Gepubliceerd: 21 december 2023
Indiener(s): Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36263-36.html
ID: 36263-36

Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2023

In het wetgevingsoverleg over het wetsvoorstel «Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen» (hierna: Tijdelijke wet) van 16 oktober 2023 (Kamerstuk 36 263, nr. 35 is aan het Kamerlid Rajkowski (VVD) toegezegd om met de toezichthouders in gesprek te gaan over een mogelijke oplossing voor bulkdatasets waarvan, kort samengevat, de wettelijke termijn voor relevantiebeoordeling verstrijkt voorafgaand aan de eventuele inwerkingtreding van de Tijdelijke wet. Mede namens de Minister van Defensie breng ik hierover in deze brief verslag uit aan uw Kamer. Hierbij merk ik op dat in eerste instantie is gesproken met de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) aangezien de voorliggende problematiek primair raakt aan het algehele rechtmatigheidstoezicht dat door de CTIVD wordt uitgeoefend. In een later stadium is de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) geïnformeerd over de afspraken die zijn gemaakt met de CTIVD.

De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 bepaalt dat gegevens verkregen door uitoefening van een bijzondere bevoegdheid zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen anderhalf jaar dienen te worden onderzocht op hun relevantie voor het onderzoek waarvoor ze zijn verworven. Na het verstrijken van deze termijn moeten niet relevant verklaarde gegevens worden vernietigd. De MIVD en AIVD hebben bulkdatasets in bezit waarvan de termijn voor relevantieboordeling binnen afzienbare tijd verstrijkt en na verstrijking van die termijn dienen te worden vernietigd.

Van deze bulkdatasets (die zien op onderzoeken naar het buitenland) is er een zeer gering aantal waarvan er naar het oordeel van de diensten, met het oog op de nationale veiligheid, dringende redenen bestaan die langer gebruik van deze sets noodzakelijk maken. Het huidige wettelijk kader biedt echter geen grondslag om deze sets langer te gebruiken. Zowel de CTIVD, de Evaluatiecommissie Wiv 2017 en de Algemene Rekenkamer hebben de problematiek rondom de relevantiebeoordeling en het verdere gebruik van bulkdatasets eerder onderkend.

In de gevoerde gesprekken heeft de CTIVD – die is belast met het algehele rechtmatigheidstoezicht op de diensten, waar deze kwestie primair aan raakt – aangegeven dat zij het vanuit haar toezichthoudende taak onder voorwaarden aanvaardbaar acht om desbetreffende bulkdatasets, gelet op de noodzaak hiervan voor de nationale veiligheid, reeds te verwerken in lijn met de bepalingen in de Tijdelijke wet. Hierbij betrekt de CTIVD onder meer dat de Tijdelijke wet een concreet vooruitzicht geeft op een wettelijke regeling, die de omgang en het verwerken van deze bulkdatasets omkleedt met voldoende waarborgen. Bulkdatasets die met het verstrijken van de eindtermijn niet langer noodzakelijk zijn in het kader van de nationale veiligheid, zullen met het verstrijken van de termijn vernietigd worden.

Deze regeling omvat, kort samengevat, dat het hoofd van de betrokken dienst met het oog op dringende redenen van de nationale veiligheid een onderbouwd verzoek kan doen aan de desbetreffende Minister tot vaststelling van een nieuwe eindtermijn van telkens ten hoogste één jaar voor gebruik van de bulkdataset, en dat de CTIVD vervolgens kan oordelen of deze nieuwe eindtermijn terecht is gesteld. De Ministers conformeren zich aan het oordeel van de CTIVD. Het instellen van beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is niet mogelijk voor inwerkingtreding van de Tijdelijke wet.

Met de CTIVD is tevens afgesproken dat de volgende extra waarborgen van toepassing zijn:

  • Terstond nadat voor een bulkdataset door de desbetreffende Minister een nieuwe eindtermijn is vastgesteld en CTIVD bindend toezicht heeft gehouden, wordt uw Kamer daarvan geïnformeerd.

  • Bij inwerkingtreding van de Tijdelijke wet wordt voor de desbetreffende bulkdatasets door het hoofd van de betrokken dienst opnieuw aan de betrokken Minister een verzoek gedaan, tot vaststelling van een nieuwe eindtermijn voor gebruik van de bulkdataset. Op deze wijze ontstaat vanaf dat moment één regime voor het rechtmatig gebruik van bulkdatasets die zijn verworven met een bijzondere bevoegdheid.

Conform de toezegging aan uw Kamer zullen wij over de nadere uitwerking van deze regeling en het eventuele effect ervan voor de werkwijze van de TIB en CTIVD in gesprek treden met de TIB en CTIVD.

Tot slot wordt opgemerkt dat indien het wetsvoorstel niet door de Eerste Kamer wordt aangenomen, de bulkdatasets waarvoor een nieuwe eindtermijn is vastgesteld, alsnog terstond worden vernietigd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge