Ontvangen 9 september 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel D een onderdeel ingevoegd, luidende:
Da
Na artikel 3a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. In het kader van de uitvoering van het cliëntenonderzoek als bedoeld in artikel 3, beschikt een instelling in ieder geval over een werkwijze die gericht is op voorkoming van discriminatie.
2. De instelling neemt in het kader van die werkwijze doeltreffende maatregelen en voert deze uit.
3. De instelling past de werkwijze en maatregelen aan als de daarmee opgedane ervaring daartoe aanleiding geeft.
Financiële discriminatie is een groot probleem in Nederland. Dit blijkt zowel uit verschillende onderzoeken die in opdracht van het Ministerie van Financiën zijn uitgevoerd, als uit uitspraken van het College voor de Rechten van de Mens. De indiener is er alles aan gelegen om verboden onderscheid te voorkomen. Indiener verstaat hieronder: onderscheid op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele gerichtheid, burgerlijke staat, handicap, chronische ziekte of leeftijd. Het amendement zoekt daarmee aansluiting bij de centrale aanbeveling van het onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) die oproept om een brede definitie van discriminatie te hanteren in het tegengaan van verboden onderscheid als gevolg van toepassing van de Wwft.
Ergin