Nr. 29 AMENDEMENT VAN DE LEDEN HAMMELBURG EN KOEKKOEK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 231

Ontvangen 20 oktober 2023

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 6 wordt onder vernummering van het zevende lid tot achtste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 7. De diensten kunnen de gegevens die zijn verworven met de in het eerste lid bedoelde bevoegdheid uitsluitend aan een inlichtingen- of veiligheidsdienst van een ander land verstrekken ten behoeve van het in het eerste lid vermelde doel. Artikel 89, tweede lid, van de Wiv 2017 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de verstrekking, behoudens een dringende en gewichtige reden niet eerder plaatsvindt dan vijf dagen nadat de afdeling toezicht omtrent de verleende toestemming is geïnformeerd.

Toelichting

De regering stelt in het wetsvoorstel dat de diensten bevoegd moeten zijn om een verkenningsbevoegdheid te hebben ten behoeve van OOG-interceptie. De regering stelt in de memorie van toelichting dat dit nodig is om te bepalen op welke gegevensstromen een uiteindelijk verzoek tot OOG-interceptie (artikel 48 Wiv 2017) betrekking dient te hebben. De geïntercepteerde gegevens moeten hiervoor technisch worden onderzocht, zodat de verworven gegevens kunnen worden gestructureerd, geanalyseerd en geduid. Volgens de regering kan het in het kader van technisch onderzoek noodzakelijk zijn ondersteuning te krijgen van een buitenlandse collegadienst als het technisch onderzoek door de diensten geen resultaat oplevert. Artikel 90 Wiv 2017 biedt hiervoor een wettelijke grondslag. Het is inherent aan deze ondersteuning dat de desbetreffende gegevens aan een buitenlandse dienst worden verstrekt. Omdat bij de bevoegdheid tot verkennen de eis van gerichtheid komt te vervallen, is het volgens indieners noodzakelijk een extra waarborg te introduceren als het nodig is deze gegevens aan een buitenlandse dienst te verstrekken. Op het moment van verstrekken is het immers over het algemeen nog niet duidelijk wat de inhoud van de gegevens is.

Teneinde een extra waarborg te introduceren wordt artikel 89, tweede lid, van de Wiv 2017 van overeenkomstige toepassing verklaard. Dit betekent dat de Minister toestemming moet verlenen voor de verstrekking, dat daarvan mededeling wordt gedaan aan de CTIVD en dat de daadwerkelijke verstrekking aan de buitenlandse dienst niet eerder plaatsvindt dan vijf dagen na de melding aan de CTIVD. Dit biedt de CTIVD de gelegenheid om in het kader van haar reguliere toezichtstaak aan de verantwoordelijke Minister kenbaar te maken dat zij bedenkingen heeft bij de voorgenomen verstrekking. De Minister kan de verleende toestemming vervolgens heroverwegen. Uitzondering hierop is een dringende en gewichtige reden zodat in zeer urgente gevallen de termijn van vijf dagen achterwege kan blijven. Omdat wordt aangesloten bij artikel 89 Wiv 2017 gaat het alleen om ongeëvalueerde gegevens.

Hammelburg Koekkoek