Kamerstuk 36277-35

Gewijzigd amendement van de leden Bromet en Thijssen ter vervanging van nr. 21 over het aanwijzen van de Minister van Financiƫn als medefondsbeheerder

Dossier: Tijdelijke regels over de instelling van een begrotingsfonds voor het landelijk gebied en de natuur (Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur)

Gepubliceerd: 10 mei 2023
Indiener(s): Laura Bromet (GL), Joris Thijssen (PvdA)
Onderwerpen: natuur- en landschapsbeheer natuur en milieu
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36277-35.html
ID: 36277-35
Origineel: 36277-21

21,3 %
78,0 %

Groep Van Haga

D66

BBB

Omtzigt

CU

Fractie Den Haan

PVV

PvdD

FVD

GL

Volt

DENK

SGP

SP

VVD

CDA

PvdA

JA21

BIJ1


Nr. 35 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN BROMET EN THIJSSEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 21

Ontvangen 10 mei 2023

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid vervalt de begripsbepaling van Onze Minister.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Met uitzondering van artikel 3 wordt in deze wet verstaan onder Onze Ministers: Onze Minister voor Natuur en Stikstof en Onze Minister van Financiën.

II

In artikel 3, onderdeel a, onder 1°, wordt «fondsbeheerder» vervangen door «fondsbeheerders».

III

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «Onze Minister beheert» vervangen door «Onze Ministers beheren».

2. In het derde lid wordt «Onze Minister beoordeelt» vervangen door «Onze Ministers beoordelen».

IV

In artikel 6, eerste lid, wordt «biedt Onze Minister» vervangen door «bieden Onze Ministers».

V

In artikel 10 wordt «Onze Minister kan» vervangen door «Onze Ministers laten» en vervalt «laten».

VI

In artikel 11 wordt «Onze Minister zendt» vervangen door «Onze Ministers zenden».

Toelichting

Indieners willen graag de governance en toezicht rondom de wet versterken om te verankeren dat meerdere partijen meekijken in het proces van toekenning en toezicht op de besteding van middelen uit het fonds. Daartoe doet dit amendement drie voorstellen. Allereerst geeft dit amendement de Minister van Financiën de rol van mede-fondsbeheerder. Ook het Nationaal Groeifonds heeft immers twee fondsbeherende Ministers, waaronder de Minister van Financiën. De wijziging van artikel 1 regelt dat de verkorte aanduiding Onze Ministers niet geldt voor de «vangnetbepaling» van artikel 3, onder a, TwT: elke Minister kan immers aan de fondsbeheerders een voorstel doen om die bepaling toe te passen.

Ten tweede verankert dit amendement dat de fondsbeheerder verplicht wordt gesteld om extern advies in te winnen. Daartoe verandert dit amendement de facultatieve formulering dat de Fondsbeheerder extern advies «kan» inwinnen naar een verplichte advisering.

Bromet Thijssen