Gepubliceerd: 10 november 2022
Indiener(s): Carola Schouten (viceminister-president , minister zonder portefeuille sociale zaken en werkgelegenheid) (CU)
Onderwerpen: arbeidsomstandigheden arbeidsvoorwaarden werk
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36245-2.html
ID: 36245-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de uitvoering van de werkvoorzieningen ten behoeve van de ondersteuning bij de arbeidsinschakeling van personen met een visuele beperking die behoren tot de doelgroep van de Participatiewet wordt ondergebracht bij het UWV;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I PARTICIPATIEWET

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 7, tiende lid, wordt toegevoegd «, en een werkvoorziening als bedoeld in artikel 10h».

B

Artikel 8a, tweede lid, onderdeel f, wordt als volgt gewijzigd:

1. In subonderdeel 1° wordt na «de persoon» ingevoegd «, met uitzondering van de persoon met een visuele beperking,».

2. In subonderdeel 2° vervalt «visuele of» en wordt «handicap» vervangen door «beperking».

C

Artikel 10e, tweede lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:

1. In subonderdeel 1° wordt na «de persoon» ingevoegd «, met uitzondering van de persoon met een visuele beperking,».

2. In subonderdeel 2° vervalt «visuele of» en wordt «handicap» vervangen door «beperking».

D

Artikel 10g wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. In afwijking van de artikelen 17, 18, 18a en paragraaf 6.4 zijn ten aanzien van de uitvoering van dit artikel door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de bijbehorende verplichtingen van de persoon, bedoeld in het tweede lid, de artikelen 2:7, 2:9, 2:31, 2:58, 2:59, 2:60, 2:61, 2:63, 2:64, 2:65, 2:69 en 6:3 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van overeenkomstige toepassing.

2. In het vijfde lid, onderdeel b, wordt «en de Wet overige OCW-subsidies» vervangen door «of de Wet overige OCW-subsidies,».

E

Aan paragraaf 2.1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 10h. Werkvoorzieningen visueel beperkten

  • 1. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft tot taak personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, met een visuele beperking te ondersteunen bij de arbeidsinschakeling door middel van het bekostigen van werkvoorzieningen.

  • 2. Onder werkvoorzieningen als bedoeld in het eerste lid worden uitsluitend verstaan:

    • a. vervoersvoorzieningen die ertoe strekken de werkplek, proefplaats of opleidingslocatie te bereiken;

    • b. intermediaire activiteiten;

    • c. meeneembare voorzieningen voor de inrichting van de arbeidsplaats, de productie- en werkmethoden, de inrichting van de opleidingsplaats of de proefplaats die in overwegende mate op het individu van de persoon, bedoeld in het eerste lid, zijn afgestemd; en

    • d. de bij de arbeid of opleiding te gebruiken hulpmiddelen, die in overwegende mate op het individu van de persoon, bedoeld in het eerste lid, zijn afgestemd.

  • 3. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan op aanvraag van personen als bedoeld in het eerste lid of het college een werkvoorziening toekennen en voor die personen bekostigen.

  • 4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels gesteld worden over:

    • a. de omvang en de inhoud van de aanspraak, bedoeld in het derde lid; en

    • b. de voorwaarden waaronder de werkvoorziening wordt verleend.

  • 5. In afwijking van de artikelen 17, 18, 18a en paragraaf 6.4 zijn ten aanzien van de uitvoering van dit artikel door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de bijbehorende verplichtingen van de persoon, bedoeld in het derde lid, de artikelen 2:7, 2:9, 2:31, 2:58, 2:59, 2:60, 2:61, 2:63, 2:64, 2:65, 2:69 en 6:3 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kan de toekenning, bedoeld in het derde lid, weigeren, indien:

    • a. het na een eerdere herziening, intrekking of weigering van een toekenning op grond van het vijfde lid heeft vastgesteld dat:

      • 1°. de persoon, bedoeld in het derde lid, onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

      • 2°. de persoon niet voldoet aan de aan de werkvoorziening verbonden voorwaarden; of

      • 3°. de persoon de werkvoorziening niet of voor een ander doel gebruikt;

    • b. de persoon, bedoeld in het derde lid, aanspraak kan maken op voorzieningen die zijn getroffen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet overige OCW-subsidies of de Zorgverzekeringswet, en de aanvraag ondersteuning op grond van die wetten betreft.

  • 7. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de vergoeding van de werkvoorziening.

ARTIKEL II OVERGANGSRECHT

De artikelen 7, 8a en 10e van de Participatiewet, zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing op aanvragen voor werkvoorzieningen ten behoeve van visueel beperkten die op dat moment zijn ingediend bij het college.

ARTIKEL III INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,