Gepubliceerd: 19 januari 2024
Indiener(s): Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: bestuur gemeenten gezondheidsrisico's zorg en gezondheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36279-9.html
ID: 36279-9
Origineel: 36279-2

Nr. 9 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 19 januari 2024

In het voorstel van wet komt artikel aI te luiden:

ARTIKEL aI

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Het besluit, bedoeld in het eerste lid, vermeldt de krachtens artikel 6, eerste lid, aangewezen gemeente of gemeenten waarop het besluit van toepassing is. Van het besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

2. Er wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

3. Voor de niet in het besluit, bedoeld in het eerste lid, vermelde gemeente of gemeenten kunnen Onze Ministers bij afzonderlijk besluit het tijdstip vaststellen waarop de uitvoering van het experiment voor die gemeente of gemeenten aanvangt. Voor die gemeente of gemeenten eindigt de uitvoering van het experiment op het krachtens het eerste lid bepaalde tijdstip. Van het besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Toelichting

Het wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid een elfde gemeente aan het experiment toe te voegen. Uitgangspunt bij de toevoeging van een elfde gemeente is dat dit niet tot vertraging van de start van de experimenteerfase als bedoeld in artikel 4 van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen (hierna: Wet) zal leiden. Aan de experimenteerfase gaat de voorbereidingsfase vooraf. In artikel 37 van het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen (hierna: Besluit) is bepaald dat als sluitstuk van de voorbereidingsfase, vanaf een door de betrokken Ministers bij besluit vastgesteld tijdstip, een overgangsfase geldt. Met die fase wordt het mogelijk gemaakt om geleidelijk over te gaan op het nieuwe aanbod van hennep en hasjiesj voor recreatief gebruik. De overgangsfase eindigt bij aanvang van de experimenteerfase en duurt in beginsel uiterlijk zes weken.

Het is niet wenselijk dat de toevoeging van een elfde gemeente tot een latere start van de overgangsfase leidt, want dan zal de start van de experimenteerfase eveneens vertraging oplopen. Om die reden werd het in de eerste nota van wijziging bij dit wetsvoorstel in het voorgestelde tweede lid van artikel 4 mogelijk gemaakt dat de betrokken Ministers die gemeente kunnen uitzonderen in het besluit waarbij de start van de experimenteerfase voor de gemeenten wordt vastgesteld. Voor de overgangsfase kan dit op het niveau van het Besluit worden geregeld (zie artikel 37). Er moet inmiddels echter rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat de toe te voegen elfde gemeente nog niet is aangewezen in artikel 2 van het Besluit op het moment dat de experimenteerfase voor de andere gemeenten van start gaat. In dat geval kan de elfde gemeente niet uitgezonderd worden in het besluit waarbij de start van de experimenteerfase wordt vastgesteld. Daarom wordt het voorgestelde tweede lid van artikel 4 bij deze tweede nota van wijziging op een zodanige wijze aangepast dat de Ministers de gemeente in dat besluit niet uitzonderen, maar juist de gemeenten vermelden waarvoor het experiment al wel kan aanvangen. In het voorgestelde derde lid van artikel 4 wordt bepaald dat de betrokken Ministers voor de gemeente waarvoor de experimenteerfase nog niet is aangevangen, bij afzonderlijk besluit het tijdstip kunnen vaststellen waarop het experiment voor die gemeente wel aanvangt. In principe is deze voorziening bedoeld voor de elfde gemeente, maar omdat niet kan worden uitgesloten dat een bepaalde omstandigheid in een andere deelnemende gemeente tot vertraging van de start van de overgangs- en experimenteerfase kan leiden, wordt voorgesteld een latere start ook voor een of meer andere gemeenten mogelijk te maken.

Een gefaseerde start van de experimenteerfase betekent niet dat het experiment ook op verschillende tijdstippen zal eindigen. Dat is namelijk niet wenselijk vanuit onder meer het oogpunt van handhaving en bevoorrading van de coffeeshops. Daarom voorziet het bij deze tweede nota van wijziging voorgestelde derde lid van artikel 4 van de Wet erin dat de experimenteerfase voor alle elf deelnemende gemeenten op hetzelfde moment zal eindigen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius