Gepubliceerd: 21 december 2022
Indiener(s): Agnes Mulder (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36252-33.html
ID: 36252-33

Nr. 33 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 21 december 2022

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 2 december 2022 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Bij brief van 9 december 2022 zijn ze door de Minister van Economische Zaken en Klimaat beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De griffier van de commissie, Nava

1

Is het na deze suppletoire begroting nog mogelijk om te wisselen naar een systeem van omzetverliescompensatie naar – indien uitgewerkt – meerkostencompensatie of een andere manier van de inrichting van het plafondsysteem?

Antwoord

In de regeling zoals die nu is uitgewerkt, is voorzien in een margetoets. Deze regeling geldt voor heel 2023.

2

Welke systematiek ligt ten grondslag aan het tijdelijk prijsplafond energie: de omzetverliescompensatie of de meerkostencompensatie?

Antwoord

Er wordt in de systematiek voor gekozen om de leveranciers te compenseren voor de kosten die zij maken boven het prijsplafond. Bij het vaststellen van subsidie wordt door middel van een margetoets gekeken of de leveranciers niet te veel hebben ontvangen. De margetoets kijkt of de brutomarge die bedrijven over 2023 maken niet hoger is dan de historische benchmark.

3

Hoeveel subsidie gaat er in december 2022 naar energieleveranciers?

Antwoord

In december wordt het voorschot voor de maand januari aan energieleveranciers uitbetaald. Dit bedraagt naar verwachting 1,45 miljard euro.

4

Hoe groot is het voorschot dat naar de energieleveranciers gaat?

Antwoord

Zie antwoord vraag 3.

5

Kunt u aangeven of de regeling voldoet aan artikel 1 van de Grondwet?

Antwoord

Bij het opstellen van de regeling is rekening gehouden met de eisen die volgen uit de algemene rechtsbeginselen, waaronder het gelijkheidsbeginsel. Het kabinet wil voorkomen dat er groepen uitgesloten worden en wil dat er voor alle huishoudens een goede oplossing voor de hoge energieprijzen komt. Voor huishoudens met verschillende soorten van collectieve aansluitingen is het vanwege praktische onmogelijkheden niet gelukt om binnen de regeling van het prijsplafond een oplossing te vinden. Omdat zij geen eigen kleinverbruiksaansluiting hebben, maar gebruik maken van gezamenlijke grootverbruiksaansluitingen, bevinden zij zich voor de toepassing van het prijsplafond in een andere situatie die noodzaakt tot het vinden van een andere oplossing. Het kabinet hecht eraan dat voor deze groep huishoudens een gelijkwaardige oplossing wordt gevonden, die uitvoerbaar is en deze groep op een effectieve wijze bereikt. Daarom spant het kabinet zich ervoor in om voor huishoudens met een collectieve aansluiting te voorzien in een afzonderlijke regeling.

6

Welke categorieën huishoudens geen gebruik kunnen maken van het prijsplafond en waarom dat niet in strijd zou zijn met artikel 1 van de Grondwet? Wat is het gerechtvaardigd onderscheid per categorie?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 5. In principe is de inzet om zoveel mogelijk huishoudens te bereiken, ofwel direct via het prijsplafond ofwel via de oplossing voor blokaansluitingen.

7

Voldoet de regeling aan artikel 20, derde lid, van de Grondwet?

Antwoord

De regeling ziet niet op bijstand van overheidswege in de zin van artikel 20, derde lid, van de Grondwet. In algemene zin hecht ik eraan op te merken dat het kabinet verschillende maatregelen getroffen heeft naast het instellen van het prijsplafond om de effecten op de koopkracht te beperken in 2023, zoals het verhogen van het minimumloon en verschillende toeslagen. Daarnaast zijn er ook op het vlak van de energiekosten voor mensen die anders in de knel zouden komen specifieke maatregelen getroffen, zoals het verlengen van de energietoeslag en het oprichten van het tijdelijk Noodfonds voor huishoudens die hun energierekening niet kunnen betalen.

8

Kunt u de Kamervragen van het lid Omtzigt van 24 november over dit onderwerp beantwoorden en met de nota naar aanleiding van het verslag aan de Kamer sturen?

Antwoord

Ik zal de beantwoording van deze schriftelijke vragen zo snel mogelijk aan Uw Kamer sturen.

9

Kunt u een memorie van toelichting schrijven op de ministeriële regeling als ware het een wet?

Antwoord

De regeling waarmee het prijsplafond wordt vormgegeven zal vergezeld gaan van een uitgebreide schriftelijke toelichting.

10

Op welke wijze wordt uitvoering gegeven aan de aangenomen motie-Omtzigt over publiekrechtelijke bescherming voor huishoudens?

Antwoord

Er is gekozen voor het vormgeven van een prijsplafond via een subsidieregeling die mede uitgevoerd wordt door leveranciers, omdat publieke uitvoeringsinstanties niet in staat zijn om een dergelijke regeling in het tijdpad vorm te geven.

Inherent aan de vormgeving is dat deze de mogelijkheden beperkt om een volwaardige publiekrechtelijke bescherming vorm te geven. In het plenaire debat over de 9e Incidentele Suppletoire Begroting is gewisseld dat het voornemen is om bij de uitvoering van het prijsplafond een tijdelijke geschillencommissie in te richten om afnemers een laagdrempelige mogelijkheid tot arbitrage te bieden.

11

Bij wie kunnen huishoudens in bezwaar en beroep als zij menen dat zij onterecht geen aanspraak kunnen maken op de regeling?

Antwoord

Toepassing van het prijsplafond is de belangrijkste voorwaarde voor verlening van subsidie aan energieleveranciers onder de prijsplafondregeling. Op de naleving van alle subsidievoorwaarden zal worden toegezien door RVO. Huishoudens kunnen zich in eerste instantie voor vragen en klachten richten tot hun energieleverancier. Daarnaast bevinden de gesprekken met de energiesector om te komen tot een bijzondere tijdelijke geschillencommissie voor de behandeling van klachten van consumenten over de toepassing van de prijsplafondregeling, in een vergevorderd stadium. Met een bijzondere geschillencommissie kan zoveel als mogelijk worden voorkomen dat in een uiterst geval een beroep op de civiele rechter zou moeten worden gedaan.

12

Waarom is gekozen voor een ministeriële regeling, terwijl bij inkomensondersteuning, dat kan oplopen tot duizenden euro’s per huishouden in normale omstandigheden (denk aan AOW, kinderopvangtoeslag, WW), dit publiekrechtelijk in een materiewet is geregeld?

Antwoord

Er is gekozen voor deze vormgeving en uitvoering omdat gebleken is dat publieke uitvoerders zoals de Belastingdienst en het UWV niet in staat zouden zijn om tijdig een gerichte compensatie uit te voeren.

Gezien de korte termijn waarin tot een oplossing moest worden gekomen en de voor de uitvoering van het prijsplafond benodigde medewerking van de energiesector, is gekozen voor het instrument van een tijdelijke subsidieregeling. De is een ministeriële regeling op grond van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies. Een formele wet is daarmee voor de inhoudelijke regeling van het prijsplafond niet nodig. De positie van de Kamer is echter ongeacht de vormgeving van de regeling gewaarborgd door het parlementaire budgetrecht en de benodigde goedkeuring van de begroting.

13

Wat zijn de rechtsmiddelen die voor een burger openstaan bij de regeling indien het publiekrechtelijke orgaan in zijn ogen in gebreke blijft?

Antwoord

De burger mag erop vertrouwen dat zal worden toegezien op de goede uitvoering van de regeling door RVO, dat onderdeel is van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Voor de burger staan als consument de mogelijkheden open die ik heb beschreven in mijn antwoord op vraag 11. Voor klachten van afnemers ten aanzien van de implementatie door leveranciers wordt voorzien in een tijdelijke geschillencommissie om een relatief laagdrempeligere toegang tot arbitrage te bieden.

14

Kunt u de conceptministeriële regeling naar de Kamer sturen, waarbij toelichting wordt gegeven op wie binnen en buiten de regeling vallen, hoogte van het recht op de tegemoetkoming en de rechtsmiddelen die voor een burger beschikbaar zijn?

Antwoord

Ik verwacht op korte termijn de regeling waarmee uitvoering gegeven wordt aan het prijsplafond aan de Kamer te kunnen sturen. Zie verder het antwoord op vraag 9.

15

Kunt u een toelichting geven op de Europeesrechtelijke aspecten en of het prijsplafond in overeenstemming is met het Europees mededingingsrecht?

Antwoord

In het kader van de oorlog in Oekraïne en de daarmee aanzienlijk gestegen elektriciteits- en gasprijzen heeft de Europese Commissie (de Commissie) op 23 maart jl. een tijdelijke kader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie geïntroduceerd (het Temporary Crisis Framework, TCF). Op 20 juli jl. en op 28 okt. jl. heeft de Commissie een herziening van het tijdelijk crisissteunkader vastgesteld. Het Nederlandse kabinet kiest voor ondersteuning van kleinverbruikers van energie voor de vorm van een prijsplafond. Het kabinet is in goed overleg met de Europese Commissie om staatssteungoedkeuring te verkrijgen voor het prijsplafond, omdat er sprake is van staatssteun voor zover er ondersteuning wordt gegeven aan kleinverbruikers die als onderneming kwalificeren. Het prijsplafond is vormgegeven conform de vereisten van paragraaf 2.1 van het TCF en is ter goedkeuring aan de Commissie voorgelegd. Daarmee wordt geborgd dat de regeling in overeenstemming zal zijn met het Europees (mededingings)recht. Er hebben diverse informele gesprekken plaatsgevonden met de Commissie en het kabinet heeft het prijsplafond reeds formeel genotificeerd. Het kabinet verwacht op korte termijn een besluit te ontvangen van de Commissie. De subsidieregeling voor het prijsplafond zal een toelichting bevatten aangaande de staatssteunaspecten van de regeling.

16

Wat is het effect van het prijsplafond in 2023 voor huishoudens op de rechterlijke macht?

Antwoord

Er is geen inschatting te geven voor wat betreft een directe impact op de rechterlijke macht. Voor klachten van afnemers ten aanzien van de implementatie door leveranciers wordt wel voorzien in een tijdelijke geschillencommissie om een relatief laagdrempelige toegang tot arbitrage te bieden.

17

Brengt het prijsplafond nog extra administratieve lasten voor burgers en bedrijven mee?

Antwoord

Het prijsplafond is een omvangrijke maatregel die zorgvuldige uitvoering en administratie vereist. Er zijn dus zeker administratieve lasten verbonden aan de invoering en uitvoering van het prijsplafond. Deze worden nauwkeurig in beeld gebracht door de zogeheten regeldrukparagraaf in de toelichting van de ministeriële regeling voor het prijsplafond. Dit is staande praktijk bij regelingen. De regeldrukparagraaf wordt afgestemd met het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR), dat het kabinet kan adviseren over de vormgeving en daaruit voortvloeiende regeldruk van maatregelen. Er hebben reeds meerdere gesprekken plaatsgevonden met ATR om de regeldruk goed in beeld te brengen.

De begunstigden van de subsidie, burgers of bedrijven met een kleinverbruiksaansluiting voor energie, ondervinden geen administratieve lasten door het prijsplafond. Het prijsplafond wordt automatisch toegepast op de energierekening door de energieleverancier. Burgers of bedrijven die onder het prijsplafond vallen hoeven dus zelf geen handelingen te verrichten. De administratieve lasten liggen volledig bij de energieleveranciers die subsidie aanvragen om het prijsplafond mogelijk te maken. Het kabinet heeft besloten dat de energieleveranciers worden deels gecompenseerd voor de uitvoeringskosten die zij maken (bijvoorbeeld intensiever klantcontact, doorlopende aanpassingen in de systemen). Deze vergoeding wordt gebaseerd op het aantal klanten per leverancier en betreft een eenmalige vergoeding. Het kabinet geeft deze vergoeding omdat energieleveranciers door deelname aan de regeling het prijsplafond mogelijk maken. Immers had de overheid zelf anders ook uitvoeringslasten gehad van de maatregel. Het kabinet is de leveranciers erkentelijk voor hun inspanningen.

Voor wat betreft bedrijven met een kleinverbruiksaansluiting die onder het plafond vallen, is het vanwege de Europese staatssteunregels noodzakelijk dat informatie over de steun die zij ontvangen die boven bepaalde drempelbedragen uit de TCF valt, wordt gepubliceerd op een centrale Europese website. De uitvoering van deze transparantieverplichting wordt nog nader uitgewerkt en daarbij zal gezorgd worden voor zo min mogelijk administratieve lasten voor de betreffende bedrijven.

18

Hoe kijkt u naar het feit dat de ACM niet ingrijpt en geen maximum tarieven stelt, terwijl er op dit moment energieleveranciers zijn die een standaardcontract aanbieden van 4,60 euro per kuub gas, terwijl de prijs (ex belastingen) al maanden tussen de 1,00 en 1,50 euro schommelt op de markt?

Antwoord

De ACM is en blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de redelijkheid van de tarieven, conform haar wettelijke taakomschrijving. Ik vind het aan de ACM om hier als onafhankelijke toezichthouder op een goede manier invulling aan te geven, waarbij ik opmerk dat ik in mijn contacten met de toezichthouder de zorgen die bij de Kamer leven onder de aandacht breng. Hierbij is het wel van belang om op te merken dat de vangnetregeling op iets anders toeziet dan het a priori stellen van maximum tarieven. De vangnetregeling is immers bedoeld om consumenten te beschermen tegen onredelijk hoge tarieven als en wanneer die zouden kunnen ontstaan doordat een doelmatige bedrijfsvoering, inclusief de inkoop van gas, onvoldoende leidt tot kostenverlaging. Indien de ACM meent dat er reden toe is, kan zij bij de leverancier die een tarief meldt extra informatie opvragen om te toetsen of er sprake is van grote verschillen tussen de gemaakte kosten en de in rekening gebrachte tarieven. In zo’n geval van excessieve tarieven kan de ACM als toezichthouder ingrijpen.

19

Ben u nog steeds van mening dat er geen buitensporige winsten worden gemaakt en ben u nog steeds van plan om in voorkomende gevallen aan energiemaatschappijen 4,60–1,45 – 3,15 euro vergoeden?

Antwoord

Overwinsten moeten worden voorkomen, daarom heeft het kabinet ervoor gekozen om de margetoets al per 1 januari in te voeren.

20

In welk land is er een energiemaatschappij die op 1 december 4,60 euro voor een kuub gas vraagt?

Antwoord

Ik beschik niet over een volledig overzicht van de prijsvorming in andere Europese landen. In algemene zin is er sprake van vergelijkbare ontwikkelingen in de groothandelsmarkten, maar daarnaast spelen nationale factoren, waaronder heffingen, contractvormen en interventies zoals de nationalisatie van diverse leveranciers, een rol.

21

Wat is de maximale redelijke prijs en hoe wordt die vastgesteld?

Antwoord

Of er sprake is van een redelijke prijs is onderdeel van de bestaande vangnetregulering, zie kortheidshalve ook het antwoord op vraag 18. Aanvullend wordt als onderdeel van de regeling rondom het prijsplafond voorzien in een toets op de marge conform het verzoek van de Kamer middels de motie Erkens c.s.

22

Kunt u een raming geven van de totale kosten van het prijsplafond?

Antwoord

Voor het totaal van de uitgaven voor het prijsplafond worden vooralsnog de uitgangspunten gehanteerd uit de Miljoenennota. Dit betekent dat het kabinet in deze voorlopige raming uitgaat van een gasprijs van 122,73 euro per megawattuur, zoals ook aangehouden in de ontwerpbegroting 2023. Op basis van deze gasprijs is het budgettaire beslag van het prijsplafond circa 11,2 miljard euro, waarvan 1,45 miljard euro geraamd is in 2022 voor het in december uit te keren voorschot. Hierbij is voor de inschatting van de kosten voor kleinverbruikers niet zijnde woningen uitgegaan van 5 procent van de kosten van het plafond voor elektriciteit en gas. Voor de inschatting van de kosten voor de compensatie van warmteaansluitingen is gerekend met 5 procent van de kosten van het gasplafond. De kosten verbonden aan de subsidie hangen dus direct samen met de ontwikkelingen van de energieprijs. Deze raming is nadrukkelijk een voorlopige, waarbij de feitelijke uitgaven hoger of lager zullen uitvallen afhankelijk van de prijsontwikkeling van de energieprijzen. Het kabinet zal uiterlijk bij Voorjaarsnota 2023 deze raming herijken op basis van de op dat moment bekende inzichten over de feitelijke kosten.

23

Hoe kunnen consumenten en de overheid er zeker van zijn dat aan het eind van de maand een meterstand opgenomen wordt als er geen sprake is van een slimme meter?

Antwoord

Voor klanten die een analoge of digitale meter hebben of de op afstand uitleesbare meter (slimme meter) niet laten uitlezen kunnen leveranciers een meterstand opvragen bij de klant, maar kunnen zij ook, bijvoorbeeld wanneer geen meterstand van de klant wordt ontvangen, gebruik maken van een berekende meterstand op basis van de verbruiksprofielen (standaard verdeling van het verbruik over een kalanderjaar) en het standaard jaarverbruik. Dit zijn reguliere processen die al worden toegepast en waarvoor de start van het prijsplafond niet tot een specifiek nieuwe situatie leidt.

24

Deelt u de mening dat de consument in staat moet zijn om bij elke substantiële prijswijziging (zeg meer dan 20 cent verschil per kuub gas of 5 cent per kWh) de precieze meterstanden door te geven? Zo ja, hoe gaat u dat regelen in lagere regelgeving? Zo nee, hoe kan de consument er dan zeker van zijn dat hij niet teveel aangeslagen wordt in een dure periode?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 23. Netbeheerders hebben in de periode 2015–2020 aan iedere kleinverbruiker een slimme meter aangeboden. Veel mensen hebben deze geaccepteerd. Mocht een kleinverbruiker nog geen slimme meter hebben en deze wel willen, dan kan hij de netbeheerder verzoeken er alsnog één bij hem te plaatsen. Hieraan zijn wel kosten verbonden. Zodra het wetsvoorstel afbouw salderingsregeling is aangenomen, krijgen alle kleinverbruikers die nog geen geschikte meter hebben opnieuw kosteloos een slimme meter aangeboden. Zij zijn niet verplicht deze slimme meter te accepteren, maar zijn wel verplicht om een meter te accepteren die invoeding en afname apart kan meten. Dat kan ook een digitale meter zijn, die niet op afstand uitleesbaar is.

25

Kunt u toelichten wie binnen de concept ministeriële regeling onder het prijsplafond vallen en wie erbuiten?

Antwoord

Onder de regeling voor het prijsplafond vallen in ieder geval alle kleinverbruikersaansluitingen met een individuele aansluiting voor elektriciteit, gas of warmte, waarvoor er sprake is van een verblijfsfunctie. Voor kleinverbruikers met een collectieve (blok) aansluiting wordt gezocht naar een alternatieve oplossing om tot een vergelijkbare compensatie te komen in 2023.

26

Voor welke groepen is er nog geen oplossing gevonden?

27

Kunt u per groep aangeven wat de stand van zaken is en welke oplossingen worden overwogen?

Antwoord

Zie het antwoord op de vragen 50 en 51.

28

Wat is de financiële dekking van het prijsplafond?

Antwoord

Het prijsplafond wordt gedekt uit generale middelen. In het voorjaar vindt integrale besluitvorming plaats over de inpassing van deze middelen en de resterende dekkingsopgave voor het energiepakket. Dit zal ingevuld worden op basis van de dan geldende budgettaire ontwikkelingen, mede gebaseerd op het Centraal Economische Plan (CEP).

29

Met welke markprijs is de begroting van de kosten opgesteld? Hoe is de marktprijs gedefinieerd?

Antwoord

Voor het scenario van op basis van de uitgangspunten van de Macro economische verkenning (MEV) van in totaal 11,2 miljard euro is voor de marktprijs van gas € 2,42 per m3 gehanteerd en een marktprijs voor elektriciteit van € 0,58 per kWh. In de raming is voor de marktprijs het gemiddelde tarief genomen dat de energieleveranciers in rekening brengen bij de consumenten.

30

Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 4,– per m3 gas?

Antwoord

Bij een marktprijs van € 4,– per m3 gas en een marktprijs voor elektriciteit van € 0,58 per kWh bedraagt de raming van de totale kosten 23,9 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke realisatie in 2023 afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf in te schatten zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie in 2023.

31

Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 3,– per m3 gas?

Antwoord

Bij een marktprijs van € 3,– per m3 gas en een marktprijs voor elektriciteit van € 0,58 per kWh bedraagt de raming van de totale kosten 15,9 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke realisatie in 2023 afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf in te schatten zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie in 2023.

32

Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 2,– per m3 gas?

Antwoord

Bij een marktprijs van € 2,– per m3 gas en een marktprijs voor elektriciteit van € 0,58 per kWh bedraagt de raming van de totale kosten 7,9 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke realisatie in 2023 afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf in te schatten zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie in 2023.

33

Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 0,70 per kWh?

Antwoord

Bij een marktprijs van € 0,70 per kWh en een marktprijs voor gas van € 2,42 per m3 bedraagt de raming van de totale kosten 13,7 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke realisatie in 2023 afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf in te schatten zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie in 2023.

34

Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 0,50 per kWh?

Antwoord

Bij een marktprijs van € 0,50 per kWh en een marktprijs voor gas van € 2,42 per m3 bedraagt de raming van de totale kosten 9,7 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke realisatie in 2023 afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf in te schatten zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie in 2023.

35

Hoeveel geld kost de maatregel bij een marktprijs van € 0,30 per kWh?

Antwoord

Bij een marktprijs voor elektriciteit onder de maximumplafondprijs voor elektriciteit van € 0,40 per kWh en bedraagt de raming van de totale kosten 7,8 miljard euro. Uiteraard zal de daadwerkelijke realisatie in 2023 afhangen van verschillende factoren die slechts ten dele vooraf in te schatten zijn, zoals de prijsontwikkeling, het volume van gebruik van energie in 2023.

36

Kunt u het model waarmee de kosten van de maatregel berekend zijn met de Kamer delen?

Antwoord

De genoemde raming is gebaseerd op een relatief complexe set veronderstellingen waarvoor bovendien verschillende scenario’s zijn doorgerekend. Voor een nadere toelichting over de totstandkoming verwijs ik kortheidshalve naar de eerder met de Kamer gedeelde Nota budgettaire verwerking APB van 4 oktober 2022.

37

Welke mogelijkheden zijn er om teveel betaalde subsidie terug te vorderen? Kunt u hierbij de voor- en nadelen uiteenzetten?

Antwoord

In de regeling zal expliciet worden voorzien in bepalingen die een beperking opleggen ten aanzien van de maximale subsidie die verleend kan worden in relatie tot de brutomarge. Een eventuele overschrijding hiervan wordt in mindering gebracht op de verleende subsidie wanneer deze vastgesteld wordt. Daarnaast is het terugvorderen binnen 60 maanden na de subsidievaststelling mogelijk indien de ACM een maximum tarief vaststelt onder haar wettelijke bevoegdheden.

38

Hoeveel extra (belasting) inkomsten verwacht de overheid in 2022 en 2023 als gevolg van de hogere energieprijs?

Antwoord

In 2022 zijn door successievelijke verlagingen van de energiebelastingen, btw op energie en accijnzen op brandstoffen de belastingen op energie verlaagd. Hiermee ging circa 5,3 miljard euro gepaard. In 2023 vervallen deze belastingverlagingen en wordt met het prijsplafond de stijging van energieprijzen gematigd. In algemene zin leiden hogere prijzen, en dus ook hogere energieprijzen, direct tot meer ontvangsten van de belasting over de toegevoegde waarde (btw). Dit is echter enkel het directe effect; tegengesteld wordt door de consumptiedaling die (op termijn) volgt uit het koopkrachtverlies vanwege de inflatie de toename van belastingontvangsten weer beperkt. Er is geen specifieke, actuele informatie beschikbaar over de btw-ontvangsten over de energierekening. Een precies bedrag van de hogere btw-ontvangsten over de energierekening is dus niet te geven. Voor de energiebelastingen geldt dat deze niet direct worden beïnvloed door hogere energieprijzen. De belasting is namelijk een vast bedrag per energie-eenheid. De totale inflatie werkt hierbij wel door via de jaarlijkse indexatie van de belastingtarieven. Indien dit niet zou gebeuren, zou de belastingopbrengst in reële termen steeds lager worden.

Verder leiden hogere energieprijzen tot hogere gasbaten. De ontvangsten onder de Mijnbouwwet en de dividenden van EBN vallen de komende jaren hoger uit dan eerder geraamd. Ten opzichte van de raming in de Voorjaarsnota gaat het om cumulatief 8,5 miljard euro, waarvan circa 4,8 miljard euro in 2022 en 2023. Het kabinet heeft aanvullend besloten tot een tijdelijke verhoging van het cijnstarief in de Mijnbouwwet in 2023 en 2024 en een tijdelijke solidariteitsbijdrage over 2022 conform de EU-verordening betreffende een noodinterventie in verband met de hoge energieprijzen. De opbrengsten van de tijdelijke verhoging van de cijns zijn geraamd op cumulatief 2,8 miljard euro in 2023 tot en met 2025, waarvan circa 2 miljard euro in 2023 wordt verwacht. De opbrengsten van de solidariteitsbijdrage over 2022 zijn geraamd op 3,2 miljard euro.

39

Op welke momenten in 2022 en 2023 wordt de subsidie (of delen van de subsidie) verleend aan energieleveranciers?

Antwoord

Voor de subsidies voor het tijdelijke prijsplafond 2023 zullen maandelijks door RVO voorschotten worden verleend op basis van de aanvragen die de energieleveranciers op grond van de subsidieregeling indienen bij RVO. Het eerste voorschot voor de subsidie die betrekking heeft op januari zal eind december 2022 door RVO worden verstrekt.

40

Waar kunnen huishoudens terecht die ondanks het prijsplafond toch de rekening niet kunnen betalen? Zijn er nog aanvullende maatregelen die de overheid voor deze huishoudens kan treffen?

Antwoord

Naast het prijsplafond neemt het kabinet in 2023 diverse koopkrachtmaatregelen en wordt een tijdelijk Noodfonds in het leven geroepen waar huishoudens die ondanks het plafond deze winter met betalingsproblemen kampen terecht kunnen. Ook is er net als in 2022 sprake van een gerichte energietoeslag die tegemoet komt aan het voorzien in het dragen van de kosten van de energierekening voor kwetsbare groepen.

41

Hoe wordt bij de berekening van de subsidie omgegaan met vertrekkende consumenten?

Antwoord

Alle leveranciers houden bij de eventuele overstap van een consument tussen twee bedrijven in 2023 rekening met de dezelfde aanname over het verbruik. Daarmee kan het deel van het verbruik onder het plafond in de periode voor en na de overstap consistent toegepast worden bij een tussentijdse overstap in 2023. Kortheidshalve verwijs ik u naar de uitleg hierover in de eerdere brieven die aan de Kamer over dit onderwerp zijn verzonden in oktober en november.

42

Wat gebeurt er met de subsidie aan energieleveranciers indien zij tussentijds failliet gaan?

Antwoord

Wanneer een leverancier in surseance van betaling komt of failliet gaat, zullen er geen voorschotten meer uitgekeerd worden. De continuïteit van levering is geborgd via de reguliere wetgeving ten aanzien van de energiemarkt waarop de ACM toeziet.

43

Heeft u inzicht in de inkoopstrategie van energieleveranciers?

Antwoord

Nee, maar energieleveranciers wordt verzocht historische gegevens over de inkoopkosten aan te leveren, waardoor RVO wel inzicht heeft in hoeverre deze over de jaren verschillen. Dit is nodig voor de bepaling van de margetoets.

44

Heeft u inzicht in de historische marges van de energieleveranciers? Kunt u het rekenmodel van deze marge met de Kamer delen?

45

Kunt u de historische marges van energieleveranciers met de Kamer delen?

46

Kunt u een model schetsen van de gemiddelde kostenstructuur van energieleveranciers? Wat is bijvoorbeeld het percentage van de omzet wat aan inkoop wordt betaald? Welk percentage van de omzet wordt geïnvesteerd? Welk percentage van de omzet gaat naar personeelskosten?

Antwoord 44, 45 en 46

Deze worden met RVO gedeeld en gecontroleerd door een accountant. Dit is nodig om de subsidie vast te kunnen stellen. Dit betreft bedrijfsvertrouwelijke gegevens die naar hun aard niet met de Kamer kunnen worden gedeeld.

47

Welk adviesbureau gaat nu onderzoeken of een margetoets haalbaar is, nadat is gebleken dat de ACM het niet kan?

Antwoord

Een margetoets wordt vormgegeven met betrokkenheid van KPMG als externe adviseur in opdracht van de rijksoverheid.

48

Op welke manier heeft de ACM in het verleden de redelijkheid van de prijzen in de energiemarkt getoetst?

Antwoord

Kortheidshalve verwijs ik naar het antwoord op een eerdere vraag ten aanzien van de inzet van ACM bij het toetsen van de tarieven op de markt.

49

Hoe wordt met een margetoets gegarandeerd dat winsten inzichtelijk worden?

Antwoord

Bij de berekening voor de margetoets mogen bedrijven alleen rekening houden met inkoopkosten en een beperkt aantal risico-opslagen (weer, onbalans en profiel). Deze worden afgezet tegen een historische benchmark. Op die manier wordt voorkomen dat er in 2023 veel meer marge gemaakt kan worden.

50

Welke doelgroepen zijn met de huidige vormgeving van het prijsplafond nog niet bereikt?

51

Hoe wordt ervoor gezorgd dat alle doelgroepen bereikt worden?

Antwoord

Een belangrijke groep huishoudens die onvoldoende door het prijsplafond bereikt wordt, zijn de huishoudens achter een blokaansluiting. Deze groep is divers en valt op verschillende wijzen verder op te delen, zoals naar energiesoort (warmte, elektriciteit of gas), type houder van de blokaansluiting (bijvoorbeeld woningbouwcorporatie, VVE, zorginstelling, particuliere of commerciële verhuurder) of type wooneenheid (zelfstandig, onzelfstandig). Het kabinet werkt op dit moment aan een tegemoetkoming voor deze huishoudens en streeft ernaar begin 2023 een subsidieregeling te kunnen presenteren die voor de genoemde energiesoorten, houders en wooneenheden werkt. Dit streven kent wel de nodige uitdagingen gezien de grote diversiteit aan situaties achter de blokaansluiting en de urgentie van het bieden van een tegemoetkoming. Het kabinet zal uw Kamer nog voor het kerstreces een brief sturen over de contouren van de subsidieregeling en de mate waarin alle genoemde situaties daadwerkelijk bereikt kunnen worden.

Daarnaast kunnen leveranciers zonder vergunning in tegenstelling tot de regeling voor november en december een aanvraag doen voor de regeling, waardoor de afnemers met een kleinverbruikersaansluiting die zo’n leverancier hebben ook bereikt worden.

52

Wat is er te zeggen over de marges die energieleveranciers bovenop de inkoopprijs rekenen?

Antwoord

Door de margetoets wordt deze beperkt tot inkoopkosten aangevuld met een limitatieve lijst risico-opslagen (onbalans, profiel, weer).

53

Wat is er te zeggen over de verhouding tussen de winstmarges van energieleveranciers en hun investering in de verduurzaming van de energieopwekking?

Antwoord

Dit verschilt per bedrijf en betreft bedrijfsvertrouwelijke gegevens, daar kan ik geen uitspraken over doen. In algemene zin is het zo dat bedrijven hun retail, waar de kleinverbruikers klant van zijn, vaak los hebben georganiseerd van hun productiebedrijven.

54

Op welke manier heeft de vormgeving van het prijsplafond een effect op de concurrentie en marktwerking tussen energieleveranciers?

Antwoord

Het prijsplafond is een forse ingreep in de energiemarkt. Concurrentie en marktwerking blijven echter ook met invoering van het tijdelijke prijsplafond belangrijk voor een goed functioneren van de markt. Dit vindt het kabinet zelf belangrijk, maar geldt ook op basis van EU wetgeving en is vanuit de Europese Commissie een voorwaarde voor het geven van deze steun. Het prijsplafond vermindert voor een deel de concurrentie, omdat klanten bij verschillende leveranciers dezelfde (plafond)tarieven betalen. Echter, er blijft ook bij het prijsplafond voldoende marktwerking in stand doordat de plafondtarieven niet gelden boven de verbruiksgrenzen. Daarnaast is het plafond tijdelijk en concurreren leveranciers na 2023 weer volledig met elkaar. Bovendien kunnen leveranciers ook met inwerkingtreding van het prijsplafond nog op vele andere aspecten concurreren, zoals de mate van duurzaamheid van de energie, de klantenservice, welkomstbonussen en andere beloningen die niet in de tarieven zelf verwerkt zijn.

55

Waar kunnen consumenten terecht wanneer de energieleverancier de subsidie onjuist doorberekend aan de consument?

Antwoord

Voor dergelijke klachten wordt voorzien door het instellen van een tijdelijke geschillencommissie die een (bindende) uitspraak kan doen bij klachten over de uitvoering van het plafond waar de consument en de leverancier niet in onderling overleg uitkomen.

56

Wat zijn de mogelijkheden van een «clawback» indien achteraf blijkt dat er toch overwinsten zijn vergoed bij energieleveranciers?

Antwoord

Bij het aanvragen van de subsidie committeren de bedrijven zich ook aan de margetoets bij de subsidievaststelling. Deze margetoets voorkomt overwinsten en als bedrijven een te hoge marge over 2023 maken, moet deze worden terugbetaald.

57

Wat is de definitie van «overwinsten»?

Antwoord

Als de margetoets hoger uitvalt dat de historische benchmark, moet alles wat daar boven valt worden terugbetaald. In de uitwerking van de regeling geldt dit te veel aan marge als hetgeen dat de overheid excessief vindt.

58

Hoe wordt voorkomen dat energieleveranciers hun prijzen gaan verhogen tijdens het prijsplafond?

Antwoord

Hier geldt het algemene toezicht van de ACM dat bedrijven moeten kunnen aantonen dat hun tariefstijgingen zijn gebaseerd op kosten die zij maken.

59

Wat is de impact van het prijsplafond op de energierekening van een huishouden dat saldeert met zonnepanelen?

Antwoord

Uitgangspunt is dat er zo min mogelijk wisselwerking is tussen het prijsplafond en de salderingsregeling. Eerst zal de salderingsregeling worden toegepast. Het prijsplafond geldt voor het netto verbruik dat in 2023 na salderen resteert. Indien door een huishouden bijvoorbeeld 2000 kWh wordt ingevoed en 3000 kWh wordt afgenomen, is de netto afname 1000 kWh en valt dit daarmee volledig onder het prijsplafond. Indien een huishouden bijvoorbeeld op jaarbasis 4000 kWh invoedt en 3000 kWh afneemt en er dus sprake is van netto teruglevering, is het prijsplafond voor dit huishouden niet van toepassing.

60

Hoe houdt het prijsplafond rekening met huishoudens die een dynamisch energiecontract hebben?

Antwoord

Bij dynamische contracten verschillen de prijzen van uur tot uur. Op het moment dat de maximum prijs wordt toegepast op elk uur, betalen consumenten met dynamische tarieven gemiddeld gezien een lager bedrag dan de maximumprijs. Ze profiteren namelijk nog steeds van het voordeel van dynamische tarieven als de prijs laag is, maar hebben niet het nadeel van de hoge prijzen op sommige momenten. Het prijsplafond zal op deze wijze ook een groter verstorend effect op de markt hebben, omdat het leveranciers en consumenten stuurt richting specifieke prijsproducten (zoals dynamische tarieven).

Om tot een evenwichtigere invulling van het prijsplafond voor de consument te komen, wordt voorgesteld om uit te gaan van een op volume gewogen prijs (over de zogenoemde verrekenperiode van maximaal 1 jaar). Op deze wijze komt de prijs die consumenten gemiddeld over 2023 betalen het dichtst bij de aangekondigde maximale tarieven, op het moment dat de prijzen hoog blijven, en kunnen leveranciers een zo groot mogelijk volumegebruik tot het plafond bewerkstelligen om de klant maximaal te compenseren.

61

Hoe houdt het prijsplafond rekening met huishoudens die zijn aangesloten op een kleinschalig warmtenet?

Antwoord

De verplichting om de plafondprijs te hanteren geldt voor alle warmteleveranciers ongeacht de grootte van het warmtenet. Ook huishoudens die zijn aangesloten op een kleinschalig warmtenet profiteren dus van het prijsplafond. Daarnaast wordt voor huishoudens met een collectieve aansluiting, waaronder blokverwarming, een aparte regeling opgesteld die door de Belastingdienst zal worden uitgevoerd. Er is sprake van blokverwarming indien verhuurders of VVE’s warmte (door)leveren aan hun huurders of VVE-leden.

62

Op welke manier houdt het prijsplafond rekening met vakantiehuisjes?

Antwoord

Er wordt niet apart gedifferentieerd tussen aansluitingen. Dat betekent dat als een vakantiehuisje een eigen kleinverbruikersaansluiting heeft deze meeloopt in de regeling, en anders niet.

63

Wat is het verwachte verbruik van de BMKB-groenregeling?

Antwoord

Het te verwachten gebruik van de BMKB-Groen is opgenomen in het toetsingskader van de regeling die eerder met beide Kamers is gedeeld en in de toelichting op de regeling in de Staatscourant. Het daadwerkelijke gebruik van de regeling is lastig in te schatten, maar voor het eerste halfjaar van 2023 is een maximum plafond van € 150 mln. ingesteld. Met een inschatting van gemiddeld 265.000 euro per kredietverstrekking (reguliere BMKB) zou dat 566 kredieten betekenen in de periode tot juli 2023. De banken die de BMKB-Groen in het eerste kwartaal zullen aanbieden verwachten tot juli 2023 in totaal 100 kredieten onder de BMKB-Groen te zullen verstrekken. Na juli 2023 moet de regeling samen met de reguliere BMKB verlengd worden. Ter vergelijking, het gebruik van de reguliere BMKB, inclusief alle luiken, betrof voor het jaar 2021 in totaal 1138 kredieten.

64

Voor hoeveel maanden is de volledige subsidieverstrekking die aan de energieleveranciers in december 2022 plaats in het kader van de omzetcompensatieregeling? Is dat tot aan 1 maart 2023?

65

Laat de suppletoire begroting het toe om een korting op gas- en stroomprijs in te voeren gebaseerd op contractprijzen die de consument bij de eigen leverancier betaalt in te voeren, in plaats van de genoemde omzetverliescompensatie?

Antwoord

De leveranciers wordt gevraagd de voorschotten die zij in rekening brengen bij consumenten in lijn te brengen met de kosten die zij maken, dus als door het prijsplafond deze kosten lager uitvallen, dan is het idee dat de tarieven ook worden verlaagd. Dit is opgenomen in de regeling.

Er is op dit moment al sprake van een margetoets om te voorkomen dat bedrijven meer marge maken dan zij historisch maakten.

66

Per wanneer zijn de middelen uit de suppletoire begroting juridisch verplicht en niet enkel bestuurlijk gebonden?

Antwoord

De energieleveranciers zullen op het moment dat de regeling definitief is, een verzoek tot subsidieverlening bij RVO indienen. RVO beoordeelt de rechtmatigheid van de aanvraag en geeft de beschikking tot subsidieverlenging af. Op het moment dat de beschikkingen tot subsidieverlening zijn afgegeven, dan geldt de juridische verplichting richting de energieleveranciers.

67

Op welke manier houdt het prijsplafond rekening met huishoudens die warmte afnemen? Zullen deze huishoudens in november en december ook de tegemoetkoming ontvangen?

Antwoord

Voor huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet zal vanaf 2023 een prijsplafond gaan gelden dat in lijn is met het prijsplafond voor gas. In overeenstemming met de bepalingen van de Warmtewet en het Warmtebesluit stelt de ACM de maximale prijs vast voor warmte op basis van gasreferentie. Deze prijs geldt voor het hele jaar 2023. Dit jaar zal de ACM naast de maximale contractprijs ook de plafondprijs vaststellen van 47,38 euro per GJ, die zal gelden tot een jaarverbruik van 37 GJ. Boven dit verbruik zal de reguliere contractprijs van toepassing zijn, waarvoor ook in 2023 zal gelden dat deze niet hoger mag zijn dan de door de ACM vast te stellen maximale (reguliere) contractprijs. Zowel de plafondprijs als de volumegrens zijn direct afgeleid van de plafondprijs en de volumegrens voor gas (1,45 euro per m3 tot het verbruik van 1.200 m3).

Alle huishoudens die een eigen elektriciteitsaansluiting hebben, ontvangen in november en december een tegemoetkoming van 190 euro. Dit geldt ook voor huishoudens die warmte afnemen en een eigen elektriciteitsaansluiting hebben. Voor huishoudens met een collectieve elektriciteitsaansluiting wordt een aparte regeling opgesteld.

68

Hoe houdt het prijsplafond rekening met studentenwoningen en woongroepen, waar het huishouden bestaat uit een groot aantal personen die gezamenlijk gebruik maken van één aansluiting?

Antwoord

Het prijsplafond is van toepassing op alle huishoudens met een kleinverbruikersaansluiting. Een groot deel van de studentenwoningen en woongroepen heeft een dergelijke aansluiting en valt daarmee onder het prijsplafond. Of het prijsplafond voldoende effect sorteert, hangt samen met het aantal inwoners van het pand en het daarmee samenhangende energiegebruik. Panden met een grootverbruikersaansluiting vallen buiten het prijsplafond.

Het kabinet werkt op dit moment aan een subsidieregeling ten behoeve van blokaansluitingen. Deze regeling zal een tegemoetkoming bieden voor de gevallen met blokaansluiting waarin het prijsplafond niet tot onvoldoende werkt. Het kabinet streeft ernaar om zoveel mogelijk huishoudens mee te nemen, waarbij gekeken wordt naar of en hoe er omgegaan kan worden met onzelfstandige eenheden, bijvoorbeeld in combinatie met een werkbare ondergrens. Woonsituaties tot maximaal drie tot vijf onzelfstandige eenheden genieten waarschijnlijk voldoende voordeel van het prijsplafond en zijn qua energieverbruik vergelijkbaar met een gemiddeld gezinshuishouden, waarbij ook bewoning met drie tot vijf personen gebruikelijk is.

69

Kan een margetoets worden ingevoerd zodat teveel betaalde subsidie kan worden teruggevorderd?

Antwoord

In de subsidieregeling is voorzien in een margetoets bij het vaststellen van de subsidie, waarmee het teveel aan betaald voorschot kan worden teruggevorderd.