aangepast. De Tweede Kamer wordt voortaan uitvoeriger geïnformeerd over de uitkomsten van evaluaties, onder andere in de miljoenennota, en er is bij Prinsjesdag 2022 een breed onderzoek naar fiscale regelingen naar de Kamer gestuurd.

Het toetsingskader voor fiscale regelingen is in 2022 stelselmatig toegepast bij nieuwe fiscale regelingen en bij evaluaties van bestaande fiscale regelingen. Nut en noodzaak van fiscale regelingen krijgen daardoor in kamerstukken extra aandacht.

Over het toezicht op risicoregelingen constateerde de AR over 2021 dat dit verbeterd was. Het toezicht op risicoregelingen is in 2022 verder aangescherpt. De procedures zijn verduidelijkt. Daarmee wordt de rol van Financiën duidelijker ingevuld, blijft Financiën betrokken bij bestaande toetsingskaders, is er altijd een compleet dossier bij een regeling en ten slotte wordt een goedgekeurd toetsingskader met beide Kamers gedeeld. De Auditdienst Rijk (ADR) acht de procedure en de uitvoering adequaat.

Managementinformatie Belastingdienst

Het programma Managementinformatie/Risicomanagement is eind 2022 conform planning afgerond. Het programma heeft stuur- en verantwoordingsinformatie over het concern en de ketens van de Belastingdienst opgeleverd. De ADR heeft in 2022 op verzoek van de Belastingdienst een evaluatie uitgevoerd naar het programma. De belangrijkste conclusie is dat het programma een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling en professionalisering van de managementinformatie en het risicomanagement op concern- en ketenniveau. Daarmee geeft het een goede basis voor de verbetering van de sturing en verantwoording. De Belastingdienst heeft maatregelen genomen om de doorontwikkeling van managementinformatie en risicomanagement structureel te borgen.

M&O-beleid Belastingdienst (onderbouwing keuze inzet handhavingsmix)

De AR merkt sinds 2020 het misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O)-beleid van de Belastingdienst aan als een onvolkomenheid. Het gaat daarbij om de toereikendheid van de bedrijfsvoering, afgemeten aan de plan-do-check-act-cyclus. In 2022 zijn diverse centrale kaders ontwikkeld om de onvolkomenheid op te lossen. Deze kaders zien toe op:

  • 1. het (periodiek) evalueren en actualiseren van de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie Belastingdienst;

  • 2. het structureren, beter inzichtelijk maken en onderbouwen van keuzes voor de inzet van handhavingsinstrumenten binnen de Belastingdienst en het vastleggen van deze keuzes in handhavingsplannen;

  • 3. het richting geven aan de wijze waarop de verschillende directies steekproeven uitvoeren om inzicht te krijgen in nalevingstekorten, nalevingsbeelden en het percentage juiste aangiften;

  • 4. het evalueren van de uitvoering en handhaving op het niveau van doelgroepen en/of middelen en processen (tactisch) en het niveau van individuele projecten en activiteiten (operationeel);

  • 5. het vastleggen van de uit te voeren evaluaties in een Evaluatieagenda.

De Belastingdienst werkt in 2023 aan de hand van de centrale kaders verder aan het inrichten van een toereikende plan-do-check-act-cyclus.

Verplichtingenbeheer en prestatieverklaringen Belastingdienst en Toeslagen

De onvolkomenheid op het verplichtingenbeheer Belastingdienst en Toeslagen ziet op het proces van juist, tijdig en volledig administreren van verplichtingen. De onvolkomenheid ten aanzien van de prestatieverklaringen betreft het in overeenstemming zijn van gefactureerde en geleverde prestaties. Er zijn flinke stappen gezet in het oplossen van beide onvolkomenheden. De kaders zijn aangescherpt en er is ingezet op het werkend krijgen van de genomen verbetermaatregelen. Onder andere door het uitvoeren van periodieke controles bij dienstonderdelen met veel verplichtingen en de inzet van de deskundigheid van de inhuurdesk. Ook is extra aandacht besteed aan een betrouwbare verplichtingenstand per jaareinde. Ten slotte worden periodieke controles op de afgifte van prestatieverklaringen en risicogerichte controles op grote contracten met moeilijk meetbare prestaties uitgevoerd. Met de genomen maatregelen zijn deze processen beter op orde.

Wijzigingsbeheer IT-systemen (testprocedures) Belastingdienst

Het testen van wijzigingen in IT-systemen en het documenteren daarvan wordt nog onvoldoende beheerst. In 2022 heeft de Belastingdienst gewerkt aan het verbeteren van de procedures om te komen tot een toereikend proces van het doorvoeren en documenteren van wijzigingen in de applicaties. De ADR heeft wijzigingen in de IT-systemen beoordeeld. Daarbij is gebleken dat er nog geen geüniformeerde werkwijze is, en dat de vastleggingen bij het testen nog onvoldoende navolgbaar zijn. De Belastingdienst werkt in 2023 verder aan het oplossen van deze onvolkomenheid.

Inkoopbeheer Belastingdienst en Toeslagen

De AR heeft tekortkomingen geconstateerd in het inkoopproces, zoals het afwijken van de aanbestedingswet- en regelgeving en het niet naleven van selectieprocedures bij bestellingen op raamovereenkomsten. Ook het opstellen van nadere overeenkomsten wijkt soms af van de regels.

Er zijn in 2022 door zowel de Belastingdienst, Toeslagen, Douane en het beleidsdepartement zogenoemde waivers vastgesteld voor het bewust afwijken van inkoopregels. Dit is ongewenst maar soms nodig om de continuïteit van de bedrijfsvoering te borgen en voor Toeslagen om zo snel als mogelijk de gedupeerde ouders te compenseren. Waivers waren verder nodig omdat een zorgvuldige nieuwe aanbesteding tijd kost en daarom in afwijking van de aanbestedingsregels overeenkomsten tijdelijk verlengd moesten worden, door vertraging bij uitfasering van systemen en door het ontbreken van een alternatief voor een bestaande leverancier met specifieke kennis of middelen. Andere redenen zijn het niet tijdig starten met het aanbesteden of verlengen van overeenkomsten.

De Belastingdienst en Toeslagen hebben op het inkoopbeheer de nodige verbetermaatregelen genomen. Ondanks de genomen verbetermaatregelen zijn in 2022 nog de nodige tekortkomingen geconstateerd bij de uitvoering van het inkoopproces. De Belastingdienst laat in 2023 extern onderzoek doen naar de mogelijke verbetermaatregelen voor het inkoopproces om te kunnen voldoen aan de aanbestedingsregels. Toeslagen heeft de ADR in 2022 gevraagd om onderzoek te doen naar het inkoopproces.

c.2 Overige punten van financieel beheer en materiële bedrijfsvoering

c.2.1 Belastingdienst

Fraudesignaleringsvoorziening (FSV) en waarborgenkader

Er zijn tekortkomingen geconstateerd in de naleving van wetgeving waaronder de AVG bij het gebruik van persoonsgegevens in de Fraudesignaleringsvoorziening en risicomodellen. De Belastingdienst heeft tot en met 2022 circa 240.000 burgers geïnformeerd waarom zij geregistreerd stonden in FSV, conform Motie Marijnissen.73 In afstemming met de Tweede Kamer zijn voorstellen gedaan over welke tegemoetkoming past bij de verschillende effecten.74 In het tegemoetkomingsbeleid worden vier groepen onderscheiden, afhankelijk van het effect dat burgers hebben ondervonden van de FSV-registratie. Eén van de vier onderscheiden groepen betreft de groep burgers die onterecht de deelname is ontzegd aan de Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (MSNP). In 2022 zijn hiervan circa 90.000 burgers geïnformeerd dat zij geen - of een verklaarbaar - effect hebben ondervonden van de FSV-registratie. Communicatie over een eventueel effect wordt in 2023 richting de burger voortgezet. Om herhaling van problemen te voorkomen is een waarborgenkader opgesteld voor de processen die worden gebruikt om te selecteren welke aangiften in aanmerking komen voor handmatige beoordeling.

Belastingrente en arrest Hoge Raad

Het arrest van 18 november 2022 van de Hoge Raad bepaalt dat geen belastingrente in rekening kan worden gebracht voor de periode dat een belastingplichtige de verschuldigde belasting heeft betaald. De uitspraak is reeds in de wet ingebed. De bedragen aan te corrigeren rente worden in kaart gebracht. De Tweede Kamer wordt hierover nader geïnformeerd.

Vervolgingskosten

Bij vermindering van aanslagen heeft tot 31 december 2020 in bepaalde situaties ten onrechte geen vermindering van vervolgingskosten (aanmanings- en dwangbevelkosten) plaatsgevonden. Dit wordt hersteld. Uit doelmatigheidsoverwegingen is ervoor gekozen om aanslagen met minder dan € 750,- aan vervolgingskosten generiek te herstellen, wat betekent dat alle op de aanslag vermelde vervolgingskosten zonder nadere beoordeling zijn verrekend of terugbetaald. De afronding van het project heeft in 2022 vertraging opgelopen, doordat de te herstellen populatie groter bleek dan eerder ingeschat. Eind februari 2023 is meer dan 96% van de te herstellen aanslagen verwerkt. De resterende aanslagen worden in de eerste maanden van 2023 afgehandeld.

Herstellen invorderingsrente

Als een aanslag wordt betaald of verrekend na de betalingstermijn is invorderingsrente verschuldigd. Hierbij zijn in het verleden (vanaf 2012) fouten gemaakt bij circa 280.000 aanslagen. De Belastingdienst heeft deze aanslagen in 2022 geanalyseerd en op basis hiervan is de wijze van afhandeling bepaald. Het project herstel invorderingsrente maakt gebruik van dezelfde capaciteit als het project vervolgingskosten en is daarom uitgesteld naar 2023.

Ambtshalve aanslagen

Als een belastingplichtige een aangifteverplichting voor de inkomstenbelasting heeft en na de uitnodiging tot het doen van aangifte, de herinnering en de daaropvolgende aanmaning geen aangifte doet, stelt de inspecteur in bepaalde gevallen de aanslag ‘ambtshalve’ vast. Hierbij wordt het inkomen waar nodig geschat. Daarnaast wordt een verzuimboete opgelegd. Het geschatte inkomen werkt door naar inkomensafhankelijke regelingen zoals toeslagen. De Nationale Ombudsman, de Adviescommissie praktische rechtsbescherming en intern onderzoek van de Belastingdienst wijzen op het risico dat dit voor bepaalde groepen hard kan uitpakken. De Belastingdienst zoekt vanaf 2021 contact met betrokken burgers om ambtshalve aanslagen te voorkomen. Er zijn werkinstructies opgesteld om beter rekening te houden met de situatie van de burger. De effecten van deze werkwijze worden in 2023 nog nader onderzocht. Ook wordt het beleid rond de verzuimboete heroverwogen. Ten slotte wordt de wet met ingang van 2025 aangepast zodat ook een ambtshalve aanslag kan worden opgelegd als deze leidt tot een belastingteruggave.

Gedeformaliseerd werken

Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat een bericht van een belastingplichtige al snel als een bezwaarschrift moet worden aangemerkt. De Belastingdienst behandelt deze ontvangen berichten veelal als verzoek om ambtshalve vermindering, om ten behoeve van burgers op een praktische en zo eenvoudig mogelijke manier te werken. Dat wordt het «gedeformaliseerd werken» genoemd, en wijkt af van de wet, met het risico op ingebrekestellingen en dwangsommen. Uit recente jurisprudentie uit 2022 blijkt dat er ook fiscale risico’s zijn, zoals het niet kunnen navorderen. Er wordt wetgeving voorbereid om de werkwijze te formaliseren, zonder afbreuk te doen aan de rechten van de belastingplichtige. Voor de langere termijn wordt aanpassing van het heffingssysteem onderzocht.

Keuzeregeling berichtenverkeer

Met de invoering van de keuzeregeling voor berichtenverkeer zouden burgers de mogelijkheid krijgen om te kiezen voor papieren of digitale post van de Belastingdienst. De oplevering van systemen om dat mogelijk te maken is vertraagd door complexiteit, diversiteit en de hoge volumes van de berichten (circa 160 miljoen berichten per jaar).

Erfbelasting

De Belastingdienst heeft in 2022 een meerjarig traject om het verouderde systeem voor erfbelasting te vervangen grotendeels afgerond. Voor de erfbelasting is 23% van de aangiften later opgelegd dan de streeftermijn van zes maanden. De wettelijke termijn van 3 jaar voor het opleggen van aanslagen is hierbij overigens niet in gevaar. Oorzaken hiervan zijn onder andere ICT-problematiek (verstoringen in het nieuwe systeem) en een hogere instroom van overlijdensberichten, waardoor extra personele capaciteit benodigd was. De Belastingdienst werkt in 2023 aan het oplossen van de verstoringen in de systemen.

c.2.2 Toeslagen

Beleidsbesluiten gecodificeerd via Wet hersteloperatie toeslagen

De Wet hersteloperatie toeslagen is begin november 2022 door de Eerste Kamer aangenomen. Hierin zijn de eerdere beleidsbesluiten verwerkt en daarmee zijn deze in de wetgeving gecodificeerd. Nadat de Wet is aangenomen zijn geen nieuwe beleidsbesluiten genomen. De Wet hersteloperatie toeslagen zal in 2023 worden aangevuld met regelgeving over ex-partners, hun kinderen, overleden aanvragers en overleden kinderen. Deze regelingen worden pas na parlementaire behandeling uitgevoerd.

Stapeling regelingen hersteloperatie

Het stapelingsrisico heeft betrekking op mogelijke onterechte vaststelling van gedupeerdheid. Dit kan niet alleen leiden tot onrechtmatige compensatie op grond van de eerste toets (Catshuisregeling) en de schadeuitkering uit de integrale beoordeling, maar ook tot onterechte vergoedingen bij andere regelingen zoals de private en publieke schuldenaanpak. Het onzekerheidspercentage is bepaald door middeling van de steekproefuitkomsten uit 2021 en 2022 bij de Catshuisregeling. Hierbij is het steekproefpercentage voor 2021 bijgesteld, omdat van een aantal posten in de steekproef 2021 de gedupeerdheid bij de Integrale Beoordeling alsnog is vastgesteld.

IT voor huurtoeslag en beheer gegevens van burgers

In 2022 zou aan onder meer verbetering van huurgegevensuitwisseling worden gewerkt, maar de prioriteit is verlaagd nadat in het coalitieakkoord een hervorming van de huurtoeslag is aangekondigd. Daarbij wordt de werkelijke huurprijs voor de berekening van de huurtoeslag vervangen door een normhuur. Aan de hervorming van de huurtoeslag wordt nog gewerkt.

Oprichting controlfunctie en zelfstandig uitvoeren van Toeslagen-brede control

Afgelopen jaar is de control-organisatie verder versterkt, zowel bij de uitvoering van reguliere toeslagen, de herstelorganisatie en de programmaorganisatie als in de beheersing. De control-organisatie is inmiddels op formatie. Stapsgewijs is in 2022 verder invulling gegeven aan het versterken van alle relevante controltaken en -producten. Dit proces zal ook in 2023 doorgezet worden.

Ingebrekestellingen en dwangsommen bij niet tijdig beslissen

Het financieel herstel loopt door toename van het aantal ouders dat zich gemeld heeft en dat naar de rechter gaat, het toevoegen van nieuwe categorieën gedupeerden en de complexiteit van de individuele beoordeling -ondanks verdere opschaling van de capaciteit- vertraging op, waardoor Toeslagen nog niet in staat is om alle ouders binnen de gewenste wettelijke termijnen integraal te beoordelen. In 2022 is circa € 17 mln. aan ingebrekestellingen en dwangsommen betaald.

Invordering

De invordering van toeslagschulden die sinds maart 2020 vanwege corona gepauzeerd was, is vanaf april 2022 geleidelijk hervat. Hierbij is extra aandacht geschonken aan communicatie en dienstverlening. Zo hebben alle mensen met een toeslagschuld eerst een aankondigingsbrief met een overzicht van hun toeslagschuld ontvangen, waarin zij over de hervatting van de invordering werden geïnformeerd. Daarna is aan alle mensen een betalingsregeling aangeboden, ongeacht of hun toeslagschuld zich al in de dwanginvorderingsfase bevond. Met de Wet geen rente bij hervatting invordering toeslagschulden is geen invorderingsrente verschuldigd als mensen een betalingsregeling afsluiten. Daarnaast heeft Toeslagen haar herijkte invorderingsstrategie eind december naar de kamer gezonden.75 Deze invorderingsstrategie is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: een persoonsgerichte benadering, stimuleren dat burgers uit zichzelf betalen, voorkomen van probleemschulden, waarborgen van het bestaansminimum en dwanginvordering als uiterste middel. In 2023 zal een aanvang worden gemaakt met de implementatie van de nieuwe invorderingsstrategie.

c.2.3 Interne beheersing invoerrechten en accijnzen Douane

In 2022 is een plan van aanpak opgesteld voor de inrichting van de interne beheersing op de belastingontvangsten van de Douane. De Douane en de ADR achten over 2022 de interne beheersing onvoldoende. Onderdeel hiervan is het ontbreken van betrouwbare stuur- en verantwoordingsinformatie met betrekking tot de belastingontvangsten van de Douane. Deze bevinding wordt in 2023 verder opgepakt, mede door het borgen van eigenaarschap in de eerste lijn, met regie op de gehele accijns- en douanerechtenketen. De tweede lijn stelt kaders waarbinnen de eerste lijn de interne beheersing inricht en uitvoert, monitort op de uitvoering en adviseert. Douane werkt vanaf 2023 met een geautomatiseerde afdrachtenstaat.

c.2.4 Wet DBA en schijnzelfstandigheid

Als opdrachtgever schakelt het ministerie van Financiën via tussenpersonen regelmatig zzp’ers in, waarbij in een aantal gevallen wordt vermoed dat sprake is van een dienstbetrekking. Dit is vooral het geval in de IV-organisatie van de Belastingdienst en in de herstelorganisatie van Toeslagen. Er is vrijwillig premie afgedragen voor deze zzp’ers om uitholling van de sociale zekerheid te voorkomen. De ambitie van het kabinet is om het handhavingsmoratorium van de wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) uiterlijk 1 januari 2025 op te heffen. Het risico bestaat dat - zonder extra maatregelen - de externe inhuur dan nog deels uit schijnzelfstandigen bestaat. Het ministerie wil in 2023 en 2024 komen tot afbouw van deze zzp’ers, voorzover dat mogelijk is binnen de randvoorwaarde van de opgaven van de dienstonderdelen. De toezichthouder (inspecteur) heeft eind 2022 het nieuwe Horizontaal Toezicht-convenant met het ministerie getekend. Daaruit blijkt dat het ministerie heeft zorggedragen voor een aantoonbaar werkend systeem van interne fiscale beheersing.

c.2.5 Beheersing fraude- en corruptierisico’s76

Om fraude te voorkomen en detecteren maakt het ministerie van Financiën gebruik van risicomanagement met een mix van beheersmaatregelen. In 2022 is een start gemaakt met een departementale risicoanalyse, een overzicht van beheersmaatregelen, rapportage en een toezichtskader voor beheersing van interne frauderisico’s. Dit wordt in 2023 verder uitgewerkt.

De belangrijkste risico's die nu worden onderkend zijn onder andere het samenspannen om ten onrechte toeslagencompensatie te claimen, het bevoordelen van partijen bij inkoop, het betalen van valse facturen of verkeerde rekeningnummers, te lage belastingheffing of te hoge teruggave en het onbevoegd wegnemen van goederen die het ministerie beheert. Maatregelen tegen fraude zijn in beeld gebracht, en omvatten onder andere inventarisatie van te beschermen belangen, de integriteitsscan, insiderregelingen voor werknemers die werken met (potentieel) marktgevoelige informatie, integriteitsonderzoeken en diverse maatregelen bij werving en indiensttreding zoals de gedragscode integriteit rijk en de eed en belofte. Medewerkers worden bewust gemaakt van frauderisico’s in trainingen en communicatie. Er is aandacht voor risicovolle functies, weerbaarheid en een open cultuur. De administratieve organisatie bevat de nodige maatregelen tegen interne fraude, waaronder functiescheiding, het toepassen van het vier-ogenprincipe en het stellen van eisen aan (primaire) vastleggingen. Over 2022 heeft ieder dienstonderdeel een zekere risicoanalyse gemaakt, waarbij er verschillen zijn in de diepgang van de analyses.

Het uitvoeren van de risicoanalyse en risico-rapportage is in de planning- en controlcyclus ingebed. Vanaf 2023 is integriteit, fraude en corruptie een expliciet aandachtspunt in de risicoanalyse van ieder dienstonderdeel.

Melding van fraude-incidenten en -vermoedens kunnen zowel decentraal worden gedaan als rechtstreeks bij de centrale meldpunten zoals het Onderzoeksbureau Integriteit Financiën (OIF) van de beveiligingsambtenaar, die ook rapporteert over ontvangen meldingen en uitkomsten. Over 2022 zijn er binnen het ministerie geen financiële fraudes van materieel belang geconstateerd.

In 2023 zal frauderisicomanagement verder geïntegreerd worden in het risicomanagement en in de risicoregisters worden opgenomen.

c.2.6 Misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O)

Belastingheffing en toeslagen zijn gevoelig voor misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O), omdat de hoogte van de heffingen en de verplichting tot betalen afhankelijk zijn van gegevens die belastingplichtigen en toeslaggerechtigden zelf verstrekken. Dit kan van invloed zijn op de volledigheid van de belastingontvangsten en de juiste (voorlopige) toekenning van toeslagen. Het tegengaan van M&O is daarom een geïntegreerd onderdeel van het handhavingsbeleid, een breed palet aan interventies en activiteiten: het voorkomen van bewuste en onbewuste fouten, dienstverlening, correcte en tijdige uitvoering van processen, toezicht en opsporing. Handhaving wordt uitgevoerd met de beschikbaar gestelde personele en financiële middelen. Verder zijn er maatschappelijke begrenzingen door wettelijke bepalingen, zoals de privacywetgeving, die controlemogelijkheden beperkten. Dit betekent dat ook bij een toereikend M&O-beleid sprake blijft van een inherente onzekerheid over de volledigheid van de ontvangsten en de juistheid van de uitgaven. Deze onzekerheid is niet nader kwantificeerbaar.

M&O Belastingdienst

De strategie van de Belastingdienst is erop gericht dat de mate van naleving (compliance) zo hoog mogelijk is en het bedrag aan verschuldigde belasting dat niet binnenkomt (nalevingstekort) zo klein mogelijk is. In 2022 heeft de Belastingdienst te maken gehad met een aantal interne en externe risico’s en factoren die invloed hebben gehad op de keuzes die zijn gemaakt in de handhaving, waaronder het beperkt kunnen verwerken van signalen voor toezicht en fraudebestrijding, het herstel van FSV, de hersteloperatie box 3, het tekort aan personele capaciteit, het opleiden en begeleiden van relatief veel nieuwe medewerkers en de toegenomen complexiteit van wet- en regelgeving.

De Belastingdienst heeft in lijn met de uitvoerings- en handhavingsstrategie meer ingezet op toezicht vooraf om efficiënter de tijdigheid, juistheid en volledigheid van aangiften te borgen in plaats van het achteraf herstellen van fouten in aangiften. Inspanningen om fouten te voorkomen zijn enerzijds de in het beleidsverslag beschreven stappen om de dienstverlening structureel te verbeteren en anderzijds het inzetten van de vooringevulde aangifte en voorlichting voor starters. Hierdoor, en doordat (wettelijke) verplichte werkzaamheden voorrang kregen op de keuzewerkzaamheden, zijn er minder aangiften traditioneel behandeld dan gepland (toezicht achteraf).

Daling van toezicht achteraf kan, zoals ook beschreven in de Kamerbrief van 15 december 202277, echter op termijn een risico vormen. Daarom neemt de Belastingdienst maatregelen om ervoor te zorgen dat het toezicht achteraf een bestendig onderdeel blijft van de handhavingsmix.

De Belastingdienst ontvangt van burgers, bedrijven en andere overheidsinstanties signalen van mogelijke niet-naleving van de fiscale verplichtingen. Na het uitzetten van de FSV is, totdat een oplossing is gevonden die volledig compliant is met de wetgeving, de behandeling van een deel van deze signalen opgeschort78. Sinds medio 2020 heeft de Belastingdienst naar schatting 22.400 signalen ontvangen die niet behandeld kunnen worden. Omdat de relevantie van signalen naarmate de tijd vordert mogelijk afneemt vindt een steekproefsgewijs onderzoek plaats om te bepalen wat met deze voorraad te doen als het signalenproces hervat kan worden. De Belastingdienst heeft bij brief van 16 december 202279 de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanpak van het signalenproces en de aanpak voor 2023 om de behandeling van signalen met de juiste waarborgen te hervatten.

Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in verschillende soorten signalen. Ondertussen ligt het toezicht en de fraudebestrijding niet stil. De behandeling van signalen, zoals die voor de FIOD of over Verhuld Vermogen, is nooit stilgelegd en blijft actief. Ook zonder signalen voert de Belastingdienst nog steeds toezichthoudende activiteiten uit, om naleving te bevorderen of zoveel mogelijk af te dwingen waar dat nodig is.

De uitkomsten van de prestatie-indicatoren voor belastingen in de begroting en de ontwikkeling van de compliance vormen op zichzelf geen aanleiding te veronderstellen dat er sprake zou zijn van een ontoereikend M&O-beleid, temeer omdat de belastingmoraal voor alle doelgroepen op hetzelfde hoge niveau is gebleven als voorgaande jaren.

M&O Toeslagen

Toeslagen heeft samen met de betrokken toeslagdepartementen gewerkt aan de ontwikkeling van de handhavingsstrategie voor 2023 voor de reguliere toeslagverstrekking. Die handhavingsstrategie biedt kaderstelling voor alle handhavingsactiviteiten van Toeslagen en wordt vanaf 2023 in fases geïmplementeerd. De handhavingsstrategie is erop gericht het gedrag van burgers zodanig te beïnvloeden dat zij - zoveel mogelijk uit zichzelf - structureel de regels naleven. Toeslagen gaat uit van vertrouwen in de burger én treedt adequaat op in situaties die daarom vragen. Afhankelijk van de situatie worden hiertoe (een mix van) handhavingsinstrumenten ingezet om de toekenningszekerheid te maximaliseren zonder onevenredig zware (bewijs)lasten neer te leggen bij toeslaggerechtigden. De geldende wet- en regelgeving wordt toegepast. Binnen de ruimte die de wet biedt houdt Toeslagen rekening met feiten en omstandigheden in individuele situaties.

Er vonden in 2022 geautomatiseerde controles plaats op de toeslagregelingen in verschillende fases van het proces. Daarbij wordt mede gebruik gemaakt van derden-informatie. Bij onduidelijkheden vindt er uitworp plaats en wordt het dossier handmatig getoetst, veelal in afstemming met de burger. Voordat er sprake is van een definitieve toekenning vinden ook aanvullende controles plaats zoals de toets op het vastgestelde inkomen van het betreffende toeslagjaar van de burger. Daarnaast vinden er diverse handhavingsactiviteiten plaats op basis van een vastgesteld activiteitenplan. In 2022 heeft Toeslagen geen boetes opgelegd en geen opsporing en vervolging door FIOD en OM geïnitieerd.

Het intensief toezicht is tijdelijk stopgezet na de Toeslagaffaire en de gerelateerde privacy-issues. In 2022 is verder gewerkt aan het opstellen en valideren van kaders voor toezicht. Als de herijking van de processen begin 2023 is afgerond wordt het intensief toezicht gefaseerd herstart. Daarbij wordt in het kader van de nieuwe handhavingstrategie gebruik gemaakt van risicoclassificatie, rekening houdend met de vereisten die hierover zijn afgestemd met de Kamer.

In de hersteloperatie wordt M&O ook zoveel mogelijk voorkomen door goede wet- en regelgeving, waarborgen in de processen en door gedupeerden zorgvuldig te beoordelen. De Kamer wordt hierover in voortgangsrapportages geïnformeerd. Voor de hersteloperatie wordt gebruik gemaakt van uitvoeringsorganisaties buiten de rijksoverheid. Voor deze organisaties worden in onder andere controleprotocollen aanvullende maatregelen vastgelegd, zoals afspraken over het vier-ogenprincipe en uniformiteit in de beoordeling.

Toeslagen ontvangt signalen en zorgen over M&O van medewerkers van de Belastingdienst, Toeslagen, gemeenten en vanuit de media. Een groot deel van de signalen betreft niet fraude maar zorgen over overcompensatie, wat inherent is aan de ruimhartigheid van de compensatieregeling. Het proces waarbinnen signalen worden verwerkt kent waarborgen om vooringenomen handelen te voorkomen.

M&O Douane

De Douane werkt aan de permanente en contextuele ontwikkeling van haar handhavingsstrategie, die kaders geeft voor de handhavingsactiviteiten. De handhavingsstrategie is erop gericht het gedrag van relevante bedrijven zodanig te beïnvloeden dat zij - zoveel mogelijk uit zichzelf - structureel de regels naleven. Douane controleert daarnaast de juistheid van aangiften en administraties op basis van verleende vergunningen. De Douane gaat uit van compliant gedrag bij relevante bedrijven én treedt adequaat op in situaties die daarom vragen, mede om naleving te verbeteren. De geldende wet- en regelgeving wordt toegepast. Binnen de ruimte die de wet biedt houdt de Douane rekening met feiten en omstandigheden in individuele situaties.

De Douane heeft periodiek overleg met alle opdrachtgevende departementen en gebruikt de handhavingsvraag voor het bepalen van het handhavingsniveau. De eigen risicoanalyse wordt daarbij ingezet en toegevoegd. Het handhavingsniveau wordt verwoord in het Handhavingsplan Douane en dient als richtinggevend en kaderstellend plan voor de uitvoering van gerichte controles bij het afdekken van handhavingsrisico’s. Door deze aanpak wordt misbruik zoveel mogelijk voorkomen. De risico’s worden gemonitord en de handhaving waar nodig aangepast om wendbaarheid van de organisatie en onvoorspelbaarheid in de controleaanpak te bevorderen.

De Douane rapporteert jaarlijks aan opdrachtgevers het aantal controles en de opbrengst. Over 2022 zijn, met uitzondering van de administratieve controles, nagenoeg alle afgesproken controles op douanerechten en antidumpingheffing bij invoer gerealiseerd. Ter compensatie zijn meer andere controles op invoer gedaan. De juistheid van de invoeraangifte is een belangrijke graadmeter voor de fiscale regelnaleving en effectmeting van de handhaving. Die betekent dat de juiste afdracht van de bij invoer verschuldigde belastingen kan worden vastgesteld. De prestatie-indicator «juiste invoeraangiften» stabiliseerde zich in 2022.

In 2023 hebben de sanctiemaatregelen tegen Rusland naar verwachting meer invloed op de controles op aangiften. Het fiscale risico van kleinere zendingen wordt dan met administratieve controles afgedekt.

c.2.7 Anti-omkopingsbeleid exportkredietverzekeringen

Om opvolging te geven aan de aanbevelingen uit de beleidsevaluatie anti-omkopingsbeleid is in het voorjaar 2022 een taskforce anti-omkoping opgericht, bestaande uit de ministeries van Financiën en Buitenlandse Zaken en uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB). Het kabinet acht het van groot belang dat het anti-omkopingsbeleid van de exportkredietverzekeringen op orde is. De evaluatie van Partners in Compliance biedt goede aanknopingspunten om dit beleid verder te versterken. Inmiddels zijn hiertoe al belangrijke stappen gezet. De komende tijd zal dit verder worden uitgewerkt. Het streven is om voor de zomer alle aanbevelingen uit het rapport omgezet te hebben naar staand beleid. Tevens is het voornemen om hierbij bedrijven en maatschappelijke organisaties te betrekken via een gesprek over de vormgeving van het herziende beleid. Voor de zomer 2023 wordt hierover een kamerbrief verstuurd.

d. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

d.1 Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Er is een werkgroep gestart om de organisatie van de gegevensbescherming voor alle onderdelen van het ministerie van Financiën te versterken. Het plan van de werkgroep is mede gebaseerd op aanbevelingen van de ADR en door externe experts en de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) van nadere aanbevelingen voorzien. Het actieplan ‘Privacy op orde’ streeft naar bewustwording door evenementen zoals de Dag en de Week van de privacy en naar deskundigheidsbevordering via onder andere de rol van datacoördinator. Instrumenten als het verwerkingenregister worden verder gevuld en verbeterd. Processen waarin gegevens worden verwerkt worden met behulp van data protection impact analyse (DPIA of gegevensbeschermingseffectbeoordeling) systematisch in kaart gebracht en verbeterd. Deze processen worden aan de AVG, de Wpg, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid en de Archiefwet getoetst. De privacy-organisatie wordt versterkt met een departementale Chief Privacy Officer (dCPO). De AP heeft in 2022 de Belastingdienst een boete opgelegd van € 3,7 mln. voor het niet AVG-conform verwerken van persoonsgegevens in de FSV.

d.2 Wet politiegegevens (Wpg)

Bijzondere opsporingsdiensten moesten in 2022 een verplichte externe privacy audit uitvoeren op grond van de Wet Politiegegevens (Wpg). Deze verplichting geldt voor verschillende onderdelen van het ministerie. De ADR heeft begin 2022 de audit opgeleverd voor de FIOD. In vervolg op de controleresultaten zal in 2023 een hercontrole worden uitgevoerd. Voor de Douane is in 2022 een afkeurend oordeel gegeven. De Douane neemt de aanbevelingen over en werkt in 2023 aan verbetering.

Onderdelen van de Belastingdienst met bijzondere opsporingsambtenaren (BOA's) die politiegegevens gebruiken vallen ook onder de Wpg. De ADR heeft eind 2022 de audit opgeleverd voor het Bureau Economische Handhaving bij Grote Ondernemingen. Hierop is een afkeurend oordeel gegeven. De Belastingdienst zal de aanbevelingen uit het rapport in 2023 oppakken. Het is de Belastingdienst niet gelukt om in 2022 voor de organisatieonderdelen Midden- en Kleinbedrijf, Particulieren en een ander deel van Grote Ondernemingen de audit uit te laten voeren. Dit is gemeld bij de AP. De audits worden begin 2023 uitgevoerd.

d.3 Informatiebeveiliging (IB) 

Jaarlijks wordt, conform rijksbrede afspraken, een informatiebeveiligingsbeeld (IB-beeld) opgesteld dat dient als een «In Control Verklaring Informatiebeveiliging». Het IB-beeld is opgebouwd op basis van de rapportages van de afzonderlijke onderdelen van het ministerie van Financiën over informatiebeveiliging.

Het ministerie werkt aan aanbevelingen van de ADR om de IB op een hoger niveau te brengen. Een departementale Chief Security Officer is als kwartiermaker gestart om met alle onderdelen van het ministerie de IB-organisatie(s) verder vorm te geven. Zo is de methode Red Teaming omarmd door alle organisatieonderdelen om door beveiliging te testen beter inzicht te krijgen in zwakke plekken. Er wordt gewerkt aan de inzet van tooling waarmee (IB-) risico’s en compliance kunnen worden vastgelegd en gemonitord. Voor de Belastingdienst geldt dat er de basis van een Information Security Management System (ISMS) is opgezet. Verder is in 2022 bij alle organisatieonderdelen de security awareness bij medewerkers verhoogd, onder andere door phishing-oefeningen en een online security awareness game. De status, risico’s en maatregelen op het gebied van IB worden periodiek binnen de onderdelen en viermaandelijks departementsbreed aan de departementale Chief Information Officer (CIO) gerapporteerd.

d.4 IT-beheer

IV-portfoliomanagement

Het doel van het IV-portfoliomanagement is het afwegen, selecteren en prioriteren van de meest waardevolle activiteiten dan wel projecten die bijdragen aan de strategische doelen van de uitvoeringsorganisaties en de (politieke) opdrachtgever en eigenaar. Er is altijd meer vraag dan beschikbare middelen. Dit betekent keuzes tussen verschillende maatschappelijke en politieke wensen voor dienstverlening en wetswijzigingen.

Het IV-portfoliomanagementproces is verbeterd door onder andere het portfolio te herijken en door het realiseren van een meerjarenportfolio IV 2023-2027. De meerjarenplanning is in de overkoepelende driehoek vastgesteld. De ICT-capaciteit is in het meerjarenportfolio de komende jaren volledig ingepland.80 Dit betekent dat eventuele grote beleidswijzigingen invloed hebben op de planning. Naast Belastingdienst, Toeslagen en Douane zijn de eigenaar en de opdrachtgever deelnemers van de driehoek. De CIO van Financiën adviseert en neemt deel aan werkgroepen. De coördinerend opdrachtgever, het directoraat-generaal Fiscale Zaken, levert een bijdrage door te werken met een meerjarige wetgevingskalender.

Het portfolioproces wordt verder verstevigd, waardoor sneller inzicht ontstaat in de balans tussen vraag en aanbod en de knelpunten hierin, zowel voor wijzigingen als voor beheer en onderhoud. In 2023 wordt met roadmaps en langetermijnplanningen de grip op en voorspelbaarheid van ontwikkelingen verbeterd. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan uitfasering en vervanging van verouderde of incourante ICT-systemen. Dit is een meerjarig traject omdat de modernisering complex is en hierdoor in kleine stappen wordt uitgevoerd. Dit heeft effect op de wendbaarheid van de systemen en aanvullende maatregelen blijven noodzakelijk om de continuïteit te waarborgen. Met behulp van configuratiemanagement wordt binnen de Belastingdienst bijgehouden uit welke componenten het IT-landschap bestaat en wat de onderlinge afhankelijkheden hierbij zijn. Over 2022 is vastgesteld dat het beheer van de configuratiemanagementprocessen bij de Belastingdienst nog tekortschiet. De Belastingdienst treft in 2023 maatregelen om dit te verbeteren.

Voor de Douane was er een noodzaak om te prioriteren door de (onverwachte) externe factoren zoals de sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus en de koopkrachtmaatregelen, die effect hebben op accijnsapplicaties. Daardoor zijn verbeteringen en oplossingen voor andere problemen uitgesteld. De continuïteit, ondersteuning van nieuwe wetgeving of beleid en de doorontwikkeling van IV staat hierdoor onder druk. Nederland heeft, net als andere lidstaten, voor een aantal Europese trajecten derogatie en uitstel aangevraagd bij de Europese Commissie en inmiddels ook gedeeltelijk gekregen. De Douane zoekt nadrukkelijk de samenwerking met het bedrijfsleven om in gezamenlijkheid de planning en implementatie van IV-verbeteringen vorm te geven.

Scriptgebruik Belastingdienst en Douane

Belastingdienst en Douane moeten voor scripts81 die rechtstreeks ingrijpen op de productieomgeving aantonen in control te zijn. De Belastingdienst heeft een procedure ingesteld en deels werkend gekregen voor controle op deze scripts. Ieder script krijgt een registratie met verwijzing naar testrapporten, verwerkingsverslagen en logboeken. De Douane werkt in 2023 ook aan beheersing van de scripts.

d.5 Informatiehuishouding

De informatievoorziening aan de Tweede Kamer en aan burgers liet te wensen over, mede doordat de informatiehuishouding van de overheid niet op orde was. Om tot verbetering te komen is het rijksbrede generieke actieplan Open op Orde opgesteld. Het ministerie van Financiën heeft hiervoor het programma Informatie op Orde ingericht. De uitvoeringsorganisaties hebben ook programmaorganisaties ingericht en actieplannen opgesteld. Personele versterking is gerealiseerd door bijvoorbeeld de komst van informatiemanagers binnen alle dienstonderdelen. Zie ook de openbaarheidsparagraaf van dit jaarverslag.

d.6 Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten

Als werkgever heeft het ministerie van Financiën een quotum voor het aantal medewerkers banenafspraak (MBA). Het quotumpercentage wordt ondanks alle inspanningen niet behaald. Mede met behulp van het bureau Binnenwerk is het de ambitie om in 2023 het wettelijk quotum te realiseren. Deze aanpak is in een Kamerbrief met rijksbrede maatregelen82 opgenomen en wordt aangevuld met maatregelen per dienstonderdeel.

6.2 Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

6.2.1 Grote lopende ICT-projecten

In 2022 voerde het ministerie van Financiën een aantal projecten uit met een ICT-component van meer dan € 5 mln. Over de status van deze projecten per 31 december 2022 wordt in het Rijks ICT-dashboard (RID) gerapporteerd. Deze informatie wordt vervolgens in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk opgenomen die de Tweede Kamer elk jaar op 1 mei ontvangt. De Belastingdienst heeft in 2022 3 nieuwe projecten op het RID opgenomen. Voorgenomen nieuwe ICT-activiteiten van meer dan € 5 mln. zijn voor een toets aangemeld bij het Adviescollege ICT-toetsing.

6.2.2 Audit Committee 

Het Audit Committee (AC) is in 2022 vijf keer bijeengekomen. Naast de vaste agendapunten werden in het AC strategische onderwerpen als informatiebeveiliging, het werven en behouden van personeel en grensoverschrijdend gedrag behandeld. Daarnaast werden in verdiepende sessies met externe leden het monitoren van tekortkomingen, het strategisch personeelsbeleid en de bedrijfsvoeringparagraaf van het jaarverslag besproken.

Met ingang van 1 oktober 2022 is een vierde extern AC-lid, met de expertise Accountancy, Tax en Risk & Control, benoemd voor een periode van maximaal 4 jaar. Ook dit jaar heeft het AC een zelfevaluatie uitgevoerd. De conclusies waren positief, terwijl er ook uitdagingen zijn benoemd. Verdere verbeteringen in de werking van het AC zijn agendering en bespreking van uitdagingen maar ook successen op specifieke thema’s van beleid en uitvoering. Het AC maakt ook meer ruimte voor verdiepings-, dialoog- en themasessies en bedrijfsbezoeken.

6.3 Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Integriteit

Het ministerie van Financiën staat midden in de maatschappij en de uitvoeringsorganisaties hebben veel interactie met burgers. Daarbij is integer handelen een belangrijk aspect van professionele verantwoordelijkheid en vakmanschap.

In 2022 is verder invulling gegeven aan het integriteitsbeleid binnen het kader van de Gedragscode Integriteit Rijk en de voor Financiën benoemde accenten, waaronder het thema dialoog en ethiek. Financiën participeert daarnaast in het rijksbrede programma Opgavegericht samenwerken waarbinnen ‘Grenzeloos Samenwerken’, ‘Dialoog en Ethiek’ en ‘Ambtelijk Vakmanschap’ belangrijke hulpmiddelen zijn bij het bevorderen van morele oordeelsvorming en loyale tegenspraak. Met deze integrale aanpak beoogt Financiën een organisatie te zijn, die integriteit, een veilig en inclusief werkklimaat en rechtvaardige dienstverlening voor de burger hoog in het vaandel heeft. Samen met de uitvoeringsonderdelen hebben we een netwerk van dialoogbegeleiders die zowel binnen als buiten het eigen Ministerie kunnen worden ingezet.

Ondanks de getroffen integriteitsmaatregelen is er in 2022 een incident geweest waarbij een medewerker van de Belastingdienst informatie doorspeelde aan derden. De Belastingdienst heeft dit incident geanalyseerd en naar aanleiding hiervan aanvullende maatregelen genomen. De Tweede Kamer wordt hierover per Kamerbrief nader geïnformeerd.

In control statement Belastingdienst

De Belastingdienst heeft een aanzienlijke opgave om de interne beheersing van de bedrijfsvoering te verbeteren en wil de verbetering aantonen met behulp van een zogenaamd In Control Statement (ICS). Het ICS wordt met behulp van een meerjarig programma stapsgewijs uitgebouwd. Het eerste ICS heeft betrekking op het systeem van interne beheersing van de verantwoording van zowel de belastingontvangsten als de apparaatsuitgaven in 2022. Het ICS wordt tegelijk met de Jaarrapportage van de Belastingdienst over 2022 naar de Tweede Kamer gezonden.83

C. JAARREKENING

7. Departementale verantwoordingsstaat IXA en IXB

Tabel 56 Departementale verantwoordingsstaat Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)1

Verschil (3)=(2)-(1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

36.145.806

36.145.806

62.666.360

37.901.634

37.901.634

79.586.833

1.755.828

1.755.828

16.920.473

           
 

Beleidsartikelen

36.145.806

36.145.806

62.666.360

37.901.634

37.901.634

79.586.833

1.755.828

1.755.828

16.920.473

11

Financiering staatsschuld

34.614.621

34.614.621

55.417.977

35.124.153

35.124.153

67.637.995

509.532

509.532

12.220.018

12

Kasbeheer

1.531.185

1.531.185

7.248.383

2.777.481

2.777.481

11.948.838

1.246.296

1.246.296

4.700.455

X Noot
1

De gerealiseerde bedragen zijn naar boven afgerond.

Tabel 57 Departementale verantwoordingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting (incl. NvW) (1)

Realisatie (2)1

Verschil (3)=(2)-(1)

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

24.753.738

11.183.192

187.834.085

27.036.921

11.678.715

185.985.689

2.283.183

495.523

‒ 1.848.396

           
 

Beleidsartikelen

24.273.071

10.711.376

187.779.948

26.634.842

11.313.460

185.926.990

2.361.771

602.084

‒ 1.852.958

01

Belastingen

3.288.160

3.098.706

182.309.112

2.999.048

3.021.421

179.397.468

‒ 289.112

‒ 77.285

‒ 2.911.644

02

Financiële markten

‒ 540.904

27.997

9.705

‒ 539.509

26.864

40.094

1.395

‒ 1.133

30.389

03

Financierings- activiteiten publiek-private sector

4.868.425

618.425

1.499.963

1.428.241

1.883.795

2.070.688

‒ 3.440.184

1.265.370

570.725

04

Internationale financiële betrekkingen

943.419

402.972

165.107

12.489.339

506.109

332.508

11.545.920

103.137

167.401

05

Exportkrediet- verzekeringen, -garanties en investerings- verzekeringen

10.089.941

221.941

131.076

4.642.219

233.620

254.768

‒ 5.447.722

11.679

123.692

06

BTW-compensatie- fonds

3.664.380

3.664.380

3.664.380

3.817.766

3.817.766

3.817.766

153.386

153.386

153.386

09

Douane

670.411

670.411

605

696.006

680.623

13.468

25.595

10.212

12.863

13

Toeslagen

1.289.239

2.006.544

0

1.101.732

1.143.262

230

‒ 187.507

‒ 863.282

230

 

Niet-beleidsartikelen

480.667

471.816

54.137

402.079

365.255

58.699

‒ 78.588

‒ 106.561

4.562

08

Apparaat kerndepartement

332.766

332.766

54.137

402.079

365.255

58.699

69.313

32.489

4.562

10

Nog onverdeeld

147.901

139.050

0

0

0

0

‒ 147.901

‒ 139.050

0

X Noot
1

De gerealiseerde bedragen zijn naar boven afgerond.

De financiële en niet-financiële toelichting op de departementale verantwoordingsstaten is opgenomen in onderdeel B beleidsverslag.

8.1 Saldibalans Nationale Schuld IXA

Tabel 58 Saldibalans per 31 december 2022 Nationale Schuld (IXA) (bedragen x € 1.000)

Activa

Passiva

  

31-12-2022

31-12-2021

  

31-12-2022

31-12-2021

 

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

  

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

37.901.634

48.049.186

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

79.586.833

78.272.943

3)

Liquide middelen

2

2

    

4)

Rekening-courant RHB

37.366.172

39.623.737

    

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

368.903

329.270

7)

Schulden buiten begrotingsverband

16.438.120

23.945.774

8)

Kas-transverschillen

20.388.243

14.216.523

    
 

Subtotaal intra-comptabel

96.024.953

102.218.717

 

Subtotaal intra-comptabel

96.024.953

102.218.717

 

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

  

10)

Vorderingen

14.270.192

12.919.988

10a)

Tegenrekening vorderingen

14.270.192

12.919.988

11a)

Tegenrekening schulden

459.849.350

413.198.884

11)

Schulden

459.849.350

413.198.884

12)

Voorschotten

0

0

12a)

Tegenrekening voorschotten

0

0

 

Subtotaal extra-comptabel

474.119.542

426.118.872

 

Subtotaal extra-comptabel

474.119.542

426.118.872

 

Overall Totaal

570.144.495

528.337.589

 

Overall Totaal

570.144.495

528.337.589

Algemene toelichting

Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen kan het voorkomen dat totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.

1. Uitgaven ten laste van de begroting

Deze post bevat de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsuitgaven 2022. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Deze post betreft de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsontvangsten 2022. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

3. Liquide middelen

De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij de kasbeheerders aanwezige kasgelden.

4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Er zijn twee rekening-courant verhoudingen: het Agentschap (artikel 11) en het geïntegreerd middelen beheer (GMB, artikel 12). De bedragen zijn per 31 december 2022 in overeenstemming met de opgaven van de Rijkshoofdboekhouding.

6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 59 Vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Te ontvangen rente op swaps

168.444

337.974

Vooruitbetaalde disconto

98.341

‒ 31.797

Te ontvangen rente vlottende schuld

60.774

‒ 14.989

Te ontvangen rente m.b.t. GMB

41.344

38.082

Totaal

368.903

329.270

Te ontvangen rente op swaps

Deze post betreft de opgelopen rente die de Staat nog tegoed heeft van de tegenpartijen. Als gevolg van de huidige samenstelling van de swapportefeuille ontvangt de Staat per saldo rente op de swapportefeuille. Doordat een deel van de renteswaps in 2022 voortijdig is beëindigd, is de portefeuille van renteswaps per ultimo 2022 gedaald en is de post te ontvangen renteswaps afgenomen.

7. Schulden buiten begrotingsverband

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 60 Schulden buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Te realiseren agio

11.457.509

16.283.477

Te betalen rente onderhandse leningen

2.867

4.272

Te betalen rente openbare schuld

4.355.990

4.427.711

Te betalen rente op swaps

44.432

27.619

Te betalen rente vlottende schuld

51.256

‒ 31.870

Derden van het Agentschap

398.466

3.228.253

Te betalen rente m.b.t. GMB

127.599

6.311

Totaal

16.438.119

23.945.773

Te realiseren agio

Het uitstaande saldo (€ 11,5 mld.) heeft betrekking op in het verleden gerealiseerde agio bij uitgifte vaste schuld. In 2022 lag bij het merendeel van de nieuwe uitgiftes het effectieve rendement boven de couponrente van leningen, waardoor de Staat leningen met disagio heeft uitgegeven. De post ‘Te realiseren agio’ is hierdoor afgenomen.

Te betalen rente op swaps

Deze post betreft de opgelopen rente die de Staat nog moet betalen aan de tegenpartijen. De te betalen rente op swaps is toegenomen doordat de korte rente, die over de variabele delen van de receiverswaps betaald moet worden, in 2022 sterk is gestegen.

Derden van het Agentschap

De post derden van het Agentschap bestaat voor het grootste deel uit het onderpand in contanten dat uit hoofde van derivatencontracten is gestald bij het Agentschap. Het gestalde onderpand is in 2022 afgenomen met name als gevolg van de voortijdige beëindiging van derivatencontracten. Door deze voortijdige beëindiging is de totale swapportefeuille afgenomen waardoor er minder onderpand gestort is.

8. Kas-transverschillen

Op deze rekening zijn de bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven of ontvangen. Deze verschillen ontstaan doordat rentebaten en rentelasten worden verantwoord op transactiebasis. Hierdoor worden transacties administratief verwerkt op het moment dat ze zich voordoen. Bij het kasstelsel is het moment van betaling en ontvangst leidend. Het verschil dat ontstaat tussen beide verantwoordingsmethoden wordt op deze rekening opgenomen. Met de registratie van rente op transactiebasis wordt aangesloten bij Europese voorschriften van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010. Sinds 2002 wordt deze werkwijze toegepast. Dit bedrag is het saldo van alle posten in de tabellen ‘Vorderingen buiten begrotingsverband’ en ‘Schulden buiten begrotingsverband’ van het voorgaande jaar, behalve het gestalde onderpand dat in de post Derden van het Agentschap is opgenomen. De onderpanden worden niet meegenomen in het kas-transverschil omdat voor deze post alle boekingen op kasbasis zijn waardoor geen kas-transverschillen ontstaan.

Tabel 61 Kas-transverschillen (bedragen x € 1 mln.)

Vorderingen buiten begrotingsverband ultimo 2021

329

Te ontvangen rente op swaps

338

Vooruitbetaalde disconto

‒ 32

Te ontvangen rente vlottende schuld

‒ 15

Te ontvangen rente m.b.t. GMB

38

Schulden buiten begrotingsverband ultimo 20211

20.717

Te realiseren agio

16.283

Te betalen rente onderhandse leningen

4

Te betalen rente openbare schuld

4.428

Te betalen rente op swaps

28

Te betalen rente vlottende schuld

‒ 32

Te betalen rente m.b.t. GMB

6

Totaal kas-transverschillen 2022

20.388

X Noot
1

dit is exclusief het gestalde onderpand in de post Derden van het Agentschap

10. Vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 62 Vorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Loans

450.000

450.000

Deposit Lend

100.000

0

Verstrekte leningen Agentschappen

8.119.233

7.595.456

Verstrekte leningen RWT’s en derden

5.600.959

4.874.532

Totaal

14.270.192

12.919.988

De grootste vorderingen zijn verstrekte leningen aan Agentschappen, RWT’s en derden: instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer. De afgesloten leningen zijn vorderingen van de Staat op de deelnemers. Deze vorderingen bedragen ultimo 2022 € 14,3 mld. Aan de Agentschappen is € 8,1 mld. uitgeleend, een stijging van € 0,5 mld. ten opzichte van de stand ultimo 2021. Aan RWT’s en derden is € 5,6 mld. uitgeleend, een stijging van € 0,7 mld. ten opzichte van 2021. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt bij de Agentschappen circa 21 jaar en bij RWT’s circa 18 jaar. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere vorderingen van in totaal € 0,6 mld. ‘Loans’ betreft de vordering die de Nederlandse staat nog op ABN AMRO heeft. Deposit Lend is een geldmarktinstrument - dit betreft vorderingen met een zeer korte looptijd.

Opeisbaarheid van de vorderingen

Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.

Tabel 63 Opeisbaarheid van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Opeisbaarheid

Bedrag

Direct opeisbare vorderingen

0

Op termijn opeisbare vorderingen

14.270.192

Totaal

14.270.192

11. Schulden

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 64 Schulden (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Vaste schuld1

  

Dutch State Loans

355.471.983

342.129.480

Private loans

202.823

270.240

   

Vlottende schuld

  

Dutch treasury certificates

25.350.000

24.550.000

Deposit borrow

250.000

0

Sell/Buy backtransacties

212.923

12.030

Cash Depo USD in EUR

243.043

0

Commercial Paper foreign currency in EUR

21.175.319

1.587.110

Euro Commercial Paper

1.733.000

0

RC Agentschappen

4.008.771

2.696.722

RC RWT’s en derden

19.127.535

16.716.314

RC decentrale overheden

12.829.567

13.909.367

RC sociale fondsen

14.520.539

10.143.597

   

Deposito’s

  

Deposito’s Agentschappen

0

0

Deposito’s RWT’s en derden

1.808.548

120.548

Deposito’s decentrale overheden

2.915.300

1.063.476

Totaal

459.849.350

413.198.884

X Noot
1

De vaste schuld bestaat uit financiële transacties met een oorspronkelijke looptijd van > 1 jaar.

De schulden hebben betrekking op in het verleden binnen begrotingsverband geboekte ontvangsten, waarvan op termijn nog verrekening met derden zal plaatsvinden. De vaste schuld betreft voornamelijk de Dutch State Loans (€ 355,5 mld.). en de vlottende schuld betreft voornamelijk de Dutch treasury certificates (€ 25,4 mld.) en Commercial Paper foreign currency (€ 21,2 mld.). Het wisselkoersrisico op Commercial Paper in buitenlandse valuta wordt altijd direct afgedekt met behulp van valutaswaps. Daarnaast bevatten de schulden ook de schulden die betrekking hebben op de verhoudingen tussen het Rijk en de deelnemers aan geïntegreerd middelenbeheer.

Deelnemers aan het geïntegreerd middelenbeheer houden middelen aan op hun rekening-courant bij de schatkist (rekening-courant = RC in bovenstaande tabel). Deze tegoeden vallen onder de vlottende schuld omdat ze direct opvraagbaar zijn. Deelnemers kunnen echter ook deposito’s plaatsen. De uitstaande deposito’s zijn voor het overgrote deel kortlopend. De Agent­ schappen hielden eind 2022 € 4,0 mld. aan op hun rekeningen-courant, ze hadden geen deposito’s. Het rekening-courantsaldo van RWT’s en derden nam in 2022 toe met € 2,4 mld. naar € 19,1 mld. Het bedrag aan uitstaande deposito’s nam toe met € 1,7 mld. naar € 1,8 mld. Het rekening-courantsaldo van de decentrale overheden nam in 2022 af met € 1,1 mld. naar € 12,8 mld. Het bedrag aan uitstaande deposito’s nam toe met € 1,9 mld. naar € 2,9 mld. De gewogen gemiddelde looptijd van de eind 2022 uitstaande deposito’s van de RWT’s was circa 1 jaar en bij decentrale overheden circa 6 jaar.

Sociale Fondsen

De RC-saldi van de sociale fondsen lopen sterk uiteen hetgeen met name toe te schrijven is aan de mate van onder- en overdekking van de ­desbetreffende premies. Het saldo van UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers­ verzekeringen) bedraagt € 21,1 mld. positief, het saldo van SVB (Sociale Verzekeringsbank) € 5,7 mld. positief en het saldo van Zorginstituut Nederland € 12,3 mld. negatief. Gecumuleerd levert dit het saldo van € 14,5 mld. positief op. Het totale saldo van de sociale fondsen is eind 2022 € 4,4 mld. hoger dan de stand eind 2021.

Voor een specificatie naar uitgiftejaar van de stand van de vaste schuld per 31 december 2022 wordt verwezen naar het onderstaande overzicht.

Tabel 65 Specificatie van de vaste schuld naar jaar van uitgifte1 per 31 december 2022 (bedragen x € 1 mln.)

Jaar van uitgifte

 

Openbaar

 

Onderhands

 

Totaal

Vóór

1999

22.833,52

 

25,0

 

22.858,5

1999 t/m

2004

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2005

17.977,4

 

0,0

 

17.977,4

 

2006

4.263,0

 

0,0

 

4.263,0

 

2007

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2008

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2009

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2010

18.839,9

 

177,93

 

19.017,8

 

2011

0,0

 

0,0

 

0,0

 

2012

15.507,9

 

0,0

 

15.507,9

 

2013

17.508,0

 

0,0

 

17.508,0

 

2014

37.925,3

 

0,0

 

37.925,3

 

2015

19.925,2

 

0,0

 

19.925,2

 

2016

18.964,1

 

0,0

 

18.964,1

 

2017

30.759,2

 

0,0

 

30.759,2

 

2018

17.126,9

 

0,0

 

17.126,9

 

2019

27.906,0

 

0,0

 

27.906,0

 

2020

43.424,2

 

0,0

 

43.424,2

 

2021

35.638,9

 

0,0

 

35.638,9

 

2022

26.872,6

 

0,0

 

26.872,6

Totaal

 

355.472,0

 

202,8

 

355.674,8

X Noot
1

Jaar van eerste uitgifte betekent dat ingeval van een heropening van een lening, het bedrag wordt opgenomen bij het oorspronkelijke jaar van eerste uitgifte van de (heropende) lening.

X Noot
2

DSL uitgifte 1993 € 9805,1 mln., DSL uitgifte 1998 € 13028,4 mln.

X Noot
3

Verplichtingen uit hoofde van schuldtitels uitgegeven door het land Nederlandse Antillen en het eilandgebied Curaçao, overgenomen door de Nederlandse staat per 10 oktober 2010

8.2 Saldibalans Ministerie van Financiën IXB

Tabel 66 Saldibalans per 31 december 2022 van het Ministerie van Financiën (IXB) (bedragen x € 1.000)1

Activa

31-12-2022

 

31-12-2021

 

Passiva

31-12-2022

 

31-12-2021

          

Intra-comptabele posten

   

Intra-comptabele posten

   

1

Uitgaven ten laste van de begroting

11.678.712

 

9.480.546

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

185.985.683

 

172.147.480

3

Liquide middelen

58.948

 

59.271

3

Liquide middelen

0

  

4

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

174.611.947

 

163.006.672

4a

Rekening-courant RHB

0

 

0

5

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

594.677

 

472.453

5a

Begrotingsreserves

594.677

 

472.453

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

21.067

 

7.518

7

Schulden buiten begrotingsverband

384.991

 

406.527

8

Kas-transverschillen

0

 

0

     
          

Subtotaal intra-comptabel

186.965.351

 

173.026.460

Subtotaal intra-comptabel

186.965.351

 

173.026.460

          

Extra-comptabele posten

   

Extra-comptabele posten

   

9

Openstaande rechten

55.592.322

 

50.018.823

9a

Tegenrekening openstaande rechten

55.592.322

 

50.018.823

10

Vorderingen

3.843.981

 

4.045.868

10a

Tegenrekening vorderingen

3.843.981

 

4.045.868

11a

Tegenrekening schulden

0

 

0

11

Schulden

0

 

0

12

Voorschotten

323.761

 

191.564

12a

Tegenrekening voorschotten

323.761

 

191.564

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

205.303.302

 

198.004.449

13

Garantieverplichtingen

205.303.302

 

198.004.449

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

6.535.720

 

5.884.320

14

Andere verplichtingen

6.535.720

 

5.884.320

15

Deelnemingen

41.002.124

 

39.144.119

15a

Tegenrekening deelnemingen

41.002.124

 

39.144.119

          

Subtotaal extra-comptabel

312.601.210

 

297.289.143

Subtotaal extra-comptabel

312.601.210

 

297.289.143

          

Totaal

499.566.561

 

470.315.603

 

Totaal

 

499.566.561

 

470.315.603

X Noot
1

Vanwege afrondingsverschillen zijn kleine afwijkingen zichtbaar tussen de saldibalans en de verantwoordingsstaat.

Algemene toelichting

Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders vermeld. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen kan het voorkomen dat totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.

1. Uitgaven ten laste van de begroting

Deze post bevat de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsuitgaven 2022. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

2. Ontvangsten ten gunste van de begroting

Deze post betreft de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsontvangsten 2022. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.

3. Liquide middelen

De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij kasbeheerders aanwezige kasgelden.

4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2022 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.

5. en 5a. Begrotingsreserves

In de praktijk worden dit ook wel interne begrotingsreserves oftewel risicovoorzieningen genoemd. Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant wordt aangehouden. Het gaat om een interne budgettaire voorziening of reserve binnen de Rijksbegroting. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. Voor elke begrotingsreserve wordt in de administratie van de Rijkshoofdboekhouding een afzonderlijke rekening-courant aangehouden.

Tabel 67 Begrotingsreserves (bedragen x € 1 mln.)

Naam Begrotingsreserve

Saldo

Toevoegingen 2022

Onttrekkingen 2022

Saldo

Verwijzing naar begrotings-artikel

1-1-2022

31-12-2022

Garantie BES

5,0

1,0

 

6,0

2

Ekv

465,3

140,3

19,8

585,9

5

NHT

2,1

0,6

 

2,7

2

Totaal

472,4

141,9

19,8

594,6

 

Garantie BES

In 2017 heeft de Staat een garantie voor het DGS voor de BES-eilanden ingesteld. Jaarlijks wordt voor deze garantie € 1 mln. toegevoegd aan de begrotingsreserve.

Ekv

In overeenstemming met het garantiekader voor risicoregelingen is er een risicovoorziening voor de Exportkredietverzekering opgericht. Deze risicovoorziening werkt als een buffer om meerjarig grote budgettaire schommelingen in de uitgaven binnen het uitgavenplafond van de begroting van het ministerie van Financiën op te kunnen vangen. De opgehaalde, kostendekkende, premies in enig jaar vloeien in deze reserve en schades op afgesloten dossiers, uitvoeringskosten en overige structurele uitgaven vloeien uit de reserve.

NHT

De Staat heft een jaarlijkse premie (€ 625.000 over 2022) over het afgegeven garantiebedrag van € 50 mln. Deze middelen worden gestort in een per 1 juni 2018 opgerichte begrotingsreserve.

6. Vorderingen buiten begrotingsverband

Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn posten opgenomen, die nog met derden moeten worden verrekend.

Vordering DNB a.g.v. winstafdracht

Somalië is vorig jaar schuldbehandeling gestart onder het Heavily Indebted Poor Countries (HIPC) initiatief, waarbij Nederland heeft toegezegd bij te dragen aan kwijtschelding van achterstallige betalingen van Somalië aan het IMF ('arrears clearance'). De Nederlandse bijdrage is € 4,3 mln. via DNB. Als gevolg van de tijdelijke stopzetting van de winstafdracht van DNB aan de Staat is dit als vordering opgenomen.

7. Schulden buiten begrotingsverband

Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de posten opgenomen, die nog aan derden moeten worden betaald. De stand ultimo 2022 van € 385 mln. heeft grotendeels betrekking op in december 2022 ontvangen provinciale opcenten die nog verrekend moeten worden met de provincies, op btw-ontvangsten uit het éénloketsysteem (OSS) die nog verrekend moeten worden met andere EU-lidstaten, en op de consignatiekas.

9. Openstaande rechten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 68 Openstaande rechten (bedragen x € 1.000)
  

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Belastingvorderingen

 

55.375.257

49.766.954

Vorderingen DRZ

 

96.579

71.539

Btw-compensatiefonds

 

4.647

3.859

Overige

 

115.839

176.471

Totaal openstaande rechten

 

55.592.322

50.018.823

Belastingvorderingen (Belastingdienst en Douane)

De belangrijkste posten van de ultimo 2022 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen. De stand van de openstaande belastingvorderingen is in 2022 toegenomen met € 5,6 mld. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door hogere vorderingen vennootschapsbelasting en mijnbouwwet. De belangrijkste posten van de ultimo 2022 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen.

Tabel 69 Belastingvorderingen uitgesplitst naar belastingsoort (bedragen € x 1 mld.)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

VpB

17,1

13,8

Inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen

11,1

10,9

Omzetbelasting

9,5

9,5

Loonbelasting/premies volksverzekeringen

11,7

11,6

Mijnbouwwet

1,7

0,1

Erf- en schenkbelasting

0,9

0,8

Douanerechten

0,6

0,7

Overig

2,8

2,4

Totaal

55,4

49,8

Het volgende overzicht geeft aan in welk jaar de nog openstaande belastingvorderingen zijn ontstaan.

Figuur 8 - Ouderdom van de Belastingvorderingen (verdeling in procenten)

Van het totale te vorderen bedrag zal uiteindelijk een aanzienlijk gedeelte niet inbaar zijn. Bij 85% van de openstaande belastingvorderingen is de uiterste betaaldatum verstreken. Van deze achterstandsposten is 25% aan te merken als betwist, bijvoorbeeld omdat een bezwaarschrift is ingediend. Ook van de niet-betwiste rechten met een betalingsachterstand zal een gedeelte niet of moeilijk inbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van faillissementen.

Het verruimde uitstel van betaling in het kader van het corona-steun- en herstelpakket bedroeg ultimo 2022 voor de grootste belastingmiddelen in totaal € 17,9 mld. Bij de Voorjaarsnota 2022 is geraamd dat ruim € 6 mld. van deze belastingschuld uiteindelijk niet afgelost wordt. Het voornemen is deze raming jaarlijks in het voorjaar te actualiseren naar nieuwe inzichten.

De Belastingdienst en de Douane boeken vorderingen, die niet meer verhaald kunnen worden op de belastingplichtige, als oninbaar. Er worden dan geen invorderingsmaatregelen meer genomen. Een als oninbaar geboekte vordering blijft nog wel invorderbaar (tot het moment van verjaring). Als alsnog betaald wordt of verrekend kan worden, wordt dit bedrag afgeboekt op de vordering. In 2022 bedroeg het nettobedrag aan als oninbaar geboekte vorderingen (incl. alsnog gerealiseerde afboekingen) € 0,9 mld.

Tabel 70 Verloop van de belastingvorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Ultimo vorig jaar

49.766.954

41.942.885

Ontstane rechten

111.114.554

99.482.546

Vervallen rechten

‒ 105.506.251

‒ 91.658.477

Totaal

55.375.257

49.766.954

Tabel 71 Opeisbaarheid van de belastingvorderingen (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Reguliere belastingvorderingen

52.475.292

45.984.762

Rechten BCN

70.701

61.547

Conserverende aanslagen Inkomstenbelasting/Premies volksverzekeringen (IB/PVV)

2.791.726

3.691.370

Conserverende aanslagen Erf- en schenkbelasting

37.538

29.276

Totaal

55.375.257

49.766.954

Dit betreft het nominale bedrag van de in de debiteurenadministraties van de Belastingdienst en de Douane geregistreerde openstaande invorderingsopdrachten, gecorrigeerd voor de betalingen die ultimo 2022 waren ontvangen maar nog niet waren verwerkt in de debiteurenadministraties.

Van de totale € 55,4 mld. zijn de conserverende aanslagen, € 2,8 mld., niet direct invorderbaar.

Vorderingen DRZ

De vorderingen (rechten) van € 96,6 mln. ultimo 2022 hebben betrekking op de periode tot en met 2027. De vorderingen van DRZ bestaan voor 98,5% uit verkopen van militair strategische roerende zaken. In 2022 is door DRZ € 21,6 mln. aan betalingen ontvangen voor militair strategische goederen van Defensie.

De ouderdom (jaar van herkomst) van de vorderingen DRZ is als volgt:

Tabel 72 Ouderdom van de vorderingen DRZ (bedragen x € 1.000)

Ontstaan vóór 2019

42.109

Ontstaan in 2019

3.600

Ontstaan in 2020

0

Ontstaan in 2021

948

Ontstaan in 2022

49.922

Totaal

96.579

Overige

Financiën heeft nog een vordering van € 107,5 mln. openstaan op dividenden staatsdeelnemingen. Het gaat hier met name om nog terug te ontvangen dividendbelasting over 2022.

10. Vorderingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 73 Vorderingen per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)
  

31-12-2022

31-12-2021

Lening Griekenland

2.711.890

3.031.728

Lening Oekraïne

 

200.000

0

Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering

301.266

295.772

Overige vorderingen exportkredietverzekering

576.285

662.097

Overige

54.540

56.270

Totaal

 

3.843.980

4.045.866

Lening Griekenland

In 2010 had Griekenland als eerste land van de eurozone problemen om zichzelf te blijven financieren op de markt. Als gevolg daarvan is besloten de lidstaten van de eurozone samen met het IMF tot het verlenen van financiële steun door het verstrekken van bilaterale leningen. Deze zogenaamde Greek Loan Facility (GLF) bestond oorspronkelijk uit € 80 mld. aan bilaterale leningen van de landen van de eurozone en € 30 mld. van het IMF. In juli 2011 is besloten om de nog niet uitgekeerde leningen uit de GLF over te hevelen naar het EFSF. Vanuit de bilaterale leningen in het GLF is € 52,9 mld. uitgekeerd aan Griekenland. Het Nederlandse aandeel in de GLF was in totaal € 3,2 mld. Sinds 2012 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt en is Griekenland in 2020 gestart met het terugbetalen van de leningen. Eind 2022 bedraagt het Nederlandse aandeel in de GLF € 2,7 mld.

Lening Oekraïne

Nederland heeft in 2022 een bilaterale lening verstrekt van € 200 mln. aan Oekraïne via een speciale kredietlijn van het IMF. Deze begrotingssteun zal een bijdrage leveren aan Oekraïense inspanningen om de dagelijkse uitgaven te financieren en daarmee de economie draaiende te houden. De lening neemt na een respijtperiode van 4,5 jaar na uitgifte af middels halfjaarlijkse terugbetalingen. Het bedrag moet 10 jaar na uitgifte terug zijn betaald.

Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering

Verreweg het grootste deel van de geconsolideerde vorderingen (excl. consolidatierente) van € 0,301 mld. is opgenomen in consolidatie-overeenkomsten in het kader van de Club van Parijs. Vorderingen begrepen in consolidatie-overeenkomsten zijn door landen erkende schulden waar een betalingsregeling voor geldt en kunnen derhalve worden beschouwd als recuperabel.

Niet uit de balans blijkende vordering

Tot de voorwaardelijke vorderingen kan het saldo van de Maintenance Of Value posities (MOV) worden gerekend (betreft internationale instellingen). Het betreft een statutaire verplichting voor de aandeelhouders om onder bepaalde voorwaarden de waarde van hun originele ingelegde kapitaalinleg in nationale valuta constant te houden. De stand van de MOV-posities bedroeg € 26,7 mln. Het saldo van de MOV-posities kan afhankelijk van wisselkoersfluctuaties een vordering dan wel een verplichting voorstellen. Door de aandeelhouders van de internationale instellingen is echter besloten dat er geen uitkering van de MOV-verplichtingen zal plaatsvinden. Zodoende zullen er geen financiële transacties op basis van de MOV plaatsvinden, tenzij de aandeelhouders besluiten deze bevriezing op te heffen.

Onderdeel van afspraken van de Eurogroep is dat de inkomsten van de ECB en de nationale centrale banken op de Griekse staatsobligaties worden doorgegeven aan Griekenland. Dit betreffen de inkomsten uit de SMP-portefeuille en de ANFA-portefeuille. Het ESM heeft een speciale rekening waarop lidstaten de inkomsten kunnen overmaken. Medio 2018 is besloten om conditioneel aan het honoreren van de afspraken de inkomsten in de toekomst weer uit te keren. De Eurogroep heeft daartoe in juni aan de Eurozone-lidstaten verzocht het betalen van de inkomsten van na 2014 aan de speciale ESM rekening te hervatten. In 2022 is er € 27,9 mln. overgemaakt.

Ouderdomsoverzicht van de vorderingen

De ouderdom van de vorderingen exclusief de geconsolideerde en overige vorderingen exportkredietverzekeringen, is als volgt:

Tabel 74 Ouderdom van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Ontstaan voor 2019

2.765.021

Ontstaan in 2019

1

Ontstaan in 2020

8

Ontstaan in 2021

0

Ontstaan in 2022

201.400

Totaal

 

2.966.430

Opeisbaarheid van de vorderingen

Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.

Tabel 75 Opeisbaarheid van de vorderingen (bedragen x € 1.000)

Direct opeisbare vorderingen

897.419

Op termijn opeisbare vorderingen

2.924.061

Geconditioneerde vorderingen

22.500

Totaal

 

3.843.980

11. Schulden

Onder schulden zijn posten opgenomen die zijn voortgekomen uit ontvangsten ten gunste van de begroting. De begroting IXB van het ministerie van Financiën heeft geen schulden.

12. Voorschotten

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 76 Voorschotten (bedragen x € 1.000)
 

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Herverzekering leverancierskredieten

‒ 136.986

‒ 138.305

Btw-compensatiefonds

137.300

143.000

Overige

323.446

186.869

Totaal

323.760

191.564

Herverzekering leverancierskredieten

De in 2022 en eerdere jaren betaalde en ontvangen bedragen in het kader van de herverzekering leverancierskredieten hebben een voorlopig karakter. De bedragen worden vanaf 2023 definitief vastgesteld. Deze vaststelling betreft zowel de uitgaven als de ontvangsten. Daarom is het saldo van de betaalde en ontvangen bedragen als voorschot opgenomen. Aangezien er tot zover meer is ontvangen dan betaald, leidt dit tot een negatief voorschotbedrag van per saldo € 137 mln.

BTW-compensatiefonds

Dit zijn voorschotten die betrekking hebben op bijdragen aan gemeenten en regionale openbare lichamen.

Overige voorschotten

Voor € 130 mln. betreft het ambtshalve voorschotten uitbetaald op de evenredige bijdrage verdeling. Deze voorschotten zijn uitbetaald aan burgers bij wie meer dan het maximum aan inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de zorgverzekeringswet is ingehouden. Het gehele bedrag is ontstaan in 2022.

Daarnaast betreft dit voor € 160 mln. voorschotten programmakosten Toeslagen (UHT). Het grootste gedeelte daarvan zijn voorschotten voor de uitvoering en de betaling van de private schuldenregeling. Het volledige bedrag wordt als voorschot aangemerkt, totdat de besteding is gecontroleerd door de accountant van SBN. Deze controle vindt plaats na afsluiting van de jaarrekening van het ministerie van Financiën.

Het volgende overzicht geeft inzicht in de ouderdom van de voorschotten, waarvan de uitgaven reeds in het jaar van verstrekking ten laste van de begroting zijn gebracht. Tevens is aangeven welk deel in 2022 tot afrekening is gekomen.

Tabel 77 Verloop en ouderdom van de voorschotten (bedragen x € 1.000)
 

Saldo

Verstrekt 2022

Afgerekend 2022

Saldo

1-1-2022

31-12-2022

vóór 2019

537

0

0

537

2019

518

0

163

355

2020

3.876

0

1.403

2.473

2021

186.633

0

175.740

10.893

2022

0

418.935

109.433

309.502

Totaal

191.564

418.935

286.739

323.760

13. Garantieverplichting

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 78 Garantieverplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Saldo per01-01-2022

Aangegaan in 2022

Vrijgevallen garanties in 2022

Betalingen in 2022

Negatieve bijstellingen in 2022

Saldo per31-12-2022

DNB-IMF

30.459.192

306.772

0

0

0

30.765.964

Ontwikkelings-banken/NWB

18.181.915

458.702

0

0

0

18.640.617

Deelnemingen

48.641.107

765.474

0

0

0

49.406.581

       

Kernongevallen (WAKO)

9.768.901

931.099

‒ 1.500.000

0

0

9.200.000

       

Exportkrediet-verzekering

21.854.407

4.477.941

0

‒ 68.970

‒ 7.408.283

18.855.096

       

Stabiliteits-mechanisme EFSM

2.767.419

0

0

0

‒ 67.507

2.699.912

Stabiliteits-mechanisme EFSF

34.154.159

0

0

0

0

34.154.159

Garantiestelling KLM

2.160.000

0

‒ 598.500

0

0

1.561.500

Garantie ESM

35.363.650

0

0

0

0

35.363.650

Garantie SRF

4.163.500

0

0

0

0

4.163.500

Garantie NGEU

27.655.157

10.727.400

0

0

0

38.382.557

Garantie SURE

6.133.666

126.114

0

0

‒ 96.937

6.162.844

Garantie kredieten EU betalingsbalanssteun

3.776.000

0

0

0

0

3.776.000

Garantie EIB

1.301.328

0

0

‒ 338

0

1.300.990

Garantie Gasunie

0

200.000

‒ 200.000

0

0

0

Overige

265.153

13.491

‒ 1.953

‒ 179

0

276.512

Totaal

198.004.449

17.241.519

‒ 2.300.453

‒ 69.487

‒ 7.572.727

205.303.301

Bovenstaande tabel bevat interne garanties met betrekking tot schatkistbankieren door de AFM en alle externe garantieverplichtingen uit hoofdstuk 3.4 Overzicht risicoregelingen, met uitzondering van de overeenkomst met FMO, aangezien de garantieverplichting FMO in theorie ongelimiteerd is. De toelichting voor de bovenstaande garantieverplichtingen is opgenomen in hoofdstuk 3.4 Overzicht risicoregelingen, Toelichting per risicoregeling.

Niet in de balans opgenomen garantieverplichting

De garantie aan het FMO betreft een instandhoudingsverplichting en is in theorie onbeperkt. De letterlijke tekst van de overeenkomst is leidend voor de interpretatie.

14. Andere verplichtingen

Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.

Tabel 79 Andere verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

Saldo per01-01-2022

Aangegaan in 2022

Betalingen in 2022

Saldo per31-12-2022

1. Belastingen

890.342

2.998.894

‒ 3.021.242

867.994

2. Financiële Markten

7.055

25.277

‒ 26.864

5.469

3. Financiering publiek private sector

2.742.597

2.028.451

‒ 1.883.795

2.887.495

4. Internationale financiële betrekkingen

1.319.809

1.025.911

‒ 506.108

1.839.612

5. Exportkredietverzekeing

30.061

164.278

‒ 164.650

29.689

8. Apparaatsuitgaven

33.287

402.649

‒ 365.254

70.440

9. Douane

26.181

696.005

‒ 680.623

41.564

13. Toeslagen

834.987

1.101.731

‒ 1.143.262

793.457

Totaal

5.884.320

8.443.196

‒ 7.791.797

6.535.719

Artikel 4 - Internationale Financiële Betrekkingen

De wijzigingen van de openstaande verplichtingen op artikel 4 worden met name veroorzaakt door het ESM en IDA. De verplichting aan het ESM is met € 40,0 mln. bijgesteld. Dit is het gevolg van het aflopen van het vergoeden van de negatieve rentecompensatie door de staat aan het ESM. De verplichting aan IDA is met € 829,8 mln. verhoogd vanwege het IDA-20 programma. De betalingen voor IDA-20 vinden van 2024 t/m 2029 plaats. Daarnaast zijn er nog een aantal openstaande betalingsverplichtingen aan de Wereldbank-IDA voor andere IDA-programma's.

Niet in de balans opgenomen andere verplichtingen

Schadeloosstelling SRH

Sinds 2013 loopt een rechtszaak over het vaststellen van de schadeloosstelling naar aanleiding van de onteigening van effecten en vermogensbestanddelen van SNS Reaal N.V. en SNS Bank N.V. door de Staat. Op 11 februari 2021 heeft de Ondernemingskamer uitspraak gedaan en de hoogte van de schadeloosstelling vastgesteld op circa € 804 mln. exclusief wettelijke rente. Inclusief de wettelijke rente komt het totaalbedrag uit op circa € 1 mld. Verder heeft de Ondernemingskamer bepaald dat onteigende aandeelhouders geen schadeloosstelling krijgen. De Staat, maar ook andere belanghebbenden, zijn in cassatie gegaan. De advocaat-generaal bij de Hoge Raad heeft in juli 2022 geadviseerd tot verwerping van alle cassatieberoepen. De kans is reëel dat de Hoge Raad dit advies volgt. Indien dat gebeurt, wordt de door de Ondernemingskamer vastgestelde schadeloosstelling op 21 april 2023 definitief en zal de Staat over moeten gaan tot het uitbetalen van een schadeloosstelling aan rechthebbenden.

15. Deelnemingen

De post deelnemingen bestaat uit de aandelen in Nederlandse ondernemingen en de aandelen in internationale instellingen. De deelnemingen zijn als volgt gewaardeerd:

  • Nederlandse ondernemingen: op basis van de historische aanschafwaarde. Voor TenneT, DNB en N.V. Luchthaven Schiphol zijn de historische aanschafwaarden onbekend. Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde.

  • Internationale instellingen: op basis van de historische aanschafwaarde tegen de wisselkoers per 31 december 2022. Voor het restant dat niet als deelneming is opgenomen, is een garantieverplichting verstrekt (callable capital), die onder saldibalanspost 13 is opgenomen.

De deelnemingen kunnen als volgt gespecificeerd worden. In de tweede kolom van het overzicht is het deelnemingspercentage ultimo 2022 vermeld.

Tabel 80 Deelnemingen (bedragen x € 1.000)
 

Aandeel in %

Ultimo 2022

Ultimo 2021

Nederlandse ondernemingen

   

ABN AMRO GROUP N.V.

56,30

12.186.590

12.186.590

N.V. Nederlandse Gasunie

100,00

10.067.312

10.067.312

TenneT Holding N.V.

100,00

3.120.000

1.890.000

Volksbank Holding B.V.

100,00

2.700.000

2.700.000

SRH N.V.

100,00

2.200.000

2.200.000

N.V. Nederlandse Spoorwegen

100,00

1.012.265

1.012.265

Air France-KLM S.A.

9,30

954.996

744.396

De Nederlandsche Bank N.V.

100,00

500.000

500.000

Havenbedrijf Rotterdam N.V.

29,20

462.667

462.667

Invest-NL

100,00

350.000

175.000

Invest International

51,00

209.163

69.163

Nederlandse Loterij B.V.

99,00

78.273

78.273

BNG Bank N.V.

50,00

69.613

69.613

Royal Schiphol Group N.V.

69,80

58.937

58.937

Overige

div.

73.209

73.209

Subtotaal Nederlandse ondernemingen

 

34.043.025

32.287.425

    

Internationale instellingen

   

European Stability Mechanism (ESM)

5,67

4.563.050

4.563.050

European Investment Bank (EIB)

5,21

1.155.143

1.155.143

International Finance Corporation (IFC)

2,17

466.445

420.749

Internat. Bank of Reconstr. and Development (IBRD)

1,93

416.807

371.799

Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

1,07

193.418

182.147

European Bank for Reconstr. and Development (EBRD)

2,50

155.250

155.250

Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA)

1,84

7.360

6.931

European Financial Stability Facility (EFSF)

5,70

1.625

1.625

Subtotaal internationale deelnemingen

 

6.959.098

6.856.694

    

Totaal deelnemingen

 

41.002.123

39.144.119

Wereldbank (IBRD, IFC, MIGA)

Door de daling van de euro ten opzichte van de dollar is het uitstaande bedrag gestegen. Daarnaast zijn er kapitaalbijdrages geweest voor het IBRD en IFC, waardoor ook het aandeel in procenten is gewijzigd. Het aandeel in procenten van MIGA blijft ongewijzigd.

AIIB

Door de daling van de euro ten opzichte van de dollar is het uitstaande bedrag gestegen. Het aandeel in procenten is gelijk gebleven.

TenneT N.V., Invest International en InvestNL

De mutaties zijn het gevolg van kapitaalstortingen. In de zeggenschap hebben geen wijzigingen plaatsgevonden. Bij TenneT betreft dit een bedrag van € 1,23 mld. bij Invest International € 140 mln. en bij Invest-NL € 175 mln.

Air France-KLM

In 2022 heeft de Nederlandse staat deelgenomen aan een claimemissie van Air-France KLM. De uitgaven hieraan waren € 210,6 mln. Dit heeft ervoor gezorgd dat het aandeelhoudersbelang niet verder verwaterde en dit belang staat op dit moment op 9,3%.

9. WNT-verantwoording 2022 - Ministerie van Financiën

Op www.topinkomens.nl vindt u het geldend normenkader voor 2022: de Wet normering topinkomens (WNT), het Uitvoeringsbesluit WNT, de Uitvoeringsregeling WNT, QenA’s en een overzicht van de geldende bezoldigingsmaxima.

De geldende wet- en regelgeving is leidend.

De Wet normering topinkomens (WNT) bepaalt dat de bezoldiging en eventuele ontslaguitkeringen van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector op naamsniveau vermeld moeten worden in het financieel jaarverslag. Deze publicatieplicht geldt tevens voor topfunctionarissen die bij een WNT-instelling geen - al dan niet fictieve - dienstbetrekking hebben of hadden. Daarnaast moeten van niet-topfunctionarissen de bezoldiging (zonder naamsvermelding) gepubliceerd worden indien deze het wettelijk bezoldigingsmaximum te boven gaan. Niet-topfunctionarissen zonder dienstverband vallen echter buiten de reikwijdte van de wet.

Voor dit departement heeft de publicatieplicht betrekking op onderstaande functionarissen. De bezoldigingsgegevens van de leden van de Top Management Groep zijn opgenomen in het jaarverslag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het algemeen bezoldigingsmaximum bedraagt in 2022 € 216.000.

Tabel 81 Bezoldiging van topfunctionarissen

Naam instel-ling

Naam topfunctionaris

Functie

Datum aanvang dienstverband (indien van toepas-sing)

Datum einde dienstverband (indien van toepas-sing)

Dienstverband in fte (+ tussen haakjes omvang in 2021)

Op externe inhuur-basis (nee; <= 12 kalender-mnd; > 12 kalender-mnd)

Beloning plus onkostenvergoedingen (belast) (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Voorzieningen t.b.v. beloningen betaalbaar op termijn (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Totale bezoldiging in 2022 (+ tussen haakjes bedrag in 2021)

Individueel toepasselijk bezol-digings-maximum

Motivering en bedrag (indien overschrijding)

CEA

drs. H.W. te Beest

Voorzitter

 

31-12-2022

0,180

Nee

30.607

 

30.607

38.880

 

(0,162)

(26.793)

(26.793)

(33.858)

CEA

prof. dr. A.J. Brouwer RA

Lid

  

0,060

Nee

7.224

 

7.224

12.960

 

(0,090)

( 2.672)

 

( 2.672)

( 4.741)

 

CEA

mw. drs. E. van Caspel RA

Vice-voorzitter

  

0,077

Nee

9.288

 

9.288

16.632

 

(0,067)

(7.948)

(7.948)

(14.003)

CEA

M. van Giessen AA

Lid

  

0,054

Nee

6.536

 

6.536

11.664

 

(0,048)

(5.685)

(5.685)

(10.032)

CEA

H.D. Rijkse AA

Lid

  

0,038

Nee

4.644

 

4.644

8.208

 

(0,052)

(6.179)

(6.179)

(10.868)

CEA

mw. E.M. van der Velden AA

Lid

  

0,082

Nee

9.976

 

9.976

17.712

 

(0,065)

(7.763)

(7.763)

(13.585)

CEA

prof.dr. O.P.G. Bik RA

Lid

1-4-2022

 

0,064

Nee

5.848

 

5848

10415

 
           

CEA

prof. dr. E.H.J. Vaassen RA *

Lid

 

1-4-2022

 

Nee

     

(0,054)

(6.360)

(6.360)

(11.286)

CEA

mw. mr. H.G.M. van Oldeniel

In-komend voorzitter

29-9-20221

 

0,138

Nee

6.025

 

6.025

7.677

 
    

CEA

J.P.M.J. Leerentveld RA RE

Secretaris

  

0,9036

Nee

142.476

14.548

157.024

195.177

 

(0,9036)

(139.250)

(15.067)

(154.317)

(188.852)

X Noot
1

mw. Van Oldeniel is per 1-1-2023 benoemd in de functie van voorzitter CEA en draait vanaf 29-9-2022 al mee met de activiteiten van CEA ter kennismaking/inwerken.

Wanneer op een topfunctionaris een vordering is ingesteld vanwege een onverschuldigde betaling is dit gemarkeerd in de kolom «motivering» met *) Topfunctionarissen met een bezoldiging van €1.800 of minder zijn gemarkeerd met **)

Tabel 82 Cumulatie van dienstbetrekkingen als leidinggevend topfunctionaris

Naam topfunctionaris

Naam andere WNT-instelling(en) in 2022 (+ tussen haakjes naam andere WNT instelling(en) in 2021)

Datum aanvang dienstbetrekking

Gecumuleerde totale bezoldiging bij alle WNT-instellingen

Het algemene bezoldigingsmaximum dan wel een voor de dienstbetrekking van toepassing zijnde hoger bezoldigingsmaximum

Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag

Motivering en bedrag bij overschrijding

H.D. Rijkse1

Roosevelt Stichting

 

4.644(6.179)

8.208(10.868)

N.v.t.(N.v.t.)

 
X Noot
1

De heer Rijkse is zijn 'diensbetrekkingen' bij CEA en bij de Roosevelt Stichting aangegaan voor 1-1-2018. De heer Rijkse heeft geen bezoldiging ontvangen van de Roosevelt Stichting. Het betreft een onbezoldigde functie.

D. BIJLAGEN

Bijlage 1: Toezichtrelaties zelfstandige bestuursorganen (ZBO's) en rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's)

Tabel 83 Overzichtstabel ZBO’s en RWT’s van Ministerie van Financiën (bedragen x € 1.000)1

Naam ZBO/RWT

Begrote bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Gerealiseerde bijdrage moederdepartement aan ZBO/RWT

Begrote bijdrage overige departementen

Gerealiseerde bijdrage overige departementen

Bijzonderheden

AFM

705

552

0

0

Nee

Bijzonderheden

 
 

DNB

2.003

308

0

0

Nee

Bijzonderheden

 
 

CEA

0

0

0

0

Nee

Bijzonderheden

 
 

Waarderingskamer

2.381

2.381

0

0

Nee

Bijzonderheden

 
 

NLFI

5.096

4.122

0

0

Ja

Bijzonderheden

Dit zijn voorlopige cijfers. In afwachting van de jaarrekening 2022 van NLFI.

 

Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars

0

0

0

0

Ja

Bijzonderheden

Dit zijn voorlopige cijfers. In afwachting van de jaarrekening 2022 van het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars

 

Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

0

0

nnb

nnb

Ja

Bijzonderheden

In afwachting van de jaarrekening 2022 van Stichting Waarborgfonds Motorverkeer

X Noot
1

De RWT’s Stichting Beleggers Compensatiefonds, Nat. Resolutiefonds en het Depositogarantiefonds worden door DNB uitgevoerd en vallen onder de begroting van DNB. Omdat het ministerie van Financiën hier geen aparte sturingsrelatie mee heeft zijn deze niet opgenomen in bovenstaande tabel.

Bijlage 2: Moties en Toezeggingen

Deze bijlage bevat de stand van zaken van alle nieuwe moties en toezeggingen sinds de ontwerpbegroting IX 2023, de nog openstaande moties en toezeggingen uit voorgaande jaren en de moties en toezeggingen die sinds de ontwerpbegroting IX 2023 zijn afgehandeld. Doorlopende moties en toezeggingen zullen vanaf dit jaar als afgedaan worden beschouwd wanneer de Kamer is geïnformeerd over het permanent inregelen van een doorlopende motie of toezegging. De moties en toezeggingen die op basis van deze nieuwe werkwijze als afgedaan zijn beschouwd, zijn opgenomen in een aparte tabel.

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond (fiscaal)

Tabel 84 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond (fiscaal)

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2019/2020

Motie van het lid Lodders c.s. over het voorkomen van dubbeling tussen een Europese en een nationale heffing

Kamerstukken II 2019-2020, 35 205, nr. 23

Deze motie is afgedaan in de memorie van toelichting bij het Belastingplan 2023 in het kader van de verhoging van de vliegbelasting.Kamerstukken II 2022-2023, 36202, nr. 3.Memorie van toelichting Belastingplan 2023 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

2020/2021

Motie van de leden Lodders en Agnes Mulder over het monitoren van de voortgang met realisatie van in het meerjarenprogramma voorziene infrastructuur

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 50

Deze motie is afgedaan in de Memorie van Toelichting "Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2023)" van 20 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 202, nr. 3, pagina 47.

2020/2021

Motie van het lid Sjoerdsma c.s. over de OESO-afspraken voor een minimumbelastingtarief zo snel mogelijk omzetten in een EU-richtlijn (overgenomen van EZK)

Kamerstukken II 2020-2021, 35 663, nr. 14

Op 15 december 2022 is een akkoord bereikt in de Raad.Deze motie is afgedaan in de brief «EU-akkoord richtlijnvoorstel Pijler 2» van 16 december 2022, Kamerstuk 21501-07, nr. FE.

2020/2021

Motie van de leden Inge van Dijk en Kat over onderzoek naar een orgaan dat directe fiscale bijstand kan leveren

Kamerstukken II 2020-2021, 35510, nr. 74

Afgedaan in Kamerbrief Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 119.

2021/2022

Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over jaarlijks een paragraaf over de status van ICT bij de Belastingdienst aan het Belastingplanpakket toevoegen

Kamerstukken II 2021-2022, 359 27 , nr. 67

Motie afgedaan via de bijlage «Uitvoerbaarheid: inzicht in samenloop uitvoering Belastingdienst en uiterste data parameteraanpassingen Belastingdienst, Douane, Toeslagen» bij de indiening van het pakket Belastingplan 2023 (Kamerstukken II, 36202, nr. 6).

2021/2022

Motie van de leden Hammelburg en Grinwis over het monitoren van oneigenlijk gebruik van het lage winstbelastingtarief

Kamerstukken II 2021-2022, 359 27 , nr. 64

Deze motie is afgedaan in de brief «Opsplitsen vanwege het lage Vpb-tarief en CbCR-statistieken» van 27 september 2022, kenmerk 2022Z17836.Op 28 juni 2022 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de effecten van de aanpak van belastingontwijking (Kamerstukken II 2021/22, 25087, nr. 294). De Eerste Kamer heeft eenzelfde brief gekregen. In de Kamerbrief is aangegeven dat op dit moment het fiscaal opsplitsen van activiteiten over zelfstandig belastingplichtige lichamen geanalyseerd wordt en dat het resultaat van dit onderzoek naar verwachting vóór Prinsjesdag aan de Kamer zal worden aangeboden.

2021/2022

Motie van het lid Hammelburg over een jaarlijkse rapportage over de belastingdruk op verschillende vermogenssamenstellingen

Kamerstukken II 2021-2022, 359 27 , nr. 63

Deze motie is afgedaan in de brief «Kabinetsreactie IBO Vermogensverdeling» van 20 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200 IX, nr. 4.

2021/2022

Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over met de sector in gesprek gaan over de gevolgen van de wijziging van de grondslag voor alcoholaccijns op bier

Kamerstukken II 2021-2022, 3591 8, , nr.

01-11-2022, de sector is per brief door directeur VDI geinformeerd over omrekenfactor en alcoholvrij bier. Daarmee is de motie afgedaan.

2021/2022

Motie-Van der Linden (Fractie-Nanninga) c.s. over vereenvoudiging van het stelsel van sociale zekerheid, belastingen en toeslagen

Kamerstukken I 2021-2022, 35 927, nr. K

In behandeling.

2021/2022

de motie-Azarkan over monitoren van de fiscale schuldenberg van ondernemers

Kamerstukken II 2021-2022, 35 927, nr. 117

De motie is afgedaan met de brief "Integrale voortgangsrapportage steunpakket met focus op NOW, TVL en fiscale steun" van 21 oktober 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 35 420, nr. 513.

2021/2022

de motie-Romke de Jong over belastingontwijkingsconstructies betrekken bij het onderzoek naar de BOR of bij het ibo vermogensongelijkheid

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 27,, nr.

De motie wordt betrokken bij de inzet van het kabinet om opmerkelijkebelastingconstructies en oneigenlijk gebruik van fiscale regelingen aan te pakken (taakstelling  structureel € 550 miljoen). Zie kabinetsreactie IBO vermogensverdeling.Kamerstukken II 2022/23, 36200-IX, nr. 4.

2018/2019

verzoekt de regering, om zich in Europees en OESO-verband constructief op te stellen bij de uitwerking van voorstellen voor minimale belastingen die grote multinationale ondernemingen zouden moeten betalen

Kamerstukken II 2018-2019, 25 0 87,, nr.

Op 15 december 2022 is een akkoord bereikt in de Raad over het richtlijnvoorstel Pijler 2.Zie ook de brief «EU-akkoord richtlijnvoorstel Pijler 2» van 16 december 2022, Kamerstuk 21501-07, nr. FE over de huidige stand van zaken.

2020/2021

verzoekt het kabinet, in Europa en de wereld het voortouw te nemen om belastingontwijking aan te pakken en een stevig minimumtarief voor de winstbelasting zo spoedig mogelijk te realiseren

Kamerstukken II 2020-2021, 25 0 87,, nr.

Op 15 december 2022 is een akkoord bereikt in de Raad over het richtlijnvoorstel Pijler 2.Zie ook de brief «EU-akkoord richtlijnvoorstel Pijler 2» van 16 december 2022, Kamerstuk 21501-07, nr. FE over de huidige stand van zaken.

2020/2021

verzoekt de regering, in de OESO en in de EU een voortrekkersrol te nemen teneinde een internationaal minimumwinstbelastingtarief af te spreken in de OESO of de EU

Kamerstukken II 2020-2021, 25 0 87,, nr.

Op 15 december is een akkoord bereikt in de Raad, waarmee een internationaal minimumwinstbelastingtarief is afgesproken in de EU.Deze motie is afgedaan in de brief «EU-akkoord richtlijnvoorstel Pijler 2» van 16 december 2022, Kamerstuk 21501-07, nr. FE

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond (fiscaal)

Tabel 85 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond (fiscaal)

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2019/2020

Motie van het lid Lodders over onderzoek naar modernisering van de reiskostenvergoeding

Kamerstukken II 2019-2020, 35 302, nr. 44

In behandeling. Samen met het Belastingplan 2023 is een onderzoek naar het gebruik van de onbelaste reiskostenvergoeding naar de Kamer gestuurd. Dit geeft een kwantitatief inzicht in de wijze waarop mensen (willen) reizen en het gebruik en aanbod van de onbelaste reiskostenvergoeding. Momenteel wordt als vervolg op dat onderzoek een evaluatie van de onbelaste reiskostenvergoeding gestart waarin ook onderzocht wordt welke mogelijkheden voor modernisering er zijn. Dit onderzoek wordt in de eerste helft van 2023 naar de Kamer gestuurd.

2019/2020

Motie van het lid Lodders c.s. over het monitoren van administratieve last voor mkb'ers door ATAD 2

Kamerstukken II 2019-2020, 35 302, nr. 45

De maatregelen uit ATAD2 zijn in werking getreden per 1 januari 2020. Betrouwbare uitspraken over de impact kunnen worden gedaan naarmate enige tijd is gevorderd en ervaring is opgedaan. De gevolgen van de implementatie van de documentatieverplichting uit ATAD2 op de administratieve lasten van het mkb zullen daarom worden meegenomen in een bredere rapportage over de gemonitorde gegevens die verband houden met de maatregelen die voortvloeien uit ATAD1. Dit wordt in 2024 aan Uw Kamer verzonden. Zie Kamerbrief 'Prinsjesdagbrief fiscale moties en toezeggingen aan de Tweede Kamer', Kamerstukken II 2021/22, 35 925-IX, nr. 4.

2017/2018

Motie van het lid Snels over monitoren van onvoorziene gevolgen

Kamerstukken II 2017-2018, 34 819, nr. 15

In behandeling.

2020/2021

Motie van de leden Lodders en Van Weyenberg over breder wetenschappelijk onderzoek naar kwetsbaarheden in het integriteitsbeleid

Kamerstukken II 2020-2021, 31 934, nr. 41

De Tweede Kamer is in de brief «Stand van zaken invoering en implementatie VOG politiegegevens en continue screening Douane» van 12 februari 2021 geïnformeerd over de uitvoering van deze motie (Kamerstukken II 2020-2021, 31934, nr. 47).In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd naar risico's van ambtelijke en niet-ambtelijke corruptie. De focus ligt hierbij op criminaliteit in de Rotterdamse haven en op de luchthaven Schiphol. Afronding van het onderzoek is voorzien voor het derde of vierde kwartaal van 2023.

2020/2021

(Aangehouden) Motie van het lid Omtzigt c.s. over het organiseren van een hoorzitting

Kamerstukken II 2020-2021, 31 934, nr. 43

Deze motie is aangehouden.De Tweede Kamer heeft op 1 februari 2021 een rondetafelgesprek georganiseerd over corruptie en criminaliteit in de Rotterdamse haven.In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd naar risico's van ambtelijke en niet-ambtelijke corruptie. De focus ligt hierbij op criminaliteit in de Rotterdamse haven en op de luchthaven Schiphol. Afronding van het onderzoek is voorzien voor het derde of vierde kwartaal van 2023. In de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid van 18 december 2020 (Kamerstukken II 2020-2021, 28844/29911, nr. 222) is dit onderzoek aangekondigd.

2020/2021

Motie van de leden Omtzigt en Bosman over kenbaar maken dat afstappen van besluitvorming bij unanimiteit op het gebied van belastingheffing voor Nederland onbespreekbaar is

Kamerstukken II 2020-2021, 21 501-20, nr. 1599

In behandeling.

2020/2021

Motie van het lid Snels over grote bedrijven verplichten om commerciële winst in Nederland te rapporteren

Kamerstukken II 2020-2021, 35 570-IX, nr. 10

In de Nota n.a.v. het Verslag Belastingplan 2021 (Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 17, p. 105) wordt toegezegd, conform aangenomen motie, onderzoek te doen hoe tot meer transparantie over winsten en belastingafdrachten van bedrijven gekomen kan worden. Het onderzoek naar het effectieve tarief op basis van commerciële winst wil het kabinet begin 2023 aan uw Kamer aanbieden.

2020/2021

Motie van de leden Van Weyenberg en Bruins over de scholingsvrijstelling voor opleidingen in het STAP-register zo veel mogelijk voorbereiden

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 59

In behandeling

2020/2021

Motie van de leden Van Haga en Baudet over onderzoek doen naar de gevolgen van afbouw van de wet-Hillen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 71

In behandeling.

2020/2021

Motie van het lid Pouw-Verweij c.s. over precedentwerking nooit als argument gebruiken om gedupeerden compensatie te onthouden

Kamerstukken II 2020-2021, 28 362, nr. 48

In behandeling.

2021/2022

Motie van den leden Boucke, Erkens en Bontebal over beschermingvan de inkomenspositie van lage en middeninkomens

Kamerstukken II 2021-2022, 32 813, nr. 888

Het kabinet zal na vaststelling van het FF55 pakket door de Europese Unie, het nationale klimaatbeleid herijken aan de hand van de verwachte CO2-effecten en betaalbaarheid voor huishoudens en het mkb.

2021/2022

Motie van het lid Van Raan c.s. over de MBW en de KEV integreren in de besluitvorming rond het Belastingplan

Kamerstukken II 2020-2021, 359 27 , nr. 72

Wat betreft de MBW zal bij de uitvoering van de motie worden aangesloten in de bij de stapsgewijze benadering van het integreren van brede welvaart in de begrotingssyclus zoals verwoord in de brief van de minister van Financiën van 22 mei jl. ( Kamerstukken II 2021-2022, 35788, nr. 135.) Het integraal afwegingskader is reeds van toepassing; brede welvaart maakt hier onderdeel van uit. Wat betreft de integratie van KEV cyclus op de begrotingscyclus is het kabinet in gesprek met het PBL.

2021/2022

Motie van de leden Maatoug en Nijboer over een aanpak van belastingontwijking met zo min mogelijk afzwakkingen en vrijstellingen

Kamerstukken II 2020-2021, 359 27 , nr. 69

In behandeling

2021/2022

Motie van het lid Hammelburg over de Kamer informeren over noodzakelijke wetsaanpassingen naar aanleiding van een internationaal winstbelastingakkoord

Kamerstukken II 2021-2022, 359 27 , nr. 65

Het kabinet zal in het implementatiewetsvoorstel aandacht besteden aan de implementatiegevolgen voor Nederland.

2021/2022

Motie van het lid Stoffer c.s. over onderzoek naar fiscale knelpunten bij bedrijfsbeëindiging in de veehouderij

Kamerstukken II 2021-2022, 35 927, nr. 87

In behandeling.

2021/2022

de motie-Inge van Dijk/Idsinga over voorstellen om beleggingsvermogen aangehouden in box 2 beter in kaart te brengen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 27,, nr.

De Tweede Kamer wordt in Q2 2023  geïnformeerd over de uitkomsten van de verdeling van het ondernemings- en beleggingsvermogen in de BOR. Dit is in de kabinetsreactie evaluatie fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen aangekondigd.Kamerstukken II 2022/23, 32537, nr. 525.

2022/2023

de motie-Inge van Dijk/Stoffer over bij nieuwe fiscale regelingen rekening houden met het vestigingsklimaat

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

Dit is een doorlopende motie. Bezien wordt of en hoe dit ingepast kan worden in de jaarlijkse cyclus van wetgeving.

2022/2023

de motie-Grinwis c.s. over de afschaffing van de buitenlandse partiële belastingplicht meenemen in de aanpak van belastingconstructies en fiscale regelingen

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

De partiële buitenlandse belastingplicht maakt deel uit van deze trajecten «belastingconstructies» en 'fiscale regelingen'. In de zomer van 2023 worden de resultaten van deze trajecten gecommuniceerd.

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond (niet fiscaal)

Tabel 86 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die zijn afgerond (niet fiscaal)

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2019/2020

Motie van de leden Van der Linde en Ronnes over dubbelingen in cliëntenonderzoek zo veel mogelijk voorkomen

Kamerstukken II 2019-2020, 35 245, nr. 12

Deze motie is afgedaan in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen dat op 21/10 is ingediend bij de TK. Kamerstukken II 2022-2023, 36 228, nr. 3.

2019/2020

Gewijzigde motie van de leden Alkaya en Van der Linde over de monitoring van de uitwerking van de implementatiewet anti-witwasrichtlijn op kleine ondernemingen (t.v.v. 35245-13)

Kamerstukken II 2019-2020, 35 245, nr. 15

Afgedaan in Kamerbrief evaluatie regeldruk AMLD5 16-2-23. Kamerstuknr. 2023D06333.

2019/2020

Motie van de leden Alkaya en Nijboer over uitbreiden van de invloed van de regering als aandeelhouder in de holding

Kamerstukken II 2019-2020, 29 232, nr. 13

Er is geen kapitaalsteun verleend, maar het kabinet heeft wel deelgenomen aan een aandelenemissie van Air France KLM om invloed te kunnen blijven uitoefenen in de holding. Het kabinet heeft toen niet besloten om het belang te vergroten, maar wel om een aandelenbelang van 9,3% te behouden. Zie voor de overwegingen Kamerstukken II, 2021-2022, 36108, nr. 4.

2019/2020

Nader gewijzigde motie het lid Jasper van Dijk c.s. over stoppen van verdienmodellen die mensen in de schulden brengen (t.v.v. 35316-20)

Kamerstukken II 2019-2020, 35 316, nr. 21

Maximale kredietvergoeding is permanent verlaagd per 22 juni 2022:Staatsblad 2022, 243 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

2015/2016

Motie van het lid Ronnes over zeer terughoudend zijn bij verdere harmonisatievoorstellen voor hypothecair krediet

Kamerstukken II 2015-2016, 34 292, nr. 7

Richtlijn is op 13-07-2016 geimplementeerd.Staatsblad 2016, 265 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

2020/2021

Motie van het lid Inge van Dijk over geen taken overdragen aan gemeenten zonder bijbehorende financiën

Kamerstukken II 2020-2021, 35 850, nr. 9

De motie is afgedaan in de brief ‘Actieagenda Sterk Bestuur’ van de minister van BZK van 20 januari 2023, Kamerstukken II 2022/23, 33 047, nr. 25

2021/2022

Motie van het lid Grinwis c.s. over het onderzoek naar het niet-gebruik van toeslagen actualiseren

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 93

Deze motie is afgedaan in de brief Evaluatie Algemene wet inkomensafhankelijk regelingen (Awir), uitvoering en dienstverlening Toeslagen van 23 december 2023 (31066-1158).

2021/2022

de motie-Azarkan over nieuwe lijsten voor versterkte controle toetsen aan de geldende waarborgen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 940

Deze motie is afgedaan in de stand van zakenbrief voor het commissiedebat Belastingdienst van 7 september 2022. Verwijzing Kamerstukken nog niet bekend.

2021/2022

de gewijzigde motie-Azarkan over de tegemoetkomingsregeling FSV zo spoedig mogelijk van start laten gaan

Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 942

Deze motie is in behandeling. DeTweede Kamer is met de brief «Vormgeving tegemoetkoming FSV» gëinformeerd over de denkrichting hoe het kabinet tegemoet wil komen aan die gevallen waarin burgers of bedrijven onterechte en/of nadelige gevolgen hebben ondervonden van een FSV registratie. In het najaar wordt de Tweede Kamer hierover nader geinformeerd.

2021/2022

de gewijzigde motie-Azarkan over een jaarlijkse audit binnen de Belastingdienst op de bescherming van persoonsgegevens

Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 943

Deze motie is afgedaan in de brief «Stand van zaken» van 2 september, Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, 31066, nr. 1100.

2021/2022

de motie-Romke de Jong c.s. over het budget voor cultuurleningen indien nodig aanvullen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 433

het steunpakket en overige regelingen zijn stopgezet middels de brief die verzonden is op 1 april 2022. Zie de Kamerbrief «Langetermijnvisie coronasteun» van 1 april 2022.

2021/2022

de motie-Van Haga over een langetermijnperspectief voor ondernemers per situatie in de toekomst

Kamerstukken II 2021-2022, 35 420, nr. 438

In behandeling. Zie Kamerbrief over langetermijnvisie coronasteun, verzonden op 1 april 2022.

2021/2022

de motie-Alkaya c.s. over de invloed van krimp in medewerkersaantallen bij NS op de beschikbaarheid van de beoogde dienstverlening

Kamerstukken II 2021-2022, 28 1 65,, nr.

Deze motie is afgedaan in het schriftelijk overleg staatsdeelnemingen van 7 september 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 28 165, nr. 372.

2021/2022

Verzoekt de regering voor alle categorie-A-projecten de status van de aanvraag publiekelijk te vermelden in de ex-ante lijst,

Kamerstukken II 2021-2022, 26 485, nr. 392

Is per 1 januari 2023 door ADSB doorgevoerd.

2021/2022

Verzoekt de regering de verklaring niet strenger te interpreteren dan andere landen die de verklaring hebben getekend, met het bedrijfsleven in gesprek te gaan over de reikwijdte van de verklaring en de duurzame transities en om het gelijke speelveld voor het Nederlandse bedrijfsleveninternationaal te bewaken,

Kamerstukken II 2021-2022, 26 485, nr. 387

In behandeling.

2021/2022

Motie van de leden Heinen en Grinwis over opnemen horizonbepaling klimaat- en stikstoffondsen.

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 148

Afgedaan. Beide wetten zijn medio december 2022 aan de Tweede Kamer gestuurd met een horizonbepaling.Tijdelijke wet Klimaatfonds: Kamerstukken II 2022-2023, 36 274.Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied: Kamerstukken II 2022-2023, 36 277

2021/2022

Motie leden Heinen en Grinwis over objectieve toetsing op doelmatigheid en doeltreffendheid van uitgaven uit het klimaat- en stikstoffonds

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 149

Afgedaan. De borging van doelmatigheid maakt onderdeel uit van de vormgeving van de fondsen. Deze zijn medio december 2022 naar het parlement verstuurd.Tijdelijke wet Klimaatfonds: Kamerstukken II 2022-2023, 36 274.Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied: Kamerstukken II 2022-2023, 36 277.

2021/2022

Motie van de leden Van Weyenberg c.s. over meerjarige duidelijkheid voor gemeenten over de reële stijging van het accres

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 153

Het Rijk heeft zowel gemeenten als provincies het voorstel gedaan de volumecomponent van het accres vast te zetten voor de periode 2022-2025.De gemeenten zijn op dit voorstel ingegaan waarmee zij voor de periode 2022-2025 meerjarige duidelijkheid hebben. De provincies zijn niet op het voorstel ingegaan, de trap-op-trap-af systematiek is voor hen voor de periode 2022-2025 nog van toepassing.

2021/2022

Motie van de leden Nijboer en Maatoug over de gevolgen van macro-economische beslissingen wegen naar de stabiliteitsdoelstellingen uit de begrotingsregels

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 156

Afgedaan in de besluitvorming vorig jaar augustus, met toelichting in de Miljoennennota 2023 (Kamerstuk nummer 36200-1). In de Miljoenennota wordt bijvoorbeeld ingegaan op de koopkrachtondersteuning, terwijl tegelijkertijd de inflatie via overheidsuitgaven ook niet te veel moet worden aangejaagd.Brief regering - minister van Financiën, S.A.M. Kaag ‒ 20 september 2022 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën ‒ 36200-1

2021/2022

Motie van het lid Van Houwelingen c.s. over het uitwerken van verschillende scenario's over de schuldhoudbaarheid voor de Nederlandse staatsschuld

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 161

Dit is meegenomen in de Miljoenennota 2023:Kamerstuk:  Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 36 200, nr. 1

2021/2022

de motie-Tony van Dijck over nieuw overleg met de VNG om te voorkomen dat de uitvoering van de eenmalige energietoeslag in het gedrang komt

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 122

15/12: Overgenomen door SZW

2021/2022

de motie-Grinwis/Van Weyenberg over overleg met gemeenten om knelpunten te inventariseren bij de uitkering van de eenmalige tegemoetkoming

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 123

15/12 overgenomen door SZW

2021/2022

de motie-Van Weyenberg/Grinwis over het op korte termijn verruimen van de subsidievoorwaarden

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 124

De motie is afgedaan met de verzending van het Programma Versnelling verduurzaming Gebouwde Omgeving op 1 juni 2022 door BZK (Kamerstukken II 2021/22, 32846, nr. 911).

2021/2022

de motie-Van Weyenberg c.s. over met bewindvoerders, schuldhulpverleners en schuldeisers bespreken of termijnbedragen tijdelijk aangepast kunnen worden

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 125

Deze motie is afgedaan in de brief «Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting» van 23 november 2022, 24515, nr. 655.Link: Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting | Tweede Kamer der Staten-Generaal

2021/2022

de motie-Azarkan over monitoren hoe het verschil in brandstofprijzen zich ontwikkelt

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 127

Onderzoek loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

2021/2022

de motie-Inge van Dijk/Grinwis over zo snel mogelijk via diverse landelijke mediakanalen communiceren van een overzicht van de bestaande ondersteunende regelingen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 131

15/12 overgenomen door SZW

2021/2022

de motie-Den Haan c.s. over zo veel mogelijk huishoudens die aanvullende maatregelen nodig hebben proactief benaderen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. XV, nr. 137

15/12 overgenomen door SZW

2021/2022

Motie van het lid Klink c.s. over de transitie van fossiel naar niet-fossiel

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 25 , nr.

Afgedaan in de Kamerbrief stand van zaken uitwerking COP26-verklaring, Kamerstukken II 2021/22, 31793, nr. 209.

2021/2022

Exportinstrumentaria voor eind 2022 in lijn brengen met Parijs en Glasgow (t.v.v. 35925-XVII-27)

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 25 , nr.

Afgedaan in de Kamerbrief stand van zaken uitwerking COP26-verklaring, Kamerstukken II 2021/22, 31793, nr. 209.

2021/2022

de motie-Thijssen/Kröger over onderzoeken van de gevolgen van inclusie van de chemische sector in CBAM

Kamerstukken II 2021-2022, 2211 2, , nr.

Naar aanleiding van de motie Thijssen/Kröger over het onderzoeken van de gevolgen van inclusie van de chemische sector in CBAM, heeft het kabinet een onderzoek laten uitvoeren door onderzoeksbureau Trinomics over de gevolgen van het verbreden van de reikwijdte van de CBAM. De kabinetsappreciatie van het onderzoek van Trinomics is opgenomen in de periodieke Kamerbrief over de stand van zaken van het Fit for 55-pakket Kamerstuk 22112 nr. 3566 die op 7 december naar de Tweede Kamer is verstuurd. Het onderzoek van Trinomics is als bijlage met deze Kamerbrief meegezonden. De motie is daarmee afgedaan.

2021/2022

de motie-Stoffer over bij financiële transacties per casus bezien of een budgettaire dekking geleverd dient te worden

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 08,, nr.

De toezegging is afgedaan in de Miljoenennota van 20 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 1.

2021/2022

de motie-Alkaya over het niet langer geheel uitbesteden van essentiële diensten op Schiphol

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 08,, nr.

Deze motie is afgedaan in de 'Verzamelbrief werkbezoek Schiphol plus moties en toezeggingen inzake arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden op Schiphol' van 12 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 29 665, nr. 452

2021/2022

de motie-Heinen c.s. over in de Comptabiliteitswet de voorwaarde opnemen dat de Staten-Generaal zich voldoende geïnformeerd achten

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In behandeling.Bij brief is de Tweede Kamer geïnformeerd over de werkwijze en het proces tot de Comptabiliteitswet 2016 is gewijzigd, zie Kamerstukken II 2022/23, 31 865, nr. 215. Eind 2022 heeft de Tweede Kamer een voorstel gedaan tot invulling van de motie. Hierop volgt nog voor het kerstreces een reactie van de minister van Financiën.

2021/2022

de motie-Sneller c.s. over een rapporteringstolerantiegrens van 1% voor de rijksrekening

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

Afgedaan.Publicatie van de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV 2023) in de Staatscourant zal invulling geven aan deze motie. Verwachte publicatiedatum is begin november 2022.

2021/2022

de motie-Ephraim over een overzicht van mogelijke besparingen binnen de twaalf ministeries

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In behandeling. De mogelijkheden hiertoe worden op het moment verkend.Gedateerd 20 september 2022 is per brief, ons kenmerk 2022-0000230937, de TK bericht. Bijlage bij de brief is de geactualiseerde zo genoemde Ombuigingslijst.

2020/2021

Motie van de leden Sjoerdsma en Van Ojik over instrumenten van het buitenlandbeleid en de diplomatie in lijn brengen met de doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs

Kamerstukken II 2020-2021, 35 5 70 , nr.

In behandeling.

2021/2022

de nader gewijzigde motie-Azarkan c.s. over bezien hoe het proces van integrale beoordeling substantieel kan worden versneld

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken op deze motie is opgenomen in paragraaf 2.1  van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de gewijzigde motie-Azarkan c.s. over een kader op grond waarvan de Commissie Werkelijke Schade de compensatiebedragen kan vaststellen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken van deze motie is opgenomen in aanbiedingsbrief en paragraaf 2.4.2 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Paul c.s. over het ontwikkelen van voorzieningen om initiatieven van ouders en kinderen te ondersteunen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken van deze motie is opgenomen in paragraaf 1.2 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Alkaya c.s. over bureaucratische belemmeringen wegnemen in het herstel van het toeslagenschandaal

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken op deze motie is opgenomen in paragraaf 2.1  van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Alkaya over bezien welke belemmeringen er bestaan om winstdelingsregelingen breder toegankelijk te maken voor alle werknemers

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 29,, nr.

Deze motie is afgedaan in de Kamerbrief over kabinetsreactie op voorstellen CNV over werknemersparticipatie van 9 december 2022.Kamerstukken II 2022/23, 35 928, nr. 12.Kamerbrief over kabinetsreactie op voorstellen CNV over werknemersparticipatie | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

2021/2022

de motie-Stoffer over het monitoren van de effecten van de compensatie voor de gestegen energie- en brandstofprijzen

Kamerstukken II 2021-2022, 36 0 88,, nr.

Afgedaan in kamerbrief van 14 feb 23  inzake de monitoring van de tijdelijke btw-verlaging op energie. Kamerstuknr. 2023D05849.

2021/2022

de motie-Idsinga over de effecten van de verlaging van de brandstofaccijns in Duitsland in kaart brengen en de afstemming met buurlanden versterken

Kamerstukken II 2021-2022, 36 0 88,, nr.

Er wordt nog bezien hoe dit bij het lopende onderzoek van grenseffecten kan worden betrokken.Onderzoek mbt grenseffecten loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

2021/2022

de motie-Nijboer/Maatoug over alternatieven om ook het rendement op vastgoed direct mee te nemen bij de start van het nieuwe stelsel

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

Afgedaan middels Kamerbrief zie Kamerstuk II 2022-2023, 32140-139.

2021/2022

de motie-Grinwis over bij de verdere uitwerking van de vermogensbelasting op basis van werkelijk rendement uitgaan van de werkelijke waarde van vastgoed

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

Afgedaan middels Kamerbrief zie Kamerstuk II 2022-2023, 32140-139.

2021/2022

-de motie-Romke de Jong/Kat over rekening houden met de doelstellingen van schuldhulpverlening

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

De motie is afgedaan met een kamerbrief: Kamerstukken II 2022/23, 32140, nr. 139.

2021/2022

de motie-Omtzigt over in kaart brengen hoe verschillende vormen van vermogen belast worden

Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. ?

Afgedaan middels Kamerbrief zie Kamerstuk II 2022-2023, 32140-139.

2021/2022

de motie-Aartsen c.s. over extra uitstel tot zeven jaar voor belastingschuld door corona

Kamerstukken II 2021-2022, 35 4 20,, nr.

De motie is afgedaan. Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 1102

2021/2022

de motie-Van der Graaf c.s. over rekening houden met de administratieve last van de motiveringsplicht

Kamerstukken II 2021-2022, 35 4 20,, nr.

De motie is afgedaan. Kamerstukken II 2021-2022, 31 066, nr. 1102

2021/2022

-de motie-Grinwis c.s. over bij de uitwerking van de vermogensaanwasbelasting opties in kaart brengen om liquiditeitsproblemen te voorkomen

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

In de kamerbrief «Vergelijking vermogenswinst- en vermogensaanwasbelasting en andere toezeggingen toekomstig stelsel box 3» is ingegaan op de mogelijke liquiditeitsproblemen. In de brief is aangegeven dat onderzoek is gedaan naar de omvang van de belastingplichtigen die te maken kunnen krijgen met betalingsproblemen. Dat onderzoek is bijgevoegd bij de kamerbrief.Zie: Kamerstukken II 2022-2023, 32140, nr. 139.

2021/2022

de motie-Heinen over in sterke bewoordingen kenbaar maken dat het verdragsrechtelijke mandaat en verbod op monetaire financiering op geen enkele wijze door de ECB geschonden mag worden

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501, nr. 07, nr. 1873

Afgerond. De minister heeft tijdens de Eurogroep van 11 juli 2022 dit mondeling toegelicht.

2021/2022

de motie-Alkaya over de pilot om te bezien of het treffen van vaststellingsovereenkomsten versnellend werkt in het afhandelen van langlopende dossiers van toeslagengedupeerden een echte kans geven om te slagen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken van deze motie is opgenomen in de aanbiedingsbrief en paragraaf 1.6 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Paul/Kat over de proef met de vso bij positieve afronding zo snel mogelijk substantieel opschalen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken van deze motie is opgenomen in de aanbiedingsbrief en paragraaf 1.6 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Paul c.s. over onderzoeken van onorthodoxe maatregelen/scenario's voor versnellingen van het proces

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De stand van zaken van deze motie is opgenomen in paragraaf 2.4.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

de motie-Azarkan c.s. over een einde maken aan onvoldoende rechtsbescherming

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De reactie op deze motie is opgenomen in hoofdstuk 2 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2021/2022

de motie-Azarkan over het coalitieakkoord naleven op het specifieke punt van de herijking van de hersteloperatie

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De reactie op deze motie is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2021/2022

de motie-Inge van Dijk/Van Raan over de Kamer informeren hoe de brede hulp aan kinderen ouder dan 18 jaar en de groep die binnen afzienbare tijd 18 jaar wordt verloopt

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

De reactie op deze motie is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.

2021/2022

de motie-Grinwis over de interacties tussen de toeslagen en de aankomende vermogensbelasting op basis van werkelijk rendement in kaart brengen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Deze motie is afgedaan in de brief «Vergelijking vermogenswinst- en vermogensaanwasbelasting en andere toezeggingen toekomstig stelsel box 3» van 29 september 2022; 2022Z18147

2021/2022

de motie-Romke de Jong over voortvarend aan de slag gaan met de geïnventariseerde quick fixes in het toeslagenstelsel

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Afgedaan met Kamerstukken II 2022-2023, 31066, nr. 1154.

2021/2022

de motie-Van Weyenberg c.s. over het in kaart brengen van de optie van een verhoging van de mijnbouwheffingen

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

Een tijdelijke verhoging van het tarief van de cijns in de Mijnbouwwet is middels de vierde nota van wijziging opgenomen in het pakket Belastingplan 2023 (Kamerstukken II 2022-2023, 36202, nr. 28) en per 1 januari 2023 in werking getreden.

2021/2022

de motie-Eerdmans over scenario's om hoger dan begrote btw-inkomsten als lastenverlichtingen te laten terugvloeien naar de middeninkomens

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

Deze motie is afgedaan middels de augustusbesluitvorming en het hierin inbgrepen koopkrachtpakket van 20 september 2022. Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 1.

2021/2022

de motie-Azarkan c.s. over het verhogen van de belastingen op winst en vermogen

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

Met de maatregelen van het kabinet na de augustusbesluitvorming 2022 is deze motie afgedaan. Zie daarvoor ook de kabinetsreactie op het IBO Vermogensverdeling.Kamerstukken 2022-2023, 36200IX, nr. 4

2021/2022

de motie-Van Haga over een verhoging van de arbeidskorting voor diverse scenario's onderzoeken

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

Afgedaan in aanbiedingsbrief pakket belastingplan 2023, 20 september 2022, kenmerk 2022-0000215908

2021/2022

de motie-Dassen c.s. over het creëren van een grondslag voor een windfall tax

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

Deze motie is afgedaan in de Aanbiedingsbrief bij het pakket Belastingplan 2023 van 20 september 2022, Kamerstukken II 2023/24, 36202, nr. 6 en de Nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage van 17 november 2022, Kamerstukken 2022/23, 36235, nr. 11.

2022/2023

de motie-Grinwis c.s. over ervoor zorg dragen dat staatsdeelnemingen en hun dochterondernemingen geen reclame maken rond het WK in Qatar

Kamerstukken II 2022-2023, 2816 5, , nr.

Afgedaan met email aan Nederlandse Loterij van 11 oktober 2022. Tevens meerdere malen telefonisch contact gehad met Nederlandse Loterij en ook besproken op het kwartaaloverleg van 17 november 2022.De strekking van onze reactie aan Nederlandse Loterij is steeds: onze aandeelhoudersbevoegdheden bieden niet de mogelijkheid een  ‘reclameverbod’ voor NLO en haar speelmerken af te dwingen. Dit is ook niet wenselijk. Daarom zien wij de motie als een dwingende aanmoediging om jNLO, vanuit onze rol als aandeelhouder, te wijzen op de (strekking van de) motie. We vragen NLO om te handelen in de geest van de motie. Dit past bij de voorbeeldrol die wij van een staatsdeelneming verwachten. Wij doen een moreel beroep op NLO als organisatie om terughoudend en op gepaste wijze om te gaan met reclame rondom het WK in Qatar. Tot nu toe zagen we de gevraagde terughoudendheid nog onvoldoende terug als het gaat om reclame rondom het WK in Qatar. NLO heeft hierop gehandeld in in haar beleving voor alle activiteiten de maximale terughoudendheid en gepastheid toegepast.

2022/2023

de motie-Azarkan over het opsporen en buiten werking stellen van alle lijsten die niet aan de privacywetgeving voldoen

Kamerstukken II 2022-2023, 3106 6, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Jaarplan Belastingdienst 2023» Kamerstukken II 2022-2023,  31066, nr. 1145.

2022/2023

Motie van de leden Hermans en Pieter Heerma over een op het energie-intensieve mkb toegespitste toereikende compensatieregeling voor de vaste energielasten

Kamerstukken II 2022-2023, 31066, nr. 1117

De motie is afgedaan in de brief «Verruiming betaalpauze betalingsregeling (corona)belastingschuld» van 30 september 2022. Kamerstukken II 2022-2023, 31066, nr. 1117

2022/2023

Motie van het lid Inge van Dijk (CDA) over het inzetten van gedupeerde ouders die het herstelproces doorlopen hebben om gemeenten te ondersteunen

Kamerstukken II 2022-2023, 36 151, nr. 26 (was 17)

Zoals opgenomen in de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen (Kamerstukken II 2022/23, 31066, nr. PM): Samen met de Stichting Lotgenotencontact en de VNG wordt onderzocht op welke manieren de gemeenten ondersteund kunnen worden. Hierover zal uw Kamer in de volgende Voortgangsrapportage nader geïnformeerd worden.

2022/2023

Motie van de leden Grinwis en Arib (CU/PvdA) over kosten voor een letselschade-expert vergoeden aan gedupeerde ouders

Kamerstukken II 2022-2023, 36 151, nr. 27 (was19)

In behandeling.

2022/2023

de motie-Leijten/Heinen over de Kamer informeren over de ervaringen met de behandeling van klachten van het mkb door het Kifid

Kamerstukken II 2022-2023, 35 7 27,, nr.

Afgedaan op 22 december 2022 in de Kamerbrief over rondetafel toegang ondernemers tot Kifid en andere Kifid-onderwerpen.

2022/2023

-de gewijzigde motie-Van Weyenberg over bij het beoordelen van de begroting van het Kifid sturen op verkorten van de doorlooptijd van klachten

Kamerstukken II 2022-2023, 35 7 27,, nr.

Afgedaan op 22 december 2022 in de Kamerbrief over rondetafel toegang ondernemers tot Kifid en andere Kifid-onderwerpen.

2022/2023

-de motie-Eppink over het NextGenerationEU-fonds als eenmalig beschouwen en geen gemeenschappelijke Europese schulden meer aangaan

Kamerstukken II 2022-2023, 21 501, nr. 07, nr. 1891

In behandeling.

2022/2023

Motie van het lid Alkaya over ingrijpen als compensatiegeld voor energiebedrijven wordt gebruikt voor bonussen, dividenduitkeringen of aankoop van eigen aandelen

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 84

De motie is afgedaan in de subsidieregeling 'bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023' van 9 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 171.

2022/2023

Tweede Kamerlid Motie van het lid Inge van Dijk c.s. over het monitoren van prijzen, effecten en implicaties van het prijsplafond en het toezicht daarop versterken

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 92

De motie is afgedaan in de subsidieregeling 'bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023' van 9 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 171.

2022/2023

Motie van het lid Maatoug c.s. over in de compensatieregeling een mogelijkheid opnemen voor het achteraf afromen van overwinsten van energiebedrijven

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 97

De motie is afgedaan in de subsidieregeling 'bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023' van 9 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 171.

2022/2023

Motie van het lid Omtzigt c.s. over ervoor zorgen dat energiebedrijven onder het prijsplafond een vergoeding krijgen op basis van de inkoopprijs met een kleine mark-up gebaseerd op reële kosten

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 118

De motie is afgedaan in de subsidieregeling 'bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023' van 9 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 171.

2022/2023

Motie van de leden Van Weyenberg en Grinwis over de mogelijke vormgeving van een arbeidskorting per gewerkt uur uitwerken

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 88

Motie Van Weyenberg en Grinwis is 3 februari 2023 afgedaan in de Kamerbrief met stand van zaken onderzoek aanvullende maatregelen tegen krapte op arbeidsmarkt van de minster van SZW. (referentie kamerstukken nog aanvullen, nu lijkt nog niet bekend)

2022/2023

Motie van het lid Eppink over het verlagen van de marginale lastendruk en het vereenvoudigen van het belasting- en toeslagenstelsel

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 107

Motie Eppink is 3 februari 2023 afgedaan in de Kamerbrief met stand van zaken onderzoek aanvullende maatregelen tegen krapte op arbeidsmarkt van de minster van SZW. (referentie kamerstukken nog aanvullen, nu lijkt nog niet bekend)

2022/2023

Motie-Grinwis/Maatoug over het jaarlijks actualiseren van de lijst van opmerkelijke belastingconstructies

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 99

Deze motie is afgedaan in de brief «Internetconsultatie Belastingconstucties» van 29 november 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 32 140, nr. 143.In de brief van 29 november 2022 van stas Van Rij waarin de TK wordt geinformeerd over de internetconsultatie Opmerkelijke Belastingconstructies wordt ook deze motie benoemd.Vermeld wordt dat in de kabinetsreactie op het IBO Vermogensverdeling dat op Prinsjesdag 2022 is aangegeven dat het kabinet jaarlijks een lijst met opmerkelijke belastingconstructies die als bijlage bij de Voorjaarsnota naar de TK wordt gestuurd. Voorjaarsnota 2023 wordt vòòr 1 juni naar de TK gestuurd.

2022/2023

Nader gewijzigde motie van de leden Dassen en Omtzigt over een afbakening maken van sectoren die van belang zijn voor voedselzekerheid, energiezekerheid en strategische autonomie (t.v.v. 36200-126)

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 129

Deze motie is afgedaan bij brief «Actuele situatie energie-intensieve industrie ten gevolge van sterke prijsstijgingen energie» d.d. 16.12.2022 door EZK, Kamerstuk II 2022-2023 29 826-170

2021/2022

Motie-Koffeman (PvdD) c.s. over het op orde krijgen van de ICT en bemensing van de Belastingdienst

Kamerstukken I 2021-2022, 35 788L, nr.

Deze motie is afgedaan met de Aanbiedingsbrief bij het Jaarplan Belastingdienst en de Stand van de uitvoering van 15 december 2022, Kamerstukken I 2022-2023, 31066, nr. AD.

2022/2023

Motie-Karimi (GroenLinks) c.s. over compensatie van ouders die slachtoffer zijn van discriminatie of ander onrechtmatig overheidshandelen

Kamerstukken I 2022-2023, 36151, nr. G

Dit betreft een spreek uit motie, geen reactie vanuit kabinet.

2022/2023

Motie-Verkerk (ChristenUnie) c.s. over verdubbeling van de noodvoorziening

Kamerstukken I 2022-2023, 36151, nr. J

De reactie op deze motie is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Motie-Van Apeldoorn (SP) c.s. over voldoende capaciteit bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen

Kamerstukken I 2022-2023, 36151, nr. K

De reactie op deze motie is opgenomen in hoofdstuk 5 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Motie-Van Apeldoorn (SP) c.s. over bewijs van aangegane informele leningen

Kamerstukken I 2022-2023, 36151, nr. L

De reactie op deze motie is opgenomen in hoofdstuk 4 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Motie-Prast (PvdD) c.s. over expliciteren dat onjuiste of onrechtmatige uitvoering van de wet een grondslag is voor de hersteloperatie

Kamerstukken I 2022-2023, 36151, nr. O

De reactie op deze motie is opgenomen in hoofdstuk 2 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Motie van het lis Wilders: verruimen van de werkkostenregeling naar 3 procent

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 9

Deze motie is afgedaan met de 4e nota van wijziging op het (inmiddels aangenomen) wetsvoorstel Belastingplan 2023.In de 4e nota van wijziging wordt voorgesteld om de 1e schijf van de vrije ruimte (d.i. een vrijstelling binnen de werkkostenregeling) in 2023 te verhogen naar 3%.Kamerstukken II 2022-2023, 36 202, nr. 28.

2022/2023

Motie Heerma cs: bij de oplossingen voor het mkb ook kijken naar gerichte ondersteuning van maatschappelijke voorzieningen en verenigingen

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 27

Aan Motie voldaan met het versturen van de Najaarsnota op 21 november 2022 (36250, nr 1)

2022/2023

Motie van de leden Klaver/Kuiken: een nadere uitwerking van het prijsplafond en daarbij onder andere de volumegrens en het tariefplafond ruimhartig kiezen

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 30

Aan deze motie is invulling gegeven door de eerder gecommuniceerde tarief- en plafondgrenzen te herzien en verrruimen (Kamerbrief DGKE-DE / 22500317, 4 oktober)

2022/2023

Motie lid Eerdmans: oproepen vast te houden aan het traditionele koffertje met de miljoenennota

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 40

Motie uitgevoerd, koffertje blijft.

2022/2023

Motie lid van der Plas: een extra energiecompensatie voor mensen die vanwege medische oorzaken energiekosten boven het tariefplafond hebben

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 70

Deze is opgepakt door VWS, waarbij de oplossing buiten het prijsplafond zelf ligt. Namelijk (hogere) vergoedingen vanuit zorgverzekeraars.Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal

2022/2023

Motie Koffeman (PvdD) cs over het afschaffen van de BTW op groente en fruit

Kamerstukken I 2022-2023, 36200, nr. N

Afgedaan. De Eerste Kamer is op 9 december 2022 per brief geïnformeerd (Kamerstukken I 2022-2023, 36 200 / 36 202, nr. AP).

2022/2023

Gewijzigde motie-Prast (PvdD) c.s. over gelijkstelling van kinderen en pleegkinderen

Kamerstukken I 2022-2023, 36151-Q, nr.

De reactie op deze motie is opgenomen in hoofdstuk 3 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

de motie-Romke de Jong/Maatoug over het betrekken van constructies als baby-bv's bij de uitwerking van de evaluatie van de BOR

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr. 101

Deze motie is afgedaan in de kabinetsreactie op de evaluatie van de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen van 9 december 2022. Kamerstukken II 2022/23 32637, nr. 525.In deze kabinetsreactie is vermeld dat de aanpak van babybv’slos staat van de BOR en de DSR en dat het kabinet mogelijkheden onderzoekt voor nieuw beleid om deze constructie aan te pakken, en deze laat meelopen in de invulling van de taakstellende opdracht opmerkelijke belastingconstructies.

2022/2023

de motie-Romke de Jong/Van Raan over een herziening van de Akte van Mannheim, luchtvaartverdragen en andere verdragen die belastingheffing op internationaal transport bemoeilijken

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

Deze motie wordt overgenomen door I&W.

2022/2023

de motie-Grinwis c.s. over bezien hoe de inkomstenbelasting transparanter kan worden gemaakt

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

Motie Grinwis is 3 februari 2023 afgedaan in de Kamerbrief met stand van zaken onderzoek aanvullende maatregelen tegen krapte op arbeidsmarkt van de minster van SZW. (referentie kamerstukken nog aanvullen, nu lijkt nog niet bekend)

2022/2023

Rapport van de werkgroep zelfevaluatie naar aanleiding van de toeslagenaffaire (2003–2019)

Kamerstukken I 2022-2023, CXLVIII-D, nr.

Sinds 2021 wordt bij de ontwikkeling van nieuwe fiscale wet- en regelgeving een doenvermogentoetst gedaan. Deze handzame toetst is gebaseerd op inzichten uit het WRR rapport «weten is nog geen doen» en wordt door dossierhouders ism gedragsdeskundigen toegepast.

2022/2023

Motie-Van Rooijen (36.200, AK): verzoekt de regering de verlaging van de IOAOW terug te draaien en de IOAOW derhalve weer te verhogen tot het oude niveau op 1 juli 2023

Kamerstukken I 2022-2023, 36200-AK, nr.

Deze motie levert geen dekking voor het genoemde voorstel en zal dus niet worden uitgevoerd.

2022/2023

Motie-Schalk (36.200, AL): verzoekt de regering bij de uitfasering van de IACK een redelijke overgangsregeling te hanteren, in de vorm van een stapsgewijze verlaging van de korting, en bij de behandeling van het Belastingplan 2023 de contouren daarvan te schetsen,

Kamerstukken I 2022-2023, 36200-AL, nr.

Motie is afgedaan in de Nota naar aanleding van het verslag bij het Belastingplan 2023 aan de Eerste Kamer, Kamerstukken I, 2022/23, 36 202, nr. H (Nota naar aanleiding van het verslag), p. 2-3.

2022/2023

de motie-Klaver/Kuiken over het verder verhogen van de kinderopvangtoeslag met het oog op de inflatie in 2023

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 50,, nr.

Aan deze motie is uitvoering gegeven door de minister SZW per Kamerbrief d.d. 17 januari 2023: 'Kamerbrief extra verhoging maximum uurprijzen kinderopvangtoeslag 2023". 31322-481

2022/2023

de motie-Grinwis/Inge van Dijk over uiteenzetten welke maatschappelijke meerwaarde de digitale euro boven een nationale bank in publieke handen heeft

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Zie verslag Eurogroep/Ecofinraad van 16/17 januari (Kamerstuk 21501-07, nr 1920).

2022/2023

de gewijzigde motie-Van Weyenberg/Sahla over het beperken van het gat tussen de maximumuurprijs en de gemiddelde daadwerkelijke prijs van kinderopvang

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 50,, nr.

Deze motie is ter behandeling doorgeleid naar Dossierhouder Min SZW .Op 12.01.2023 per email bevestigd door Bestuursondersteuning SZW dat SZW deze motie in behandeling neemt.

2022/2023

de motie-Azarkan c.s. over alles op alles zetten om de afhandeling van bezwaarschriften weer binnen de wettelijke termijn te laten plaatsvinden

Kamerstukken II 2022-2023, 31 0 66,, nr.

De reactie op deze motie is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Motie-Koffeman (PvdD) over chronisch zieken die veel energie moeten verbruiken

Kamerstukken I 2022-2023, 36202-K, nr.

Motie is overgenomen door VWS

Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond (niet fiscaal)

Tabel 87 Door de Staten-Generaal aanvaarde moties die nog niet zijn afgerond (niet fiscaal)

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2019/2020

Motie van het lid Pieter Heerma c.s. over de Volksbank

Kamerstukken II 2019-2020, 35 300, nr. 14

In behandeling. Wordt meegenomen bij het richtinggevende besluit over de toekomst van de Volksbank. Dit richtinggevende besluit wordt verwacht in december 2023.

2015/2016

Gewijzigde motie van de leden Merkies en Nijboer (t.v.v. 34346, nr.6) over SNS Bank in staatshanden houden

Kamerstukken II 2015-2016, 34 346, nr. 17

In behandeling. Wordt meegenomen bij het richtinggevende besluit over de toekomst van de Volksbank. Dit richtinggevende besluit wordt verwacht in december 2023.

2019/2020

Motie van de leden Ronnes en Bruins over een evaluatie van de impact van het UBO-register op de privacy van betrokkenen

Kamerstukken II 2019-2020, 35 179, nr. 12

Door de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU eind november 2022, is het register niet meer open voor het algehele publiek. Er wordt gewerkt aan een wetswijziging zoals o.a. ook aangegeven in de brief van 20 januari aan uw Kamer ( kenmerk 2022-0000328199) . Hierin zal deze motie worden meegenomen.

2020/2021

Motie van de leden Snels en Groothuizen over een onderzoek naar de samenhang tussen witwassen en belastingontwijking in Nederland

Kamerstukken II 2020-2021, 31 477, nr. 46

Deze motie is meegenomen in het onderzoek van de commissie Doorstroomvennootschappen. Het rapport van deze commissie is op 22 november 2021 gepubliceerd, tezamen met de kabinetsreactie. Daarnaast is in bijlage II bij de fiscale beleids- en uitvoeringsagenda van 3 juni 2022 aangegeven dat momenteel door het Financieel Expertise Centrum (FEC) een verkenning wordt gedaan naar een mogelijk vervolgonderzoek naar witwassen en doorstroomactiviteiten, conform de aanbeveling daartoe van de commissie Doorstroomvennootschappen. De Kamer is op 8 februari 2023 met de Kamerbrief Reactie op de aanbevelingen van de Commissie doorstroomvennootschappen geinformeerd over de stand van zaken van de opvolging van de aanbevelingen van de comissie.

2020/2021

Motie van het lid Stoffer over de privacygevolgen van het UBO-register voor anbi's

Kamerstukken II 2020-2021, 35 179, nr. 15

Door de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU eind november 2022, is het register niet meer open voor het algehele publiek. Er wordt gewerkt aan een wetswijziging zoals o.a. ook aangegeven in de brief van 20 januari aan uw Kamer ( kenmerk 2022-0000328199) . Hierin zal deze motie worden meegenomen.

2019/2020

Gewijzigde motie van het lid Baudet over nooit akkoord gaan met een voorstel waarbij Nederland garant staat voor de staatsschuld van een ander land (t.v.v. 21501-07-1672)

Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-07, nr. 1681

Doorlopend. In behandeling, er is momenteel geen sprake van een voorstel waarbij Nederland garant staat voor de staatsschuld van een ander land. In een brief van 30 maart 2022 is een reactie gegeven op de motie Omtzigt en van Haga over hetzelfde thema (Kamerstukken II, 2021-2022, 35925, nr 170).

2019/2020

Motie van het lid Alkaya over het waar nodig ondersteunen van DNB en ECB bij experimenten met digitaal centralebankgeld

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 6

In behandeling. De experimenten zijn in juli jl. afgerond: de ECB is een nieuwe fase ingegaan. De TK zal hierover in september per brief geïnformeerd worden.

2019/2020

Nader gewijzigde motie van het lid Bruins over aanscherpingen in het risicobeleid van banken onderzoeken (t.v.v. 35107-14)

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 15

In behandeling.

2019/2020

Motie van het lid Bruins over perspectief op het openen van een rekening bij de centrale bank

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 9

In behandeling, na de zomer volgt een brief over het proces richting de digitale euro.

2019/2020

Motie van het lid Bruins over richting Basel V inzetten op strengere kapitaaleisen en een hogere leverage ratio

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 10

In behandeling. Het voorstel van de Europese Commissie voor implementatie van de Bazel 3.5 eisen is in oktober 2021 gepubliceerd. Hieraan voorafgaand heeft Nederland samen met De Nederlandsche Bank een non-paper opgesteld. Het kabinet heeft zijn definitieve positie gedeeld met de Kamer via de gebruikelijke weg van een BNC-fiche. De Raadsonderhandelingen vinden momenteel plaats onder het Zweeds voorzitterschap.

2017/2018

Motie van het lid Ronnes c.s. over niet verkopen van aandelen URENCO

Kamerstukken II 2017-2018, 28 165, nr. 278

Verkoop van het Nederlandse aandeel in Urenco is niet aan de orde. Ook bij de andere aandeelhouders lijkt op dit moment geen sprake van verkoopplannen. Van verkoop van de aandelen in Urenco kan pas sprake kan zijn als de publieke belangen van non-proliferatie en veiligheid op adequate wijze zijn geborgd.

2017/2018

Gewijzigde motie van het lid Van Rooijen over toekennen van passende risicowegingen aan staatsobligaties (t.v.v. 21501-07-1520)

Kamerstukken II 2017-2018, 21 501-07, nr. 1523

Dit is reeds de positie van Nederland.

2017/2018

Motie van de leden Alkaya en Snels over de evaluatie van de financieringswijze

Kamerstukken II 2017-2018, 34 870, nr. 13

In behandeling. Dit wordt meegenomen in de evaluatie vijf jaar na inwerkingtreding van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019 (1-1-2019).

2017/2018

Motie van het lid Leijten over verzekeringen met een beleggingselement

Kamerstukken II 2017-2018, 34 770, nr. 8

In behandeling.Er zijn de afgelopen jaren veel stappen gezet om de risico’s voor consumenten die een verzekering met een beleggingscomponent sluiten te verkleinen (zie bijlage 2 bij brief van 28 juni 2019 aan de Tweede Kamer over de stand van zaken beleggingsverzekeringen aanbiedingsbrief-stand-van-zaken-beleggingsverzekeringen (1).pdf). Daarnaast heeft de AFM aandachtspunten opgesteld voor het verbeteren van de kennis- en ervaringstoets naar aanleiding van een onderzoek naar het afsluiten van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen via execution only. Hiermee hebben ook aanbieders van beleggingsverzekeringen handvatten om de kennis- en ervaringstoets aan te scherpen. Ten slotte zal ik deze motie betrekken bij het Burgerinitiatief Tijd voor transparantie, met name voor wat betreft de informatievoorziening richting consumenten.

2019/2020

Motie van het lid Sneller over de Kamer informeren over naleving van de voorwaarden voor de staatssteun

Kamerstukken II 2019-2020, 35 505, nr. 6

Doorlopend, zal worden meegenomen  in de rapportages van de staatsagent.

2020/2021

Gewijzigde motie van de leden Van den Berge en Van Nispen over de samenwerking met financiële dienstverleners intensiveren (33552-71)

Kamerstukken II 2020-2021, 33 552, nr. 78

Afgerond. De Kamer is op 8 juli 2022 geïnformeerd over de integrale aanpak van online fraude.

2020/2021

Motie van het lid Kuiken c.s. over een wettelijke verankering van tuchtrecht en een tuchtraad voor letselschadeprofessionals

Kamerstukken II 2020-2021, 33 552, nr. 77

In behandeling. De wettelijke verankering van het tuchtrecht voor verzekeraars wordt meegenomen in de reguliere wijzigingscyclus van de Wet op het financieel toezicht met een verwachte inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2024. Dit wetsvoorstel is op 1 april 2022 geconsulteerd en is momenteel aanhangig bij de Raad van State voor advies.

2020/2021

Motie van het lid Van Nispen c.s. over een wettelijke verankering van de Gedragscode Behandeling Letselschade

Kamerstukken II 2020-2021, 33 552, nr. 74

In behandeling. De Tweede Kamer is in de brief van 28 juni 2021 van de minister voor Rechtsbescherming geïnformeerd over de voortgang (Kamerstukken II 2020-2021, 33552, nr.84). Tijdens het Commissiedebat Slachtofferbeleid (1 juni 2022) heeft de minister voor Rechtsbescherming toegelicht dat de wijziging wordt meegenomen in de reguliere wijzigingscyclus van de Wet op het financieel toezicht en lagere regelgeving. FIN streeft ernaar de verankering van de gedragscode uiterlijk 1 januari 2024 af te ronden.

2020/2021

Motie van het lid Nijboer over een wijziging van de Comptabiliteitswet om het budgetrecht van de Kamer te versterken

Kamerstukken II 2020-2021, 35 830, nr. 11

In behandeling.De uitvoering van deze motie wordt betrokken bij de evaluatie van de CW 2016. Oplevering van de evaluatie staat gepland voor juli 2023.

2020/2021

de motie-Van Ballekom (VVD) over het informeren van de Kamer over de inhoud van de af te sluiten samenwerkingsovereenkomsten met FMO, RVO en Invest-NL (35529, letter Q).

Machtigingswet oprichting Invest International (35.529) letter Q.

Conform art. 8 lid 2 van de Machtigingswet oprichting Invest International zal onze minister de jaarrekening en het bestuursverslag van Invest International gelijktijdig met het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen met de Tweede Kamer delen. In de begeleidende brief zal de Kamer nader worden geïnformeerd over de samenwerking met FMO. Een afschrift van deze brief zal samen met de jaarrekening en het bestuursverslag van Invest International ook met de Eerste Kamer worden gedeeld.

2021/2022

Gewijzigde motie van het lid Ephraim c.s. over voorkomen dat het Recovery Resilience Fund een meer permanent karakter krijgt (t.v.v. 35925-118)

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 118

Doorlopend. In behandeling, er is momenteel geen sprake van een voorstel om de RRF een meer permanent karakter te geven.

2020/2021

de motie-Prast (PvdD) c.s. over het uitsluitend ondersteunen van projecten en activiteiten zonder gedolven kobalt uit Congo (35529, letter M);

Kamerstukken I 2020-2021, 35529-M, nr.

Op basis van het ESG-beleid van Invest International gaat aan iedere financiering een grondig due dilligence proces vooraf, waarin onderzoek wordt gedaan naar de hele keten. Alles wat te maken heeft met kinderarbeid wordt uitgesloten. Daarnaast werkt Invest International aan beleid op het gebied van zeldzame metalen. De kern daarvan is dat klanten moeten aantonen dat mijnbouw op verantwoorde wijze plaatsvindt, o.a. op basis van due dilligence, audit compliance, certificaten en ketenverantwoordelijkheid.

2020/2021

Motie van de leden Heinen en Alkaya over negatieve rentes voor kleine spaarders voorkomen

Kamerstukken II 2020-2021, 3254 5, , nr.

In behandeling.

2020/2021

Motie van leden van Dijk en Grinwis over het definiëren van een grensspaarsaldo voor negatieve spaarrente

Kamerstukken II 2020-2021, 3254 5, , nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Heinen c.s. over met de toezichthouder voorstellen doen om de transparantie van financiële producten te verbeteren

Kamerstukken II 2021-2022, 35 8 62,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Tony van Dijck over het niet verder verruimen van het negatieve rentebeleid

Kamerstukken II 2021-2022, 32 5 45,, nr.

17-2-23: In behandeling, brief wordt z.s.m. naar de Kamer gestuurd.

2021/2022

de gewijzigde motie-Tony van Dijck over zorg dragen voor een landelijk netwerk van servicepunten

Kamerstukken II 2021-2022, 32 5 45,, nr.

In behandeling. Binnen het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer is een Actieplan Toegankelijk Betalingsverkeer opgesteld. Een van de acties hiervan is het verbeteren van de persoonlijke aandacht op lokaal niveau, onder andere door gezamenlijke servicepunten op te richten op alternatieve locaties, zoals bibliotheken. Een ander onderdeel is het in samenwerking met maatschappelijke organisaties inventariseren van de precieze behoeften van kwetsbare groepen en het bedenken van oplossingen om aan die behoeften tegemoet te komen.

2021/2022

Motie van de leden Van Weyenberg en Maatoug over het goed monitoren van de loonontwikkeling en het aanspreken van sociale partners als lonen onvoldoende stijgen

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 154

In behandeling. De lonen worden gemonitord, en o.a. in de brief «Aanpak arbeidsmarktkrapte» van SZW (29544-1115, p. 11) zijn werkgevers opgeroepen om betere arbeidsvoorwaarden te bieden. De motie is echter nog niet formeel afgedaan.

2021/2022

Motie van de leden Van Haga en Ephraim over niet instemmen met eurobonds of andere vormen van schuldmutualisering

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 167

Doorlopend. In behandeling,er is momenteel geen sprake van een voorstel voor eurobonds of andere vormen van schuldmutualisering. In een brief van 30 maart 2022 is een reactie gegeven op de motie Omtzigt en van Haga over hetzelfde thema (Kamerstukken II 2021-2022, 35925, nr 170).

2021/2022

Motie van het lid Omtzigt over niet akkoord gaan met een gezamenlijke schulduitgifte voor nieuwe Europese fondsen en projecten

Kamerstukken II 2021-2022, 35 925, nr. 169

Doorlopend. In behandeling, er is momenteel geen sprake van een voorstel voor gezamenlijke schulduitgifte voor nieuwe Europese fondsen en projecten. In een brief van 30 maart 2022 is een reactie gegeven op deze motie (Kamerstukken II, 2021-2022, 35925, nr 170).

2021/2022

de motie-Azarkan over een onderzoek naar de risicoselecties die banken ter implementatie van de Wwft gebruiken

Kamerstukken II 2021-2022, 31 4 77,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Azarkan over het voor banken onmogelijk maken om gehele branches een bankrekening te ontzeggen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 4 77,, nr.

In behandeling.

2021/2022

Motie van de leden Alkaya en Heinen over mogelijk maken van anonieme betalingen met de digitale euro tot een bepaald maximumbedrag per transactie en per maand

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501-07, nr. 1829

In behandeling.

2021/2022

de motie-Nijboer/Van der Lee over onverkort vasthouden aan de aan KLM gestelde voorwaarden en afdwingen dat deze worden nageleefd

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 08,, nr.

In Kamerbrief derde rapportage staatsagent (Kamerstukken II 2021/22, 29232, nr. 54) wordt aangegeven welke stappen het kabinet heeft genomen en zal nemen om invulling te geven aan deze motie.

2021/2022

de motie-Alkaya over zich als aandeelhouder inspannen voor betere arbeidsvoorwaarden en een lagere werkdruk bij KLM

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 08,, nr.

In behandeling. Voor wat betreft het deel van de motie dat verwijst naar de nieuwe nota Staatsdeelnemingen, zie Kamerstukken II, 2021-2022, 28165, nr. 370.

2021/2022

de motie-Grinwis c.s. over het onderzoeken van gevolgen van de wetswijziging en het functioneren van de massaalbezwaarprocedure

Kamerstukken II 2021-2022, 32 1 40,, nr.

De Kamer zal naar verwachting in maart 2023 via een brief worden geïnformeerd over de denkrichtingen voor de korte en de lange termijn.

2021/2022

de gewijzigde motie-Alkaya over onderzoek doen naar effecten voordat er een wet rekeningrijden wordt ingediend

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In het najaar van 2022 zijn de onderzoekresultaten naar de beleidseffecten van betalen naar gebruik beschikbaar gekomen en naar de Kamer gestuurd. Begin 2023 is gestart met verdiepend effectenonderzoek. De resultaten daarvan worden voorjaar 2023 verwacht. De Kamer wordt daar t.z.t. over geïnformeerd. . De vragen in deze motie komen dan ook aan bod.

2021/2022

de motie-Nijboer c.s. over middelen pas aanwenden als getoetst is dat de gekozen aanpak effectief en doelmatig is

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In behandeling. Planning om de motie mee te laten lopen in de beantwoording van de vragen uit het SO over het IBO Publieke investeringen.Deze volgt dit voorjaar 2023.

2021/2022

de motie-Van Raan/Sneller over bij alle beleidsvoorstellen toelichten hoe ze bijdragen aan de brede welvaart

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 00,, nr.

In behandeling. Wordt meegenomen in de evaluatie van de werkwijze «Beleidskeuzes uitgelegd» die nu loopt. Verwachte oplevering is voorjaar 2023.

2021/2022

de motie-Kat/Van Raan over het monitoren van de effecten op huishoudens van de kwijtschelding van schulden

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Zoals opgenomen in de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen (Kamerstukken II 2022/23, 31066, nr. PM) zal SZW op basis van het actieplan geldzorgen, armoede en schulden van de minister van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, hier komende tijd nadere uitwerking aan geven. Daarbij wordt ook de motie van de leden Kat en Van Raan meegenomen. Zie hiervoor ook de brief van 12 juli 2022 aan de Tweede Kamer inzake actieaanpak geldzorgen, armoede en schulden van de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (24515-643).

2021/2022

Motie VVD, CDA, CU over niet instemmen met het structureel maken van de Recovery and Resilience Facility

Kamerstukken II 2021-2022, 2022 D25, nr.

Doorlopend. In behandeling,er is momenteel geen sprake van een voorstel om de RRF structureel te maken.

2021/2022

de motie-Inge van Dijk over in de monitoring van de effecten een onderscheid maken in omvang van bedrijven

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 29,, nr.

In het voorjaar van 2023 wordt door de minister van Economische Zaken en Klimaat een kamerbrief over o.a. startups verzonden. In die brief zal ook worden toegelicht hoe uitvoering wordt gegeven aan deze motie.

2021/2022

de gewijzigde motie-Romke de Jong over drie jaar na inwerkingtreding van de wet een reflectietoets uitvoeren

Kamerstukken II 2021-2022, 35 9 29,, nr.

In het voorjaar van 2023 wordt door de minister van Economische Zaken en Klimaat een kamerbrief over o.a. startups verzonden. In die brief zal ook worden toegelicht hoe uitvoering wordt gegeven aan deze motie.

2021/2022

de motie-Heinen/Alkaya over zich tevens inzetten voor een neutrale, toegankelijke digitale euro die niet programmeerbaar is

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501, nr. 07, nr. 1874

In behandeling.

2021/2022

de motie-Eppink over de middelen voor kernenergie openstellen

Kamerstukken II 2021-2022, 21 501, nr. 07, nr. 1875

In behandeling.Motie dient aan EZK te worden overgedragen.

2021/2022

de motie-Azarkan/Van Raan over de adviezen van de IBTB standaard in behandeling te nemen

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

In behandeling.

2021/2022

de motie-Inge van Dijk/Maatoug over opstellen van een contourennota

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Voor de zomer 2023 wordt een tussenrapportage aan de Tweede en Eerste Kamer gestuurd, waarna - zo is het streven - een eindrapportage in het eerste kwartaal van 2024 wordt aangeboden.

2021/2022

de motie van de leden Inge van Dijk en Werner over bij de invulling van de maatschappelijke diensttijd verkennen of en hoe jongeren ingezet kunnen worden om ondersteuning te bieden aan financieel kwetsbare inwoners

Kamerstukken II 2021-2022, 31 0 66,, nr.

Dit zal meegenomen worden bij de kabinetsreactie op de motie van het lid van Baarle over verlichten van armoedeproblematiek onder mbo-studenten (24515-659).

2021/2022

de motie-Van Weyenberg/Segers over het onderzoeken van een verzilverbare heffingskorting

Kamerstukken II 2021-2022, 36 1 20,, nr.

In behandeling.

2022/2023

de motie-Heinen c.s. over strategische onafhankelijkheid ook als publiek belang definiëren

Kamerstukken II 2022-2023, 2816 5, , nr.

De Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 wordt in handboeken nader uitgewerkt per thema. In het Handboek Aangaan deelnemingen wordt het begrip publieke belang nader geduid.

2022/2023

de motie-Van Baarle over de doelstelling van inclusie en diversiteit nader concretiseren en afrekenbaar maken binnen het deelnemingenbeleid

Kamerstukken II 2022-2023, 2816 5, , nr.

De afgelopen maanden is met de SER gesproken over op welke wijze de staat als aandeelhouder diversiteit en inclusie bij de deelnemingen verder kan bevorderen en hoe invulling kan worden gegeven aan deze motie. Hier zal nader op in worden gegaan in de kamerbrief met vooruitblik beheer staatsdeelnemingen 2023, die binnenkort naar de Kamer zal worden gezonden.

2022/2023

de motie-Omtzigt over onderzoek naar het delen van gegevens over ondernemingen, ondernemers en rechtspersonen die op zwarte lijsten staan of stonden

Kamerstukken II 2022-2023, 3106 6, , nr.

Deze moties is in behandeling.

2022/2023

de motie-Alkaya over eenieder die in FSV geregistreerd stond persoonlijk op de hoogte stellen van de tegemoetkomingsregeling

Kamerstukken II 2022-2023, 3106 6, , nr.

Deze motie is in behandeling.

2022/2023

Motie van het lid Leijten over Kifid hervormen tot een publiekrechtelijke organisatie conform de voorstellen in de initiatiefnota

Kamerstukken II 2022-2023, 35 7 27,, nr.

Het onderwerp van publiekrechtelijke invulling van het Kifid zal aan bod komen in de Kifid-evaluatie in 2024. De motie zal dus worden afgedaan met het publiceren van het evaluatierapport.

2022/2023

-de motie-Grinwis c.s. over duidelijke kaders en normen voor een meer risicogebaseerde aanpak van financieel-economische criminaliteit

Kamerstukken II 2022-2023, 32 4 54,, nr.

In behandeling. In het voorjaar van 2023 - bij de voortgangsrapportage van de beleidsagenda aanpak witwassen - zal nader worden ingegaan op de stand van zaken.

2022/2023

-de motie-Inge van Dijk/Grinwis over ervoor zorgen dat de financiële dienstverlening aan stichtingen en verenigingen laagdrempelig beschikbaar blijft

Kamerstukken II 2022-2023, 32 5 45,, nr.

In behandeling. In het voorjaar van 2023 - bij de voortgangsrapportage van de beleidsagenda aanpak witwassen - zal nader worden ingegaan op de stand van zaken.

2022/2023

-de motie-Van Weyenberg/Grinwis over zorg dragen dat consumenten uiterlijk vanaf 1 januari 2024 actief geïnformeerd worden over provisie bij het afsluiten van een schadeverzekering

Kamerstukken II 2022-2023, 32 5 45,, nr.

Uitvoering van de motie vraagt om wijziging van het Besluit gedragstoezicht financiele ondernemingen. Deze wijziging is, als onderdeel van het Wijzigingsbesluit financiele markten 2023, op 7 februari jl. aangeboden aan de Koning met het verzoek ter advisering voor te leggen aan de Raad van State.

2022/2023

-de motie-Inge van Dijk/Heinen over het in Brussel blijven agenderen van naleving en voorwaardelijkheid als belangrijke thema's in het kader van het SGP

Kamerstukken II 2022-2023, 21 501, nr. 07, nr. 1894

In behandeling.

2022/2023

Motie van de leden Heinen en Stoffer over met de Studiegroep Begrotingsruimte breed bezien hoe de begrotingsregels kunnen worden herzien

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 82

Dit wordt meegenomen door de komende Studiegroep Begrotingsruimte.

2022/2023

Motie van de leden Inge van Dijk en Stoffer over de herintroductie van zilvervlootsparen

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 94

Wij zijn in overleg met het ministerie van SZW over deze motie.

2022/2023

Motie van de leden Maatoug en Van der Plas over beleidsopties om uitgekochte bedrijven ruimhartig te compenseren, maar financiële instellingen niet

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 96

In behandeling.

2022/2023

Motie van het lid Omtzigt c.s. over bij de uitwerking van het prijsplafond een voorstel doen voor situaties waarin er meerdere huishoudens per aansluiting zijn

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 119

In behandeling. Laatste stand van zaken in brief 'Contouren regeling tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen'  van 16 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 29 023, nr. 383.

2022/2023

Motie van de leden Van Weyenberg en Nijboer over de fiscale behandeling van de inkoop van eigen aandelen kritisch tegen het licht houden

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 86

De Kamer zal naar verwachting in het tweede kwartaal van 2023 een brief ontvangen waarin wordt ingegaan op het onderzoek naar de inkoopfaciliteit voor beursfondsen in de dividendbelasting.

2022/2023

Motie van de leden Van Weyenberg en Inge van Dijk over een uitvoeringsplan voor de nieuwe financieringssystematiek voor decentrale overheden

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 89

In behandeling. Zoals opgenomen in de Kamerbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken op 7 oktober 2022 (Kamerstukken II 2022-2023, 36200-B, nr. 10) is het voornemen de kamer in het voorjaar van 2023 te informeren over de stand van zaken.

2022/2023

Motie van de leden Grinwis en Inge van Dijk over de Kamer in de eerste helft van 2023 informeren over stappen om het belasting- en toeslagenstelsel te vereenvoudigen

Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 100

Voor zomer 2023 wordt een ambtelijk adviesrapport aan de Kamer gestuurd. Na de zomer volgt een brief van het kabinet met voorstellen op basis van dit rapport.

2022/2023

Motie van de leden Van Weyenberg en Maatoug over een plan van aanpak om de toeslagen in 2030 afgeschaft te hebben

Kamerstukken II 2022-2023, 3620 0, , nr.

Voor de zomer 2023 wordt een tussenrapportage aan de Tweede en Eerste Kamer gestuurd, waarna - zo is het streven - een eindrapportage in het eerste kwartaal van 2024 wordt aangeboden.

2022/2023

de motie-Idsinga/Stoffer over de noodzaak evalueren van de verfijning van de categorie «overig»

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

Verzoek om verfijning van de categorie overige bezittingen binnen box 3 voor de jaren 2024 en 2025 te onderzoeken. Dit onderzoek loopt. De Kamer zal vóór 1 mei 2023 over de uitkomsten geïnformeerd worden.

2022/2023

de motie-Idsinga c.s. over bij toekomstige fiscale beleidswijzigingen de effecten daarvan op het vestigingsklimaat beschrijven

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

Dit is een doorlopende motie. Bezien wordt of en hoe dit ingepast kan worden in de jaarlijkse cyclus van wetgeving.

2022/2023

de motie-Idsinga c.s. over een uitgebreide en geactualiseerde marktverkenning naar nieuwe zero-emissiebusjes

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

Motie verzoekt om een marktverkenning voor het zomerreces 2024. Deze marktverkenning wordt voorzien uitgevoerd te gaan worden in de eerste helft van 2024.

2022/2023

de motie-Romke de Jong over een strategisch bestuurlijk kader voor de borging van de invoering van een stelsel over daadwerkelijk rendement

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

Zal worden beantwoord met een kamerbrief, die naar verwachting februari 2023 wordt verzonden.

2022/2023

de motie-Romke de Jong/Van Weyenberg over het onderzoeken van het vormgeven van een miljonairsbelasting in het licht van uitvoerbaarheid en fiscaal-juridische houdbaarheid

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02, nr. 102

Zal worden beantwoord met een kamerbrief, die naar verwachting februari 2023 wordt verzonden.

2022/2023

de motie-Romke de Jong/Van Ginneken over werkgevers beter faciliteren om hun werknemers ov-abonnementen te verstrekken

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

In behandeling

2022/2023

de motie-Nijboer/Maatoug over een eenduidig beleid voor dekking van incidentele maatregelen door structurele belastingmaatregelen

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

De motie Nijboer Maatoug zal worden beantwoord via een kamerbrief. Deze wordt in de eerste helft van 2023 aan de kamer verzonden.

2022/2023

de motie-Inge van Dijk c.s. over een onderzoek naar fiscale belemmeringen bij stoppersregelingen voor agrariërs

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

In het voorjaar van 2023 zal de Tweede Kamer nader worden geïnformeerd over opvolging van de motie 36 202, nr. 108.

2022/2023

de motie-Inge van Dijk c.s. over onderzoek naar toepassing van de fiscale faciliteiten voor anbi's op verenigingen

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr. 110

In behandeling

2022/2023

de motie-Maatoug c.s. over het toevoegen van een evaluatie- en een horizonbepaling aan fiscale regelingen

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

Uit de Rijksbegrotingsvoorschriften en de begrotingsregels van het kabinet volgt dat bij nieuwe fiscale regelingen en regelingen die geëvalueerd worden het toetsingskader fiscale regelingen wordt toegepast. Dit vereist ook tenminste de afweging om al dan niet een evaluatie- en horizonbepaling op te nemen. De komende tijd wordt bezien of en hoe er, aanvullend op voorgaande, geleidelijk evaluatie- en horizonbepalingen kunnen worden toegevoegd aan bestaande regelingen. De uitwerking hiervan wordt voor de zomer met de Kamer gedeeld.

2022/2023

de motie-Van Raan/Romke de Jong over een bespiegeling toevoegen over de bijdrage van het pakket Belastingplan aan de brede welvaart

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

Wordt meegenomen bij de indiening van het pakket Belastingplan 2024 op Prinsjesdag 2023.

2022/2023

de motie-Stoffer c.s. over onderzoeken of de belastingheffing in de categorie «overige bezittingen» realistischer vormgegeven kan worden

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 02,, nr.

Verzoek om verfijning van de categorie overige bezittingen binnen box 3 voor de jaren 2024 en 2025 te onderzoeken. Daarbij de volgende opties meenemen: het invoeren van een forfaitaire vermogenssamenstelling in deze vermogenscategorie; een tegenbewijsregeling; het invoeren van een realistisch rendementspercentage voor vermogensbestanddelen waar een wettelijk maximum voor geldt. Dit onderzoek loopt. De Kamer zal vóór 1 mei 2023 over de uitkomsten geïnformeerd worden.

2022/2023

motie-Prast (36.200, AO): verzoekt de regering te voorkomen dat banken een rekening weigeren of eenzijdig opheffen zonder dat daar vanuit perspectief van witwassen een gerechtvaardigde reden voor is,

Kamerstukken I 2022-2023, 36200-AO, nr.

De motie is in behandeling. In het voorjaar van 2023 - bij de voortgangsrapportage van de beleidsagenda aanpak witwassen - zal nader worden ingegaan op de stand van zaken.

2022/2023

In EU-verband heffing o.b.v. solidariteit bij onvoorziene overwinsten door extreme omstandigheden

Kamerstukken II 2022-2023, 36 235, nr. 8

Ambtelijk zijn de verkenningen gestart

2021/2022

Motie van het lid Van Haga c.s. over bescherming van de privacy van aandeelhouders in het UBO-register

Kamerstukken II 2021-2022, 3572 4, , nr.

Door de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU eind november 2022, is het register niet meer open voor het algehele publiek. Er wordt gewerkt aan een wetswijziging zoals o.a. ook aangegeven in de brief van 20 januari aan uw Kamer ( kenmerk 2022-0000328199) . Hierin zal deze motie worden meegenomen.

2022/2023

de motie-Idsinga over inzichtelijk maken wat relevante landen nog meer doen ten aanzien van start- en scale-ups

Kamerstukken II 2022-2023, 35 9 29,, nr.

Uit de Kabinetsreactie van 9-12: In dit kader is tijdens het debat over de Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten van 21 juni 2022 door het lid Idsinga (VVD) een motie ingediend.6 Daarin wordt verzocht om verder inzichtelijk te maken wat een aantal relevante landen op fiscaal of ander gebied nog meer doen ten aanzien van start?en scale-ups en vervolgens beleidsopties te schetsen. Deze motie is op verzoek van het kabinet aangehouden, omdat ik eerst het gesprek met de minister van EZK hierover wilde voeren. Zoals hierboven aangegeven, zal het kabinet ten aanzien van het vestigingsklimaat voor start-ups en scale-ups dergelijke opties verkennen en uw Kamer daarover begin volgend jaar nader informeren. Indien de motie in stemming gebracht wordt, wil ik deze daarom oordeel Kamer laten.

2022/2023

de motie-Heinen c.s. over onderuitputting inzetten voor openstaande dekkingsopgaven

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 50,, nr.

Besloten is om dit te laten terugkomen in de Voorjaarsnota 2023.

2022/2023

de motie-Inge van Dijk/Grinwis over een Bruto Vrijwilligers Product als bijlage bij de Miljoenennota

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 50,, nr.

In behandeling.

2022/2023

de motie-Grinwis c.s. over het in de budgettaire besluitvorming meewegen van de gevolgen van inflatieverbreding en -verdieping voor primaire levensbehoeften

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 50,, nr.

Zal worden afgedaan met een kamerbrief over exit-/afbouwstrategie eind februari.

2022/2023

de motie-Alkaya/Heinen over zeker stellen dat de uitspraken in de motie-Heinen/Alkaya (21501-07, nr. 1874) en de motie-Alkaya/Heinen (21501-07, nr. 1829) een plek krijgen in de verordening van de Europese Commissie

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

In behandeling

2022/2023

de motie-Alkaya over onderzoeken of een andere rechtsgrondslag voor de introductie van een digitale euro, waarbij unanimiteit in de Raad vereist is voor besluitvorming, niet méér voor de hand ligt

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Wordt meegenomen in de Kamerbrief over de digitale euro (uiterlijk eerste kwartaal 2023).

2022/2023

de motie-Van der Plas over het gebruik van contant geld waarborgen en in 2023 een effectanalyse uitvoeren

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Momenteel is er een onderzoek gaande naar de toekomstge inrichting van de chartale infrastructuur. Hierin wordt het vraagstuk over de borging van contant geld meegenomen. Wij verwachten voor de zomer het onderzoek en een bijgaande brief naar de Tweede Kamer te sturen.Ten aanzien van de digitale euro en de impact daarvan: de Europese Commissie heeft aangegeven voor de zomer met een voorstel te komen. Afhankelijk van het voorstel is hiervan de impact te bepalen.

2022/2023

de motie-Grinwis/Heinen over de voorkeur voor een account-based toepassing van de digitale euro laten varen en openstaan voor alternatieven

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

In behandeling

2022/2023

de motie-Grinwis/Heinen over uiteenzetten of het binnen de huidige verdragsrechtelijke bepalingen al dan niet mogelijk is dat de ECB zich de rol van aanbieder gaat aanmeten

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Wordt meegenomen in de Kamerbrief over de digitale euro (uiterlijk eerste kwartaal 2023).

2022/2023

de motie-Van Weyenberg c.s. over zorgen en vragen over de digitale euro meenemen in gesprekken in Europees verband

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Doorlopend

2022/2023

de motie-Van Weyenberg over het zich in Europees verband blijvend inzetten voor een Europese uitvoering met publieke waarborgen van een eventuele digitale euro

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Doorlopend

2022/2023

de motie-Gündogan/Van Weyenberg over het garanderen van transparante en eerlijke publieke voorlichting over de digitale euro

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

In de aankomende Kamerbrief digitale euro (eind Q1) worden de stand van zaken omtrent deze motie toegelicht.

2022/2023

de motie-Ephraim over het door de regering uitspreken dat Nederland nooit zal deelnemen aan een programmeerbare digitale euro

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Wordt meegenomen in de Kamerbrief over de digitale euro (uiterlijk eerste kwartaal 2023).

2022/2023

de motie-Ephraim over het bevestigen en communiceren dat het uitfaseren van contant geld niet aan de orde is

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

In behandeling.

2022/2023

de motie-Dassen over in Europees verband bepleiten dat de digitale euro volledig gestoeld dient te zijn op Europese infrastructuur

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Doorlopend

2022/2023

de motie-Dassen over in Europees verband inzetten op een duidelijke geopolitieke strategie achter de implementatie van de digitale euro

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Wordt meegenomen in de Kamerbrief over de digitale euro (eind Q1).

2022/2023

de motie-Van Houwelingen over een brief waarin wordt aangegeven hoe het kabinet in Europees verband probeert te voorkomen dat de digitale euro in de toekomst een bestedingsdoel of een vervaldatum krijgt

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Wordt meegenomen in de Kamerbrief over de digitale euro (uiterlijk eerste kwartaal 2023).

2022/2023

de motie-Van Houwelingen over zich in Europees verband inzetten voor het wettelijk onmogelijk maken van een vervaldatum of bestedingsdoel van de digitale euro

Kamerstukken II 2022-2023, 27 8 63,, nr.

Wordt meegenomen in de Kamerbrief over de digitale euro (uiterlijk eerste kwartaal 2023).

2022/2023

de gewijzigde motie-Inge van Dijk c.s. over onderzoek naar extra financiële steun voor mensen met een beperking en chronisch zieken

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 00,, nr.

In behandeling.

2022/2023

de motie-Grinwis/Van Weyenberg over een meldpunt voor binnenlandse PEP's over onjuiste toepassing van de Wwft

Kamerstukken II 2022-2023, 32 5 45,, nr.

Deze motie zal worden meegenomen in de uitwerking van de actiepunten die ten aanzien van PEPs zijn geformuleerd in de beleidsagenda witwassen.

2022/2023

de gewijzigde motie van het lid Klaver c.s. over het berekenen van de totale omvang van fossiele subsidies in Nederland

Kamerstukken II 2022-2023, 36 2 50,, nr.

Het kabinet zal de Kamer in het voorjaar van 2023 informeren over de wijze waarop het kabinet voornemens is de transparantie over de omvang van de fossiele subsidies verder te vergroten.

2022/2023

de motie-Azarkan c.s. over het opnemen van een planning met concreet tijdpad in de voortgangsrapportages

Kamerstukken II 2022-2023, 31 0 66,, nr.

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen: In hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022 staan de werkzaamheden van de Bezwaarschriftenadviescommissie beschreven. Een planning voor de CWS wordt opgenomen in de volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.

2022/2023

de gewijzigde motie-Azarkan c.s. over het uiterlijk in april 2023 optuigen van een regeling voor de groep ex-partners

Kamerstukken II 2022-2023, 31 0 66,, nr.

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen: Deze motie zal formeel worden afgedaan bij indiening van het aanvullend wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen.

2022/2023

de motie-Kat c.s. over het ontwikkelen van een schuldhulpverleningsaanbod voor de jongeren en jongvolwassenen van de kindregeling

Kamerstukken II 2022-2023, 31 0 66,, nr.

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen: Een stand van zaken betreffende deze motie is opgenomen in de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.

2022/2023

de motie-Inge van Dijk c.s. over het onderzoeken van mogelijkheden om voor de dossiers relevante informatie te kunnen uitwisselen

Kamerstukken II 2022-2023, 31 0 66,, nr.

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen: Een stand van zaken betreffende deze motie is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.

2022/2023

Motie-Koffeman (PvdD) over de marginale belastingdruk

Kamerstukken I 2022-2023, 36202-I, nr.

De motie zal worden meegenomen voorjaars- en augustusbesluitvorming. Kan worden afgedaan met Belastingplan 24.

2022/2023

Motie-Koffeman (PvdD) over de implementatie van de aanbevelingen uit het Ex'tax Project

Kamerstukken I 2022-2023, 36202-N, nr.

Het ministerie van Financiën onderzoekt de aanbevelingen van Ex'Tax en is hierover met Ex'Tax in gesprek. De Eerste Kamer zal hier voor de zomer 2023 over worden geïnformeerd.

2022/2023

Motie-Schalk (SGP) c.s. over de uitvoering van de eerder aangenomen motie inzake de Inkomensafhankelijke Combinatiekorting

Kamerstukken I 2022-2023, 36202-S, nr.

Voorstellen voor een alternatief afbouwtraject voor de IACK lopen mee in de voorjaarsbesluitvorming. De Kamer zal hierover in de voorjaarsnota worden geïnformeerd.

2022/2023

Motie-Otten (Fractie-Otten) over fiscale belemmeringen bij schenkingen vanuit een vennootschap aan ANBI's

Kamerstukken I 2022-2023, 36202-U, nr.

In behandeling

2022/2023

Motie-Essers (CDA) c.s. over de aftopping van de periodieke giftenaftrek

Kamerstukken I 2022-2023, 36202-T, nr.

In behandeling

2022/2023

Motie van het lid Van der Plas over het gebruik van contant geld waarborgen en in 2023 een effectanalyse uitvoeren

Kamerstukken II 2022-2023, 27 863, nr. 113

Momenteel is er een onderzoek gaande naar de toekomstge inrichting van de chartale infrastructuur. Hierin wordt het vraagstuk over de borging van contant geld meegenomen. Wij verwachten voor de zomer het onderzoek en een bijgaande brief naar de Tweede Kamer te sturen.Ten aanzien van de digitale euro en de impact daarvan: de Europese Commissie heeft aangegeven voor de zomer met een voorstel te komen. Afhankelijk van het voorstel is hiervan de impact te bepalen.

Door bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond (fiscaal)

Tabel 88 Door bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond (fiscaal)

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2018/2019

Toezegging onderzoeken aanpassing fbi-regime voor vastgoed-fbi’s

Kamerstukken II 2018-2019, 35 028, nr. 21, blz. 45

Op 7 juli 2022 is het rapport van SEO met de uitkomsten van de evaluatie van de regelingen voor de fiscale beleggingsinstelling (fbi) en de vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi) in de vennootschapsbelasting naar de Tweede Kamer verzonden. In de aanbiedingsbrief bij dit rapport is aangegeven dat de komende periode zal worden gebruikt om de verschillende oplossingsrichtingen die in rapport worden aangedragen nader te bestuderen en dat het kabinet in het najaar een inhoudelijke reactie en beleidsvoornemens kenbaar zal maken.

2018/2019

Toezegging voortgang pseudonimiseren

Kamerstukken II 2018-2019, 32 761, nr. 131, p. 11

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Stand van zaken» van 2 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1100

2019/2020

Toezegging brief over strikte wetgeving rondom verzuimboetes

Kamerstukken II 2019-2020, 31 066, nr. 532, blz. 59

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Verzuimboetebeleid» van 4 oktober 2022, Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 1119.

2020/2021

Toezegging informeren over Country-by-Country reporting

Kamerstukken II 2020/21, 25 087, nr. 269, p. 55 en p. 57.

Onderzoek is in behandeling.

2020/2021

Toezegging beleid Belastingdienst t.a.v. schulden en beslagvrije voet

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Voortgang op toezeggingen herijking invorderingsstrategie en hervoverwegingen stroomlijnen Rood-Blauw» van 25 maart 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 24 515, nr. 619.

2020/2021

Toezegging ICT-capaciteit voor uitvoeren nieuw beleid Belastingdienst

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

Deze toezegging is afgedaan in de bijlage «Uitvoerbaarheid: inzicht in samenloop uitvoering belastingdienst en uiterste data parameteraanpassingen Belastingdienst, Douane en Toeslagen» bij de brief «Aanbiedingsbrief Belastingplan» van 22 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 202, nr. 3.

2020/2021

Toezegging communicatie over uitvoeringstoetsen

Tweede Kamer, WGO Jaarverslag/Slotwet Financiën en Nationale Schuld IX 2020, 24 juni 2021

Afgedaan middels de brief Uitvoerbaarheid: inzicht in samenloop uitvoering Belastingdienst en uiterste data parameteraanpassingen Belastingdienst, Douane en Toeslagen van 20 september 2022, Kamerstuk II 2021-2022, 36202-6

2020/2021

Toezegging mogelijkheden uitvoeringstoetsen naar voren te halen in de tijd

Tweede Kamer, WGO Jaarverslag/Slotwet Financiën en Nationale Schuld IX 2020, 24 juni 2021

Afgedaan middels de brief Uitvoerbaarheid: inzicht in samenloop uitvoering Belastingdienst en uiterste data parameteraanpassingen Belastingdienst, Douane en Toeslagen van 20 september 2022, Kamerstuk II 2021-2022, 36202-6

2020/2021

Toezegging nader onderzoek naar fiscale regelingen in algemene zin

Kamerstukken II 2021/22, 31 066, nr. 877 , p. 48.

Afgedaan via Kamerstuk 32140 nr 140, kamerbrief onderzoek en plan van aanpak fiscale regelingen.

2020/2021

Toezegging Monitor Klimaatbeleid

Kamerstukken II 2020-2021, 35 575, nr. 6,  p. 11

Deze toezegging is afgedaan in memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Belastingplan 2023 (Kamerstukken II 2022-2023 36202 nr.3 pagina 47).

2020/2021

Toezegging Doenvermogen

Kamerstukken I 2020-2021, 35 572, nr. 8, blz. 3

Bij de ontwikkeling van nieuwe fiscale wet- en regelgeving wordt sinds 2021 de doenvermogentoets toegepast. Hierbij worden eventuele aandachtspunten rondom begrijpelijkheid en doenlijkheid voor burgers en ondernemers in kaart gebracht. Zie o.a. Kamerstuk 31731. Hiernaast wordt ook standaard een adminstratieve lastentoets uitgevoerd.

2019/2020

De staatssecretaris zegt toe de ministeriële regeling, waarin de nadere regels voor de hardheidsregeling staan, eind juni naar de Kamer te kunnen sturen. De in een ministeriële regeling opgenomen compensatieregeling volgt later.

Kamerstukken II 2019-2020, 35 468, nr. 11.

Dit is opgenomen in de twaalfde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2022-2023, 31066, nr. 1123.Een concept van de ministeriële regeling met de nadere regels voor de hardheidsregeling is op 8 juni 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd (35468 nr. 10). De definitieve ministeriële regeling met die nadere regels is op 1 juli 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd (35468 nr. 44). De compensatieregeling is in zijn geheel opgenomen in de voorgestelde Wet hersteloperatie toeslagen. Met inwerkingtreding van die wet is er geen noodzaak en grondslag meer voor de ministeriële regeling. Vanwege de werking van artikel 8.6 van dat wetsvoorstel is er ook geen noodzaak meer voor een ministeriële regeling met terugwerkende kracht.

2019/2020

De staatssecretaris zegt toe in de tweede helft van dit jaar het beleidsbesluit Compensatieregeling CAF 11 en vergelijkbare (CAF-) zaken d.d. 25 mei om te zetten in een ministeriële regeling. De staatssecretaris beoogt daarbij geen enkel verschil tussen het Besluit en de ministeriële regeling. Het i

Kamerstukken II 2020-2021, 35 468, nr. 39.

Hierover is gerapporteerd in de 12e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2022/23, 31066, nr. PM.De compensatieregeling is in zijn geheel opgenomen in de voorgestelde Wet hersteloperatie toeslagen. Met inwerkingtreding van die wet is er geen noodzaak en grondslag meer voor de ministeriële regeling. Vanwege de werking van artikel 8.6 van dat wetsvoorstel is er ook geen noodzaak meer voor een ministeriële regeling met terugwerkende kracht.

2020/2021

De staatssecretaris zegt toe in de loop van volgend jaar te onderzoeken in hoeverre een overzicht kan worden gemaakt van enerzijds ouders die in het verleden bij een beroepsprocedure betrokken zijn geweest en anderzijds ouders die zich voor herstel hebben gemeld.

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 805.

Hier is over gerapporteerd in de 11e voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe om de invorderingsstrategie te herijken.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Invorderingsstrategieën Belastingdienst en Toeslagen» van 23 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1161

2021/2022

Bereid om uit te laten uitrekenen/uitzoeken wat de (inverdien)effecten zijn van de verlaging van de accijnzen op benzine (met name betrekking tot grenseffecten).

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Onderzoek loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

2021/2022

Of toeslagenangst een rol speelt bij niet gebruik van toeslagen (voor motie Grinwis, niet-gebruik toeslagen)

Kamerstukken II 2021/22, 35925, nr. 93

In de externe evaluatie van de AWIR die in 2022 is uitgevoerd zijn schattingen gemaakt van het niet-gebruik van verschillende toeslagen.  Hieruit concludeert het onderzoeksbureau dat het niet-gebruik van de zorgtoeslag in de periode 2015-2020 constant is gebleven rond de 10-11%. Het niet-gebruik van het kindgebonden budget is over de periode 2016-2020 afgenomen van 17% naar 7%. Het onderzoeksbureau schat het niet-gebruik van de kinderopvangtoeslag in als vermoedelijk beperkt. Niet-gebruik van de huurtoeslag is toegenomen van 10% in 2017 tot 13% in 2020. Deze toename wordt toegeschreven aan het afschaffen van de inkomensgrenzen in de huurtoeslag per 2020. Verder concludeert het onderzoeksbureau dat de kinderopvangtoeslagaffaire niet lijkt te hebben geleid tot meer niet-gebruik.Hiernaast is er in 2021 een pilot gedaan over het niet-gebruik van de zorgtoeslag. Hierbij is een steekproef van niet-gebruikers erop geattendeerd dat zij in het afgelopen jaar recht hadden op de zorgtoeslag. De resultaten wijzen erop dat deze interventie een groot positief effect heeft op het aanvragen van de zorgtoeslag. Dit hangt mogelijk samen met het feit dat er hierbij geen risico was op terugvorderingen omdat de brief zag op toeslagenrecht over het afgelopen jaar.Uit literatuuronderzoek van het interdepartementale Behavioural Insights Netwerk Nederland (2021) blijkt dat angst, o.a. angst voor terugvorderingen, ook een belangrijke reden kan zijn voor mensen om geen toeslagen te gebruiken, zie o.a. de volgende studie van Simonse et al. (2022).

2021/2022

Toezegging opknippen BV's

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Opsplitsen vanwege het lage Vpb-tarief en CbCR-statistieken» van 27 september 2022, kenmerk 2022Z17836.In behandeling. In de Kamerbrief van 28 juni 2022 over het monitoren van belastingontwijking (Kamerstukken II 2021/22, 25087, nr. 294) is aangegeven dat het fiscaal opsplitsen van activiteiten over zelfstandig belastingplichtige lichamen momenteel wordt geanalyseerd. Het resultaat van dit onderzoek zal naar verwachting vóór Prinsjesdag aan de Kamer worden aangeboden.

2021/2022

Toezegging administratieve lasten bij fiets van de zaak

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Afgedaan: Brief is verzonden. Kamerstukken II 2022/23, 2023Z01934. Administratieve lasten fiets van de zaak | Tweede Kamer der Staten-Generaal

2021/2022

Toezegging no-cure-no-pay problematiek woningen

Kamerstukken I 2021-2022, , nr.

In behandeling. Opgenomen in Kamerbrief met aanvullende kabinetsreactie op het WODC-rapport "Van beroep in bezwaar, onderzoek naar werkwijze en verdienmodel no cure no pay-bureaus in WOZ en BPM". Brief wordt na het zomerreces aan de Kamer toegestuurd met een afschrift naar de Eerste Kamer.

2021/2022

De effecten van de accijnsverlaging in de grensstreek monitoren, en de Kamer in najaar informeren, als ook het Belastingplan naar de Kamer komt.

Kamerstukken II 2021-2022, 31066, nr. 999

Onderzoek loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

2021/2022

Naar aanleiding van de evaluatie van de BOR terugkomen op de aspecten van vermogensverdeling en de vragen van de Kamer hierover.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Deze toezegging is afgedaan in de brief  "Kabinetsreactie rapport IBO vermogensverdeling" van 20 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200-IX, nr. 4, en in de brief «Kabinetsreactie evaluatie fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen» van 9 december 2022,kenmerk 2022Z 24828.

2021/2022

De Staatssecretaris zal het onderzoek over accijnzen op producten met het Belastingplan aan de Kamer sturen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

Onderzoek loopt en wordt rond Prinsjesdag opgeleverd en gedeeld met de Kamer. Kamer geïnformeerd middels brief (Kamerstukken II 2021-2022, 35927, nr. 128)

Door de bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond (fiscaal)

Tabel 89 Door de bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond (fiscaal)

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2013/2014

Toezegging vereenvoudiging fiscale regeling chronisch zieken en gehandicapten

Kamerstukken II 2013-2014, 33 752, nr. 78, blz. 8

De minister voor Langdurige zorg en Sport heeft op 15 september 2022, mede namens de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst, het rapport van de evaluatie van de fiscale aftrek specifieke zorgkosten en de regeling tegemoetkoming specifieke zorgkosten aan de Tweede Kamer aangeboden. Het kabinet komt op een later moment met een inhoudelijke reactie op dit rapport.

2017/2018

Toezegging bij volgende evaluatie eigenwoningregeling ook werking afschaffen wet Hillen meenemen

Handelingen II 2017-2018, nr. 25, item 9, p. 8

Wordt nog niet in behandeling genomen, pas wanneer de eerstvolgende evaluatie van de eigenwoningregeling plaatsvindt.

2018/2019

Toezegging betrekken Smart Charging in evaluatie energiebelasting

Kamerstukken II 2018-2019, 32 140, nr. 58, blz. 57

Het ministerie van Financiën onderzoekt wat de mogelijkheden zijn om dubele heffing van de energiebelasting te voorkomen bij bi-directioneel laden. Uitkomsten van dit onderzoek worden naar verwachting voor de zomer 2023 naar de Tweede Kamer verzonden.

2019/2020

Toezegging monitoren documentatieplicht

Handelingen II 2019-2020, nr. 23, item 8 p. 18

De maatregelen uit ATAD2 zijn in werking getreden per 1 januari 2020. Betrouwbare uitspraken over de impact kunnen worden gedaan naarmate enige tijd is gevorderd en ervaring is opgedaan. De gevolgen van de implementatie van de documentatieverplichting uit ATAD2 op de administratieve lasten van het mkb zullen daarom worden meegenomen in een bredere rapportage over de gemonitorde gegevens die verband houden met de maatregelen die voortvloeien uit ATAD1. Dit wordt in 2024 aan Uw Kamer verzonden. Zie Kamerbrief 'Prinsjesdagbrief fiscale moties en toezeggingen aan de Tweede Kamer', Kamerstukken II 2021/22, 35 925-IX, nr. 4.

2019/2020

Toezegging effecten artikel 16:7 in voortgangsrapportage (grensoverschrijdende constructies)

Kamerstukken I 2019-2020, 35 255, nr. C, blz. 6

In behandeling.

2019/2020

Toezegging informeren over actualisatie forfaits

Kamerstukken II 2019-2020, 32 140, nr. 68

Vier forfaits die betrekking hebben op de leegwaarderatio worden met het Belastingplan 2023 geactualiseerd. Twee forfaits in de BPM worden met de Eindejaarsregeling 2022 geactualiseerd.Voor de overige tweeëntwintig te actualiseren forfaits lopen momenteel onderzoeken.

2019/2020

Toezegging informeren EK over effecten documentatieverplichting op administratieve lasten

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 12, p. 22

De maatregelen uit ATAD2 zijn in werking getreden per 1 januari 2020. Betrouwbare uitspraken over de impact kunnen worden gedaan naarmate enige tijd is gevorderd en ervaring is opgedaan. De gevolgen van de implementatie van de documentatieverplichting uit ATAD2 op de administratieve lasten van het mkb zullen daarom worden meegenomen in een bredere rapportage over de gemonitorde gegevens die verband houden met de maatregelen die voortvloeien uit ATAD1. Dit wordt in 2024 aan Uw Kamer verzonden. Zie Kamerbrief 'Prinsjesdagbrief fiscale moties en toezeggingen aan de Tweede Kamer', Kamerstukken II 2021/22, 35 925-IX, nr. 4.

2020/2021

Toezegging informeren voortgang actualisatie forfaits

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 31 066, nr. 767

Vier forfaits die betrekking hebben op de leegwaarderatio worden met het Belastingplan 2023 geactualiseerd. Twee forfaits in de BPM worden met de Eindejaarsregeling 2022 geactualiseerd.Voor de overige tweeëntwintig te actualiseren forfaits lopen momenteel onderzoeken.

2020/2021

Toezegging uitkomsten haalbaarheidstoetsen ontvlechting

Tweede Kamer, Commissiedebat Belastingdienst, 22 juni 2021

Deze toezegging is in behandeling.

2020/2021

Toezegging monitoren terugbetaling belastingen

Tweede Kamer, Debat over het economisch steunpakket, 2 juni 2021

Deze toezegging is in behandeling.

2020/2021

Toezegging ontwikkelingen terugbetalingen van belastingen gedurende vijfjaarstermijn

Tweede Kamer, Debat over het economisch steunpakket, 2 juni 2021

Deze toezegging is in behandeling.

2019/2020

Toezegging evaluatie btw elektronische publicaties

Aanhangsel Handelingen II 2019-2020, nr. 4074

De btw-verlaging voor e-publicaties wordt meegenomen in de evaluatie van het verlaagde btw-tarief, deze wordt naar verwachting in maart 2023 naar de kamer verzonden.

2020/2021

Toezegging onderwerpen online aanbieders aan kansspelbelasting

Kamerstukken II 2021/22, 31 066, nr. 877 , p. 48.

In behandeling.

2020/2021

Toezegging Klimaat EV stimulering/laadpalen

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 17, p. 85

In het najaar van 2022 is een tussenevaluatie van het stimuleringsbeleid van emissievrije personenauto's uitgevoerd. Deze tussenevaluatie zal in het eerste kwartaal van 2023 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. De eindevaluatie is voorzien in 2024. In beide evaluaties zal  ook aandacht worden besteed aan de investeringszekerheid voor eigenaren van laadinfrastructuur en emissievrije personenauto's.

2020/2021

Toezegging Structureel verlies

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 17, p. 115-116 en 117 en 127

In kamerbrief  'Monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking' (Kamerstukken II 2021-2022, 25 087, nr. 294) heeft het kabinet aangegeven dat dit onderzoek eind 2022 gereed zal zijn. Inmiddels is duidelijk dat dit niet gehaald wordt, en dat het onderzoek begin 2023 naar de Kamer wordt verzonden.

2020/2021

Toezegging Belastingheffing EU

Kamerstukken II 2020-2021, 35 575, nr. 6, p. 4

In behandeling.

2020/2021

Toezegging Evaluatie OVB

Kamerstukken II 2020-2021, 35 576, nr. 6, p. 36

In behandeling. Evaluatie is gepland in 2024.

2020/2021

Toezegging Vrijstelling voor scholing

Kamerstukken II 2020-2021, 35 572, nr. 23 p. 7

In behandeling. Evaluatie wordt nu opgestart.

2020/2021

Toezegging earningsstrippingsmaatregel / hybride mismatches

Kamerstukken I 2020-2021, 35 572, nr. 8, blz. 16

In behandeling. Vooralsnog geen signalen bekend dat de samenloop tot problemen leidt. De wenselijkheid van wetsaanpassing wordt nader bezien.

2020/2021

Toezegging Evaluatieverslagen KOT

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 742

Dit is een lopende toezegging, de evaluatie zal niet voor 2024 plaatsvinden.

2018/2019

Toezegging Wetsvoorstel inzake de informatiebeschkking

Kamerstukken II 2018-2019, 32 140, nr. 51, p.7

Er wordt een nieuw onderzoek naar de werking van de informatiebeschikking ingesteld. Mede in het licht van de maatschappelijke ontwikkelingen vormt het inmiddels gedateerde evaluatierapport uit 2016 voor de Staatssecretaris onvoldoende basis om de informatiebeschikkingsprocedure op dit moment te wijzigen. De opzet van het onderzoek wordt op dit moment uitgewerkt. De Kamer wordt in het voorjaar van 2023 geïnformeerd over de stand van zaken en, zo mogelijk, wordt de onderzoeksopzet daarbij gedeeld.

2020/2021

Toezegging Verkenning deformalisering aangifteproces

Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 820, pp. 3-4.

In onder andere de brief bij het belastingplanpakket 2023 is vermeld dat wordt gestreefd naar een oplossing waarmee deformalisering en de verbetering van de massaalbezwaarprocedure gezamenlijk goed tot uiting komen. In maart 2023 zal via een brief de Kamer worden geïnformeerd over de denkrichtingen voor de korte en de lange termijn.

2019/2020

Toezegging Administratieve lasten ATAD2 meenemen in monitoring maatregelen belastingontwijking

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 12, blz. 22.

De maatregelen uit ATAD2 zijn in werking getreden per 1 januari 2020. Betrouwbare uitspraken over de impact kunnen worden gedaan naarmate enige tijd is gevorderd en ervaring is opgedaan. De gevolgen van de implementatie van de documentatieverplichting uit ATAD2 op de administratieve lasten van het mkb zullen daarom worden meegenomen in een bredere rapportage over de gemonitorde gegevens die verband houden met de maatregelen die voortvloeien uit ATAD1. Dit wordt in 2024 aan Uw Kamer verzonden. Zie Kamerbrief 'Prinsjesdagbrief fiscale moties en toezeggingen aan de Tweede Kamer', Kamerstukken II 2021/22, 35 925-IX, nr. 4.

2020/2021

Toezegging Parlementaire goedkeuring Lelylijn (35.570) (T03236)

Kamerstukken I 2020-2021, T03236, nr.

In behandeling.

2020/2021

Toezegging Code voor maatschappelijk verantwoord ondernemen bij grote bedrijven

Kamerstukken I 2020-2021, T03237, nr.

In behandeling.

2019/2020

Toezegging Evalueren effectiviteit UBO-register (35.179) (T02976)

Kamerstukken I 2019-2020, T02976, nr.

In behandeling. Er is een periodieke gebruikersraad UBO-register waaraan onder andere Transparency International deelneemt. Daarnaast zal één jaar na de vulling van het UBO-register de privacy-impact worden geëvalueerd. Daar wordt deze toezegging ook in meegenomen.

2019/2020

Toezegging Overzicht implementatie van het UBO-register in verschillende Europese lidstaten (35.179) (T02979)

Kamerstukken I 2019-2020, T02979, nr.

Aan een overzicht van hoe het UBO-register binnen EU-lidstaten is geïmplementeerd in relatie tot kerkgenootschappen wordt nog gewerkt. Dit zal naar verwachting na de zomer gereed zijn en aan uw Kamer worden toegezonden.

2021/2022

Wetsvoorstel waarborgen cameratoezicht in tweede kwartaal 2022 indienen. Mocht dit later worden, dan Kamer informeren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Het wetsvoorstel Wet cameratoezicht douane is na het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State, voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit advies is inmiddels ontvangen en wordt verwerkt.

2020/2021

Toezegging rol van artikel 116 van het VWEU

Kamerstukken I 2020-2021, 35711-T03242, nr.

Kan pas in behandeling worden genomen nadat de analyse of het voorstel van de Europese Commissie is ontvangen.

2021/2022

Een analyse maken over de fiscale steun voor verenigingen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

De analyse zal meegenomen worden in een bredere Kamerbrief over ANBI's en de giftenaftrek dit voorjaar.

Door de bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond (niet fiscaal)

Tabel 90 Door de bewindslieden gedane toezeggingen die zijn afgerond (niet fiscaal)

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2017/2018

Toezegging evaluatie afwikkelingsproces van rentederivatendossier breder te trekken

Handelingen II 2017-2018, nr. 55, item 22

Afgerond wat betreft rentederivaten. De evaluatie naar het afwikkelingsproces is op 24 mei 2022 naar de Kamer gestuurd. Kamerstukken II 2021/22, 29 507 nr. 159.Afgerond m.b.t. beleggingsverzekeringen. Bij brief van 28 juni 2019 is de TK geïnformeerd over de lessen die kunnen worden getrokken uit het beleggingsverzekeringendossier. Kamerstukken II 2018/19, 32 013, nr. 218.

2018/2019

Toezegging meenemen Algemene Rekenkamer bij evaluatie Invest-NL

Handelingen II 2018-2019, nr. 82, item 16

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief «Tussentijdse evaluatie Invest-NL» van 8 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 85 123, nr. 40.

2020/2021

Toezegging nevenactiviteiten accountants als hoogleraar

Kamerstukken II 2020-2021, 33 977, nr. 33

Afgerond met de brief over rapport «Versterking verantwoordingsketen» en tweede voortgangsrapportage Kwartiermakers toekomst accountancysector van 9 juli 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 33977, nr. 37.

2020/2021

Toezegging reactie onderzoek gecontroleerde entitieiten

Kamerstukken II 2020-2021, 33 977, nr. 33

Afgerond met de brief over rapport «Versterking verantwoordingsketen» en tweede voortgangsrapportage Kwartiermakers toekomst accountancysector van 9 juli 2021. Kamerstukken II 2020-2021, 33977, nr. 37.

2020/2021

Toezegging ontwikkeling scenario's begrotingslogica

Tweede Kamer, debat over de Najaarsnota 2020 (35650, nr. 1), 16 december 2020

De toezegging is afgedaan in de Miljoenennota 2023 van 20 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 1.

2020/2021

Toezegging meerjarig gelaagder inzicht in mate waarin uitgaven juridisch verplicht zijn

Tweede Kamer, Commissiedebat Begroten en verantwoorden, 24 juni 2021, 2020A06101

Afgerond. De Rijksbegrotingsvoorschriften vragen model 1.33d departementen om aanvullend op de budgettaire tabel de verplichtingen uit te splitsen en nader toe te lichten, zie https://rbv.rijksfinancien.nl/modellen/2023/begroting/1-33d.

2020/2021

Toezegging transparantie en oppakken voorbeelden MVO

Handelingen II 2020-2021, nr. 67, item 9

Meegenomen in totstandkoming Nota Deelnemingenbeleid 2022 van 1 juli 2022. Kamerstuk 28165-370.Kamerbrief Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

2020/2021

Toezegging verzenden overzicht eisen Europese Commissie m.b.t. lening vs. vermogenssteun

Handelingen II 2020-2021, nr. 67, item 9

Kapitaalverzoek KLM is ingetrokken. Eisen EC bij vermogensteun behandelt tijdens (vertrouwelijke) briefing en opgenomnen (vertrouwelijke) Kamerbrieven. Wat betreft de staatssteunregels rond bonussen, zie Kamerstukken II 2020-2021, 28 165, 34.

2020/2021

Toezegging opsomming inspanningen voorkomen witwassen en terrorismefinanciering

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 145.

In september 2022 is de beleidsagenda aanpak witwassen naar de Kamer verzonden (Kamerstuk 31 477, nr. 80). Daarmee is deze toezegging afgedaan.

2020/2021

Toezegging regels omtrent vergoeding bij vervroegd aflossen hypotheek.

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 145.

Deze toezegging is afgedaan in de brief:Kamerbrief toezeggingen vergoeding bij vervroegd aflossen en rentevrije hypotheken | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

2019/2020

Toezegging onderzoek naar juridische kwaliteit van opgelegde aanslagen schenk- en erfbelasting

Kamerstukken II 2019-2020, 31 066, nr. 527, blz. 1

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Stand-van-zakenbrief» van 2 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1100

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe de samenwerking tussen de Belastingdienst en Toeslagen met de opdrachtgevers te verbeteren .

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is in behandeling en zal worden afgedaan in de stand van de uitvoering.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe burgerpanels op te richten.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Stand van zaken» van 2 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1100

2020/2021

Plan van aanpak communicatiestrategie

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is afgedaan. De Kamer is in de Kamerbrief «Stand van zaken maatregelen kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag» van 29 juni 2021 geinformeerd over de communicatiestrategie en de visie op schulden.Kamerstukken II 2020-2021, 35 510, nr. 60

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe om burgers beter te informeren over het incassoproces.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Voortgang op toezeggingen herijking invorderingssstrategie en heroverwerging Stroomlijnen Rood-Blauw» van 25 maart 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 24515, nr. 619.

2020/2021

Het kabinet zegt in de kabinetsreactie «ongekend onrecht» toe de voortgang van de cultuurverandering bij de Belastingdienst te monitoren.

Kamerstuk II 2020-2021, 35510, nr. 2

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Stand van zaken» van 2 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1100

2021/2022

De analyse op basis van het AP-advies inzake uitbreiding van gegevensuitwisseling met de TK delen, tegelijk met het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel plan van aanpak witwassen dat op 21/10 is ingediend bij de TK. Kamerstukken II 2022-2023, 36 228, nr. 3.

2020/2021

Toezegging Stand van zaken werkgaranties delen met de Eerste Kamer

Kamerstukken I 2020-2021, T03225, nr.

Overgedragen aan SZW

2021/2022

De staatsecretaris zal het aan de Kamer melden zodra er duidelijkheid is over de Amerikaanse situatie.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is doorlopend en wordt middels Kamerbrief afhandeld, zie Kamerstukken 2021-2022, 25087, nr. 297 en Kamerstukken 2021-2022, 25087, nr. 298.

2020/2021

2e Termijn – De heer Raven (OSF-fractie) vroeg of de minister van Financiën wil toezeggen om die schulden in elk geval niet te betrekken in de beoordeling van mogelijke exportplannen die men heeft met ondersteuning van het fonds. Toegezegd dat: dit als aandachtspunt mee te geven.

Kamerstukken I 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is niet gedaan. Is ook niet terug te vinden in het toezeggingenoverzicht van de Eerste Kamer bij behandeling van de Machtigingswet: Toezeggingen bij Machtigingswet oprichting Invest International (35.529) - Eerste Kamer der Staten-Generaal

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe met betrekking tot de kapitaalmarktunie, de positie van het mkb en de administratieve lasten goed in de gaten te houden.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

De toezegging om rekening te houden met de positie van het mkb en de administratieve lasten bij de ontwikkeling van de kapitaalmarktunie, kan worden afgedaan omdat dit standaard wordt meegenomen bij de beoordeling van nieuwe Commissievoorstellen (in de zogeheten BNC-fiches). Zie o.a. Kamerstukken II 2021/22, 22 112, nr. 3264; Kamerstukken II 2021/22, 22 112, nr. 3265; en Kamerstukken II 2021/22, 22 122, nr. 3267).

2021/2022

De minister zegt toe om de Kamer in het voorjaar dan wel rondom de Nota Deelnemingenbeleid nader te informeren over de voortgang rond de gesprekken over de investeringsagenda van TenneT.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe om in gesprek te gaan met de directies van de online kansspelaanbieders over het toepassen van wettelijke tijdslimieten en de Kamer hierover nader te informeren. Daarin wordt ook de coronacontext meegenomen (d.w.z. dat door verveling zijn jongeren meer zijn gaan gokken)

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Deze toezegging is afgedaan in de Kamerbrief «Vooruitblik beheer staatsdeelnemingen 2022» van 19 april 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 28 165, nr. 369.

2021/2022

Kamerbrief Verbeteragenda Integriteit Douane

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

Op 4 juli 2022 is de eerste stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59). In deze brief is ingegaan op de stand van zaken periodieke screening. In de tweede stand van zakenbrief Douane 2022 (Kamerstukken II 2022-2023, 31934, nr. 63) is de Tweede Kamer nader geïnformeerd over de stand van zaken periodieke screening medewerkers.

2021/2022

Compensatieregeling ABN AMRO m.b.t. variabele rente aan de orde stellen bij ABN AMRO en NLFI.

Handelingen II 2021-2022, nr. 46, item 4

Het onderwerp is onder de aandacht gebracht van ABN AMRO en NLFI.

2021/2022

Hervorming van de kinderopvangtoeslag en de huurtoeslag. (Brief Beleidsprioriteiten Staatssecretaris van Financiën -Toeslagen en Douane)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

Hierover is de Tweede Kamer geïnformeerd in de brief Stand van zaken Toeslagen van 21 december 2022 (31066-1154).

2021/2022

In VGR Kamer informeren over stand van zaken aanpak integriteit, en de (on)mogelijkheden van AIVD-screening

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Op 1 december 2022 is de tweede stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2022-2023, 31934, nr. 63). In deze brief is aangegeven dat de Minister van JenV in haar brief van 4 november 2022 (Kamerstukken II 2022-2023, 29911, nr. 379) de Tweede Kamer heeft geïnformeerd over het integrale plan voor de aanpak van drugssmokkel via grote logistieke knooppunten. Onder meer is daarin aangegeven dat het gericht meer gebruik maken van screening bij hoogrisicofuncties één van de (samenhangende) verbeterkansen is die in dit kader momenteel worden onderzocht.

2021/2022

In VGR Kamer informeren over stand van zaken aanpak namaakgoederen (mede n.a.v. rapport Europol/patentkantoor)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000006

Op 1 december 2022 is de tweede stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 63). In deze brief is ingegaan op de rol en activiteiten van de Douane in het kader van de aanpak van namaakgoederen.

2021/2022

Kamer informeren m.b.t. ondernemerszorgen over verlengde navorderingstermijnen; zo mogelijk in VGR, maar in elk geval voor de zomer

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Op 4 juli 2022 is de eerste stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59). In deze brief is ingegaan op het punt van de zorgen over de verlengde navorderingstermijnen. Op 1 december 2022 is de tweede stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2022-2023, 31934, nr. 63). Daarin is aangegeven dat de gesprekken met VNO-NCW nog steeds lopen.

2021/2022

Kamer op de hoogte houden van ontwikkelingen m.b.t. Oekraïne in relatie tot de Douane; in VGR of een andere (kabinetsbrede) brief over dit onderwerp.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000006

In diverse brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken over sanctienaleving en handhaving is, onder meer, ingegaan op de rol van de Douane hierin:- brief van 6 april 2022: Kamerstukken II 2021-2022, 36045, nr. 61.- brief van 13 mei 2022: Kamerstukken II 2021-2022, 36045, nr. 72.- brief van 6 juli 2022: Kamerstukken II 2021-2022, 36045, nr. 104.- brief van 4 november 2022: Kamerstukken II 2022-2023, 36045, nr. 120.Op 4 juli 2022 is de eerste stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59). In deze brief is ingegaan op het onderwerp sanctiemaatregelen Rusland en Belarus. Op 1 december 2022 is de tweede stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2022-2023, 31934, nr. 63). Hierin is verwezen naar de brieven van de Minister van Buitenlandse Zaken.

2021/2022

Kamer op de hoogte houden van ontwikkelingen en uitdagingen m.b.t. implementatie DWU; in VGR of separate brief

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Op 4 juli 2022 is de eerste stand van zakenbrief Douane 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021-2022, 31934, nr. 59). In deze brief is ingegaan op de stand van zaken implementatie DWU. In de tweede stand van zakenbrief Douane 2022 (Kamerstukken II 2022-2023, 31934, nr. 63) is de Tweede Kamer nader geïnformeerd over het onderwerp IT voor implementatie van het Douanewetboek van de Unie (DWU).

2021/2022

Aan diegenen die een box 3-aangifte moeten doen, communiceren dat de aanslag pas wordt opgelegd bij overeenstemming over de hersteloperatie.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Stand van zaken box 3» van 5 september 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 32 140, nr. 136.

2021/2022

De Staatssecretaris zegt toe in de beleids- en uitvoeringsbrief terug te komen op het verkorten en intensiveren van de controles in het MKB.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Stand van zaken» van 2 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1100.

2021/2022

Op dit moment wordt onderzocht hoe kan worden omgegaan met de invordering bij mensen met vorderingen uit 2016 of eerder. Uw Kamer wordt geïnformeerd zodra hier meer zicht op is.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is afgedaan door middel van de brief van 17 juni 2022 van A. de Vries, staatssecretaris van Financiën, met titel ‘Stand van zaken Toeslagen’ (Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1053).

2021/2022

Brief over verloop intermediair experiment

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Afgerond. De toezegging is afgedaan in de brief «Kamerbrief bij 4e voortgangsrapportage Kwartiermakers accountancy sector» van 20 juli 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 33977, nr. 29

2021/2022

De Staatssecretaris zal de Kamer informeren en op de hoogte houden van de taxonomie en in hoeverre de randen van de verklaring daarin worden opgezocht

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000161

Afgedaan in Kamerbrief «uitwerking COP26-verklaring»Kamerstukken II 2022-2023, 31793-230.

2021/2022

De Staatssecretaris zal rapporteren over de uitbreiding van de scope. (COP26-verklaring red.)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000167

Afgedaan in Kamerbrief «uitwerking COP26-verklaring»Kamerstukken II 2022-2023, 31793-230.

2021/2022

De Staatssecretaris zal in het tweede kwartaal van het komende kalenderjaar ingaan op de einddata voor de uitzonderingen van de exportkredietverzekeringen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000173

Afgedaan in Kamerbrief «uitwerking COP26-verklaring»Kamerstukken II 2022-2023, 31793-230.

2021/2022

De Staatssecretaris heeft ook een rapportage toegezegd over de ontwikkeling van het aantal banen daaromheen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000179

Afgedaan in Kamerbrief «uitwerking COP26-verklaring»Kamerstukken II 2022-2023, 31793-230.

2020/2021

Toezegging uit de kamerbrief Beantwoording Kamervragen over de uitzending «Verenigingen bezwijken onder strenge regels»

 

De toezegging is afgedaan, Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over de uitzending 'Verenigingen bezwijken onder strenge regels’ | Tweede Kamer der Staten-Generaal Kamerstuknummer 2022Z02834.

2021/2022

De vraag of een eventuele tegemoetkoming zou moeten worden geboden als gevolg van het gebruik van het model wordt nader onderzocht. In dat kader zal de geselecteerde groep uit het model ook vergeleken worden met de populatie aanmeldingen bij UHT en de burgers die door Toeslagen in FSV zijn geregistreerd. Uw Kamer wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd als deze vergelijking is afgerond.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

Deze toezegging is afgedaan in de beantwoording van Kamervragen van DENK op 13 september 2022, 2022Z15096.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe om in gesprek te gaan met Zorgverzekeraars Nederland.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Het gesprek met Zorgverzekeraars Nederland heeft plaatsgevonden op 8 september 2022.

2021/2022

Toezegging aan dhr. Grinwis om de TK te informeren zodra er meer gegevens zijn over het exacte budgettaire effect van doorwerking naar inkomensafhankelijke regelingen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Stand van zaken box 3» van 5 september 2022, Kamerstukken 2021-2022, 32140, nr. 136.

2021/2022

Toezegging aan dhr. Edgar Mulder om zijn vraag voor te leggen aan de Studiegroep Begrotingsruimte.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000058

Toezegging afgedaan in kamerbrief stand van zaken box 3 van 5 september 2022. Kamerstukken II 2021-2022, 32140, nr. 136

2021/2022

Zegt toe de vraag over de vliegtaks en de wens om meer onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor de inkledingvan de vliegtaks neer te leggen bij de Stas FB

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000047

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Fiscale vragen plenair debat coronaherstelfonds» van 16 mei 2022, Kamerstukken II 2021-22 35927 nr. 129.

2021/2022

Aan lid Ephraim, brief over de kwalitatieve en kwantitatieve waardering van de Bankenunie (voor zover wat er beschikbaar is)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

Toezegging is afgedaan in de Kamerbrief appreciatie bankenunie van 3 juni 2022.

2021/2022

In het derde kwartaal volgt een integrale voortgangsrapportage van de ministeries Economische Zaken en Klimaat, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën. En in het tweede kwartaal reeds volgt een tussentijdse voortgangsbrief van Economische Zaken en Klimaat en van Financiën.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Op 1 juli jl. is de monitoringsbrief fiscale coronamaatregelen verzonden aan de TK. Op 21 oktober 2022 is vervolgens een gezamenlijke voortgangsrapportage verzonden door SZW, EZK en Fin. Deze toezegging is afgedaan in de brief "Integrale Voortgangsrapportage Steunpakket met focus op NOW, TVL en fiscale steun", Kamerstukken II 2022-2023, 35 420, nr. 513.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe te overleggen met haar collega van VWS over de zorgverrekening (eigen risico) en de Kamer hierover nader informeren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000035

Hierover bent u geinformeerd in de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen (31066-1128)

2021/2022

De staatssecretaris zal in september de uitkomsten van de experimenten met mediation met de Kamer delen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000059

Dit is een lopende toezegging.

2020/2021

Een brief over de digitale euro komt voor het zomerreces

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000005

Toezegging is afgedaan door middel van de Kamerbrief Betalingsverkeer van 5 juli 2022.

2020/2021

Naar aanleiding van vragen van de heer Grinwis zal de Staatssecretaris in de al toegezegde hoofdlijnenbrief over verbeteringen binnen het huidige toeslagenstelsel ook ingaan op zorgtoeslag en zorgpremie

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000045

Hierover is de Kamer geïnformeerd in de brief van 17 juni 2022 (Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1053.)

2020/2021

Op dit moment zijn voor zover bekend geen andere vergelijkbare modellen in beeld die werken met risicoscores en/of indicatoren bij Toeslagen. Desondanks kunnen we niet met volledigheid aangegeven of dit beeld compleet is. Om uw Kamer op dit punt volledig te kunnen informeren, werkt Toeslagen aan een inventarisatie waaruit moet blijken of er nog andere modellen zijn die werken met risicoscores en/of indicatoren. Ik zal uw Kamer informeren indien uit deze inventarisatie relevante informatie naar voren komt

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is afgedaan via de brief Woo-besluit algoritmes bij Belastingdienst en Toeslagen en toezegging inventarisatie modellen Toeslagen van 21 oktober 2022 (31066-1129).

2021/2022

In samenwerking met externe partijen wordt onderzoek gedaan naar een online ouderportaal voor ouders waarin persoonlijke informatie over het herstelproces voor ouders inzichtelijk is. Na het zomerreces wordt u geïnformeerd over de stand van zaken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000007

Een reactie op deze toezegging is opgenomen in paragraaf 1.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II, 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

In de 12e Voortgangsrapportage die na de zomer aan de Kamer wordt verzonden wordt u nader geïnformeerd over de herziene planning voor de tweede helft van 2022 en verder.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen (31066-1128).

2021/2022

Toezegging aan Lid Omtzigt dat in 2022 wordt bekeken hoe experimenten opgeschaald kunnen worden om daarmee tot implementatie over te gaan. Dit zal naar verwachting bijvoorbeeld voor belangrijke onderdelen uit het huidige pakket Belastingplan 2022 gelden die de interactie met burgers en bedrijven raken; die invoeringstoetsen zullen dus 1 jaar na invoering worden opgesteld en begin 2023 aan uw Kamer worden aangeboden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is afgedaan in de bijlage bij de brief «Aanbiedingsbrief Belastingplan» van 22 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 202, nr. 3.

2021/2022

De minister zegt GL-Kamerlid Van der Lee toe in de evaluatie CW mee te nemen of het een oplossing is om op vier momenten in het jaar meer integraal te kijken naar informatie over de begrotingsaanpassingen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt GL-Kamerlid Van der Lee toe een versnelling te verkennen van de evaluatie CW. Afronding is voorzien eerste helft 2023

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

In behandeling. .

2021/2022

De minister zegt toe staatssecretaris FB te informeren over de informatiebehoefte van het CDA-Kamerlid Van Dijk inzake de motie (35387, nr 10) uitvoeringstoetsen voor met name inkomensgerelateerde regelingen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

Afgedaan middels de brief Kamerbrief met reactie op onderzoeksrapport Uitvoeringstoets Belastingplan 2023 van 18 november 2022, Kamerstuk II 2021-2022, 31066-1135

2021/2022

De minister zegt PvdA-Kamerlid Nijboer toe dat de Kamer een vervolgbrief krijgt van de ministers van VWS en SZW over de lange termijn strategie van het coronabeleid.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000036

,Afgedaan bij brief d.d. 16 september 2022 van VWS, SZW en EZK, Kamerstukkenn II 2021-2022, 25295, nr. 1959, Lange termijn aanpak COVID-19.pdf

2021/2022

De minister zegt SGP-kamerlid Stoffer toe een overzicht moties en toezeggingen op te nemen bij de departementale jaarverslagen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000044

In behandeling.

2020/2021

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking informeert de Kamer zo snel mogelijk over de gevolgen van het uitfaseren van de exportkredietverzekering voor fossiele brandstoffen voor ontwikkelingslanden en de mogelijke instrumenten om de gevolgen voor de ontwikkeling te ondervangen.

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000001

Afgedaan in Kamerbrief over de COP26-verklaring november 2022.Kamerstuknr. 2022D45069.

2021/2022

Eerstvolgende Ecofin aan de orde stellen dat de race tot the bottom nu ook lijkt voor te komen bij btw en accijns.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

Tijdens de Ecofinraad van 12 juli 2022 is de thematiek van de toezegging van de staatssecretaris om aandacht te vragen voor de verlaging van tarieven en het belang van het voorkomen van een mogelijke race to the bottom in de gedachtewisseling aan de orde gekomen (Kamerstukken II, 21 50107, nr. 1883).

2021/2022

Bespreken met EZK doorgeven van btw-voordeel aan consumenten, ACM en kartelvorming en terugkoppelen naar de Kamer terug wat mijn gesprekken opleveren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000011

Dit wordt opgenomen en afgedaan middels de brief van begin November waarmee ook het onderzoek naar grenseffecten (brandstofaccijns) aan de TK wordt aangeboden.

2021/2022

Brief met antwoorden op de nog openstaande vragen van het debat (VKC FIN): partnerschappen incl. onbedoelde partnerschappen en partnerschappen-KOT, samenloop WIA

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

De Tweede Kamer wordt geïnformeerd met de stand van zakenbrief over toeslagen in december.

2021/2022

De staatssecretaris zal in overleg gaan met de NVB over voorlichting en het weigeren van bankrekeningen en andere bankproducten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T004233

Deze toezegging is afgedaan met de vierde voortgangsbrief FATCA van 29 augustus 2022, Kamerstukken II 2021–2022, 25 087, nr. 297.

2021/2022

Toezegging MP: Komende weken en maanden gaan wij kijken naar de maatregelen die we nemen, voor de zwakkere groep mensen (eerste prioriteit),en de middengroepen. Er zit een groep in een overgangsgebied (tussen lagere en midden inkomens) die buiten bepaalde regelingen vallen, het is reeel om te kijken naar verdere ontwikkeling van de inflatie. Als kaninet gezeg dat we daar in augustus naar gaan kijken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

Betrokken in augustusbesluitvorming. Wordt afgedaan met miljoenennota.

2021/2022

Toezegging MP: in het stiktstofdebat wordt niet verwezen naar voorjaarsnota (maar is een open debat). Ministers van stikstof en landbouw hebben volledige autoriteit om met de kamer te debatteren over stikstof.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

Afgehandeld. Dit is een toezegging geweest n.a.v. een interruptie van BBB. De MP wilde in het NJN debat niet ingaan op stikstofvragen omdat er een stikstofdebat gepland stond. BBB wilde de toezegging dat in dit stikstofdebat over de begroting en euro's gepraat kon worden. Dit debat heeft inmiddels plaatsgevonden.

2021/2022

MP toezegging: Daarover kan ik toezeggen dat de minister voor Klimaat en Energie voor de zomer met een brief komt over de productiebeperking van kolencentrales en de nadeelcompensatie

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000029

Afgedaan. Deze toezegging is afgedaan in de brief «Kamerbrief over afkondiging vroegtijdige waarschuwing door situatie op Europese gasmarkten» van 20 juni 2022, Kamerstukken 2021-2022, 29 023 nr. 312

2021/2022

De nota van wijziging waarin de uitbreiding van de groep kinderen wordt geregeld wordt naar verwachting begin september bij uw Kamer ingediend.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000027

De nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen is op 5 september 2022 ingediend (36151-8).

2021/2022

Indien de Tweede Kamer voor het zomerreces de inbreng voor het verslag kan vaststellen, dan zal de nota naar aanleiding van het verslag inclusief een nota van wijziging voor het einde van het zomerreces toegestuurd worden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000032

De nota n.a.v. het verslag bij het wetsvoorstel Wethersteloperatie toeslagen is op 24 augustus jl. verzonden (36151-7).

2021/2022

Isolatieplan: de heer De Jonge vragen of er nog opties zijn om dit te versnellen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

Afgehandeld in augustus door in totaal 300 mln. (150 mln. in 2023 en 150 mln. in 2024) extra beschikbaar te stellen voor het Nationale Isolatieprogramma.

2021/2022

Toezegging: Klimaatfonds middelen worden getoetst of ze een positief klimaateffect hebben en middelen worden getoetst op onder andere doelmatigheid. De instellingswet van het fonds zal laten zien hoe dat in detail wordt uitgewerkt. Die wordt dit najaar naar uw Kamer gestuurd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Tijdelijke regels inzake de instelling van een Klimaatfonds (Tijdelijke wet Klimaatfonds)» van 15 december 2022, Kamerstukken 2022-2023, 36 274 nr. 3

2021/2022

Investeringen in kernenergie: minister van EZK heeft u een brief toegezegd (over stappen die gezet worden om de plannen voor de verwezenlijking van kernenergie uit te werken)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000061

afgedaan in brief  «Nadere uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord op het gebied van kernenergie» van 9 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023 (2022D53286).

2021/2022

Toezegging: we gaan kijken om inkomensbelemmeringen om meer uren te werken weg te nemen en werken te laten lonen. Dat komt in augustus.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000073

Betrokken in augustusbesluitvorming. Wordt afgedaan met miljoenennota.

2021/2022

In augustus natuurlijk op basis van de nieuwe CPB-ramingen kijken naar het koopkrachtbeeld voor alle groepen, waaronder gezinnen, en lage- en middeninkomens. Dan kijken we nog welke maatregelen passend zijn.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000077

Betrokken in augustusbesluitvorming. Wordt afgedaan met miljoenennota.

2021/2022

Heffingskorting: In de Startnota is inderdaad opgenomen dat de afbouw van de dubbele algemene heffingskorting voor bijstandsgerechtigden in 2024 en 2025 wordt versneld als onderdeel van het pakket lastenverlichting middeninkomens. Het is gekoppeld aan het stijgen van de uitkeringen door het minimumloon. Over de invulling wordt in augustus besloten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000087

Betrokken in augustusbesluitvorming. Wordt afgedaan met miljoenennota.

2021/2022

Toezegging Sociaal minimum; de heer Omtzigt vroeg naar het onderzoek naar een sociaal minimum. Er wordt een commissie ingesteld die onderzoek doet naar het sociaal minimum. U wordt daar binnenkort over geïnformeerd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Instellingsbesluit Commissie Sociaal minimum» van 8 juli 2022, Kamerstukken II 2021-2022, 35 925 XV, nr. 153.

2021/2022

Toezegging kamer geinformeerd worden stand van zaken benzine; wij hebben binnenkort ook overleg met de vereniging van tank- en pomphouders. Verder kijken we op verzoek naar wat de effecten zijn, met name in de grensstreek.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000042

Onderzoek is afgerond en is naar de Tweede Kamer gestuurd, zie de aanbiedingsbrief rapport effecten verlaging brandstofaccijns en diverse andere toezeggingen van 07-11-2022.

2021/2022

Toezegging: We komen terug op verkenning van 0% btw op boodschappen zoals Polen, maar mogelijk is dit in strijd met EU regelingen. De Polen handelen met een verlaging van het btw-tarief naar 0% regelrecht in strijd met de richtlijn. We komen daarop terug. We zullen die vergelijking maken en we zullen dat in de antwoorden transparant met u delen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000046

Dit wordt opgenomen en afgedaan middels de brief van begin November waarmee ook het onderzoek naar grenseffecten (brandstofaccijns) aan de TK wordt aangeboden.

2021/2022

Toezeggingen: reiskostenvergoeding. In de Voorjaarsnota staat dat we dit vervroegd gaan invoeren, op 1 januari aanstaande. Het is aan de werkgevers om gebruik te maken van de verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding. We komen bij het Belastingplan hierop terug met een nadere uitwerking, maar dat is ook echt iets waar de sociale partners zelf goed bovenop moeten zitten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000051

verhoging reiskostenvergoeding opgenomen in het Belastingplan 2023. Kamerstukken II 22/23, 36202, nr 2

2021/2022

Toezegging: Belastingplan komen wij terug op verschillende fiscale maatregelen, zoals de vrijstelling van de accijns op kerosine (wat niet in de energietransitie past).

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000079

Afgerond met behandeling Belastingplan 2023

2021/2022

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) komen in het najaar met een plan van aanpak om handhaving verder te intensiveren.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

De Toezegging is afgedaan in de brief «Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n)» van 16 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31311, nr. 246.

2021/2022

Toezegging aan Idsinga (VVD): Uiterlijk begin september 2022 een brief ontvangen met daarin de vergelijking tussen een stelsel van vermogensaanwasbelasting en een stelsel van vermogenswinstbelasting.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

In behandeling volgens planning.

2021/2022

Toezegging aan Grinwis (CU) aandacht voor diverse boxarbitrage mogelijkheden (inzet en mogelijkheden om het op te lossen / beleggingsdeel box 2, vermogensaanwasbenadering box 2 gelet op voorstel NVB).

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000024

Afgedaan middels Kamerbrief zie Kamerstuk II 2022-2023, 32140-139.

2021/2022

Toezegging aan Ephraim (VanHaga) Nader overleg aangegaan met de NVB met betrekking tot het verstrekken van gegevens bij een vermogenswinstbelasting.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000029

In behandeling. De Tweede Kamer wordt hier in september over geïnformeerd.

2021/2022

Toezegging aan Omtzigt rekening te houden met inflatie in de wetsvoorstellen in de overbruggingsvariant en nieuwe variant stelsel (in het kader van de toezegging rond verdere verfijning).

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000053

In behandeling. De Tweede Kamer wordt hier in september over geïnformeerd.

2021/2022

In de 12e Voortgangsrapportage zullen de resultaten worden gedeeld en zal tevens worden ingegaan op de vraag of verdere opschaling van het instrument mediation aan de orde is.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000014

Deze toezegging is afgerond in de brief Stand van zaken hersteloperatie toeslagen van 16 september 2022 (31066-1111) .

2021/2022

De minister zal het wetsvoorstel over witwassen na het reces aan de Kamer sturen, na bestudering van het advies van de Raad van State.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000033

De toezegging is afgedaan met de indiening van het wetsvoorstel op 21 oktober 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 228, nr. 2.

2021/2022

De minister zal na het zomerreces de visie over de toekomst van de bankensector naar de Kamer sturen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000049

In behandeling.

2021/2022

De minister zal ten aanzien van cryptoactiviteiten de Kamer per brief nader informeren, dat ging ook over het juridische kader, inclusief de Europese discussie daarover.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000053

In behandeling.

2021/2022

Staatssecretaris heeft aan dhr. Grinwis toegezegd bij septemberbrief terug te komen op zijn vragen over de waardering van vastgoed.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000033

Afgedaan middels Kamerbrief zie Kamerstuk II 2022-2023, 32140-139.

2021/2022

Staatssecretaris heeft aan dhr. Idsinga toegezegd bij septemberbrief terug te komen op zijn vragen over betalingsproblemen en over mogelijke economische verstoringen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000037

Motie is afgedaan met een kamerbrief: Kamerstukken II 2022/23, 32140, nr. 139.

2021/2022

De staatssecretaris zegt naar aanleiding van de aangehouden motie 31066-1072 aan mevrouw Inge van Dijk toe in september een update, tussenrapportage of misschien de resultaten van een pilot met mediation in het bezwaarproces en een pilot met vaststellingsovereenkomsten aan de Kamer te sturen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000033

Dit is een lopende toezegging. Zie ook paragraaf 2.4.1 van de 11e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen, Kamerstukken II 2021/22, 31066, nr. 1093.

2021/2022

Toezegging aan lid Heinen (VVD) en Alkaya (SP) om voor het debat over de digitale euro een update van het krachtenveld te geven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000027

Toezegging is afgedaan door middel van de Kamerbrief digitale euro van 22 november 2022.

2021/2022

Opsommen welke maatregelen er nog optioneel kunnen zijn of mogelijk kunnen zijn voor 2022, alle voorstellen vanuit de Kamer onderzoeken en appreciëren op haalbaarheid en kosten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Alle voorstellen zijn onderzocht. Afgedaan met brief: Kamerbrief Vervolg debat voorjaarsnota 2022 ( 1 juli 2022 , bijlage bij 36088, nr.D)

2021/2022

Voor koopkracht 2023 in augustus kijken wat kan en wat nodig is op basis van nieuwe CPB-raming

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000022

Betrokken in augustusbesluitvorming. Wordt afgedaan met miljoenennota 2022.

2021/2022

Het kabinet gaat onderzoeken of het mogelijk is als je het per 1 augustus of per 1 september huren bevriezen in laat gaan. Kan het dan met terugwerkende kracht? Dit gaat namelijk over een vrij beperkte sector, de sociale woningbouw. Wat is daar eventueel mogelijk, ook in overleg met de sector?

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000030

Betrokken in augustusbesluitvorming. Wordt afgedaan met miljoenennota.

2021/2022

Meenemen van (onbedoelde) effecten en mogelijke schade bij onderzoek naar windfall tax

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000034

Een tijdelijke verhoging van het tarief van de cijns in de Mijnbouwwet is middels de vierde nota van wijziging opgenomen in het pakket Belastingplan 2023 (Kamerstukken II 2022-2023, 36202, nr. 28) en per 1 januari 2023 in werking getreden. In de memorie van toelichting zijn de effecten van de tijdelijke verhoging van de cijns nader toegelicht.

2021/2022

De lage- en middeninkomens krijgen ook een plek in de plannen waar dan komende zomer over nagedacht gaat worden

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000055

Betrokken in augustusbesluitvorming. Wordt afgedaan met miljoenennota.

2021/2022

We gaan een realistische analyse maken over de vraag: kan je belasting heffen of een regulerende heffing invoeren om excessieve winsten te belasten? Hierbij wordt ook gekeken naar andere landen. We zijn bereid om dat schriftelijk uit te werken, maar we doen geen toezegging om daarmee in het Belastingplan te komen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

Deze toezegging is afgedaan in de Aanbiedingsbrief bij het pakket Belastingplan 2023 van 20 september 2022, Kamerstukken II 2023/24, 36202, nr. 6 en met het wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage, Kamerstukken II, 2023/24 36235.

2021/2022

Ik zal in ieder geval de cijfers geven, want de heer Omtzigt doet wat gemakkelijk alsof het een hele kleine groep zou zijn die de aangifte nog niet heeft ingediend. Dat is één. Een aangifte indienen is één, maar waar het echt om gaat, als je het inkomen zeker wil weten, is dat de aanslag definitief opgelegd moet zijn. Die groep is echt groter. Die cijfers wil ik ook echt geven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000020

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Stand van zaken» van 2 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1100.

2021/2022

We komen terug op vraag: is de bijdrage vanuit het OS-budget voor humanitaire hulp aan Oekraïne eenmalig

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Toezegging is afgedaan met Kamerbrief «Kabinetsreactie IBO Publieke Investeringen» van 18 juli 2022.

2021/2022

Met de VNG wordt gekeken naar opties om mensen met- financiële problemen tegemoet te komen met 500 euro (nog in 2022, zonder de garantie dat dat in de uitvoering lukt)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

Deze toezegging is afgedaan in de brief « Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2023, Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid» van 20 september 2022, Kamerstukken I 2022-2023, 36 200 XV, Nr. 4.

2021/2022

Verdere uitwerkingen van vrijstellingen en grondslag (bijvoorbeeld kunst);

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2021/2022

Aan Romke de Jong (D66) Effect op armoede en schuldenbeleid wordt betrokken bij de verdere uitwerking van kwijtscheldingwinst bij schulden

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000007

In behandeling. De Tweede Kamer wordt hier in september over geïnformeerd.

2021/2022

Aan Maâtoug (GL) Hoe om te gaan met aftrek hypotheekrente verplaatsen van box 1 naar box 3 via bijv. aflossingsvrije leningen (betrekken bij verdere verfijning)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

In behandeling.

2021/2022

Aan Omtzigt aspecten m.b.t. ontwijkingsmogelijkheden via verplaatsen vermogen naar beleggingen buiten Nederland.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000019

Deze toezegging is afgedaan in de brief "Vergelijking vermogenswinst- envermogensaanwasbelasting en andere toezeggingentoekomstig stelsel box 3" van 29 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 32 140, nr. 139.

2021/2022

Toezegging aan lid Van Rooijen (50PLUS): Briefje: aangeven wat het gevolg is van de verandering van de verhouding euro/dollar. «Het is van 1,20 dollar naar 1 dollar gegaan. Wat betekent dat in het prijsopdrijvend effect voor de inflatie? Grondstoffen worden namelijk allemaal in dollars genoteerd.» Eventueel te betrekken bij de eerder toegezegde brief over de eurozone, gevolgen van de rente, besluiten van de ECB (en die brief ook met afschrift aan EK).

Kamerstukken I 2021-2022, P-T2000000001, nr.

In behandeling.

2021/2022

De Kamer zal in de 12e VGR worden geïnformeerd over het uitwerken van maatregelen voor verbeteren of verruimen van de rol van persoonlijk zaakbehandelaar en de eerste stappen die daarbij worden gezet om ze in de praktijk te beproeven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2021/2022

De Kamer zal na de zomer of uiterlijk in de 12e VGR worden geïnformeerd over de uitkomsten van de adviesopdracht aan ABD Topconsult met betrekking tot de Commissie werkelijke schade.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000014

Deze toezegging is afgerond in de brief Stand van zaken hersteloperatie toeslagen van 16 september 2022 (31066-1111).

2021/2022

In de 12e VGR zal het Kabinet meer kunnen delen over de manier waarop ondersteuning van initiatieven van ouders voor emotioneel herstel concreet plaatsvindt.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000024

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2021/2022

De kamer ontvangt bij de 12e VGR een uitgewerkte aanpak voor het emotionele herstel van de kinderen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000029

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2021/2022

Na het zomerreces wordt de kamer geinformeerd over het online ouderportaal voor ouders met informatie over het herstelproces.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000034

Deze toezegging wordt opgenomen in een brief in september of in de 12 Voortgangsrapportage die half oktober naar de Eerste- en Tweede kamer wordt gestuurd.

2021/2022

In september stuurt het Instituut voor publieke waarden (IPW) een eerste inhoudelijke rapportage over intensieve hulp aan ouders met meerdere ernstige problemen. Het Kabinet zal die bij de volgende voortgangsrapportage met de Kamer delen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000039

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2021/2022

De Kamer wordt uiterlijk in de volgende VGR verder geïnformeerd over de voortgang rondom het verstrekken van dossiers.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000044

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2021/2022

Actuele cijfers over over kwijtschelding van schulden door lokale overheden ontvangt de Kamer in de 12e VGR.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000049

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 3 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Brief voor de stemmingen met een voorbeeld hoe het wetsvoorstel uitpakt bij iemand die zich in Nederland komt vestigen. Edgar Mulder (PVV)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000006

Toezegging is afgedaan met een kamerbrief: Kamerstukken II 2022-2023,    P, nr. T2000000006

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan de leden Omtzigt en Van Dijk dat voor maandag 12 september a.s. de Kamer alle informatie inzake FSV (en TSV) krijgt t.b.v. het plenaire debat van dinsdag 13 september. Er wordt een overzicht geleverd met wie er gegevens vanuit FSV zijn gedeeld. Verder wordt er informatie gegeven inzake nieuw onderzoek over gegevensdeling vanuit FSV.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000049

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Belastingdingdienst van 7 september 2022, over onderzoek naar gegevensverstrekking uit FSV» Kamerstukken || 2021-2022, 31 0666, nr. 1107

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan de leden Stoffer en De Jong op Prinsjesdag een aanvullende brief inzake niet bezwaarmakers aan de Kamer te sturen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000053

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Brief toelichting besluit niet bezwaarmakers box 3» van 20 september 2022, Kamerstukken II 2022/23, 32140, nr. 137.

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan het lid Van Dijk, de Kamer uiterlijk in het vierde kwartaal een overzicht van de uitvoeringsaspecten van ingediende en aangekondigde wetsvoorstellen te sturen om beter inzicht te krijgen in de afwegingen die gemaakt worden door het kabinet.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000056

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Aanbiedingsbrief pakket Belastingplan 2023» van 22 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 202, nr. 3.

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan de leden Van Dijk en Omtzigt de Kamer voor 31 oktober een brief te sturen over de ICT van de Belastingdienst. Daarnaast biedt de staatssecretaris een technische briefing over ICT aan.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000068

Deze toezegging is afgedaan in de brief «ICT bij de Belastingdienst» van 3 november 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr.1130

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan de leden Van Dijk en Stoffer de Kamer de beleidsreactie op het ANBI-rapport in oktober 2022 te sturen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000078

De beleidsreactie op het adviesrapport ‘Toezicht op Algemeen Nut’ is  15 december 2022 aan de Tweede Kamer gezonden. Kamerstukken 36 107, nr. 9.

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan het lid Omtzigt de kwestie rondom het lekken van kabinetsstukken aan de orde te stellen tijdens de MR van 9 september.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000089

Afgedaan

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan de leden Omtzigt en Alkaya dat externe onderzoekers in het Uber-onderzoek alle informatie krijgen. Nadat duidelijk is of de onderzoekers de opdracht aannemen, verstuurt de staatssecretaris de namen van de onderzoekers, de opdrachtverlening en de planning. De Kamer ontvangt de conceptvraagstelling van het externe onderzoek voordat het onderzoek wordt uitgevoerd incl. de bronnen waar de onderzoekers toegang toe hebben.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000094

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Brief nav toezeggingen mbt Uber» van 18 oktober 2022, Kamerstukken II 2022-2023,  31066, nr. 1142

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan het lid Van Dijk in oktober 2022 de Kamer een voorstel met de contouren voor een Tax Payer Advocate te doen toekomen. Daarin worden de suggesties van het lid Van Dijk (CDA) meegenomen: 1. onafhankelijk en laagdrempelig. 2. doorzettingsmacht. 3. rechtstreeks rapporteren aan Kamer.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000098

In oktober is de kamer geinformeerd middels een hoofdlijnenbrief over de fiscaal onafhankelijke rechtshulp. Er wordt nu gewerkt een aan een concreet voorstel en een volgende kamerbrief die juni 2023 naar de kamer gaat.

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan het lid Idsinga de kamer een brief inzake stand van zaken motie over boekenonderzoeken en fraudebestrijdingsinitiatieven te sturen in het vierde kwartaal.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000101

Deze toezegging is afgedaan met de brief "Jaarplan Belastingdienst 2023" Kamerstukken II 2022-2023,  31066, nr. 1145.

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt een brief toe aan het lid Maatoug n.a.v. de vraag over of er eerder signalen binnen de organisatie waren dat er informatieuitwisseling buiten de werkafspraken is geweest?

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000105

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Brief nav toezeggingen mbt Uber» van 18 oktober 2022, Kamerstukken II 2022-2023,  31066, nr. 1142

2022/2023

Toezegging aan het lid Ephraim (Groep van Haga, zie debat 3:28) om de Kamer schriftelijk te informeren over de methodiek die de ECB hanteert over het bepalen van de inzet van het TPI.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2022/2023

Toezegging aan het lid Alkaya (SP, zie debat 2:51) om na te denken over wat gedaan kan worden om ervoor te zorgen dat het beleid van de ECB duidelijker gezien en ervaren wordt als passend binnen het mandaat.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

Afgedaan op 21 november 2022 met het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 7 en 8 november 2022. Zie ook: Verslag Eurogroep en Ecofinraad 7 en 8 november 2022 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl 21501-07-1906

2022/2023

Toezegging aan het lid Omtzigt (zie debat 3:17) om verzoek om inzicht in de gascontracten naar EZK door te geleiden.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

In behandeling.

2022/2023

Toezegging aan o.a. het lid Omtzigt (vanaf 3:32) om na te gaan wat mogelijk is om de Kamer inzicht te geven in de crisisscenario’s van de regering als de euro klapt.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000015

Deze toezegging is afgedaan in de brief "Vertrouwelijk informeren over de voorbereiding crisisscenario's eurozone"  van 15 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 21501-07 nr.1911

2022/2023

Toezegging aan het lid Van Dijk (CDA, vanaf 1:01, 3:25 en 3:34 van het debat) om terug te komen op de vraag over hypotheekverlening mbt de agrarische sector in kader van de Bazel 3.5 discussie.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000019

In behandeling.

2022/2023

Aan het lid Alkaya (SP) om in het verslag terug te komen op de laatste stand van zaken omtrent de minimum winstbelasting/Pijler II

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000023

Is meegenomen in het Verslag Eurogroep en informele Ecofinraad 9 en 10 september 2022, Kamerstuk 21501-07, nr. 1888

2022/2023

Kabinetsappreciatie van het Europees voorstel voor macrofinanciële-bijstand van EUR 5 miljard.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000007

Deze brief is op 16 september 2022 verzonden naar de Kamer (Kamerstuknummer: 2022D36271 ) : ''Kamerbrief over Tweede tranche MFB-programma Oekraïne''

2022/2023

De minister zegt mevrouw Kröger (GroenLinks) toe om met de ministers van IenW en SWZ kort te schakelen over de situatie op Schiphol, om te kijken of we iets overkoepelends kunnen delen. Daarbij benadrukt de minister dat dit niet op korte termijn zal zijn.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000049

Deze toezegging is afgedaan in de «Verzamelbrief werkbezoek Schiphol plus moties en toezeggingen inzake arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden op Schiphol» van 12 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 29 665, nr. 452

2022/2023

Update met de Kamer te delen over alle bilaterale en multilaterale steun aan Oekraïne.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000053

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Kamerbrief stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne» van 27 septebmer 2022 (Kamerstuk 36045, nr. 113)

2022/2023

Kabinetsappreciatie van het needs assessment voor Oekraïne.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000057

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Kamerbrief stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne» van 27 septebmer 2022 (Kamerstuk 36045, nr. 113)

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan het lid Omtzigt om een bewaartermijn van tenminste 10 jaar te hanteren voor managementverslagen en -besluiten.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is afgedaan in de brief "FSV-geregistreerden en tijdlijn Fraude Signalering Voorziening", Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1116Belastingdienst | Tweede Kamer der Staten-Generaal

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan de leden Van Dijk en Azarkan de tegemoetkomingsvervolgbrief in november te versturen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

Deze toezegging is afgedaan in de brief «UItwerking beleid tegemoetkoming FSV» van 4 november 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1131.

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan de leden Omtzigt en Van Dijk om de FSV-tijdslijn uit 2020 aan te vullen waarin (nieuwe) informatie wordt toegevoegd en wat de komende tijd gaat gebeuren. In de tijdlijn wordt ook het informeren van de groepen n.a.v. motie Marijnissen opgenomen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

Deze toezegging is afgedaan in de brief "FSV-geregistreerden en tijdlijn Fraude Signalering Voorziening", Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1116Belastingdienst | Tweede Kamer der Staten-Generaal

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan de leden Omtzigt en Van Dijk om in oktober het advies van de FG en de correspondentie tussen BD-AP over TSV te delen na afstemming met de AP hierover.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000023

Deze toezegging is afgedaan via de brief «Correspondentie van de Belastingdienst over de gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB) voor het signalen proces» van 8 november. Kamerstukken II 2022-2023,  31066, nr. 1132.

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan het lid Omtzigt om de FSV-dossiers in een digitale kluis te bewaren. (schriftelijk al toegezegd)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000027

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Concept plan van aanpak 'Herstellen, Verbeteren en Borgen'» van 13 oktober 2020, Kamerstukken II 2020-2021, 31 066, nr. 709.

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan het lid Omtzigt om een brief aan ondernemers/ natuurlijke personen te sturen over het delen van gegevens aan derden (o.a. ZZP, VOF).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000031

Deze toezegging is afgedaan in de brief "FSV-geregistreerden en tijdlijn Fraude Signalering Voorziening", Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 1116Belastingdienst | Tweede Kamer der Staten-Generaal

2022/2023

De staatssecretaris zegt een brief toe aan de TK waarom deze informatie (of er wel of geen informatie is gedeeld met derden) niet gegeven kan worden aan BV, NV en coöperatieve verenigingen. (zie motie Omtzigt).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000035

Deze toezegging is afgedaan in de brief «informeren FSV-geregistreerden en tijdlijn» van 28 september 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31 066, nr. 73

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan de leden Azarkan en Van Dijk om de Kamer te informeren over het gebruik van de communicatiemogelijkheden t.b.v. de publiciteit van het meldpunt.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000039

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Uitwerking beleid tegemoetkoming FSV» van 4 november 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 31066, nr. 1131.

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal aandacht besteed worden aan het ouderpanel, en de zorgen die ze met ons delen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 4 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Toegezegd wordt met minister Schouten contact op te nemen over het verzoek van de Kamer om een brief over de energietoelage.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000004

Deze toezegging is meegenomen in de beantwoording op 9 november 2022 door de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen op de vragen van het Kamerlid Gündoğan (Gündoğan) over « de inkomens- en vermogensgrenzen van de eenmalige energietoeslag» (2022Z15979).Antwoorden op Kamervragen over inkomensgrenzen eenmalige energietoeslag | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal meegenomen worden hoe vaak UHT afwijkt van het advies van de BAC (en op hoeveel totaal adviezen), en kijken wat de inhoudelijke redenen zijn voor die afwijking.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000007

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal gekeken worden hoe vaak 30.000 euro in faillissementen meegenomen wordt.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000018

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 3 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende VGR zal aandacht besteed worden aan de visie van de CWS op het rapport van ABD Topconsult en de daarin genoemde maatregelen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000021

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

In de 12e VGR zal de rol van UHT rondom de bezwaarprocedures uitgelegd worden.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000024

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

In een gesprek met de vereniging van deurwaarders zal aan de orde worden gesteld dat 9x de noodprocedure nodig bleek te zijn en worden gevraagd wat er niet goed is gegaan. Dit zal worden meegenomen in volgende VGR.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000027

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 3 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportae zal teruggekomen worden op 'verbeteren en versnellen'.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000030

Deze toezegging is opgenomen in de aanbiedingsbrief en hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Over de voortgang van het loket met compensatie afbetaalde schulden wordt de kamer geïnformeerd via de Voortgangsrapportages

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000041

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 3 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

In de 12e VGR wordt uw Kamer over de voortgang van de pilot mediation na bezwaar en de tussentijdse evaluatie nader geïnformeerd.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000044

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

In de 12e VGR wordt uw Kamer geïnformeerd over de aanbevelingen van ABDTOPConsult over de CWS, zoals de verbetering in de dossiervorming of de begeleiding van ouders.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000047

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Met de 12e VGR wordt het beoordelingskader van immateriële schadeposten naar uw Kamer gezonden.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000050

Dit beoordelingskader treft u als bijlage bij de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan de leden Stoffer en De Jong na Prinsjesdag een aanvullende brief inzake de vormgeving toekomstig stelsel box 3 aan de Kamer te sturen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

Kamerstukken II 2022/23, 32410, nr. 139

2020/2021

Onderzoek rechtsbescherming in de WIB

Kamerstukken I 2020-2021, P-T2000000001, nr.

Aangekondigd is dat naar aanleiding van onder meer het arrest van het HvJ EU van 6 oktober 2020 (C-245/19 en 246/19) de rechtsbescherming(sprocedure) in de WIB wordt onderzocht. Dat onderzoek loopt. De resultaten van dat onderzoek worden in februari 2023 gedeeld.

2022/2023

Toezegging uit de nota naar aanleiding van het verslag Wet geen rente bij hervatting invordering toeslagschulden van 22 juni 2022. De staatssecretaris van Toeslagen en Douane heeft hierbij aangegeven dat de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst de vragen die betrekking hebben op belastingschulden op een ander moment zal antwoorden.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Staatssecretaris De Vries (Toeslagen en Douane) geeft antwoord op vragen over de wet invorderingsrente per brief 15-11-22 (2022-0000244475). De staatssecretaris heeft andere vragen over deze wet beantwoord in een nota naar aanleiding van het verslag.

2022/2023

Een brief over de consequenties van het feit dat Marokko op de lijst van hoog-risicolanden van de EC staat en dit breed toe te lichten.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. 32545-182

Afgedaan met Kamerbrief Beantwoording vragen gesteld tijdens het Commissiedebat en Tweeminutendebat Financiële Markten op 30 juni en 28 september 2022, over plaatsing van Marokko op de lijst met high-risk third countries. Kamerstuknr. 32545-182.

2022/2023

De minister gaat in gesprek over de toegankelijkheid van het Kifid voor het mkb en koppelt daarover binnenkort terug aan de Kamer

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Afgedaan in de Kamerbrief over rondetafel toegang ondernemers tot Kifid en andere Kifid-onderwerpen op 22-12-2022.

2022/2023

De minister zegt toe aan het lid Heinen om in haar brief met verbetervoorstellen nader in te gaan op de bescherming van consumenten in gevallen waarin buitenlandse financiële dienstverleners die niet zijn aangesloten bij het Kifid zich op Nederlandse consumenten richten

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

Afgedaan in de Kamerbrief over rondetafel toegang ondernemers tot Kifid en andere Kifid-onderwerpen op 22-12-2022.

2022/2023

De minister zegt toe aan het lid van Weyenberg om in haar brief met verbetervoorstellen terug te komen op de vraag hoe in relatie tot het Kifid de rol van consumenten enerzijds en die van de financiele sector anderzijds institutioneel gelijk kan worden geschakeld in overlegstructuren

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

Afgedaan in de Kamerbrief over rondetafel toegang ondernemers tot Kifid en andere Kifid-onderwerpen op 22-12-2022.

2022/2023

Herhaling van toezegging of en in welke vorm het mogelijk is de Kamer te informeren over noodscenario’s euro

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is afgedaan in de brief "Vertrouwelijk informeren over de voorbereiding crisisscenario's eurozone"  van 15 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 21501-07 nr.1911

2022/2023

In overleg treden met DNB over mogelijke en verwachte verliezen en Kamer terug te koppelen en in deze brief scenario’s op te nemen, inclusief welke lessen kunnen worden en of er informatie is over andere centrale banken met soortgelijke problematiek.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. 32013-257

Afgedaan in Kamerbrief Toekomst financiële sector d.d. 20-12-22.Kamerstuk nr. 32013-257

2022/2023

Toezegging aan Heinen en Van Weyenberg om terug te komen op vorderingen digitale euro en mogelijke betrokkenheid van Amazon

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. 21501-07 nr. 1898

Afgedaan in Kamerbrief verslag Eurogroep en Ecofinraad 3-4 okt d.d. 20-10-22.Kamerstuknr. 21501-07, nr. 1898

2022/2023

Aan lid Heinen over sanctioneren van Belarus in IMF verband, in overleg met MBZ, te kijken wat er wel kan

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000021

Deze toezegging is afgedaan in de brief «verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 17 oktober 2022» (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2538).

2022/2023

Toegezegd wordt in de volgende voortgangsrapportage het beoordelingskader van het CWS mee te nemen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Dit beoordelingskader treft u als bijlage bij de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Toegezegd wordt in de volgende voortgangsrapportage mee te nemen hoe en of het CWS informele schulden meeweegt, dit ook naar aanleiding van de aangehouden motie Van Dijk (PM).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000004

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 3 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Toegezegd wordt in de volgende voortgangsrapportage aan te geven hoeveel gedupeerde ouders die zijn teruggekomen uit het buitenland al geholpen zijn aan een woning.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000007

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Toegezegd wordt in de volgende voortgangsrapportage in te gaan op de mogelijkheden voor meer ruimte voor de persoonlijke zaakbehandelaars

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000010

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Toegezegd wordt in de volgende voortgangsrapportage stand van zaken beschikbaar stellen dossiers.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000013

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Toegezegd wordt in de volgende voortgangsrapportage wordt aangegeven hoe vaak UHT afwijkt van het advies van de BAC en CWS

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000016

(31066-1123)Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.

2022/2023

Toegezegd wordt in de volgende voortgangsrapportage een update te geven van de pilot mediation.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000019

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Toegezegd wordt in de volgende voortgangsrapportage een tussenstand te geven over het proces van de lichte toets in de integrale beoordeling in het kader van versnellen en verbeteren.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000022

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Toegezegd wordt in de volgende voortgangsrapportage een update te geven over de bepaling van de werkvolgorde van UHT.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000025

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Toegezegd wordt in de volgende voortgangsrapportage informatie te geven omtrent schade-experts.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000028

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de 12e Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

Toegezegd wordt per brief terugkomen op het vrijgeven van SMS-jes tussen de heer Omtzigt en de vorige staatssecretaris rondom de Catshuisregeling.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000031

Deze toezegging is afgedaan via de brief Verzoek inzake sms-berichten Kamerlid Omtzigt enstaatssecretaris Van Huffelen van 11 november 2022 (36151-32).

2022/2023

Voor de stemmingen zal een brief van de staatssecretaris F&B sturen over motie Omtzigt over datadelen, en ook rectificatie hierbij mee te nemen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000034

Deze toezegging is afgerond in de brief Informeren FSV-geregistreerden en tijdlijn van 27 september 2022 (31066-1116).

2021/2022

Toezegging Algemene onbelaste cheque (36.120 IX / 36.120 XV)

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000001, nr.

Deze toezegging wordt overgenomen door SZW

2021/2022

Toezegging Pariteit en rente (36.120 IX)

Kamerstukken I 2021-2022, P-T2000000006, nr.

Aan voldaan in Kamerbrief Kabinetsvisie toekomst Economische en Monetaire Unie.pdf 21 501-20 Nr. 1825

2021/2022

Toezegging Belasten excessieve winsten energiemaatschappijen (36.120 IX)

Kamerstukken I 2021-2022, P-T2000000019, nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief van 1 juli 2022, Kamerstukken II 2021/22, 32140, nr. 134.

2022/2023

Aan het lid Alkaya (SP) om in het verslag terug te komen op de laatste stand van zaken omtrent de minimum winstbelasting/Pijler II

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T004589

Toezegging afgedaan in Verslag Eurogroep en informele Ecofinraad 9 en 10 september 2022 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nlKamerstukken II 2022-2023, 21501-07-1888

2022/2023

Brief toegezegd over het besluit van de rechter m.b.t. KLM als werkgever en Pieter Elbers. Ook toegezegd om in de brief in te gaan op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze bonus. Nog oproep van Heinen (VVD) om er een uitgebreide brief van te maken met daarin de lessen, en een schets van alle opties, ook of er voortaan bijvoorbeeld andere opties zijn dan dat we mensen vragen een belofte te doen om ook niet naar de rechter te stappen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Kamerstukken II 2022-2023, 29 665, nr. 446

2022/2023

Toezegging om met CBS in gesprek te gaan over de nieuwe inflatiemethode, en om te kijken hoe we in de toekomst kunnen zorgen dat cijfers steeds relevanter zijn voor, en meer getarget zijn op, dit soort belangrijke besluiten.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

In het kader van de toezegging zijn meerdere gesprekken met het CBS gevoerd. Informatie over de nieuwe inflatiemethodiek publiceerd het CBS nu regelmatig. In de loop van 2023 zal de definitieve overstap worden gemaakt op de nieuwe methode.

2022/2023

U krijgt voor de begrotingsbehandeling een Kamerbrief van de minister van Buitenlandse Zaken met een reactie op het rapport over open strategische autonomie als publiek belang. Daarin wordt richting en invulling gegeven aan de motie-Brekelmans over een interdepartementale taskforce strategische afhankelijkheden. U krijgt de kabinetsvisie dan ook nader toegelicht.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

De toezegging is afgedaan per Kamerbrief «Open strategische autonomie» van de ministers van BZ, EZK en BHOS d.d. 08 november 2022, Kamerstukken II 2022- 2023, 35 982 Nr. 9.

2022/2023

Toezegging om de volgende vraag over te dragen aan de minister van Economische Zaken: kunnen we, juist nu de prijzen hoog zijn, niet extra tempo maken om ook de maatwerkafspraken met de industrie, waar de minister van EZ over gaat, echt met extra tempo te maken? We moeten alles vervroegen wat kan voor duurzaamheid, voor het klimaat, maar ook juist nu gas en elektra heel duur zijn. Ik hoop op een extra impuls, dus dat de minister van EZ niet alleen praat over "redt u het?", maar ook over "hoe kunnen we u met die maatwerkafspraken helpen om sneller te verduurzamen, want dan hebt u minder van dat gas nodig?".

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000013

Min EZK dossierhouder.

2022/2023

Toezegging om schriftelijk terug te komen op de vraag of bij het prijsplafond de marge aan het vergoeden zijn of gewoon de inkoopkosten, en wat precies de prijs is die de energieleveranciers krijgen. [hangt samen met motie 118]

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000021

De toezegging is afgedaan in de subsidieregeling 'bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023' van 9 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 171.

2022/2023

Toezegging om de vraag van Omtzigt door te geleiden naar MEZK: hoe zien de langetermijncontracten eruit waaronder gas wordt geëxporteerd naar het buitenland? Wat is de prijs die overeen is gekomen? [hangt samen met motie 120]

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000027

EZK is op de hoogte gesteld van de toezegging van de minister.

2022/2023

Toezegging aan dhr van Dijck om andere rekenvoorbeelden te communiceren m.b.t. het prijsplafond. Uit het transcript: «Ik zou dus aan deze minister willen vragen: kunnen wij realistische doorrekeningen krijgen over wat het zou betekenen voor een gezin met twee kinderen en IPads dat in plaats van 2.900 kilowattuur nu 3.900 kilowattuur gebruikt?»

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000031

De toezegging is afgedaan in de brief 'beantwoording vragen over tijdelijk prijsplafond' van 7 november 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 162.

2022/2023

In IBO vermogen wordt geconstateerd dat er te weinig data is om de vermogensverdeling precies in beeld te hebben, omdat sommige vermogenstitels nog niet zijn geadresseerd. Toezegging om continu aandacht te houden voor verbetering hiervan, en nog beter op zoek te gaan naar die titels, en hoe dat verdeeld is, zodat we beter kunnen sturen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000037

In de kabinetsreactie op het IBO vermogensverdeling op 20 september 2022 (Kamerstukken II 2022-2023, 36 200 IX, nr. 4) is deze toezegging gedaan met onderstaande tekst:Het kabinet onderschrijft dat de beschikbare data van vermogen van hoge kwaliteit zijn in Nederland, ook internationaal bezien. Toch constateert het IBO dat er op dit thema verbeteringen mogelijk zijn. Het blijkt niet altijd goed mogelijk om alle vormen van vermogen goed waar te nemen. Dat komt onder meer door nieuwe ontwikkelingen, zoals de opkomst van cryptovermogen, dat nog slecht wordt waargenomen. Het kabinet wil de verbetering van de al hoge kwaliteit van de vermogensstatistiek graag ondersteunen. Het IBO doet specifiek de aanbeveling om een onderzoek te starten naar de omvang van vermogens van huishoudens ondergebracht in stichtingen. Dit onderzoek is opgenomen in de (fiscale) evaluatie- en onderzoekagenda van het ministerie van Financiën, zie bijlage 9 van de Miljoenennota 2023.

2022/2023

Toezegging om de volgende vragen door te geleiden naar MVWS (zie bij omschrijving)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000041

Min VWS heeft op 31.01.2023 bevestigd dat VWS de toezegging overnemen en afgehandeld hebben.

2022/2023

Toezegging om uit te zoeken wie coördinerend minister is voor de uitvoerings- en systeemproblemen waar het kabinet de afgelopen jaren tegenaan is gelopen (o.a. m.b.t. het onderzoek gedaan door de tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000046

SZW is het coordinerend departement via het programma Werk aan uitvoering. De Kamer wordt periodiek geinformeerd over de voortgang door SZW.

2022/2023

Toezegging om te kijken hoe we helder gaan communiceren over de mogelijkheden voor werkgevers om al in 2022 iets te doen voor werknemers, voor de werkkostenregeling is verwerkt (in december een renteloze lening geven die dan door de werknemer terugbetaald wordt in januari. Dat wordt dan verrekend met het vrije gedeelte van de werkkostenregeling)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000071

De Belastingdienst heeft haar op verschillende manieren de aandacht op gevestigd. Onder andere via het forum fiscaal dienstverleners en de nieuwsbrief loonheffingen.

2022/2023

We komen terug bij het Belastingplan op het proces met betrekking tot de vijfjaar ambtshalve vermindering voor 2017.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000083

Afgerond met kamerbrief 4 november 2022 over massaal bezwaar plus. Kamerstukken II, 2021/22, 32 140, nr. 141

2022/2023

We komen terug bij het Belastingplan op de oldtimerregeling en het feit dat deze als ondoelmatig is geevalueerd

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000086

De toezegging is afgerond in de Schriftelijke beantwoording van een deel van de vragen die zijn gesteld tijdens het wetgevingsoverleg van 17 oktober 2022 over het pakket Belastingplan 2023 (Kamerstuk 36202, nr. 27)

2014/2015

Onderzoek ontwikkelingen in de markt voor uitvoering premieregelingen

Kamerstukken II 2014-2015, P, nr. T2000000001

Afgedaan in «Kamerbrief over onderzoek naar Premiepensioeninstellingen»Kamerstuknr. 2023D06143

2022/2023

In periodieke rapportages zal aandacht besteed worden aan manieren om ouders in het buitenland te bereiken. Informeren over hoe dit gaat, hoe de ouders worden bereikt. En of dit ook lukt. (Karimi/GL)

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000001, nr.

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

De cultuurverandering zal een vast onderdeel zijn van de stand-van-zakenbrieven die wij twee keer per jaar sturen. (CU/Verkerk, VVD/Geerdink)

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000012, nr.

Er zal aandacht aan cultuurverandering zijn in het Jaarplan 2023, deze is 21 december 2022 verstuurd (31066-1154).

2022/2023

Per brief wordt er teruggekomen op de vraag of er juridisch advies ingewonnen is over het gebruik van het begrip «institutionele vooringenomenheid» in relatie tot onrechtmatig handelen van de overheid (SP/Van Apeldoorn)

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000017, nr.

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Mogelijk eind dit jaar zal de Kamer geinformeerd worden over versnellen en verbeteren inclusief over ingebrekestellingen (VVD/Geerdink)

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000022, nr.

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Er zal een brief gestuurd worden naar aanleiding van de motie Verkerk/CU over verdubbeling van de noodvoorziening (36151-J)

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000027, nr.

De motie Verkerk/CU over verdubbeling van de noodvoorziening (36151-J) wordt door het kabinet geadresseerd in de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022. Hiermee is deze toezegging afgedaan.(31066-1123)

2022/2023

De uitvoeringsorganisatie zal naar aanleiding van de motie Van Apeldoorn/SP gevraagd worden om nogmaals te kijken naar alle voorstellen die gedaan zijn of gedaan worden rondom de informele schulden (36151-L)

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000032, nr.

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 4 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Per brief wordt gereageerd op de aangepaste motie Prast over het via een hardheidsclausule voor het gelijkstellen van kinderen en pleegkinderen in de kindregeling

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000037, nr.

Deze toezegging is afgedaan via de brief Motie Prast c.s. over gelijkstelling kinderen enpleegkinderen van 11 november 2022 (36151-R).

2021/2022

Toezegging Het nader informeren van de Eerste Kamer over het toezicht op en de fiscale aspecten van blockchains en bitcoins (34.775/34.700) (T02510)

Kamerstukken I 2021-2022, T02510, nr.

Met een kamerbrief en schriftelijk overleg afgedaan, Kamerstukken I, 2017–2018, 34 775/34 700, W en Kamerstukken I, 2017–2018, 34 775, AA.

2021/2022

Toezegging Inperking gokreclames

Kamerstukken I 2021-2022, T03435, nr.

Deze toezegging is door min J&V afgedaan met de brief d.d. 16 maart 2022 Uitvoering moties kansspelen op afstand over reclame, waarschuwende tekst en deelname door jongeren tijdens (Kamerstukken I 2021-2022, 33 996 nr. U).

2021/2022

Toezegging Conceptnota Staatsdeelnemingen

Kamerstukken I 2021-2022, T03444, nr.

Afgedaan. De Nota is gedeeld met de TK en EK. In de nota wordt ingegaan op investeringen voor de klimaat- en energietransitie en in het buitenland. In de oplegnotitie bij de Nota is conform toezegging ingegaan op de motie-Alkaya.Met de TK heeft een SO en een notaoverleg plaatsgevonden. De EK heeft een SO ingediend, de reactie op dat SO is op 8 november 2022 naar de EK gaan.

2021/2022

Toezegging Analyse prijspad Wet minimum CO2-prijs

Kamerstukken I 2021-2022, T03446, nr.

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking)» van 14 maart 2022, Kamerstukken 2021-2022, 35 216, H.

2022/2023

Het kabinet gaat richting de Algemene financiële beschouwingen verder met de uitwerking van het tijdelijk tariefplafond, samen met de coalitie en GL en PvdA (en andere partijen uit de Kamer ‘als die dat willen’). Bij de uitwerking wordt onder meer gekeken naar hoogte en volumegrens van het plafond, arbitrage tussen gas en elektriciteit en het voorkomen van overwinsten door energiebedrijven. (Motie nr. 30 over een nadere uitwerking van het prijsplafond is aangenomen.)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

De toezegging is afgedaan in de subsidieregeling 'bekostiging plafond energietarieven kleinverbruikers 2023' van 9 december 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 200, nr. 171.

2022/2023

Het kabinet zal verder onderzoeken wat er mogelijk is voor mensen die vanwege medische aandoeningen hogere energiekosten hebben dan het tariefplafond. (Motie 36200 nr. 70 over een extra energiecompensatie is aangenomen.)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000015

Inventarisaties hogere zorgkosten door energiecrisis: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023 | Tweede Kamer der Staten-Generaal Kamerstukken II 2022-2023, 36200-XVI-32.

2022/2023

Het kabinet zal – ‘whatever it takes’- proberen te voorkomen dat huishoudens komende winter worden afgesloten van gas en elektra (maar niet om het hele effect van de sterk stijgende energiekosten volledig te compenseren).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

Tijdelijk afsluitverbod: Staatscourant 2022, 28723 | Overheid.nl > Officiële bekendmakingen (officielebekendmakingen.nl)

2022/2023

Het kabinet zal een schriftelijke reactie sturen op diverse individuele situaties zoals door het lid Omtzigt geschetst.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

Brief met antwoorden op individuele situaties Omtzigt:Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over het prijsplafond energie en de toegezegde voorbeelden tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen | Tweede Kamer der Staten-Generaal2022Z17717, beantwoord door Minister Jetten van K&E

2022/2023

Het kabinet zet alles op alles om te komen tot een gerichte regeling voor energie-intensieve mkb-bedrijven. (Motie 36200 nr.. 17 is over een toegespitste toereikende compensatieregeling is aangenomen.)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000027

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Regeling Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) voor energie intensieve mkb-bedrijven» van 14 oktober 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 32637, nr. 507.

2022/2023

Het kabinet zal in nauw overleg met de sectorvertegenwoordigers de structurele compensatie van € 600 mln. voor het mkb nader uitwerken.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Informatieverzoek kamerlid Maatoug» van 9 november 2022,  Kamerstukken 2022-2023, 32 637, nr 515.

2022/2023

Het kabinet zal de gevolgen van de hoge energieprijzen voor specifieke instellingen, zoals zwembaden, ijsbanen en bibliotheken, scherp in de gaten houden en in samenwerking met gemeenten oog hebben voor hoe hun situatie zich verder ontwikkelt.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000021

Aan toezegging voldaan met het versturen van de Najaarsnota op 21 november 2022, Kamerstukken II 2022-2023, 36 250, Nr. 1

2022/2023

De staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst zal richting de TK-behandeling van het Belastingplan de (on)mogelijkheden toelichten om onderscheid te maken tussen nultarief in de BTW voor bewerkt en onbewerkt groente en fruit. (Motie 36200- 33 over afschaffing van de btw op onbewerkte groente en fruit per 1 november afschaffen is aangehouden.)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000025

Deze toezegging is afgedaan in de brief «Btw-nultarief groente en fruit & alcohol- en tabaksaccijns» van 12 oktober 2022, kenmerk 2022-0000243708.

2022/2023

Het kabinet zal in de aanloop naar de Algemene financiële beschouwingen terugkomen op het verschil in belastingdruk tussen een werknemer met een modaal salaris en een verhuurder van vastgoed.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

Beantwoord in de antwoorden op de Miljoenennota, Kamerstukken II, 2022/23, 36 200, nr. 76, p3.

2022/2023

Minister zegt toe aan het lid Van Dijk (PVV) om schriftelijk te reageren op het nieuwsbericht inzake de ING aandeleninkoop, dit kan betrokken worden bij het CD financiële markten dat al gepland staat.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

De toezegging is afgedaan in het verslag van de Ecofin.

2022/2023

Minister zegt toe aan het lid Van Dijk (PVV) beschikbare openbare informatie na te sturen aan de Kamer over het Transition Protection Mechanism

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000021

Afgedaan. Aan voldaan in Verslag Eurogroep en Ecofinraad 7 en 8 november 2022 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl, Kamerstuknummer 21501-07-1906

2022/2023

Het wetsvoorstel Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage (wordt morgen, dinsdag 1 november 2022, bij de Kamer ingediend)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000049

Toezegging is middels Kamerbrief afgerond, zie Kamerstukken II 2022-2023, 36235

2022/2023

De Kamer ontvangt zo spoedig mogelijk, nog voor de plenaire behandeling van het Pakket Belastingplan 2023 van 8 en 9 november een brief inzake:- de tegenbewijsregeling, op verzoek van de heer Idsinga en de heer Stoffer;- de eigen vermogens van vve's, op verzoek van de heer Omtzigt;- de verbruiksbelasting, op verzoek van de heer Nijboer;- de alternatieven voor de tegenbewijsregeling, op verzoek van de heer Stoffer;- een antwoord op de technische vraag van de heer Idsinga inzake het wetsvoorstel Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling digitale platformeconomie;- een antwoord op de vraag van de heer Romke de Jong inzake ov-abonnementen, de kosten daarvan voor ondernemers en de verhouding tot leaseautogebruik.- de onbelaste reiskostenvergoeding

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T004704

De toezegging is afgehandeld midddels Kamerbrief over nota's van wijziging pakket Belastingplan 2023, zie Kamerstukken II 2022-2023, 36202-37 / 36202-38

2022/2023

Stas FB zegt aan het lid Romke de Jong toe dat bij het gesprek met de Stichting van de Arbeid over de thuiswerkkostenvergoeding en de reiskostenvergoeding én de evaluatie van de werkkostenregeling ook aandacht wordt besteed aan de administratieve lasten van het verstrekken van OV-abonnementen van werkgevers aan werknemers.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000220

Hierover is inmiddels een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht te  onderzoeken hoe werkgevers beter gefaciliteerd kunnen worden om hun werknemers ov-abonnementen te verstrekken en de Tweede Kamer hierover voor 1 april 2023 te informeren.Kamerstukken II 2022-2023, 36 202, nr. 103.

2022/2023

Stas FB zegt toe de vraag van het lid Omtzigt over een lager tarief in de ozb voor sportverenigingen door te geleiden naar de minister van BZK.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000247

Vraag overgenomen door BZK

2022/2023

Voor kerstreces Kamerbrief over experimenten met digitaal centrale bankgeld in Japan, Zweden en Zwitserland

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000045

In behandeling.

2022/2023

Eind van dit jaar verwacht het kabinet een completer beeld met de Kamer te kunnen delen van de mogelijkheden van versnellen en verbeteren.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000025

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In het bezwaarproces zijn enkele maatregelen doorgevoerd waarvan het streven is eind dit jaar de bevindingen met de Kamer te delen en daarover te rapporteren in de volgende VGR.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000030

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Op basis van de resultaten van tests en pilots die dit najaar beschikbaar komen, wordt bepaald welke maatregelen voor het opmaken van dossiers worden ingevoerd. In de volgende VGR wordt de Kamer hierover nader geïnformeerd.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000035

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Een actieplan voor gedupeerde ouders die zich nog niet bij SBN gemeld hebben is in voorbereiding. De Kamer zal hierover op de hoogte worden gehouden.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000040

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 4 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In komende voortgangsrapportages zal de Kamer steeds geïnformeerd informeren over de resultaten en ontwikkelingen rondom de werving van nieuwe medewerkers bij UHT.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000045

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 5 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Over de voortgang van het loket al afbetaalde schulden wordt de Kamer geïnformeerd via de voortgangsrapportages.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000050

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 4 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage, die naar verwachting begin februari 2023 wordt verstuurd, zal de Kamer nader geïnformeerd worden over versnellen en verbeteren.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

De adviezen van de BAK zullen indien beschikbaar met een volgende Voortgangsrapportage worden meegezonden.

Brief Stand van zaken hersteloperatie en antwoorden op feitelijke vragen 11e en 12e Voortgangsrapportage (31066-1139)

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 5 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

De algemene informatiebrochure zal meegestuurd worden met de volgende Voortgangsrapportage.

Brief Stand van zaken hersteloperatie en antwoorden op feitelijke vragen 11e en 12e Voortgangsrapportage (31066-1139)

Deze brochure is opgenomen in bijlage 3 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022(31066-1123)

2022/2023

De ambitie is om bij de volgende Voortgangsrapportage een eerste beeld te delen van de mogelijke impact van de maatregelen rondom de dossiers op de doorlooptijden van het opleveren van dossiers aan ouders.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000022

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Van Dijck (PVV) in verslag Ecofinraad overzicht van wat EC heeft geleend op kapitaalmarkt en blootstelling van NL daaraan

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Kamerstukken II 2022-2023, 21 501-07, nr. 1920

2022/2023

Van Weyenberg (D66) in verslag Ecofinraad terugkomen op vraag of uitgavenregel in de SGP-herziening niet beter kan worden aangemerkt als saldo-regel. En op zorgen of voorgestelde raamwerk noodzakelijke investeringen in klimaat niet kan tegenwerken (en wat de ideeën van andere landen zijn).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

Deze toezegging is afgedaan in verslag Ecofinraad december 2022, Kamerstuk 21 501-07, Nr. 1916.

2022/2023

VD Lee (GL). In verslag terugkomen op vraag welk type instrumenten zich lenen voor crisissituaties en hoe inzet hiervan past binnen herzien SGP.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

Deze toezegging is afgedaan in verslag Ecofinraad december 2022, Kamerstuknummer 21 501-07, Nr. 1916

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal aandacht besteed worden aan de mensen die gerepatrieerd worden met hulp van het ondersteuningsteam (OTB).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000006

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage wordt er ingegaan op welke type hulp er specifiek wordt geboden aan de ouders bijv. mailcontact, telefonisch contact.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000011

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal een bredere analyse worden geven op schrijnende gevallen en ouders die tussen wal en schip vallen door de peildatum van 7 juli 2020 voor ouders in het buitenland. Hierbij wordt in gegaan op de toepassing van de hardheidsclause en het noodzakelijke maatwerk.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000016

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal een nadere analyse geven van de knelpunten bij schuldeisers.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000021

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 4 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal ingegaan worden op gegevens en kennis over gedupeerden die ook ondernemers zijn.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000026

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal ingegaan worden op de mogelijkheden van het versnellen van de integrale beoordelingen en de gevolgen daarvan op de planning.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000031

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal ingegaan worden op hoe de samenstelling en lakken van dossiers versneld kan worden.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000036

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal ingegaan worden op de aantallen en ambitie van de driegesprekken.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000041

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal ingegaan worden op de geschikte gevallen voor de vaststellingsovereenkomsten.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000046

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal een nadere analyse gegeven worden van de gegrondverklaringen om te kijken of er iets veranderd moet worden aan het basisproces.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000051

In de volgende Voortgangsrapportage zal een nadere analyse gegeven worden van de gegrondverklaringen om te kijken of er iets veranderd moet worden aan het basisproces(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zullen de ambities met betrekking tot de planning expliciet gemaakt worden op basis van de mogelijkheden van de versnellingsopties.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000056

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal ingegaan worden op de planning van de achterstanden van de bezwaarprocedures.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000061

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal een alinea worden opgenomen over het emotioneel herstel van kinderen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000066

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Het Lid Omtzigt vraagt naar de correspondentie tussen de DG en de advocaat Eva González Pérez

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

Deze toezegging is afgedaan middels de brief Toezeggingen commissiedebat PwC-onderzoek naar het memo-Palmen van 21 december 2022 (35510-110).

2022/2023

Kamerbrief over de aanbevelingen van Cie. Doorstroomvennootschappen

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Verzending wordt voorzien in februari 2023.

2022/2023

Vragen op terrein van minister van Financiën aan haar doorgeleiden t.b.v. debat witwassen

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

De Kamervragen zijn deels beantwoord in het Comissiedebat bestrijding witwassen en financieren van terrorisme van 21 december 2022, en worden voor het overige beantwoord in de Kamerbrief Reactie op de aanbevelingen van de Commissie doorstroomvennootschappen van 8 februari 2023.

2022/2023

Onderzocht wordt wat de inzet van schade-experts in de hersteloperatie kan toevoegen voor ouders. Hierover wordt ook afgestemd met de Raad voor Rechtsbijstand, de Nederlandse orde van Advocaten en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. In de volgende Voortgangsrapportage zal hierover nader worden gerapporteerd

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 2 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Doorverwijzen van voorstel Weyenberg en Sahla naar minister van SZW. (Zie link bij omschrijving)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000097

In behandeling bij SZW.

2022/2023

Doorgeleiden vraag van de heer Klaver aan de minister voor Klimaat en Energie.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000111

31/1: er is op 22 december een gewijzigde motie ingediend die nu behandeld wordt door minfin.Gewijzigde motie van het lid Klaver c.s. over het berekenen van de totale omvang van fossiele subsidies in Nederland (t.v.v. 36250-10).pdfDeze toezegging wordt afgedaan.

2022/2023

Een appreciatie en antwoord vragen aan de minister van Sociale Zaken over de vraag van de heer Klaver en mevrouw Kuiken.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000123

In behandeling bij SZW.

2022/2023

Doorgeleiden van motie van mevrouw van der Plas naar de bewindspersoon van VWS.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000127

In behandeling bij VWS.

2022/2023

Er wordt nogmaals gekeken naar de langetermijnplanning mede n.a.v. de eerdere aangenomen motie Inge van Dijk (31066-828).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000097

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

Mede naar aanleiding van de motie Azarkan c.s. (31066-1149) zal in de dertiende Voortgangsrapportage een planning voor de Bezwaarschriftenadviescommissie kunnen worden gegeven en in de veertiende Voortgangsrapportage een planning van de Commissie Werkelijke Schade.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000102

Een planning voor de Bezwaarschriftenadviescommissie is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.  De motie wordt verder afgehandeld bij de volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.(31066-1123)

2022/2023

In de begin februari te zenden Voortgangsrapportage zal naar aanleiding van de motie Inge van Dijk c.s (31066-1151) teruggekomen worden op een onderzoek of informatiedeling tussen Dienst Toeslagen en de Belastingdienst met wederzijdse instemming van de ouders een optie is.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000107

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

2022/2023

De minister van Financiën zal de commissie in januari informeren over meetbare doelen van het beleid.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

De minister van Financiën heeft, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, op 6 februari 2023 de Kamer met de Kamerbrief 'Statistieken en meetbare doelen anti-witwasbeleid' (kenmerk 31477-87) geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van het publiceren van statistieken en het hanteren van meetbare doelen omtrent het anti-witwasbeleid. De minister zal de Kamer opnieuw informeren over de voortgang in het kader van de voortgangsbrief over de Beleidsagenda aanpak witwassen.

2022/2023

Aan mevrouw Karimi wordt toegezegd om in de Voortgangsrapportages aandacht te besteden aan de uitvoering van de nieuwe kindregeling en daarbij de specifieke problematiek van jongeren van 18-plus die onder beschermingsbewind staan te betrekken

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000115, nr.

Deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 3 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.(31066-1123)

Door de bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond (niet fiscaal)

Tabel 91 Door de bewindslieden gedane toezeggingen die nog niet zijn afgerond (niet fiscaal)

Vergaderjaar

Omschrijving

Vindplaats

Stand van zaken / planning

2012/2013

Toezegging ontwerp en invulling van borgingsinstrumenten

Kamerstukken II 2012-2013, 28 165, nr. 162

In behandeling. Het invoeren van een Britse wet voor borging publieke belangen heeft op dit moment geen prioriteit in het VK.

2013/2014

Toezegging financiële transactiebelasting

Kamerstukken II 2013-2014, 21 501-07, nr. 1115

In behandeling. Aangezien er nog geen concreet voorstel ligt is dit nog niet aan de orde

2015/2016

Toezegging gedupeerden misleidende reclame Staatsloterij

Kamerstukken II 2015-2016, 28 165, nr. 248

In behandeling. Nederlandse Loterij heeft afspraken gemaakt met Stichting Staatsloterijschadeclaim over een oplossing voor alle spelers uit de tijd van de misleidende reclame. Belangrijkste element was een eenmalige, bijzondere loterij in mei 2017. Veel oud-deelnemers hebben aan deze loterij deelgenomen, waardoor het risico op betaling van hoge schadebedragen substantieel is gedaald. Tegen Staatsloterij lopen nog enkele collectieve en individuele zaken.

2015/2016

Toezegging kapitaalstortingen TenneT Duitse investeringen

Kamerstukken II 2015-2016, 28 165, nr. 248

In behandeling. In 2016 is een kapitaalstorting toegezegd. Er is vastgelegd dat TenneT de gestorte middelen alleen aanwendt voor wettelijk verplichte investeringen in Nederland. Sinds deze storting is de investeringsagenda van TenneT verder gegroeid. TenneT heeft daarom opnieuw additioneel eigen vermogen nodig. Anders dan bij de eerder aan TenneT toegezegde kapitaalstortingen, is deze eigen vermogen behoefte voor een substantieel deel een gevolg van de Duitse investeringsagenda. Onderzocht wordt of deze kapitaalbehoefte door een investering door de Duitse staat ingevuld kan worden.

2015/2016

Toezegging voortgang Volksbank

Kamerstukken II 2015-2016, 33 532, nr. 61

In behandeling. De Kamer wordt jaarlijks geïnformeerd door voortgangsrapportages. De Kamer is op 7 juli 2022 geïnformeerd over de meest recente voortgangsrapportage van NLFI over de Volksbank.

2016/2017

Toezegging wijzigingen in bijlage bij Wet toezicht accountantsorganisaties

Handelingen II 2016-2017, nr. 99

Doorlopend

2016/2017

Toezegging valuatie verkoopproces a.s.r.

Kamerstukken II 2016-2017, 33 532, nr. 79

In behandeling. De Kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten van dit traject.

2017/2018

Toezegging evalueren wet transparant toezicht financiële markten twee of drie jaar na inwerkingtreding

Handelingen II 2017-2018, nr. 46, item 4

In behandeling. Ten behoeve van de evaluatie is met DNB en AFM afgesproken dat zij de komende jaren bijhouden hoe zij de nieuwe publicatiebevoegdheden uit de Wet transparant toezicht financiële markten inzetten.

2017/2018

Toezegging blijvend monitoren lasten Wwft

Handelingen II 2017-2018, nr. 55, item 23

Doorlopend.

2017/2018

Toezegging evaluatie Wet toezicht trustkantoren 2018

Handelingen II 2017-2018, nr. 102, item 3 (herdruk)

In behandeling. Wordt meegenomen bij de evaluatie van de Wet toezicht trustkantoren die voorzien is vijf jaar na inwerkingtreding (2024)

2017/2018

Toezegging aandacht EC voor risico’s op terrein van privacy

Kamerstukken II 2017-2018, 34 813, nr. 22

In behandeling.  De Tweede Kamer is hierover geinformeerd in brief moties en toezeggingen op het terrein van de financiële markten najaar 2019. Kamerstukken II 2019-2020, 32 545, nr. 111. Ook is in de reactie op de consultatie van de Europese Commissie ten behoeve van de te vormen strategie voor het retail betalingsverkeer aandacht gevraagd voor de privacy-risico's ten aanzien van PSD2.

2017/2018

Toezegging DNB jaarlijks om rapportage trustsector te vragen

Handelingen II 2017-2018, nr. 105, item 8

Doorlopend. DNB neemt de rapportage op in haar zbo-verantwoording

2018/2019

Toezegging In EU bespreken bruikbaarheid structurele saldo (35.000)

Handelingen I 2018-2019, nr. 8, item 8, p. 23-24

In behandeling. De consultatiesessies van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) zijn op 19 oktober jl. van start gegaan. Hierbij zullen veel onderwerpen aan bod komen, waaronder de numerieke vereisten binnen de preventieve arm, waar het structureel saldo onderdeel van is. Nederland zet zich in deze gesprekken in langs de bestaande Nederlandse lijn gezien de demissionaire status van het kabinet, waaronder de verbetering van de voorspelbaarheid en transparantie van de SGP-doelstellingen. In de toegezegde SGP-brief, welke uiterlijk in december naar het parlement wordt gestuurd, zal het kabinet verder ingaan op de bruikbaarheid van het structureel saldo.

2018/2019

Toezegging De Kamer de evaluatie van de Wet herstel en afwikkeling van verzekeraars aanbieden (34-842)

Handelingen I 2018-2019, nr. 9, item 8

In behandeling. Mede in het licht van de lopende onderhandelingen voor het richtlijnvoorstel herstel en afwikkeling verzekeraars (IRRD) zal worden bezien wat een geëigend moment is voor een evaluatie

2018/2019

Toezegging hoogte normrendement Invest-NL

Handelingen II 2018-2019, nr. 82, item 16

In behandeling. Kamer informeren na vaststelling. Uiteindelijke termijn voor vaststelling normrendement is per Kamerbrief vastgezet op 3 jaar (streefdatum vaststelling 01-01-2023)

2019/2020

Toezegging 25%-grens evaluatie UBO-register

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging dialoog UBO- en centraal aandeelhoudersregister

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging evaluatie effectiviteit Wet verwijzingsportaal bankgegevens

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling. De wet verwijzingsportaal bankgegevens wordt twee jaar na de in werking treding geëvalueerd.

2019/2020

Toezegging verslaglegging aantal opvragen in verwijzingsportaal

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging evaluatie verwijzingsportaal in periodieke audit

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling. De wet verwijzingsportaal bankgegevens wordt twee jaar na de in werking treding geëvalueerd.

2019/2020

Toezegging monitoren effect toezicht op kleine cryptopartijen

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging monitoren toename gebruik non-custodian wallets

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging monitoren hoge toezichtskosten en registratieplicht kleine cryptobedrijven

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging bespreken integriteitsrisico’s geldautomaten met DNB en in MOB

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling

2019/2020

Toezegging evalueren financiële dienstverlening aan ambassades en internationale organisaties

Handelingen II 2019-2020, nr. 31, item 58

In behandeling. Dit wordt meegenomen in de opvolging van de Beleidsagenda aanpak witwassen.

2019/2020

Toezegging hefboomleningen in FSB en in kaart brengen risico's

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234.

In behandeling. In FSB-verband wordt hier aandacht voor gevraagd en staat het op de agenda. De FSB brengt momenteel risico's verder in kaart. Vervolgens wordt de Kamer hierover geinformeerd.

2019/2020

Toezegging risico's verduurzamingspakketten beleggingshypotheken

Kamerstukken II 2019-2020, 32 013, nr. 234

In behandeling. We zullen voor de zomer een reactie sturen.

2019/2020

Toezegging eurobetaalrekening ingezetenen Caribisch Nederland

Aanhangsel van de Handelingen II 2018-2019, nr. 3773

In behandeling.

2019/2020

Toezegging De Kamer te informeren over tussenstanden en voorlopige bevindingen onderzoek overlap geldstromen witwassen en belastingontwijking (35.245)

Handelingen I 2019-2020, nr. 25, item 10

Deze toezegging is gerelateerd aan de motie Snels/Groothuizen. Deze motie is meegenomen in het onderzoek van de commissie Doorstroomvennootschappen. Het rapport van deze commissie is op 22 november 2021 gepubliceerd, tezamen met de kabinetsreactie. Daarnaast is in bijlage II bij de fiscale beleids- en uitvoeringsagenda van 3 juni 2022 aangegeven dat momenteel door het Financieel Expertise Centrum (FEC) een verkenning wordt gedaan naar een mogelijk vervolgonderzoek naar witwassen en doorstroomactiviteiten, conform de aanbeveling daartoe van de commissie Doorstroomvennootschappen. De Kamer is op 8 februari 2023 met de Kamerbrief Reactie op de aanbevelingen van de Commissie doorstroomvennootschappen geinformeerd over de stand van zaken van de opvolging van de aanbevelingen van de comissie.

2019/2020

Toezegging evalueren implementatie vierde anti-witwasrichtlijn

Handelingen I 2019-2020, nr. 25, item 10

In behandeling. In het najaar van 2021 zal de EK een verslag van de evaluatie ontvangen.

2019/2020

Toezegging Jaarlijks de wenselijkheid te inventariseren van aanvullende wetgeving teneinde FATF-standaarden te implementeren (35.245)

Handelingen I 2019-2020, nr. 25, item 10

In behandeling.

2019/2020

Toezegging inzet op crypto's bij Financiën en DNB

Kamerstukken I 2019-2020, nr. 25, item 10

Doorlopend

2019/2020

Toezegging betrekken fintech en start-ups bij strijd tegen witwassen via cryptovaluta

Kamerstukken I 2019-2020, nr. 25, item 10

In behandeling

2019/2020

Toezegging Faciliteren van gerechtvaardigde beroepen op afscherming van UBO's van kerkgenootschappen (35.179)

Handelingen I 2019-2020, nr. 32, item 10, p. 17

De minister van Justitie en Veiligheid onderhoudt primair contacten met kerkgenootschappen. In zijn algemeenheid zijn deze contacten goed. Onderwerp van gesprek is het UBO-register in brede zin, waaronder ook over de afscherming bij gerechtvaardigde verzoeken daartoe.

2019/2020

Toezegging gesprek met kerkgenootschappen

Handelingen I 2019-2020, nr. 32, item 10, p. 14, 15 en 16

In behandeling, JenV heeft hier het voortouw.

2019/2020

Toezegging Terugkoppeling gesprekken over het UBO-register met kerkgenootschappen (35.179)

Handelingen I 2019-2020, nr. 32, item 10, p. 14, 15 en 16

De minister van Justitie en Veiligheid heeft toegelicht wat het gevoerde beleid, zoals gecommuniceerd in de kamerbrief van 14 april jl., betekent voor leden van kerkgenootschappen. Dit tot wederzijdse tevredenheid. Ook in de toekomst zal het ministerie van Justitie en Veiligheid op regelmatige basis contact met kerkgenootschappen houden om met elkaar in verbinding te blijven en signalen tijdig op te vangen.

2019/2020

Toezegging verankeren rekeninghouders in gedragscode bankensector

Kamerstukken II 2019-2020, 35 107, nr. 16

In behandeling

2019/2020

Toezegging verlengen garanties inzake SURE

Kamerstukken II 2019-2020, 35 466, nr. 10

In behandeling. Een eventuele verlenging is nog niet aan de orde.

2019/2020

Toezegging informeren Kamer EC-stukken SURE (rapportages/verantwoording)

Kamerstukken II 2019-2020, 21 501-07, nr. 1713

In behandeling. Dit is een doorlopende toezegging.

2019/2020

Toezegging informeren Kamer naleving voorwaarden rol state agent

Kamerstukken II 2019-2020, 35 505, nr. 20

In behandeling, informatie over de bevindingen van de State Agent meegenomen in de rapportages van de staatsagent.

2015/2016

Toezegging informeren Kamer rondom regelgeving op grond van artikel 1:3a

Kamerstukken II 2015-2016, 34 455, nr. 11

In behandeling. Eerste en enige melding bij brief van 9 februari 2017. Kamerstukken II 2016-2017, 32 545, nr. 60. Daarna is er geen regelgeving op grond van artikel 1:3a vastgesteld

2014/2015

Toezegging analyse Financial Transaction Tax

Kamerstukken II 2014-2015, 34 208, Kamerstukken II 2014-2015, 34 198 en Kamerstukken II 2014-2015 34 204, nr. 11

In behandeling. Het is tot op heden niet duidelijk hoe de Financial Transaction Tax er uit komt te zien.

2020/2021

Toezegging voortgangsrapportages Kwartiermakers Cta

Kamerstukken II 2020-2021, 33 977, nr. 33

Doorlopend (zolang aanstelling Kwartiermakers duurt). In behandeling. Eerste voortgangsrapportage is op 2 februari 2021 aan de TK gezonden. Kamerstukken II 2020-2021, 33977, nr. 36.

2020/2021

Toezegging onderzoek omvang en risico's crypto's

Kamerstukken II 2020-2021, 31 477, nr. 54

In behandeling.

2020/2021

Toezegging informeren dossier consultants

Kamerstukken II 2020-2021, 31 477, nr. 54

Relevante nieuwe ontwikkelingen zullen gedeeld worden met de TK.

2020/2021

Toezegging verzoeken DNB en AFM beleidsregel toetsing bestuurders schikkingen

Kamerstukken II 2020-2021, 31 477, nr. 54

In behandeling. In lijn met de gedane toezegging heeft het ministerie aan DNB en de AFM verzocht om in de evaluatie van de Beleidsregel geschiktheid mee te nemen of de beleidsregel nader kan ingaan op de rol die een schikking met, boete aan of veroordeling van een financiële instelling heeft in het onderzoek of sprake is van een redelijke aanleiding om tot hertoetsing van beleidsbepalers over te gaan. De evaluatie vond in 2022 plaats en heeft aanleiding gevormd voor een nieuwe Beleidsregel geschiktheid die naar verwachting in maart 2023 zal worden gepubliceerd. De Kamer zal vervolgens hierover worden geïnformeerd in de verzamelbrief moties en toezeggingen op het terrein van de financiële markten hierover (voorzien voor april 2023).

2020/2021

Toezegging inventariseren begrotingsregels groene investeringen

Tweede Kamer, debat over de Najaarsnota 2020 (35650, nr. 1), 16 december 2020

Dit wordt meegenomen door de komende Studiegroep Begrotingsruimte.

2020/2021

Toezegging NVB en voorkomen sluiting rekeningen in 2021

Kamerstukken II 2020-2021, 25087, nr. 268

Doorlopend.

2020/2021

Toezegging proactief informeren Kamer voortgang FATCA

Kamerstukken II 2020-2021, 25 087, nr. 268.

Doorlopend.

2020/2021

Toezegging gevolgen aanpassing normen voor kredietverstrekkers

Kamerstukken II 2020-2021, 32 545, nr. 145.

In behandeling in afwachting van een EU-akkoord over de wijzigingen van de richtlijn consumentenkrediet.

2020/2021

Toezegging actieplan Fintech

Kamerstukken II 2020-2021, 32545, nr. 127.

In behandeling. Een update van het Fintech actieplan is op 13 oktober 2021 verstuurd. Kamerstukken II 2021 ‒ 2022, 32013, nr. 250. De minister heeft toegezegd een nieuw FinTech-onderzoek uit te voeren en de Kamer te informeren over de uitkomsten.

2020/2021

Toezegging brief nummerportabiliteit

Kamerstukken II 2020-2021, 32545, nr. 127.

In behandeling, uw Kamer ontvangt een brief zodra de evaluatie van de Europese Commissie is afgerond.

2020/2021

Toezegging om aandachtspunt «beoordeling plannen» mee te geven aan RvB van Invest International.

Handelingen I 2020–2021, 35529, nr. 44

In behandeling, t.z.t. mee te geven aan de RvB van Invest International.

2015/2016

Toezegging SNS

Kamerstukken I 2015-2016, T02187, nr.

Doorlopend. Jaarlijks wordt er gerapporteerd over de voortgang van de bank voor een besluit over haar toekomst, door middel van een rapportage van NLFI.

2021/2022

De publiek toegankelijke onderzoeken van de ECB met de Kamer delen die inzicht geven in de vraag waar het geld van de monetaire verruiming precies naar toe is gegaan en in hoeverre dit geld effect heeft gehad op de huizenmarkt

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling. Streven om dit in 2023Q1 af te ronden.

2019/2020

Toezegging Kamer informeren over monitoring inkomenspositie werknemers KLM bij de herstructureringsplannen

Kamerstukken I 2019-2020, T02989, nr.

Conform afspraak ontvangt de EK zolang de steun aan KLM loopt (gelijktijdig met TK) de rapportages van de staatsagent waarin dit onderwerp wordt behandeld.

2019/2020

Toezegging Informeren over invulling steunmaatregelen KLM en in het bijzonder de duurzaamheidsvoorwaarden

Kamerstukken I 2019-2020, T02990, nr.

Conform afspraak ontvangt de EK zolang de steun aan KLM loopt (gelijktijdig met TK) de rapportages van de staatsagent waarin dit onderwerp wordt behandeld.

2020/2021

Toezegging Notitie over de uitvoeringsproblematiek bij Ministerie van Financiën

Kamerstukken I 2020-2021, T03230, nr.

In behandeling.

2021/2022

Toegezegd is dat de stas F&B en de stas SZW een brief sturen over de samenwerking tussen Belastingdienst en Inspectie SZW.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

Deze toezegging is in behandeling bij SZW en Fin (BD).

2021/2022

De minister zal in gesprek gaan met de banken over de oorzaken van de dalende cijfers en kijken of alle groepen in beeld zijn. Dat is naar aanleiding van de vragen van de heer Idsinga. Er zal gekeken worden of de banken informatie kunnen geven om te kijken of we alle groepen voldoende in beeld hebben.

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

De toezegging is afgedaan met de Kamerbrief laatste stand van zaken met betrekking tot de toezeggignen die zijn gedaan tijdens het commissiedebat FATCA van 28 september 2021. Kamerstukken II, 2021–2022, 25 087, nr. 290.

2021/2022

Toegezegd wordt om in het kader van verbetering van de dienstverlening aan toeslaggerechtigden te kijken naar de rekenhulp en het makkelijker vindbaar maken van hulp in de buurt

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

De Belastingdienst is momenteel met Toeslagen in gesprek over wat de gewenste presenteervorm is: is het handig dat de burger zijn postcode invoert of een plaats. Er is eerder wel gewerkt aan ideeën voor de postcode variant maar omdat voor toeslagen servicepunten specifiek (dus niet voor de balies) geldt dat je alleen binnen je gemeente terecht kunt, kan het wenselijk zijn om alleen dat als zoekresultaat te tonen.

2021/2022

Minister stuurt in januari resultaten onderzoek DNB en MOB naar Kamer en zijn reflectie daarop;

Kamerstukken II 2020-2021, , nr.

In behandeling.

2021/2022

De staatssecretaris zegt toe om met betrekking tot de CSRD te kijken of de grenzen voor klimaatrapportage voor kleine bedrijven met een grote footprint anders gelegd kunnen worden.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Op basis van de gesprekken en vervolggesprekken met de initiatiefnemers, te kijken welke elementen van artikel 73 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen aangepast moet worden om optimaal recht te doen aan de transparantieplicht richting de consument.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Een vervolggesprek aan te gaan met de aanbieders van al deze producten om te kijken hoe zij deze verantwoordelijkheid zelf al op een snelle manier kunnen nemen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

In gesprek te gaan met aanbieders om te kijken naar het begrijpelijk maken van polissen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

In de gesprekken met de verzekeraars te kijken wat ze vrijwillig nog verder kunnen doen om meer klanten te bereiken in het kader van de wettelijke verplichte activering

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Om uit te zoeken wat er in andere landen, zoals Scandinavië gedaan is aan het transparant maken van kosten.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Bij de toegezegde brief in te gaan op de naleving van art73 BGfo en het toezicht.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In behandeling.

2021/2022

Brief over onderzoeken en evaluaties op het terrein van het voorkomen van witwassen.

Kamerstukken II 2021-2022, , nr.

In september 2022 is de beleidsagenda aanpak witwassen naar de Kamer verzonden (Kamerstuk 31 477, nr. 80). Daarmee is deze toezegging afgedaan.

2021/2022

De Kamer wordt geïnformeerd voordat het behandelkeuzemodel definitief in gebruik genomen wordt en welke afwegingen hieraan ten grondslag liggen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000011

Het model is nog niet in gebruik genomen, zodra dit wel gebeurt wordt u zoals toegezegd hierover geïnformeerd.

2021/2022

De minister stuurt op korte termijn een brief over de effecten van de reeds getroffen financiële sancties tav bijvoorbeeld de omvang van de bevroren tegoeden, waarin minister ook ingaat op de keuzes die trustsectoren maken.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2021/2022

De staatssecretaris van Financiën - Toeslagen en Douane zal uw Kamer nader informeren over de signalering in het PwC onderzoek Effecten FSV MKB dat bij circa 4.300 ondernemers dan wel familieleden van ondernemers die ook in Informatiesysteem Klantbehandeling (IKB) en Klant Relatiebeheer Belastingen (KRB) stonden, de toeslag is stopgezet.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

Begin 2023 is er een plan van aanpak geschreven en is er een data-aanvraag uitgezet. De komende maanden wordt verder gewerkt aan de datavergelijking.

2016/2017

Toezegging Evaluatie algemene zorgplicht Wet op het financieel toezicht

Kamerstukken I 2021-2022, P-T003834, nr.

Aangehouden. De oorspronkelijke toezegging luidt: uiterlijk 1 januari 2022 zal de Staten-Generaal een verslag met de bevindingen van de evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de algemene zorgplicht in artikel 4:24a Wft in de praktijk ontvangen. De minister van Financiën heeft de Staten-Generaal op 12 december 2021 geïnformeerd over het aanhouden van de evaluatie tot er meer zicht is op de formele handhavingspraktijk en ontwikkeling in de bestuursrechtelijke rechtspraak.

2017/2018

Toezegging De Kamer nader informeren over de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn in andere EU-lidstaten

Kamerstukken I 2017-2018, (34 808) (T02630), nr.

In behandeling.

2021/2022

Voor- en nadelen partnermodel onderzoeken

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000005

In behandeling.

2021/2022

Gevolgen audit quality indicators monitoren

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

In behandeling.

2021/2022

Gesprek met sector over voortgang niet financiële informatie

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000021

In behandeling.

2021/2022

In wetsvoorstel stil staan bij reputatierisico’s aanwijzingsbevoegdheid

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

In behandeling.

2021/2022

Toezegging evaluatie kosten-baten HuLK (Herverzekering Leverancierskredieten)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000161

In behandeling. Deze toezegging ziet toe op een evaluatie van deze crisismaatregel nadat de eindafrekeningen met alle betrokken verzekeraars heeft plaatsgevonden. Dit is naar verwachting in de zomer van 2023.

2020/2021

De publicatie van de resterende aanvullende voorbereidingsdossiers en de aan de ADR aangereikte documenten op het informatiepunt KOT is uiterlijk dit najaar voorzien.

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000001

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen: Deze toezegging bevindt zich in de afrondende fase. Uiterlijk in de volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt u geïnformeerd over de stand van zaken betreffende deze toezegging.

2021/2022

Het kabinet is voornemens om de Wet delegatiebepalingen hersteloperatie toeslagen in te trekken op het moment dat de Wet hersteloperatie Toeslagen door beide Kamers is aanvaard

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000226

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen: Het intrekken van de wet delegatiebepalingen is in voorbereiding.

2021/2022

Zoals toegezegd zullen wij uw Kamer uiterlijk het eerste kwartaal van 2023 per brief informeren over de voortgang van de aansluiting van kinderopvangorganisaties op gegevenslevering

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Op deze toezegging wordt teruggekomen in de volgende voortgangsbrief verbetertraject kinderopvangtoeslag. Het streven is deze brief in de eerste helft van 2023 aan de Kamer te zenden.

2021/2022

Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel OFM 2022 heeft de staatssecretaris van Toeslagen & Douane toegezegd samen met de staatssecretaris van Sociale en Werkgelegenheid – vanuit het verbetertraject kinderopvangtoeslag – te kijken naar de mogelijkheid om alle ouders (standaard) inzicht te geven in de gegevens die Toeslagen ontvangt van kinderopvangorganisaties

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000007

Op deze toezegging wordt teruggekomen in de volgende voortgangsbrief verbetertraject kinderopvangtoeslag. Het streven is deze brief in de eerste helft van 2023 aan de Kamer te zenden.

2021/2022

Binnen het verbetertraject kinderopvangtoeslag wordt verkend hoe de resultaten en aanbevelingen toegepast kunnen gaan worden. Daarover wordt u in de volgende voortgangsbrief geïnformeerd

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

Op deze toezegging wordt teruggekomen in de volgende voortgangsbrief verbetertraject kinderopvangtoeslag. Het streven is deze brief in de eerste helft van 2023 aan de Kamer te zenden.

2021/2022

Dat de risicoscore van het model breder is gebruikt is zorgelijk en daarom is de AP ook hierover geïnformeerd. Omdat het belangrijk is om met zekerheid te kunnen vaststellen dat alle hierover relevante informatie bekend wordt, heb ik Toeslagen opdracht gegeven om extern onderzoek te laten uitvoeren. Onder andere om te proberen te achterhalen hoe breed het gebruik van de risicoscores heeft plaatsgevonden, met wie het is gedeeld en welke gevolgen dit voor burgers heeft gehad. Uw Kamer wordt over dit onderzoek geïnformeerd.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000019

Naar verwachting wordt het rapport van het extern onderzoek in Q2 met uw Kamer gedeeld.

2021/2022

Aan lid Ephraim, Grinwis en van Dijk, minister zal schriftelijk terugkomen op vragen over de implementatie van Bazel 4, dat zijn de kapitaalvereisten en de uitkomsten van de interne modellen van banken

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000009

Over de kapitaalvereisten en interne modellen van banken wordt op dit moment onderhandeld in de triloogfase tussen Raad en Parlement. Onduidelijk is wat de uitkomst zal zijn van deze onderhandelingen. Zodra daar duidelijk over is, kan de toezegging gestand gedaan worden door het verzenden van een brief met de resultaten van de onderhandelingen.

2020/2021

Een brede brief over de financiële sector, waarin ook zal worden ingegaan op systeemrisico’s bij banken komt ook voor het zomerreces

Kamerstukken II 2020-2021, P, nr. T2000000009

In behandeling.

2021/2022

Na de zomer wordt uw Kamer geïnformeerd over het moment en de wijze waarop de invorderingsactiviteiten voor burgers die zich hebben gemeld bij UHT worden hervat, inclusief de wijze waarop we dan om willen gaan met de invorderingsrente bij deze vorderingen

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000025

Voor ouders waarbij het proces bij UHT is afgerond zal het reguliere proces van de invordering van eventuele toeslagschulden die niet in het kader van herstel zijn kwijtgescholden worden hervat. Toeslagen is thans bezig met het formuleren van beleid voor deze overdracht van ouders van UHT naar het reguliere proces. De Kamer zal over de uitkomsten daarvan worden geïnformeerd.

2021/2022

De minister zegt aan CDA-Kamerlid van Dijk toe om samen met collegaministers een overzicht te bieden van tussentijdse aanpassingen in de begrotingen (volgens art. 2.27, tweede lid, van de CW) en een reflectie op de noodzaak van het gebruik van 2.27 en de vraag of een stevigere behandeling misschien meer recht had gedaan

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling. De toezegging valt samen met het focusonderwerp voor het Financieel Jaarverslag Rijk (17.05.2023).

2021/2022

De minister zegt VVD-Kamerlid Heinen toe in de evaluatie CW het beroep op art. 2.27, tweede lid, een prominente plek geven.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

In behandeling. De planning is om de evaluatie in juli 2023 op te leveren.

2021/2022

De minister zegt GL-Kamerlid Van der Lee toe de voortgangsrapportages van de ontwikkeling van de kernset brede welvaartindicatoren systematisch mee te nemen in de begrotingscyclus, waarbij dus de komende voortgangsrapportage wordt betrokken in de Miljoenennota

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000020

Loopt mee in het proces voor de Miljoenennota 2024.

2021/2022

De minister zegt GL-Kamerlid Van der Lee toe dat het kabinet gaat kijken op welke manier de factsheets brede welvaart van het CBS kunnen aansluiten bij de departementale begroting.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000026

In behandeling. Het CBS verzorgt de uitvoering. De resultaten zullen landen op de website van het CBS en in de departementale begrotingen voor 2023.

2021/2022

De minister zegt SGP-kamerlid Stoffer toe om te onderzoeken of er een koppeling gemaakt kan worden met het toezeggingen register van uw kamer en de informatiesystemen van de departementen zodat er geen verschil van inzicht kan ontstaan en, sterker nog, dat u werk bespaard wordt

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000040

In behandeling.

2021/2022

De minister zegt PvdA-Kamerlid Nijboer toe kritisch te kijken naar (de doelmatigheid en doeltreffendheid van) fiscale regelingen. Voor de zomer 2023 wordt de Tweede Kamer geïnformeerd in een plan van aanpak.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000048

Voor zomer 2023 zal de Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst een brief aan de Kamer sturen met daarin de uitkomsten van de inventarisatie en beoordeling van fiscale regelingen.

2021/2022

Toezegging in de Kamerbrief ‘Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda’, om voor de zomer 2023 met een concreet plan van aanpak voor verdere stappen voor vereenvoudiging van het belastingstelsel te komen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000145

In behandeling.

2021/2022

Met Prinsjesdag sturen naar de kamer van het beslissingskader voor het vooruitlopen op wetgeving met beleidsbesluiten.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

Momenteel wordt een BWO gepland tussen stas TD, stas FB , de minister van rechtsbescherming en de minister van BZK over de voorwaarden van het kader waaronder het gebruik van een beleidsbesluit aanvaardbaar kan zijn om vooruitlopend op wetgeving in te zetten. Het kabinet streeft het afwegingskader aan zowel de Tweede als de Eerste Kamer aan te bieden. Dat kan na het BWO of na het BWO kan de Kamer geïnformeerd worden over de vertraging en het verdere proces.

2021/2022

Vraag over stadsverwarming (waarom duurt het ontkoppelen van stadsverwarming van de gasprijs zo lang) van Van Haga. Overleg EZK en brief sturen naar kamer.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

De Kamer is hierover voor het reces van het Kabinet geïnformeerd middels een brief van de Minister voor Klimaat en Energie.

2021/2022

Varianten voor nieuw stelsel met bijbehorende uitvoeringseffecten en update van de varianten die er nu liggen: tweede helft kabinetsperiode (VKC FIN - o.a. Matoug, Grinwis, Van Dijk)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000006

In december 2022 is een aanpak naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd. Voor de zomer 2023 zal een tussenrapportage worden gezonden en eerste kwartaal van 2024 - zo is het streven - de eindrapportage.

2021/2022

Eind van het jaar evalueren van de steunpunten en begin volgend jaar op terugkomen (Stoffer)

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000013

Van 12 september tot en met 3 oktober 2022 heeft een evaluatief onderzoek naar de (dienstverlening van de) steunpunten onder burgers en medewerkers plaatsgevonden.De resultaten van de nulmeting laten zien dat de steunpunten op een zeer positieve manier invulling geven aan de behoefte van burgers voor meer persoonlijke hulp door de Belastingdienst en Toeslagen. De steunpunten worden door bezoekers en steunpuntmedewerkers als volwaardig kanaal van de Belastingdienst en Toeslagen beschouwd, waar men terecht kan voor persoonlijke hulp bij belastingzaken en toeslagen. De dienstverlening lijkt de verwachtingen van bezoekers waar te maken. Bezoekers ervaren de dienstverlening als persoonlijk, proactief en met menselijke maat. In het eerste kwartaal van 2023 wordt nog gekeken of de dekking van de steunpunten voldoende is en of uitbreiding van het aantal steunpunten gewenst is. Eind 2023 wordt in de periode augustus - oktober een tweede effectmeting uitgevoerd. De Kamer wordt daar in een later stadium over geïnformeerd.

2021/2022

Transitie kringlooplandbouw: In de Kamerbrief van de minister van Landbouw en Visserij zijn contouren geschetst, maar de minister komt daar nog uitgebreider op terug, ook als onderdeel van het perspectief dat we juist boeren willen schetsen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2021/2022

Toezegging over versterken veiligheidsketen (samenwerking ketenpartners). Het gaat om professionalisering van de samenwerking tussen politie en buitengewoon opsporingsambtenaren, versterking van de expertise van de aanpak van cybercriminaliteit, investeren in de rechtspraak: en-en-en De uitwerking van die maatregelen komt nog terug in de vorm van concrete bestedingsvoorstellen. U krijgt voor het zomerreces een brief van de minister.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000017

In behandeling. Het voornemen is deze toezegging af te doen via een brief van de bewindspersonen van JenV die gaat over het thema versterking veiligheidsketen.

2021/2022

De minister van Justitie en Veiligheid zal de Kamer nader informeren over mogelijke aanpassing van de notariële geheimhoudingsplicht

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000037

In behandeling. Overgedragen aan de minister van Justitie en Veiligheid.

2021/2022

De minister zal na de zomer de Kamer informeren over de juridische onderbouwing van de positie van groepen zonder bankrekening via een integrale reactie, samen met de minister van JenV.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000041

In behandeling. Zal worden meegenomen in de de voortgangsrapportage van de beleidsagenda aanpak witwassen in het voorjaar van 2023.

2021/2022

De minister zal het tijdpad ten aanzien van een mogelijke hypotheekuitzondering in het kader van Bazel IV aan de Kamer sturen wanneer daar zicht op is

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000045

Op dit moment vangt de triloogfase aan tussen Raad en Parlement over de CRR/CRD implementatie waar de hypotheekuitzondering onderdeel van is. Omdat nog niet duidelijk is welke positie ingenomen zal worden door de Raad en Parlement en wat er uit de onderhandelingen volgt is het nog niet mogelijk om een tijdpad te schetsen.

2021/2022

De minister zal eind 2022 een onderzoek dat samen met DNB wordt gedaan over contant geld naar de Kamer sturen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000057

In behandeling. Het onderzoek wordt momenteel uitgevoerd. De Kamer wordt voor de zomer geïnformeerd over de resultaten.

2021/2022

De minister voor Volkshuisvesting en Ruimte Ordening zal de evaluatie van taxaties naar de Kamer sturen.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000061

In behandeling. Het ministerie van BZK is - i.s.m. met ons - gestart met de opzet van deze evaluatie.

2021/2022

Toezegging aan het lid Van Rooijen (50PLUS): Schriftelijk terugkomen op de mogelijkheid van een wettelijk instrumentarium waarvan je in een incidenteel geval gebruik kan maken als dat in de toekomst nog nodig blijkt. Beide kamers nader informeren over de (on)mogelijkheid daarvan, zoals geschetst in de tabellen, en dat het geen onwil is (verzoek is in het najaar, niet hard toegezegd). Iets verder in het debat geeft stasFB aan dat «dit» allemaal vragen zijn die in de augustusbesluitvorming terugkomen, waarbij niet helemaal duidelijk is of dat alleen op fiscaliteit ziet.

Kamerstukken I 2021-2022, P-T2000000007, nr.

De toezegging wordt meegenomen in het traject omtrent de exit-/transitiestrategie en afgedaan met een brief eind februari (of als de brief ander ingevuld moet worden na politieke bespreking in de voorjaarsnota).

2021/2022

De instellingsregeling voor de Bezwaarschriftenadviescommissie zal aangepast worden zodat bij toekenning van € 30.000 de zaak niet langer aan de BAC voorgelegd hoeft te worden.

Kamerstukken II 2021-2022, P, nr. T2000000054

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen:  Een stand van zaken betreffende deze toezegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen 4e kwartaal 2022.

2022/2023

Toezegging om na inwerkingtreding, en zodra data beschikbaar is, inzicht te verschaffen in de gevolgen van deze maatregel (in het bijzonder voor probleemgevallen en of het invorderingsinstrumentarium voldoet) Idsinga (VVD)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

De wetgeving zal volgens planning geëvalueerd worden in 2026, als er voldoende aangiften binnengekomen zijn.

2022/2023

Toezegging dat als er signalen worden ontvangen door de Belastingdienst dat er een onwenselijke situatie ontstaat n.a.v. wetsvoorstel excessief lenen, de wetgeving heroverwogen wordt. Bij de evaluatie van de regeling zal kijken naar goodwill. (intern: Staatssecretaris noemt vervolgens 2026) Maatoug (GL)

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000012

De wetgeving zal volgens planning geëvalueerd worden in 2026, als er voldoende aangiften binnengekomen zijn.

2022/2023

Staatssecretaris Van Rij zegt toe aan het lid Idsinga in de volgende Stand-van-zakenbrief een passage op te nemen over het personeelsvraagstuk inclusief een uitsplitsing t.a.v. bijzondere groepen specialisten (IT, vaktechnische Fiscale achtergrond) en benchmarks, (natuurlijke) uitstroom van personeel en hoe personeel vast te houden).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000073

Deze toezegging is in behandeling.

2022/2023

De minister zegt de heer De Jong (D66) toe om een inschatting te maken van welke SDG's de staatsdeelnemingen gaan hanteren en de Kamer hierover schriftelijk te informeren.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000019

In de Kamerbrief met vooruitblik staatsdeelnemingen 2023, die binnenkort naar de Kamer zal worden gestuurd, zal worden ingegaan op deze toezegging.

2022/2023

De staatssecretaris zal de Kamer in de loop van 2023 informeren over de evaluatie van Holland Casino en de Nederlandse Loterij; dat is een toezegging aan de heer Heinen (VVD)en mevrouw Inge Van Dijk (CDA).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000023

In behandeling.

2022/2023

De minister zegt de heer Heinen (VVD) toe de handboeken voor richtlijnen voor staatsdeelnemingen met de Kamer te delen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000045

In de handboeken wordt de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022 nader uitgewerkt per thema. De eerste handboeken zijn ten tijde van de 'Vooruitblik staatsdeelnemingen 2023' in het eerste kwartaal van 2023 gereed. Deze handboeken zullen digitaal worden gedeeld op de Staatsdeelnemingen | Rijksoverheid.nl.

2022/2023

Toezegging om binnenkort een non-paper te delen met de kamer, over om toezicht op een mogelijk nieuw SGP, het scheiden van de verschillende rollen van de Europese Commissie als toezichthouder en als arbiter, en de mogelijkheid voor een European Fiscal Board.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

In behandeling.

2022/2023

Toezegging om de marginale druk bij de volgende lastenbesluitvorming beter te bekijken en hoger op het lijstje zetten

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000050

Marginale druk zal expliciet worden meegenomen in besluitvorming.

2022/2023

Het kabinet zal een voorstel van wet indienen tot intrekking van het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen op het moment dat de hersteloperatie toeslagen is afgerond. Het kabinet zal zowel de Eerste Kamer als de Tweede Kamer tijdig informeren over het voornemen tot intrekking van het onderhavige wetsvoorstel.

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000049, nr.

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen: Dit is een lopende toezegging.

2022/2023

Het kabinet verwacht een wetsvoorstel met daarin de ex-partnerregeling in april 2023 te kunnen laten indienen bij de Tweede Kamer. Het voornemen is om dat wetsvoorstel met ingang van 1 juli 2023 in werking te laten treden.

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000055, nr.

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen: Dit is een lopende toezegging. Deze toezegging zal formeel worden afgedaan bij indiening van het aanvullend wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen.

2022/2023

Updates met betrekking tot afschaffen/alternatieven van het toeslagenstelsel zullen ook toegezonden worden aan de Eerste Kamer (Geerdink/VVD en Karimi/GL).

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000005, nr.

De aanpak is in december 2022 naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd. De tussenrapportage zal voor de zomer worden gestuurd en de eindrapportage - zo is het streven - in eerste kwartaal van 2024.

2020/2021

Toezegging Verdragen voorzien van antimisbruikbepalingen

Kamerstukken I 2020-2021, T03180, nr.

In de Kamerbrief over verdragsonderhandelingen (jaarlijks eerste kwartaal) voor 2023 wordt deze toezegging afgedaan.

2020/2021

Toezegging Aanbevelingen Europese Rekenkamer t.a.v. boekhouding en IT-systeem douane verwerken

Kamerstukken I 2020-2021, T03313, nr.

De Douane heeft de aanbeveling van de ERK opgevolgd en eind 2022 het IT-systeem aangepast.

2022/2023

Indien de koopkrachtsituatie in 2023 verslechtert – ondanks de omvangrijke generieke maatregelen sinds nov. 2021 – is nieuwe besluitvorming mogelijk. Het kabinet zal hier bij de Voorjaarsbesluitvorming van 2023 naar kijken.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000023

In behandeling

2022/2023

De Kamer ontvangt binnen zes maanden een brief inzake het onderzoek naar de vliegbelasting. Hierin worden onder andere de privéjets en overstap van passagiers meegenomen. Deze toezegging is gedaan aan de heer Omtzigt, mevrouw Maatoug en de heer Alkaya. We laten het gewoon toezeggen aan de hele commissie.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000049

Het onderzoek is gestart en de kamer zal in het eerste halfjaar van 2023 geïnformeerd worden.

2022/2023

De Kamer ontvangt voor eind 2022 een brief met een nieuw aangepast schema voor de invoering van een nieuw box 3-stelsel, waarin ook de uitvoeringsaspecten en knelpunten worden meegenomen

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000053

Zal worden beantwoord in een kamerbrief, verwachting februari 2023.

2022/2023

De Tweede Kamer zal over de evaluatie van de pilot met de vaststellingsovereenkomsten worden geïnformeerd zodra enkele ouders succesvol overeenstemming hebben bereikt over de compensatie.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000025

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen: De evaluatie van de pilot met de vaststellingsovereenkomsten heeft nog niet plaatsgevonden. De Tweede Kamer zal hierover worden geïnformeerd zodra deze pilot heeft plaatsgevonden.

2022/2023

Stas TD zegt toe aan het lid Grinwis om samen met de minister van SZW terug te komen op de vraag of een brief gestuurd kan worden (door de SVB) over niet-gebruik van het kindgebonden budget aan ouders die al kinderbijslag ontvangen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000186

Toeslagen is met de SVB in overleg hoe het niet-gebruik van het kindgebondenbudget kan worden teruggedrongen.

2022/2023

Stas FB zegt toe aan het lid Idsinga bij de kabinetsappreciatie op de evaluatie van de BOR terugkomen op het onderscheid tussen ondernemings- en beleggingsvermogen bij die aanslagregelingen. Daarnaast zal hij terugkomen op pensioenvermogen dat in box 2 zit, zodat er geen appels met peren worden vergeleken (bij het ibo vermogensverdeling is dit pensioenvermogen namelijk uit de overige categorieën van het ibo-rapport gehaald.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000192

Het onderzoek naar beleggingsvermogen en ondernemingsvermogen in de BOR loopt momenteel. Zoals aangegeven in de kabinetsreactie op de evaluatie van fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht die op 9 december 2022 naar de kamer is gestuurd (Kamerstukken II 2022-2023, kenmerk 2022Z24828) zullen de resultaten van de analyse van het beleggingsvermogen en ondernemingsvermogen in het tweede kwartaal van 2023 naar de Kamer gestuurd worden, samen met de resultaten van aanvullend onderzoek naar de BOR.

2022/2023

Stas FB zegt aan de heer Nijboer toe dat dat de betalingskorting bij voorlopige aanslagen inkomstenbelasting kan vervallen op 1 januari 2024. Wij zullen hiernaar kijken bij de voorjaarsbesluitvorming.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000214

Bij de voorjaarsbesluitvorming zal er gekeken worden naar het vervallen van de betalingskorting.

2022/2023

Stas FB zegt aan het lid Nijboer toe bij de brief over de verfijning van box 3 ook terug te komen op geld van VvE’s, dat normaal gesproken op een spaarrekening zal staan.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000226

Toezegging om bij de brief over de verfijning van box 3 ook terug te komen op geld van VvE’s, dat normaal gesproken op een spaarrekening zal staan. Het onderzoek over de verfijning van box 3 loopt. De Kamer zal vóór 1 mei 2023 over de uitkomsten geïnformeerd worden. Daarbij zal aan ook aandeze toezegging tegemoet worden gekomen.

2022/2023

Stas FB zegt toe aan het lid Romke de Jong om de baby-bv op te nemen in de inventarisatie van de belastingconstructies waarmee hij aan de slag gaat (dat is een nieuwe agenda).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000230

De constructie met de baby-bv maakt deel uit van het traject 'aanpak belastingconstructies'. In de zomer van 2023 worden de resultaten van dit traject gecommuniceerd.

2022/2023

Stas FB zegt toe aan het lid Inge van Dijk dat hij een brief kan opstellen over de giftenaftrek voor verenigingen. Toegezegd wordt dat een analyse gemaakt wordt: wat kan nou wel, wat kan nou niet en waarom niet? Dat geldt niet alleen voor de anbi's, maar ook voor andere instellingen. Stas FB zegt toe de analyse begin volgend jaar naar de Tweede Kamer te sturen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000235

In het CD belastingen van 17 maart 2022 is toegezegd om te kijken naar de mogelijkheid om eenmalige giften aan verenigingen ook fiscaal aftrekbaar te maken.Deze toezegging wordt meegenomen bij de uitvoering van de motie Inge van Dijk.[1]

2022/2023

Stas FB zegt toe in EU-verband aandacht te vragen voor een accijns op e-sigaretten. Hij zal de Kamer informeren over de voortgang.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000239

De verwachting is dat de Europese Commissie medio 2023 met een voorstel tot wijziging van de Richtlijn tabaksaccijns komt. De kans is daarbij groot dat de Europese Commissie voorstelt om e-sigaretten in het voorstel op te nemen. Het kabinet zal de Kamer hierover informeren met het BNC-fiche.

2022/2023

Naar aanleiding van een vraag van de leden Stoffer en Eppink zeg stas FB toe de Kamer samen met de staatssecretaris van VWS in de eerste helft van 2023 te informeren over de uitkomsten van het onderzoek.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000243

Onderzoekt loopt in samenwerking met VWS, RIVM en CBS.

2022/2023

Stas FB zegt aan mevrouw Van Dijk toe dat er een brief komt, die hij uiteraard samen met de minister voor Natuur en Stikstof zal schrijven, over de problematiek rondom de fiscaliteit en bedrijfsbeëindiging bij landbouwbedrijven. Hij gaat daar nu niet uitgebreid op in en wijst erop dat er allerlei bestaande regelingen zijn. Die zullen we dan op een rijtje zetten. Dat heeft met name zin als bekend is wat de stoppersregelingen gaan worden in verband met de piekbelasters.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000251

In het voorjaar van 2023 zal de Tweede Kamer nader worden geïnformeerd.

2022/2023

In Q1 2023 nieuwe Kamerbrief over planning en vormgeving

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000041

In behandeling

2022/2023

De uitkomsten van het onderzoek naar de chartale infrastructuur begin 2023 naar de Kamer toesturen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000050

In behandeling.

2022/2023

De TK ontvangt op een gegeven moment een verslag over de uitvoering van de tijdelijke solidariteitsbijdrage en verhoging van de accijns

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Deze toezegging is in behandeling.

2022/2023

Gender budgeting.

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000009, nr.

Hierop wordt voor de zomer 2023 ingegaan.

2022/2023

De heer Backer vroeg mij naar een studie die was verricht op verzoek van de Kamer naar de baten van Europa voor Nederland. Die was vooral geconcentreerd op handel.

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000012, nr.

In behandeling.

2022/2023

In de komende MJN zullen we brede welvaart wederom opnemen en in ingaan op de aanbeveling van de RvS om een structuuranalyse

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000016, nr.

Loopt mee in traject voor de Miljoenennota 2024.

2022/2023

Wij zullen binnenkort weer een kabinetsappreciatie geven vanuit Financiën van wat wij allemaal aan het doen zijn voor de verduurzaming. Daar zal ik graag uw Kamer over inlichten. Ik neem uw voorstellen en suggesties ook mee.

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000021, nr.

In de brief die ik in maart 2023 mede namens de Minister voor Klimaat en Energie aan de Tweede Kamer zal sturen over het tweede deel van de voortgangsrapportage van het klimaatcommitment zullen wij onze conclusies trekken en eventuele vervolgacties bekendmaken, waaronder of het opportuun is om over te gaan tot het verkennen van normerend optreden.

2022/2023

De invoerrechten zijn een onderdeel van de Nederlandse afdrachten aan de EU en worden verantwoord op de BZ-begroting. We hechten aan een integrale presentatie van alle EU-middelen, maar ik kan u toezeggen dat bij het opstellen van de ontwerpbegroting van 2024 Financiën samen met de minister van Buitenlandse Zaken gaat kijken of het wenselijk is om de invoerrechten en de overige EU-afdrachten op de BZ-begroting anders vorm te geven.

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000011, nr.

In behandeling. De ministers van Financiën en Buitenlandse Zaken zullen bij het opstellen van de ontwerpbegroting bezien of het wenselijk is de presentatie van de invoerrechten en de overige EU-afdrachten op de BZ-begroting anders vorm te geven.

2022/2023

Ik wil de discussie graag voeren, maar laten we die dan voeren op basis van de voorstellen die we nu doen. Voor wat betreft de toeslagen en het belastingstelsel zal het kabinet met een goede notitie moeten komen over wat de verschillende denkrichtingen kunnen zijn. Dat is allemaal niet nieuw. In heel veel bouwstenennotities van het ministerie van Financiën zijn de verschillende richtingen al uitgewerkt. Ik hoop alleen dat we daar een goede politieke discussie over kunnen hebben in deze kabinetsperiode

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000019, nr.

Voor zomer 2023 zal de Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst een brief aan de Kamer sturen met daarin opties voor kortere en langere termijn om het belastingstelsel eenvoudiger te maken. Daarnaast zal de Staatssecretaris van Financiën - Toeslagen en Douane in het tweede kwartaal van 2023 een tussenrapportage sturen van de uitwerking van de alternatieven voor het toeslagenstelsel en is het streven in 2024 de eindrapportage te sturen.

2022/2023

De staatssecretaris zegt toe de kamer voor 1 juni 2023 te informeren met de evaluaties van de kansspelbedrijven

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

De evaluaties van het staatsaandeelhouderschap in de Nederlandse Loterij en Holland Casino worden uiterlijk voor het commissiedebat Staatsdeelnemingen van 1 juni 2023 aan uw Kamer toegestuurd, begeleid met een Kamerbrief.

2022/2023

De staatssecretaris zegt de heer van Dijck (PVV) toe om schriftelijk de vragen te beantwoorden over de dividenduitkeringen van Nederlandse Loterij: waarom zijn de dividenduitkeringen niet toegenomen afgelopen jaren en de omzet wel?

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

De beantwoording op de vraag van de heer van Dijck (PVV) wordt schriftelijk beantwoord in de Kamerbrief Vooruitblik beheer Staatsdeelnemingen 2023, die uiterlijk voor het commissiedebat van 1 juni 2023 aan uw Kamer wordt aangeboden. Deze Kamerbrief is conform de monitoringscyclus staatsdeelnemingen een moment voor de minister van Financiën en de staatssecretaris voor Fiscaliteit en Belastingdienst om de Kamer te informeren over belangrijke ontwikkelingen rondom staatsdeelnemingen.

2022/2023

De minister zegt toe een dashboard te ontwikkelen om het invoeren van de nieuwe Nota Deelnemingenbeleid en de uitrol van bijvoorbeeld het MVO-beleid intern te monitoren. De Kamerleden worden uitgenodigd voor inzage in dit dashboard in het 1e kwartaal van 2023.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

In de «Vooruitblik brief staatsdeelnemingen 2023» krijgt de Tweede Kamer een eerste update van het dashboard staatsdeelnemingen krijgen. Dit dashboard wordt in de loop van 2023 verder uitgewerkt.

2022/2023

De minister zegt toe aan de heer de Jong (D66) om de ervaringen met het nieuwe afwegingskader omtrent aandeelhouderschap in staatsdeelnemingen te delen in de eerste helft van 2023.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000013

Het besluit om een deelneming aan te gaan neemt het kabinet mede aan de hand van de vragen uit het «Afwegingskader aangaan en afstoten van een deelneming» uit de Nota Deelnemingenbeleid 2022. Daarnaast wordt het Afwegingskader bij de evaluaties van deelnemingen gebruikt om te bezien of een deelneming nog steeds het juiste instrument is om een bijdrage te leveren aan de borging van de betreffende publieke belangen. Sinds de Nota 2022 is er nog geen deelneming aangegaan of geëvalueerd. Het Afwegingskader is daarom nog niet toegepast en op dit moment zijn er dus ook nog geen ervaringen te delen.

2022/2023

De minister zegt toe navraag te doen naar de contractuele vertrekvergoedingen voor de nieuwe CEO van KLM en informeert de Kamer hierover.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

Reactie wordt opgenomen in de aankomende Kamerbrief Vooruitblik beheer staatsdeelnemingen 2023

2022/2023

De minister zegt toe aan de heer Heinen (VVD) om de kamer te informeren over de toekomstige koers van Tennet, openbaar waar dit openbaar kan en vertrouwelijk wanneer dit vertrouwelijk moet.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000021

Op 10 februari 2023 hebben de Minister van Financien en de Minister voor Klimaat en Energie in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer aangegeven beide Kamers op korte termijn te zullen informeren over het voorkeursscenario van het kabinet, de gemaakte afweging en de beoogde inzet voor eventuele onderhandelingen (vertrouwelijk waar nodig en publiek waar dat kan).Op 14 februari 2023 heeft een technische briefing over dit onderwerp plaats gevonden. Hierin zijn de relevante feiten en omstandigheden die een rol spelen bij de door het kabinet te maken afweging geschetst.

2022/2023

De minister zegt toe aan de heer Heinen (VVD) om de Kamer te informeren door middel van een voorhangprocedure bij het aangaan van een nieuwe deelneming voor de regionale netwerkbedrijven voordat er een kapitaalinjectie plaatsvindt.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000025

Stedin heeft een toetredingsverzoek gedaan in het kader van het Afsprakenkader kapitaalbehoefte regionale netwerkbedrijven. Momenteel wordt dit verzoek beoordeeld langs de lijnen van het Afsprakenkader en de andere gebruikelijke kaders en processen, zoals de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2022. Indien het kabinet van plan is het verzoek tot toetreding te honoreren en dus een nieuwe deelneming wil aangaan, worden de Tweede en Eerste Kamer door middel van de voorhangprocedure betrokken.

2022/2023

De minister zegt toe aan mevrouw van Dijk (CDA) vóór het debat over het bankenlandschap van aankomende februari een brief te sturen over de toekomst van de Volksbank en de visie hierop van de regering en toezichthouders.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000029

In behandeling, de brief wordt in week 8 verzonden.

2022/2023

De minister zegt toe aan de heer Heinen (VVD) om een overzicht te maken van misgelopen dividenduitkeringen van staatsdeelnemingen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

In behandeling, toezegging zal worden afgedaan in vooruitkijkende brief 2023.

2022/2023

De minister zegt toe de Kamer voor de Kerst te informeren over gesprekken met DNB.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000013

In behandeling.

2022/2023

In de volgende Voortgangsrapportage zal in het kader van de kindregeling en rol van gemeenten in schuldhulpverlening worden ingegaan over mogelijkheden met betrekking tot het samenwerken met het Jongeren Perspectieffonds voor kinderen en jongeren met schulden.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

In de Q4-22 Voortgangsrapportage hersteloperatie Toeslagen van 3 februari 2023 (31066-1165) is hierover opgenomen: De Kamer wordt over de voortgang van deze toezegging geïnformeerd in de volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen.

2022/2023

De minister zal met een update komen over het proces rondom het reguleren van buy now, pay later; dat zal in het voorjaar van het komende kalenderjaar zijn.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

In afwachting op een definitief akkoord voor de herziening van de Europese richtlijn voor consumentenkrediet. Dit akkoord wordt voor het zomerreces verwacht.

2022/2023

De minister gaat in het kader van het MOB in gesprek met de banken over de waar de grens van de kosten van het betalingsverkeer ligt.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000013

In behandeling.

2022/2023

De minister zal voor de zomer 2023 een update geven over de toegankelijkheid van het betalingsverkeer middels servicepunten.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

In behandeling.

2022/2023

De minister zal de Kamer informeren over de vervolgstappen voor klantgroepen die verminderd toegang hebben tot het betalingsverkeer - de unbankables.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000021

In behandeling. Zal worden meegenomen in de de voortgangsrapportage van de beleidsagenda aanpak witwassen in het voorjaar van 2023.

2022/2023

De minister zal de Kamer voor de zomer van 2023, op korte termijn na het ontvangen van het onderzoek rondom het borgen van contant geld, een kabinetsreactie geven op dat onderzoek.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000025

In behandeling. Het onderzoek wordt momenteel uitgevoerd. Wanneer het onderzoek is afgerond, wordt deze voorzien van een appreciatie aangeboden aan de Tweede Kamer.

2022/2023

De minister zal in het 4e kwartaal van 2023 de Kamer informeren over het Actieplan Consumentenkeuzes.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000029

In behandeling.

2022/2023

Kamerbrief over impact belastingontwijking op brede welvaart, waarbij ook klimaatmaatregelen worden meegenomen

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

De toezegging zal middels kamerbrief worden afgehandeld, naar verwachting zal dit eind maart naar de kamer verzonden worden.

2022/2023

Kamer informeren over voortgang onderhandelingen belastingverdrag Oeganda

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000013

In de Kamerbrief (jaarlijks eerste kwartaal) over verdragsonderhandelingen voor 2023 wordt deze toezegging afgedaan.

2022/2023

CBS verzoeken om te kijken naar voorstel om bruto vrijwilligersproduct te onderzoeken.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000097

Loopt mee in het traject van het CBS voor de Monitor Brede Welvaart 2023, voorzien voor publicatie begin mei 2023.

2022/2023

Deze kabinetsperiode voorbereidingen treffen voor stelselherziening (t.b.v. volgend coalitieakkoord)

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000097, nr.

Voor zomer 2023 zal de Staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst een brief aan de Kamer sturen met daarin opties voor kortere en langere termijn om het belastingstelsel eenvoudiger te maken.

2022/2023

Overzicht inflatoire aspecten nieuwe box 3-stelsel

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000101, nr.

Inventarisatie vindt plaats in het eerste kwartaal 2023.

2022/2023

Notitie gift uit bv i.v.m. aftoppen giftenaftrek

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000105, nr.

Dit wordt betrokken bij de uitvoering motie-Otten.

2022/2023

Effect aftoppen giftenaftrek monitoren en delen met EK. Daarbij meenemen bij welke ANBI’s grootste effect wordt gezien. Ook meenemen of in andere landen meer geschonken wordt en hoe dat fiscaal gefaciliteerd is. Ten slotte terugkoppeling van gesprek met sector

Kamerstukken I 2022-2023, P-T2000000109, nr.

In behandeling

2022/2023

Uiterlijk in het eerste kwartaal van 2023 zal de Kamer geïnformeerd worden over de uitkomsten van het onderzoek naar de overleggen met de toenmalige staatssecretaris van maart 2017 tot aan de ‘juni week’ 2019 over CAF 11.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000097

Hierover wordt de Kamer in het eerste kwartaal van 2023 geïnformeerd.

2022/2023

Er wordt gekeken of het mogelijk is om terug te halen wat er is gebeurd met de brieven tussen de DG Belastingdienst en de advocate.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000104

In behandeling.

2022/2023

In 2023 ontvangt u in aanvulling op de rijksbrede update van het Generieke Actieplan «Open op Orde» ook een rapportage specifiek over de verbeteringen binnen het ministerie van Financiën.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000109

In behandeling. Toegezegd is om medio 2023 de voortgangsrapportage van het gehele ministerie (inclusief de DG Toeslagen) op gebied van Informatie Op Orde aan de Kamer te versturen. Deze rapportage wordt elke 6 maanden gemaakt. Doel is om de voortgang tot en met 30 juni 2023 uiterlijk op 31 juli 2023 aan te bieden.

2022/2023

De handhavingsstrategie zal naar verwachting begin 2023 worden afgerond.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

Er wordt momenteel gewerkt aan afronding van de Handhavingsstrategie.

2022/2023

Verwachting is dat de resultaten van het onderzoek naar het risicoclassificatiemodel van Toeslagen het tweede kwartaal 2023 kan worden opgeleverd.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000015

Verwachting is dat de Tweede Kamer het onderzoek naar het risicoclassificatiemodel van Toeslagen in het tweede kwartaal 2023 kan verwachten.

2022/2023

De minister van Financiën zal de commissie in het voorjaar informeren over de onevenredige effecten, aanpassingen en wijzigingen die voortkomen uit de gesprekken met ketenpartners

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

In behandeling. Zal worden meegenomen bij de voortgangsrapportage van de beleidsagenda aanpak witwassen in het voorjaar van 2023.

2022/2023

De minister van Financiën zal de commissie informeren over de deelnemers aan de rondetafelgesprekken met DNB.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

In behandeling. Zal worden meegenomen in de de voortgangsrapportage van de beleidsagenda aanpak witwassen in het voorjaar van 2023.

2022/2023

De minister van Financiën zal de commissie in het voorjaar informeren over het verbeteren van het cliëntonderzoek en de risico-indicatoren

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000013

In behandeling. Zal worden meegenomen in de de voortgangsrapportage van de beleidsagenda aanpak witwassen in het voorjaar van 2023.

2022/2023

De minister van Financiën zal een voortgangsbrief over de witwasaanpak sturen naar de commissie.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

In behandeling. Voortgangsbrief over de beleidsagenda aanpak witwassen volgt in het voorjaar van 2023.

2022/2023

De minister van Financiën zal de commissie in het voorjaar informeren over alternatieve opties met betrekking tot het borgen van de toegang tot het betalingsverkeer.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000021

In behandeling. Zal worden meegenomen in de de voortgangsrapportage van de beleidsagenda aanpak witwassen in het voorjaar van 2023.

2022/2023

Eerste kwartaal 2023 zal TK geïnformeerd worden mbt vervolgstappen verlengde navorderingstermijn

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

De toezegging zal middels een kamerbrief met nota worden afgehandeld, deze wordt naar verwachting in derde kwartaal 2023 naar de kamer verzonden.

2022/2023

TK informeren over navorderingen en perceptiekosten als het gaat om de Europese Unie in de eerstvolgende Stand van Zakenbrief

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

In de eerste stand van zakenbrief Douane 2023 (voorzien voor juni 2023) zal dit onderwerp worden meegenomen.

2022/2023

Tweede Kamer via de stand van zakenbrieven op de hoogte houden van de Belgisch-Nederlandse samenwerking inzake aanpak ondermijning, inclusief samenwerking met een aantal landen in Zuid-Amerika

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

In de eerste stand van zakenbrief Douane 2023 (voorzien voor juni 2023) zal dit onderwerp worden meegenomen.

2022/2023

De Kamer ontvangt in eerste kwartaal 2023 een brief over het BTW gat

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000099

Kamerbrief is in voorbereiding voor Q1 2023.

2022/2023

De Kamer ontvangt in eerste kwartaal 2023 een brief in aanloop naar wetsvoorstel aanpak dividendstripping over het proces

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000104

De Kamer zal door middel van de Planningsbrief 2023 worden geïnformeerd over de maatregelen die zullen worden genomen om de aanpak van dividendstripping te versterken.

2022/2023

Er wordt gewerkt aan regelingen voor de nabestaanden van een overleden gedupeerde ouder en een overleden kind. Deze regelingen maken deel uit van het aanvullend wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen. Het streven is om het wetsvoorstel in april 2023 aan uw Kamer aan te bieden.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

Dit is een lopende toezeggingen waarover in een volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt gerapporteerd.

2022/2023

Vanzelfsprekend blijft het streven om het aanvullende wetsvoorstel zo spoedig mogelijk bij de Kamer in te laten dienen. Mocht de planning onverhoopt wijzigen, zal de Kamer daar tussentijds over worden geïnformeerd.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000014

Dit is een lopende toezeggingen waarover in een volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt gerapporteerd.

2022/2023

De volgende voortgangsrapportage behandelt de eerste vier maanden van 2023 en zal na verwerking van de cijfers tot en met april in mei 2023 verschijnen.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000019

Dit is een lopende toezeggingen waarover in een volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt gerapporteerd.

2022/2023

De volgende VGR gaat nader in op de verantwoordingen in relatie tot de Spuk-componenten.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000024

Dit is een lopende toezeggingen waarover in een volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt gerapporteerd.

2022/2023

De volgende voortgangsrapportage zal weer resultaten bevatten van de periodieke enquête over de brede ondersteuning door gemeentes.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000029

Dit is een lopende toezeggingen waarover in een volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt gerapporteerd.

2022/2023

De pilot hersteldossier als alternatief voor het persoonlijk dossier bevindt zich in de afrondende fase. Als afronding vindt nog een evaluatie plaats door onderzoeksbureau Motivaction. De evaluatie zal naar verwachting in februari 2023 worden afgerond. De resultaten zullen in de volgende Voortgangsrapportage gedeeld worden.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000034

Dit is een lopende toezeggingen waarover in een volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt gerapporteerd.

2022/2023

Zoals in de vorige voortgangsrapportage is aangegeven, is een zestal dagvaardingen uitgebracht waarin eisers om een verklaring voor recht verzoeken (door de civiele rechter) dat de Staat jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld. Begin 2023 is in de eerste van deze zaken een zitting gepland. Als de eerste uitkomst bekend is, zal daar in een volgende voortgangsrapportage op worden ingegaan.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000039

In behandeling.

2022/2023

De komende zal tijd worden gemonitord op welke wijze publieke uitvoerders de gerichte pauzeknop kunnen inrichten, daarover zal in de volgende voortgangsrapportage worden gerapporteerd.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000044

Dit is een lopende toezeggingen waarover in een volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt gerapporteerd.

2022/2023

Een prognose voor het afronden van de bezwaren tegen besluiten op een verzoek om aanvullende compensatie wordt met de Kamer gedeeld in een volgende Voortgangsrapportage.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000049

Dit is een lopende toezeggingen waarover in een volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt gerapporteerd.

2022/2023

Het geactualiseerde advies van de BAK zal na ontvangst aan de Kamer worden toegezonden, inclusief een reactie van het Kabinet op het advies.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000054

Dit is een lopende toezeggingen waarover in een volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt gerapporteerd.

2022/2023

De Kamer wordt over de uitkomst van de markconsultatie voor de uitvoering van de schaderegeling voor ex-partners geïnformeerd.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000059

Dit is een lopende toezeggingen waarover in een volgende Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen wordt gerapporteerd.

2022/2023

Toezegging aan lid van Dijck (PVV) over non-paper over mogelijke versoepeling staatssteunregels aan Kamer te zenden

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

Afgehandeld. Het Joint Statement gaat 15 februari al naar de Kamer samen met de GA van de RvC van 2 maart.

2022/2023

Toezegging aan lid Van Weyenberg (D66) in verslag terugkomen op ruimte voor hervormingen en vergroening binnen herziening SGP

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000005

In behandeling.

2022/2023

Toezegging aan lid Slootweg (CDA) en Van der Lee (GL) in het verslag terug te komen op het beoogde proces en tijdpad (en betrokkenheid Kamer daarbij) rondom herziening SGP

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000009

In behandeling.wordt meegenomen in het verslag van de Euroegroep en Ecofinraad

2022/2023

Toezegging aan het lid Heinen (VVD) voor de zomer terug te komen op kapitaalpositie ECB en mogelijke budgetaire gevolgen eurolanden

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000013

In behandeling.

2022/2023

Toezegging aan het lid Alkaya (SP) in verslag terugkomen op informeel ontbijt voor Ecofinraad

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

In behandeling. wordt meegenomen in het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad.

2022/2023

Toezegging aan het lid Van Dijck over WTO route inzake IRA, doorgeleiden aan minister van EZK

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000021

Toezegging wordt door EZK afgedaan.

2022/2023

Voor het eind van het 1e kwartaal volgt een brief met de stand van zaken van de gedane toezeggingen in de brief van 21 december 2022 (35510-110).

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T005027

In behandeling.

2022/2023

Mocht meer duidelijk zijn of er een brief naar mw. González Pérez is verstuurd dan wordt uw Kamer hierover in de brief voor het einde van het 1e kwartaal geïnformeerd.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000017

In behandeling.

2022/2023

De Kamer zal dit jaar – zo mogelijk bij het Belastingplan - een brief ontvangen over de vervolgstappen met betrekking tot de fiscale behandeling van de eigen woning en het tijdpad richting 2031.

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000001

In behandeling.

2022/2023

Bij Voorjaarsnota aangeven of en hoe er inzicht kan worden geboden in het bereiken van evenwicht in het belasten van inkomen uit arbeid en vermogen, toegespitst op box 2

Kamerstukken II 2022-2023, P, nr. T2000000007

In behandeling.

Bijlage 3: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek

Tabel 92 Thema 1 - Een financieel gezond Nederland

Titel

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/ aanbevelingen1

Begrotings- artikel(en)

Aanpak van belastingontwijking

     

Monitoring royalty, dividend en rentestromen FDI

Monitoring

Jaarlijks

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Adviescommissie doorstroomvennootschappen (Ter Haar 2)

Ex-durante onderzoek

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Analyse Country-by-country reporting NL (CbCR)

Ex-durante onderzoek

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Nader onderzoek belastingdruk multinationals: structureel verlieslatende bedrijven en betaalde belasting

Ex-durante onderzoek

2021

uitstel2

 

1

Nader onderzoek belastingdruk multinationals: verschillen tussen fiscale en commerciële winstbepaling

Ex-durante onderzoek

2021

uitstel3

 

1

Nader onderzoek belastingdruk multinationals: het beperken van de aftrekbaarheid van aandeelhouders/-hoofdkantoorkosten en/of royalty's

Ex-durante onderzoek

2021

anders

Zie Kamerbrief

1

Nader onderzoek effecten (OESO-) voorstellen belasten digitale onderdelen economie

Ex-ante evaluatie

2021-2022

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Vervolgonderzoek structureel verliesgevende bedrijven

Ex-durante onderzoek

2022

uitstel3

 

1

Betere beleidsvoorbereiding fiscaliteit

     

Herziening integraal afwegingskader (IAK)

Ex-durante onderzoek

2021

uitstel3

 

n.v.t.

Onderzoek actualisatie forfaits op basis van rekenrente en levensverwachting

Ex-durante onderzoek

2022

uitstel3

afronding is in 2023

1

Nader onderzoek fiscale regelingen

Ex-durante onderzoek

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Pilot toegevoegde waarde nationale impact assessment

Ex-ante evaluatie

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Evaluatie Fiscale Regelingen

     

Evaluatie bijzondere regelingen BPM en MRB

Beleidsevaluatie

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

14

Evaluatie fiscale regelingen bedrijfsopvolging

Beleidsevaluatie

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Evaluatie kleine ondernemersregeling btw

Beleidsevaluatie

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Evaluatie verlaagd gebruikelijk loon dga’s startups

Beleidsevaluatie

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Evaluatie aftrek specifieke zorgkosten

Beleidsevaluatie

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Evaluatie ETK-regeling

Beleidsevaluatie

2022

uitstel3

te starten, afronding 2023

1

Evaluatie Fiscale regelingen ondernemerschap

Beleidsevaluatie

2022

uitstel3

te starten, afronding 2023

1

Evaluatie landbouwvrijstelling

Beleidsevaluatie

2022

uitstel3

lopend, afronding 2023

1

Evaluatie reisaftrek OV

Beleidsevaluatie

2022

uitstel3

lopend, afronding 2023

1

Evaluatie verlaagd btw-tarief alle goederen/diensten (incl. elektronische boeken)

Beleidsevaluatie

2022

uitstel3

lopend, afronding 2023

1

Versterking kaders financieel Beheer, controle en verantwoording

     

Werkwijze CW3.1 kader

Ex-post evaluatie

2021 ‒ 2022

afgerond

Zie Kamerbrief

n.v.t.

Strategische Evaluatie Agenda

Procesevaluatie

2021 ‒ 2022

afgerond

Zie Kamerbrief

n.v.t.

Kabinetsreactie IBO Agentschappen

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

n.v.t.

Evaluatie Comptabiliteitswet 2016

Ex-post evaluatie

2021 ‒ 2022

uitstel

Zie Kamerbrief

n.v.t.

Regeling vaststelling Aanwijzingen voor subsidieverstrekking

Ex-post evaluatie

2021 ‒ 2022

uitstel

Zie Kamerverslag

n.v.t.

Evaluatie regeling auditcommissies

Ex-post evaluatie

2022 ‒ 2023

uitstel

Start in 2024. Vanwege vele lopende trajecten met (politieke) prioriteit is de evaluatie uitgesteld.

n.v.t.

X Noot
1

Tenminste voor de in verslagjaar (2022) afgeronde periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

X Noot
2

Bij de uitvoering van de onderzoeks- en evaluatieplanning zijn ten opzichte van de in de begroting van 2022 opgenomen planning op sommige terreinen andere prioriteiten gesteld. Deze keuzes zijn gemaakt naar aanleiding van toezeggingen aan de Kamer en actuele ontwikkelingen. Dat uit zich in een heel aantal aanvullende onderzoeken (welke zijn opgenomen in de tabel), maar soms ook in vertraging bij onderzoeken die al opgenomen waren in de planning, waardoor deze onderzoeken voorzien zijn van afronding voor 2023.'

X Noot
3

Bij de uitvoering van de onderzoeks- en evaluatieplanning zijn ten opzichte van de in de begroting van 2022 opgenomen planning op sommige terreinen andere prioriteiten gesteld. Deze keuzes zijn gemaakt naar aanleiding van toezeggingen aan de Kamer en actuele ontwikkelingen. Dat uit zich in een heel aantal aanvullende onderzoeken (welke zijn opgenomen in de tabel), maar soms ook in vertraging bij onderzoeken die al opgenomen waren in de planning, waardoor deze onderzoeken voorzien zijn van afronding voor 2023.

X Noot
4

Voor evaluaties van fiscale regelingen zijn het ministerie van Financiën en het betreffende vakdepartement beide verantwoordelijk. Vanuit de verantwoordelijkheid voor het belastingstelsel en begroting bezien is dat het ministerie van Financiën en vanuit de (specifieke) beleidsdoelen is dat het betreffende beleidsdepartement.

Tabel 93 Thema 2 - Een sterke en duurzame economie in internationale context

Titel

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/ aanbevelingen1

Begrotings-artikel(en)

Versterking van de economie

     

Beleidsdoorlichting artikel 4

Beleidsdoorlichting

2025

lopend

Het voorstel voor beleidsdoorlichting van artikel 4 dat in 2021 is opgesteld betreft een plan van aanpak van meerdere jaren. Omdat dit plan van aanpak ook inzicht geeft in stappen voor 2022 en omdat de eerste evaluaties van de maatregelen pas worden verwacht in 2023/2024 is voor 2022 geen nieuwe vermelding naar de invulling voor beleidsdoorlichting artikel 4 gemaakt. Voor 2022 zijn immers nog geen inhoudelijke analytische bijdrages te delen. De toetsing aan het kader zal zoals nu gepland plaatsvinden in 2025.

4

Beleidsdoorlichting Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen

Beleidsdoorlichting

2022 ‒ 2023

uitstel

Zie Kamerbrief

5

Beleidsevaluatie anti-omkoping

Beleidsevaluatie

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

5

Evaluaties aandeelhouderschap staatsdeelnemingen

Beleidsevaluatie

Doorlopend

anders

Zie Kamerbrief

3

Beleidsevaluatie MVO

Beleidsevaluatie

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

3+5

Beleidsevaluatie Groenmaatregelen

Beleidsevaluatie

2021

uitstel

De maatregel werd aangekondigd in 2020. Concrete uitwerking i.s.m. de uitvoerder duurde echter een jaar. Maatregel is sinds begin 2022 van kracht. Evaluatie volgt daarom in 2023.

5

Evaluatie van Wet transparant toezicht financiële markten

Beleidsevaluatie

2022

uitstel

Tijdens de plenaire behandeling van de Wet transparant toezicht financiële markten in de Tweede Kamer is toegezegd de wet na inwerkingtreding te evalueren. De evaluatie zal onder meer ingaan op de wijze waarop DNB en de AFM de geïntroduceerde waarschuwingsbevoegdheid in de praktijk gebruiken en de gevolgen van een openbare waarschuwing. Dit is de reden dat de evaluatie niet in 2022 is afgerond.

2

ZBO-evaluatie AFM en DNB

Monitoring

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

2

Evaluatie implementatiewet herziene richtlijn betaaldiensten

Beleidsevaluatie

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

2

Evaluatie afwikkelingsproces rentederivaten

Beleidsevaluatie

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Evaluatie Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn

Beleidsevaluatie

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

2

Evaluatie doeltreffendheid en effecten art. 4:24a Wft

Beleidsevaluatie

2021 ‒ 2022

uitstel

Zie Kamerbrief

2

Onderzoek ontwikkelingen in de markt voor uitvoering premieregelingen

Beleidsevaluatie

2022

uitstel

Momenteel wordt het PPI-onderzoek uitgevoerd . Het onderzoek is in juni 2022 van start gegaan en bevindt zich inmiddels in een vergevorderd stadium.

2

Evaluatie garantieregeling WAKO (kernongevallen)

Beleidsevaluatie

2022

uitstel

De evaluatie is niet conform begroting afgerond, maar wordt verwacht in 2023 aan de Tweede Kamer toegezonden te worden. Dit komt door de vertraagde inwerkingtreding van aanpassingswetgeving WAKO.

2

Vergroening Belastingstelsel

     

Monitoring stimulering elektrische auto’s ‘hand aan de kraan’

Beleidsevaluatie

Jaarlijks

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Onderzoek gedragseffecten WLTP-implementatie

Beleidsevaluatie

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Onderzoek onbelaste reiskostenvergoeding

Ex-durante onderzoek

2021

uitstel2

 

1

Tussenevaluatie klimaatakkoord mobiliteit

Beleidsevaluatie

2022

uitstel2

 

1

Vervolgonderzoek elasticiteiten energiebelasting (effect vlakkere tariefsstructuur)

Ex-durante onderzoek

2022

uitstel2

lopend, afronding 20232

1

Onderzoek naar prikkels in de energiebelasting bij de overstap van bedrijven van fossiele energiebronnen naar een schonere en meer duurzame economie’

Ex-durante onderzoek

2022

uitstel2

lopend, afronding 20232

1

Beter belasten vermogen

     

Nader onderzoek vermogensstatistieken en aanmerkelijk belang

Ex-durante onderzoek

2021

uitstel2

te starten, afronding 20232

1

Verkenning naar vrijstellingen overdrachtsbelasting

Ex-durante onderzoek

2021

uitstel2

 

1

Evaluatie Vpb vrijgestelde en fiscale beleggingsinstelling

Beleidsevaluatie

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Onderzoek naar brede vermogensbelasting incl vastgoed (relatie met IBO)

Ex-ante evaluatie

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Toekomst schenk- en erfbelasting

Ex-durante onderzoek

2022

uitstel2

lopend, afronding 20232

1

Evaluatie gebruikelijkloonregeling

Beleidsevaluatie

2022

uitstel2

lopend, afronding 20232

1

IBO vermogensverdeling

Ex-durante onderzoek

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Onderzoek actualisatie leegwaarderatio verhuurde woningen

Beleidsevaluatie

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Overige onderzoeken belastingstelsel

     

Evaluatie bankenbelasting

Beleidsevaluatie

2021

afgerond

Zie Kamerbrief

1

Vervolgonderzoek (grens)effecten verhoging tabaksaccijns

Ex-durante onderzoek

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

1

X Noot
1

Tenminste voor de in verslagjaar (2022) afgeronde periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

X Noot
2

Bij de uitvoering van de onderzoeks- en evaluatieplanning zijn ten opzichte van de in de begroting van 2022 opgenomen planning op sommige terreinen andere prioriteiten gesteld. Deze keuzes zijn gemaakt naar aanleiding van toezeggingen aan de Kamer en actuele ontwikkelingen. Dat uit zich in een heel aantal aanvullende onderzoeken (welke zijn opgenomen in de tabel), maar soms ook in vertraging bij onderzoeken die al opgenomen waren in de planning, waardoor deze onderzoeken voorzien zijn van afronding voor 2023.

Tabel 94 Thema 3 - Belastingdienst op orde: betrouwbaar, benaderbaar en behulpzaam

Titel

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/ aanbevelingen1

Begrotings- artikel(en)

Effectgericht sturen (Douane)

Monitoring

2022-2025

anders

Lopend onderzoek. Het aanbestedingstraject is in opstarting

9

Meer aandacht voor de belastingplichtige

     

Eenvoud in het belastingstelsel vanuit perspectief burger

Ex-durante onderzoek

2022

uitstel2

 

1

X Noot
1

Tenminste voor de in verslagjaar (2022) afgeronde periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

X Noot
2

Bij de uitvoering van de onderzoeks- en evaluatieplanning zijn ten opzichte van de in de begroting van 2022 opgenomen planning op sommige terreinen andere prioriteiten gesteld. Deze keuzes zijn gemaakt naar aanleiding van toezeggingen aan de Kamer en actuele ontwikkelingen. Dat uit zich in een heel aantal aanvullende onderzoeken (welke zijn opgenomen in de tabel), maar soms ook in vertraging bij onderzoeken die al opgenomen waren in de planning, waardoor deze onderzoeken voorzien zijn van afronding voor 2023.

Tabel 95 Thema 4 - Toeslagen: herstellen en opbouwen

Titel

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/ aanbevelingen1

Begrotings-artikel(en)

Meer aandacht voor de belastingplichtige

     

Evaluatie AWIR, uitvoering en dienstverlening toeslagen

Beleidsevaluatie

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

13

Onderzoek niet-gebruik toeslagen

Ex-durante onderzoek

2022

afgerond

Zie Kamerbrief

13

X Noot
1

Tenminste voor de in verslagjaar (2022) afgeronde periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

Tabel 96 Evaluaties coronamaatregelen

Titel

Type onderzoek

Afronding

Status

Conclusies/ aanbevelingen1

Begrotings-artikel(en)

Alternatieve beleidsdoorlichting Internationale financiële betrekkingen

Synthese onderzoek

2021 ‒ 2025

anders

Lopend onderzoek. De eerste evaluaties van de maatregelen worden verwacht in 2023/2024. De toetsing aan het kader zal daarom zoals nu gepland plaatsvinden in 2025. Sommige maatregelen zullen dan nog lopen en kunnen hooguit ten dele worden geëvalueerd.

4

Monitoring crisismaatregelen corona

Beleidsevaluatie

2021

lopend2

 

1

Coronagerelateerde garanties

     

Herverzekering leverancierskredieten

Beleidsevaluatie

2022-2023

uitstel

De evaluatie kan worden gestart nadat de eindafrekeningen met alle betrokken verzekeraars heeft plaatsgevonden. Aangezien de rapportages van KPMG -die nodig zijn voor de eindafrekeningen- vertraging hebben, loopt de start van de evaluatie ook wat vertraging op. In 2023 zal de evaluatie worden gestart en naar verwachting wordt het ook in 2023 afgerond.

5

X Noot
1

Tenminste voor de in verslagjaar (2022) afgeronde periodieke rapportages/beleidsdoorlichtingen

X Noot
2

Bij de uitvoering van de onderzoeks- en evaluatieplanning zijn ten opzichte van de in de begroting van 2022 opgenomen planning op sommige terreinen andere prioriteiten gesteld. Deze keuzes zijn gemaakt naar aanleiding van toezeggingen aan de Kamer en actuele ontwikkelingen. Dat uit zich in een heel aantal aanvullende onderzoeken (welke zijn opgenomen in de tabel), maar soms ook in vertraging bij onderzoeken die al opgenomen waren in de planning, waardoor deze onderzoeken voorzien zijn van afronding voor 2023.

Bovenstaande tabellen hebben betrekking op de Stragische Evaluatie Agenda en Uitwerking Stragische Evaluatie Agenda zoals opgenomen in de begroting Financiën en Nationale Schuld (IX) 2022. Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodiek rapportages / beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinanciën.nl.

Bijlage 4: Inhuur Externen

Tabel 97 Ministerie van Financiën Verslagjaar 2022 (bedragen x € 1.000)

Programma- en apparaatskosten

 

1. Interim-management

€ 5.218

2. Organisatie- en Formatieadvies

€ 1.562

3. Beleidsadvies

€ 1.714

4. Communicatieadvisering

€ 11.577

Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4)

€ 20.071

5. Juridisch Advies

€ 106.822

6. Advisering opdrachtgevers automatisering

€ 282.556

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

€ 128.183

(Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7)

€ 517.561

8. Uitzendkrachten (formatie & piek)

€ 109.863

Ondersteuning bedrijfsvoering

€ 109.863

Totaal uitgaven inhuur externen

€ 647.494

Het ministerie van Financiën heeft in 2022 in totaal € 3.511.469 aan personeel uitgegeven, waarvan € 2.855.739 aan ambtelijk personeel en € 647.494 aan externe inhuur (bedragen x € 1.000). De externe inhuur als percentage van de totale uitgaven aan personeel komen daarmee voor het Ministerie van Financiën in 2022 uit op 18,4%, waarmee de Roemer-norm van 10% wordt overschreden. Deze hogere uitgaven voor externe inhuur houden met name verband met de behoefte aan tijdelijk personeel, specifieke kennis die noodzakelijk was en krapte op de arbeidsmarkt. Bij de Belastingdienst vindt de externe inhuur vooral plaats bij de dienstonderdelen Informatievoorziening en Klantinteractie & Services. Dit komt met name door de krapte op de arbeidsmarkt. Behoudens de reguliere inzet van Uitzendkrachten bij Directie Toeslagen vindt bij DG Toeslagen vooral inhuur plaats voor de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen. Deze tijdelijke organisatie maakt de inzet van tijdelijke extern personeel passend.

Tabel 98 Inhuur externen buiten raamovereenkomsten 2022

Aantal overschrijdingen maximumuurtarief

1

Toelichting

In 2022 is sprake geweest van inhuur – buiten de raamovereenkomsten – waarbij het maximumtarief van € 225 per uur (exclusief btw) is overschreden (motie De Pater). Bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen heeft voor de inhuur van één programmamanager met specifieke kennis en ervaring een overschrijding van het uurtarief plaats gevonden. Het inhuren van deze specifieke kennis en ervaring was noodzakelijk en heeft niet binnen het in beginsel toegestane uurtarief kunnen plaatsvinden.

Bijlage 5: Focusonderwerp FJR 2022

In onderstaand overzicht zijn de ingediende incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) en nota's van wijziging (NvW) met betrekking tot het begrotingsjaar 2022 opgenomen.

Tabel 99 Overzicht ISB's en beroep art. 2.27 van de CW

Nr.

Begrotingsstuk

Onderwerp

Beroep art. 2.27, tweede lid, CW (ja/nee)

Verplichtingen aangegaan voor autorisatie EK (ja / nee)

Uitgaven voor autorisatie EK (ja/nee)

Indienings-datum

Aangenomen door EK

36 048

ISB 1

Financiële steun voor Oekraïne via Wereldbank

Ja

ja

nee

1-maa-22

31-mei-22

36 087

ISB 2

LNG invoercapaciteit in de Eemshaven

nee

nee

nee

26-apr-22

11-okt-22

36 108

ISB 3

Aandelenemissie Air France-KLM

nee

nee

nee

24-mei-22

31-mei-22

36 140

ISB 4

1) Uitvoering rechtsherstel box 32) Garantie annuleringskosten LNG-terminal Gasunie

1) ja2) nee

1) ja2) nee

1) ja2) nee

21-jun-22

11-okt-22

36 182

ISB 5

Financiële steun Oekraïne via het Internationaal Monetair Fonds

nee

nee

nee

31-aug-22

4-okt-22

36 120-IX

1e suppletoire begroting 2022

Convertibiliteit Oekraïense hryvnia

ja

ja

ja

25-mei-22

12-jul-22

36 250-IX

Nota van Wijziging op de 2e suppletoire begroting 2022

Additionele lening Europese Commissie aan Oekraïne

ja

nee

nee

5-dec-22

24-jan-23

Toelichting

ISB 184

In deze ISB is een garantie aan de Wereldbank afgegeven als cofinanciering van de voorgenomen Development Policy Loan (DPL) aan Oekraïne. Om de begrotingssteun aan Oekraïne snel te kunnen laten plaatsvinden, is het opstellen van een ISB noodzakelijk gebleken. Verwerking in de eerste suppletoire begroting 2022 van Financiën zou te laat zijn. Omdat de oorlogssituatie in Oekraïne dwong tot snel handelen, werd het noodzakelijk geacht om uitvoering te geven aan dit besluit vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers. Daarmee is gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

ISB 285

Middels een Kamerbrief is de Tweede Kamer geïnformeerd over de garantie die aan Gasunie is afgegeven86. Om de leveringszekerheid voor gas in winter 2022/2023 te kunnen garanderen en de afhankelijkheid van Rusland voor levering van gas af te bouwen, heeft Gasunie een drijvende LNG-terminal gehuurd. Om Gasunie het comfort te geven een contract te tekenen, is ervoor gekozen de garantie zo snel mogelijk budgettair te verwerken middels een ISB. De garantie werd echter pas definitief na vaststelling van de ISB in het Parlement. Vanwege de stijgende vraag naar drijvende LNG-terminals heeft Gasunie hierop vooruitlopend met spoed een terminal gecontracteerd. Aangezien de parlementaire goedkeuring pas in oktober was afgerond, had deze garantie achteraf gezien mee kunnen lopen in de eerste suppletoire begroting. Vanwege de gecontracteerde capaciteit kon Gasunie de garantie vroegtijdig beëindigen. Aangezien de garantie pas definitief werd na formele autorisatie door beide Kamers, was een beroep op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet niet nodig.

ISB 387

Air France – KLM was voornemens om aandelen uit te geven en verzocht de Nederlandse staat om deelname in deze aandelenuitgifte. Om tot deelname aan de emissie over te gaan, hiermee het aandelenbelang in Air France – KLM op 9,3% te houden en verwatering tegen te gaan, was op korte termijn een besluit van beide Kamers nodig. Om die reden heeft de budgettaire verwerking plaatsgevonden middels een ISB. Hier is geen gebruik gemaakt van een beroep op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet, omdat het kabinet het van belang vond dat het proces zorgvuldig werd doorlopen en de Kamers hier voldoende tijd voor hadden. Door het toepassen van een parlementair spoedproces kon het budgetrecht van het Parlement worden gerespecteerd.

ISB 488

In deze ISB zijn de budgettaire gevolgen voor de uitvoeringskosten voor het rechtsherstel box 3 verwerkt. Aangezien de uitvoering van het rechtsherstel box 3 per 1 juli 2022 zou starten en de parlementaire besluitvorming over de budgettaire effecten naar verwachting voor die datum nog niet zou zijn afgerond, is een beroep gedaan op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet. Het starten met de uitvoering van het rechtsherstel van box 3 per 1 juli had een spoedeisend belang gezien de omvang en de planning van de werkzaamheden, die gericht zijn op het voldoen aan de (gestelde wettelijke) termijn van 4 augustus. Het zo snel mogelijk uitvoering geven aan het rechtsherstel werd geacht in het belang te zijn van het Rijk.

Tevens werden in deze ISB de budgettaire effecten verwerkt van de garantstelling aan Gasunie voor eventuele annuleringskosten van een tweede gecontracteerde LNG-terminal. Hiervoor was geen beroep op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet nodig.

ISB 589

Het kabinet erkent de financiële noden van de Oekraïense overheid op korte termijn en acht het van groot belang dat het land macro-economisch niet verder destabiliseert. Eerder heeft Nederland een financiële bijdrage van € 100 mln. gedaan voor begrotingssteun via een garantie aan de Wereldbank90. Gezien de noodsituatie in Oekraïne en de urgente behoefte aan middelen heeft dit het kabinet doen besluiten een aanvullende bilaterale lening van € 200 mln. aan Oekraïne te verstrekken via een speciale kredietlijn van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Aangezien de situatie in Oekraïne dwong tot snel handelen, is deze lening budgettair verwerkt middels een ISB. De verwerking van deze lening in de tweede suppletoire begroting 2022 van Financiën zou te laat zijn, omdat de Eerste Kamer deze vaak pas in januari behandelt waardoor geen rechtmatige betaling in 2022 kon plaatsvinden. Omdat behandeling van deze ISB volgens reguliere planning nog ruim voor het einde van 2022 zou plaatsvinden, was geen beroep op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet nodig.

1e suppletoire begroting 202291

Conform de raadsaanbeveling van de Europese Commissie is er een regeling opgezet voor Oekraïense ontheemden om contante Oekraïense valuta (hryvnia's) om te kunnen wisselen voor euro's. De budgettaire verwerking hiervan heeft plaatsgevonden in de eerste suppletoire begroting van Financiën, die gelijktijdig met een kamerbrief92 aan beide Kamers is verstuurd. Om de regeling in Nederland snel in werking te kunnen laten treden achtte het kabinet het wenselijk om – vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers en dus met een beroep op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet – op korte termijn middelen ter beschikking te stellen om overeenkomsten aan te kunnen gaan met de partijen die de regeling zouden gaan uitvoeren. Dit had als doel om de regeling zo spoedig mogelijk open te kunnen te stellen voor ontheemden uit Oekraïne.

NvW op 2e suppletoire begroting 202293

Op 5 december 2022 is een Nota van Wijziging op de tweede suppletoire begroting 2022 ingediend, inzake additionele steun van de Europese Commissie aan Oekraïne. De Europese Commissie stelt voor om Oekraïne in 2023 via macro-financiële bijstand (MFB) € 18 mld. aan concessionele leningen te verlenen. Nederland heeft voor haar aandeel hierin een nieuwe garantie opgenomen op de Rijksbegroting ter hoogte van circa € 1,1 mld. Vanwege het spoedeisend belang om Oekraïne te steunen in de huidige oorlogssituatie en omdat parlementaire besluitvorming over de budgettaire effecten via het reguliere proces niet tijdig kon worden afgerond, is een beroep gedaan op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet. Hiermee is, vooruitlopend op formele autorisatie door het Parlement, uitvoering gegeven aan het besluit tot ophogen van het verplichtingenbudget met circa € 1,1 mld. Op dat moment werd verwacht dat de leenovereenkomst tussen de Commissie en Oekraïne nog in december 2022 zou worden ondertekend. Ondertekening heeft in 2022 echter niet meer plaatsgevonden. De parlementaire autorisatie werd eind januari 2023 pas afgerond.

Bijlage 6: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

In het jaarverslag Koninkrijksrelaties (IV) is het totale overzicht van de Rijksuitgaven Caribisch Nederland te vinden. Hieronder is de uitsplitsing van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de departementale jaarverslag Financiën (IX) weergegeven. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Tabel 100 Departementaal overzicht Rijksuitgaven Caribisch Nederland (bedragen x € 1.000)
 

Taak

Bijdrage

Realisatie

   

2018

2019

2020

2021

2022

Totaal uitgaven

  

16.191

17.308

14.808

18.068

18.323

        

Artikel 1 Belastingen

  

13.312

13.879

12.216

14.347

16.432

Apparaatsuitgaven

Rijk

Structureel

13.312

13.879

12.216

14.347

16.432

Artikel 2 Financiële markten

  

2.879

3.429

2.592

3.721

1.891

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Rijk

Structureel

1.879

2.429

1.592

2.721

891

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Rijk

Structureel

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

Toelichting

Artikel 1 Belastingen

Betreft de kosten van uitvoering van fiscale wet- en regelgeving en douanetaken in Caribisch Nederland.

Artikel 2 Financiële markten

Bijdrage aan ZBO's/ RWT's

De verantwoordelijkheid van de minister van Financiën ten aanzien van de toezichttaken is dezelfde voor de BES-eilanden als voor Europees Nederland, omdat de verhouding tussen de minister en de toezichthouders dezelfde is. Het toezicht op de BES-eilanden is net als in Europees Nederland op afstand geplaatst bij De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM); de minister van Financiën is systeemverantwoordelijk. Voor het toezicht op de BES-eilanden ontvangt DNB jaarlijks een overheidsbijdrage en voor het gedragstoezicht op de financiële markten op de BES-eilanden ontvangt de AFM jaarlijks een overheidsbijdrage.

Garanties

Het Depositogarantiestelsel (DGS) voor de BES-eilanden (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba) is in de eerste suppletoire wet in 2017 ingesteld om depositohouders op de BES-eilanden te beschermen en financiële stabiliteit op de eilanden te borgen. Dit gebeurt middels een garantie waarbij de Staat garant staat voor eventueel beroep op het DGS. De premie voor deze garantie bedraagt € 1 mln. per jaar en wordt in een begrotingsreserve gestort.

Bijlage 7: Lijst van afkortingen

A

 

ABC

Afdracht, Beschermen en Concurrentiepositie

AC

Audit Committee

ACM

Autoriteit Consument en Markt

ACP

Afrikaanse, Caribische en Pacifische landen

ADR

Auditdienst Rijk

ADSB

Atradius Dutch State Business

AFM

Autoriteit Financiële Markten

AIIB

Asian Infrastructure Investment Bank

ANFA

Agreement on Net Financial Assets

AP

Autoriteit Persoonsgegevens

AR

Algemene Rekenkamer

ATAD

Anti Tax Avoidance Directive

AVG

Algemene verordening gegevensbescherming

Awb

Algemene wet bestuursrecht

Awir

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen

Awr

Algemene wet inzake rijksbelastingen

  

B

 

Bbp

Bruto binnenlands product

BCF

BTW-compensatiefonds

BCN

Belastingdienst Caribisch Nederland

BD

Belastingdienst

BERB

Bedrijfseconomische Resultaatsbepaling

BES

Bonaire, Sint Eustatius en Saba

BNC

Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen

BNG

Bank Nederlandse Gemeenten

BNI

Bruto nationaal inkomen

BOA

Bijzondere opsporingsambtenaren

BPM

Belasting voor Personenauto’s en Motorfietsen

BSB

Buy Sell Back

Btw

Belasting over de toegevoegde waarde

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken met Koninkrijksrelaties

  

C

 

Cao

Collectieve arbeidsovereenkomst

CBAM

Carbon Border Adjustment Mechanism

CbCR

Country-by-country reporting

CBS

Centraal Bureau voor de Statistiek

CCDR

Country Climate and Development Report

CDI

Coordinerend Directeur Inkoop

CEA

Commissie Eindtermen Accountantsopleiding

CET

Common Equity Tier

CFT

Combating the Financing of Terrorism

CIO

Chief information officer

CO2

Kooldioxide

COP

Climate Change Conference

COVID

Coronavirus disease

CP

Commercial Paper

CPO

Chief Privacy Officer

CW

Comptabiliteitswet

  

D

 

DBA

Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties

DBFM(O)

Design-Build-Finance-Maintain(-Operate)

DBO

Digitale brug overheidsdiensten

DG

Directoraat-Generaal

DGA

Directeur-groothandelaar

DGS

Depositogarantiestelsel

DNB

De Nederlandsche Bank

DPOA

Data protection impact analyse

DPL

Development Policy Loan

DRZ

Domeinen Roerende Zaken

DSD

Digitale Snelweg Douane

DSL

Dutch State Loan

DTC

Dutch Treasury Cerfitficate

DUO

Dienst Uitvoering Onderwijs

DWU

Douanewetboek van de Unie

  

E

 

E3F

Export Finance for Future

EBA

European Banking Authority

EBRD

European Bank for Reconstruction and Development

EC

Europese Commissie

ECB

Europese Centrale Bank

Ecofinraad

Economic and Financial Affairs Council

EDF

European Development Fund

EFSF

European Financial Stability Facility

EFSM

European Financial Stabilisation Mechanism

EGF

Europees garantiefonds

EIB

European Investment Bank

Ekv

Exportkredietverzekering

EMB

Eigenmiddelenbesluit

EMU

Europese Monetaire Unie

EORI

Economic Operators Registration and Identification

ERM

Exchange Rate Mechanism

ESG

Environmental, social, governance

ESM

European Stability Mechanism

ESR

Europees Stelsel van Rekeningen

ETS

Emissions Trading System

EU

Europese Unie

EZK

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

  

F

 

FAFT

Financial Action Task Force

FD

Fiscaal Dienstverlener

FDI

Foreign Direct Investment

FEC

Financieel Expertise Centrum

FEZ

Financieel-Economische Zaken

FIOD

Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst

FJR

Financieel jaarverslag van het Rijk

FMO

Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden

FSV

Fraude Signalering Voorziening

Fte

Fulltime-equivalent

  

G

 

GDA

Generieke Document en Archiefbeheer

GEB

Gegevensbeschermingseffectbeoordelingen

GLF

Greek Loan Facility

GMB

Geïntegreerd middelen beheer

GO

Grote Ondernemingen

GRC

Governance, Risk & Compliance

  

H

 

HIPC

Heavily Indebted Poor Countries

HRM

Human Resource Management

HVP

Herstel- en veerkrachtplan

HZK

Huur- en zorgtoeslag en kindgebondenbudget

  

I

 

IAK

Integraal Afwegingskader

IASB

International Accounting Standards Board

IB

Informatiebeveiliging

IB/PVV

Inkomstenbelasting/Premies Voksverzekeringen

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

IBRD

International Bank for Reconstruction and Development

ICS

In control statement

ICT

Informatie- en Communicatietechnologie

IDA

International Development Association

IenW

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

IF

Inclusive Framework

IFB

Internationale Fiscale Behandeling

IFC

International Finance Corporation

IFI

Internationale Financiële Instelling

IH

Inkomensheffing

IM

Informatiemanagement

IMF

Internationaal Monetair Fonds

IMVO

Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen

IND

Immigratie- en Naturalisatiedienst

IOO

Informatie op Orde

ISB

Incidentele Suppletoire Begroting

ISMS

Information Security Management System

IT

Informatietechnologie

ITO

Intensief toezicht

IV

Informatievoorziening

  

J

 

JBR

Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk

  

K

 

KGU

Koppeling gewerkte uren

KOT

Kinderopvangtoeslag

KPI

Kritieke prestatie-indicator

  

L

 

LB

Loonbelasting

LH

Loonheffing

LNG

Liquified Natural Gas

  

M

 

M&O

Misbruik en Oneigenlijk gebruik

MBA

Medewerkers banenafspraak

MEOP

Macro-economische Onevenwichtigheidsprocedure

MFB

Macro-financiële bijstand

MFK

Meerjarig Financieel Kader

MIGA

Multilateral Investment Guarantee Agency

MI

Managementinformatie

MKB

Midden- en kleinbedrijf

MN

Miljoenennota

MOB

Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer

MOV

Maintenance Of Value

MRB

Motorrijtuigenbelasting

MSNP

Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen

MVO

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

  

N

 

NBM

Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars

NGEU

Next Generation EU

NHT

Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden

NLFI

NL Financial Investments

NNB

Nog niet bekend

NO

Nationale Ombudsman

NvW

Nota van Wijziging

NW

Niet Winst

  

O

 

OB

Omzetbelasting

OCT

Overseas Countries and Territories

OESO

Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling

OIF

Onderzoeksbureau Integriteit Financiën

OM

Openbaar Ministerie

OOM

Omzetpolis Opkomende Markten

OV

Openbaar Vervoer

  

P

 

PCT

Procent

PE

Permanente Educatie

POK

Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag

PRGT

Poverty Reduction and Growth Trust

PSD

Payment Services Directive

  

R

 

RBV

Rijksbegrotingsvoorschriften

RC

Rekening-courant

RCF

Revolving credit facility

RHB

Rijkshoofdboekhouding

RID

Rijks ICT Dashboard

RM

Risicomanagement

RRB

Renterisicobedrag

RRF

Recovery and Resilience Facility

RPE

Regeling Periode Evaluatieonderzoek

RST

Resilience and Sustainability Trust

RVO

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

RWT

Rechtspersoon met een wettelijke taak

  

S

 

SBB

Sell Buy Back

SBN

Sociaal Banken Nederland

SCF

Social Climate Fund

SDE

Stimulering Duurzame Energieproductie

SDR

Special Drawing Rights

SEA

Strategische Evaluatie Agenda

Seno-Gom

Stichting Economische Samenwerking Nederland Oost-Europa en Garantiefaciliteit voor Opkomende Markten

SEPA

Single Euro Payments Area

SG

Secretaris-Generaal

SGP

Stabiliteits- en Groeipact

SMP

Securities Markets Programme

SRF

Single Resolution Fund

SSO

Shared Service Organisatie

SURE

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency

SVB

Sociale Verzekeringsbank

SVK

Scenariostudie Vormgeving Kindvoorziening

SZW

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

  

U

 

UBO

Ultimate Beneficial Owners

UHT

Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen

USD

Amerikaanse dollar

UWV

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

  

V

 

VIA

Vooringevulde aangifte

VNG

Vereniging Nederlandse Gemeenten

VOG

Verklaring Omtrent het Gedrag

VpB

Vennootschapsbelasting

VWS

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  

W

 

WAKO

Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen

Wft

Wet op het financieel toezicht

WNT

Wet Normering Topinkomens

Woo

Wet open overheid

Wpg

Wet politiegegevens

Wwft

Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme

  

Z

 

Zbo

Zelfstandig Bestuursorgaan

ZZP

Zelfstandige zonder personeel