Gepubliceerd: 25 mei 2022
Indiener(s): Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36120-VII-2.html
ID: 36120-VII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2021‒2022

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Vanwege spoedeisende maatregelen is op 28 januari 2022 de incidentele suppletoire begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II 2021/22, 36018, nr. 1).

Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Omdat het kabinet zo snel mogelijk zo veel mogelijk kwetsbare huishoudens wil helpen vanwege ontstane problematiek als gevolg van de gestegen energieprijzen, acht de regering het wenselijk en in het belang van het Rijk om vooruitlopend op formele autorisatie door beide Kamers uitvoering te geven aan het besluit tot het verstrekken van € 150 mln. aanvullende middelen ten behoeve van de bestrijding van energiearmoede en € 68,5 mln. aan gemeenten ten behoeve van intensiveren van de bestaande lokale isolatieaanpak en daarmee huishoudens te ondersteunen om op korte termijn energiebesparende maatregelen te kunnen treffen. Het totale budget van € 218,5 mln. is in deze eerste suppletoire begroting opgenomen. Over de beleidsmatige inhoud en het beroep op artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 zijn de Staten-Generaal eerder geïnformeerd via de Kamerbrief «bestrijding van energiearmoede via gemeenten». Met het voorgaande wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

De Minister van Binnenlandse Zaken en KoninkrijksrelatiesH.G.J.Bruins Slot

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2022. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de ontwerpbegroting 2022 opgebouwd (Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 1).

De stand van de vastgestelde begroting 2022 is inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 73, het amendement van de leden Smeulders en Nijboer (Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 35) en de eerste en tweede incidentele suppletoire begrotingen (Kamerstukken 2020/21, 35801, nr. 1 en Kamerstukken II 2020/21, 35823, nr. 1).

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2022

Artikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Openbaar bestuur en democratie

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

2. Nationale Veiligheid

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

3. Woningmarkt

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.Ontvangsten: 10 mln.

4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 4 mln.

11. Centraal apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 4 mln.

12. Algemeen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

13. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Onderstaand is het overzicht te vinden van uitgaven in verband met coronamaatregelen per artikel.

Tabel 2 Extracomptabele tabel coronamaatregelen (bedragen x € 1.000)

Artikelnummer

naam maatregel/regeling

Bedrag verplichtingen 2022

Bedrag uitgaven 2022

Bedrag ontvangsten 2022

Relevante Kamerstukken

      
      
      
      
      
      

Totaal

 

0

0

0

 

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x €1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2022

Vastgestelde begroting 20221

 

8.888.902

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Huurtoeslag

3

‒ 69.800

2) Woningbouwimpuls

3

304.650

3) Knelpunten woningbouw

3

116.300

4) Warmtefonds

4

‒ 58.019

5) Ondersteuning aanpak energie armoede

4

150.000

6) Klimaatbeleid en ondersteuning regionale energiestrategieen

4

‒ 52.000

7) Verduurzaming en onderhoud huurwoningen

4

‒ 27.761

8) Omgevingswet en energiearmoede

5

150.000

9) Informatiehuishouding/POK

7

‒ 108.946

10) Huisvesting AZ

9

19.300

11) Herverkaveling Groningen

10+11

‒ 1.630.988

12) Doc-Direkt

11

50.685

13) Loon- en prijsbijstelling

13

165.369

14) Overige mutaties

 

48.731

Stand 1e suppletoire begroting 2022

 

7.946.423

X Noot
1

Inclusief de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 1), de Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50), de amendementen op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 12; Kamerstukken II 2021/22,, 35925 VII, nr. 52) en de eerste incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2021/22, 36018 VII, nr. 1).

Toelichting

1) Huurtoeslag

Op basis van de ramingen uit het Centraal Economisch Plan van het CPB en de uitvoeringscijfers van de Belastingdienst is de raming voor de huurtoeslag bijgesteld. De uitgaven voor de huurtoeslag vallen lager uit in 2022 door een lager dan verwachte werkloosheid en een hogere dan verwachte inkomensontwikkeling.

2) Woningbouwimpuls

Er worden middelen overgeboekt vanaf de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën ten behoeve van de woningbouwimpuls (€ 300 mln.). Deze middelen zullen worden ingezet om onrendabele toppen in verschillende woningbouwprojecten in Nederland deels af te dekken.

3) Knelpunten woningbouw

Er worden middelen van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën voor het oplossen van knelpunten in de woningbouw, waaronder voor flexpools, transformatiefaciliteit, woondeals, flexwoningen, implementatiekosten Wet Kwaliteitsborging Bouw, capactieit voor de Raad van State en woningbouw op de Waddeneilanden en in Caribisch Nederland.

4) Warmtefonds

Het budget in 2022 voor het Warmtefonds wordt bijgesteld waardoor er € 45 mln. doorgeschoven wordt naar 2023 en 2027. Daarnaast wordt € 13 mln. ingezet voor problematiek binnen de BZK begroting.

5) Ondersteuning aanpak energiearmoede

Er wordt in 2022 € 150 mln. vrijgemaakt vanuit het Nationaal Isolatie Programma (NIP) voor de Ondersteuning aanpak energiearmoede. Deze middelen worden middels een specifieke uitkering aan gemeenten uitgekeerd.

6) Klimaatbeleid en ondersteuning Regionale Energiestrategieën

Voor de continuering van de ondersteuning van de Regionale Energiestrategieën en de uitvoering van het bestaande klimaatbeleid in 2022 worden er middelen overgeboekt naar het Gemeentefonds, Provinciefonds en het BTW-compensatiefonds.

7) Verduurzaming en onderhoud huurwoningen

Om het grootste deel van de middelen voor de subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen in het juiste kasritme te zetten, wordt er in 2022 € 27 mln. doorgeschoven naar latere jaren.

8) Uitvoeringskosten Omgevingswet

Dit betreffen middelen van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën ten behoeve van gemaakte transitiekosten (onder andere het aanpassen en inrichten van systemen voor het invoeren van de Omgevingswet) die gemeenten hebben gemaakt in aanloop naar de invoering van de Omgevingswet. Met deze middelen draagt het Rijk bij aan de transitiekosten van gemeenten.

9) Informatiehuishouding / POK

Dit betreffen middelen voor het structureel verbeteren van de informatiehuishouding naar aanleiding van het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK), waaronder voor het toekomstscenario Jeugd en Gezin.

10) Huisvesting ministerie van Algemene Zaken

Er worden middelen toegevoegd voor activiteiten gerelateerd aan de tijdelijke huisvesting van het ministerie van Algemene Zaken. Dit betreffen middelen voor het langer verblijf in de gebouwdelen op het Binnenhof en voor de reeds gemaakte kosten van de tijdelijke huisvesting op het Catshuisterrein, omdat de tijdelijke huisvesting daar geen doorgang meer vindt.

11) Herverkaveling Groningen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is met ingang van het kabinet Rutte IV niet meer verantwoordelijk voor het beleid van de versterkingsopgave in Groningen. Deze middelen worden herverkaveld naar de begroting van Economische Zaken en Klimaat.

12) Doc-Direkt

Het betreft personele en materiële uitgaven voor Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten die gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) worden ontvangen.

13) Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2022 van de loon- en prijsbijstelling wordt toegevoegd aan de BZK-begroting.

Tabel 4 Belangrijkste suppletoire ontvangsten mutaties 2022 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2022

Vastgestelde begroting 20221

 

1.097.581

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Waarde bepaling onroerende zaken

1

‒ 10.000

2) Herverkaveling Groningen

10+11

‒ 560.000

3) Doc-Direkt

11

48.695

4) Surplussen eigen vermogen agentschappen

12

34.174

5) Overige mutaties

 

28.463

Stand 1e suppletoire begroting 2022

 

638.913

X Noot
1

Inclusief de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 1), de Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50), de amendementen op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 12; Kamerstukken II 2021/22,, 35925 VII, nr. 52) en de eerste incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2021/22, 36018 VII, nr. 1).

Toelichting

1) Waardebepaling onroerende zaken

In het Coalitieakkoord is bepaald dat waterschappen in de periode 2022-2025 jaarlijks minder bijdragen aan de uitvoering van de waardebepaling van onroerende zaken (WOZ-waarden) door gemeenten.

2) Herverkaveling Groningen

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is met ingang van het kabinet Rutte IV niet meer verantwoordelijk voor beleid van dit artikel. Deze ontvangsten worden herverkaveld naar de begroting van Economische Zaken en Klimaat.

3) Doc-Direkt

Doc-Direkt heeft gedurende het jaar inkomsten van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten zijn ter dekking van de uitgaven van Doc-Direkt.

4) Surplus eigen vermogen agentschappen

Conform de regeling agentschappen dragen agentschappen het surplus van het eigen vermogen op 2021 af. Dit betreft het surplus eigen vermogen over 2021 van de agentschappen Rijksvastgoedbedrijf, SSC-ICT, FMH, P-Direkt en RvIG.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

86.576

10.000

96.576

‒ 11.224

85.352

12.789

16.921

11.535

11.500

          

Uitgaven

86.576

10.000

96.576

‒ 9.066

87.510

14.947

19.079

11.535

11.500

          

1.1 Bestuur en regio

23.686

10.000

33.686

‒ 5.167

28.519

4.910

9.310

2.720

2.700

Subsidies (regelingen)

         

POK - Multiproblematiek

2.000

0

2.000

0

2.000

‒ 600

‒ 600

1.400

1.400

POK - Antidiscriminatie

150

0

150

0

150

0

0

0

0

Oorlogsgravenstichting (OGS)

3.578

0

3.578

0

3.578

0

0

0

0

Bestuur en regio

2.492

0

2.492

275

2.767

210

110

20

0

POK - Basisinfrastructuur

0

10.000

10.000

‒ 5.500

4.500

5.500

10.000

0

0

Opdrachten

         

POK - Multiproblematiek

1.000

0

1.000

168

1.168

‒ 200

‒ 200

800

800

Bestuur en regio

2.195

0

2.195

‒ 150

2.045

0

0

0

0

POK - Antidiscriminatie

420

0

420

0

420

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Diverse bijdragen

259

0

259

0

259

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Groeiopgave Almere

8.898

0

8.898

0

8.898

0

0

0

0

Evides

1.250

0

1.250

0

1.250

0

0

0

0

Diverse bijdragen

0

0

0

40

40

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         

Bijdragen internationaal

36

0

36

0

36

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RWS

908

0

908

0

908

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

POK - Multiproblematiek

500

0

500

0

500

0

0

500

500

          

1.2 Democratie

62.890

0

62.890

‒ 3.899

58.991

10.037

9.769

8.815

8.800

Subsidies (regelingen)

         

Politieke partijen

27.708

0

27.708

568

28.276

0

0

0

0

Comité 4/5 mei

118

0

118

0

118

0

0

0

0

ProDemos

8.740

0

8.740

0

8.740

0

0

0

0

Verbinding inwoner en overheid

1.521

0

1.521

15

1.536

15

15

15

0

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

2.427

0

2.427

700

3.127

0

0

0

0

Weerbaar bestuur

988

0

988

0

988

0

0

0

0

Opdrachten

         

Verbinding inwoner en overheid

10.461

0

10.461

‒ 4.649

5.812

10.275

9.775

8.800

8.800

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

673

0

673

0

673

0

0

0

0

Weerbaar bestuur

1.902

0

1.902

‒ 558

1.344

‒ 278

‒ 46

0

0

Inkomensoverdrachten

         

Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers

7.032

0

7.032

0

7.032

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Diverse bijdragen

0

0

0

25

25

25

25

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         

Bijdragen internationaal

102

0

102

0

102

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Dienst Publiek en Communicatie

1.218

0

1.218

0

1.218

0

0

0

0

          

Ontvangsten

24.765

0

24.765

‒ 10.000

14.765

‒ 10.000

‒ 10.000

‒ 10.000

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 95,6% juridisch verplicht.

1.1 Bestuur en regio

Subsidies (regelingen)

POK-Basisinfrastructuur

De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) verwacht niet alle middelen in 2022 te kunnen uitgeven. Daarom wordt € 5,5 mln. doorgeschoven naar 2023. Daarnaast is er € 10 mln. vanuit 2027 van de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën overgeboekt. Deze middelen zijn in 2024 benodigd en worden daarom verschoven naar 2024.

Bijdrage aan medeoverheden

Groeiopgave Almere

De Gemeente Almere ontvangt op grond van artikel 17, tweede lid, Financiële-Verhoudingswet en artikel 4:23, derde lid, onder c, Algemene wet bestuursrecht een specifieke uitkering van ten hoogste € 8,898 mln. voor de Groeiopgave Almere.

1.2 Democratie

Subsidies (regelingen)

Politieke partijen

BZK ontvangt circa € 0,6 mln. van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het Politieke Partijen Programma (PPP) van Shiraka. De gelden zijn voor buitenlandse activiteiten van politieke partijen met zusterpartijen in de Arabische regio, die gericht zijn op de opbouw van een solide functionerend democratisch meerpartijensysteem.

Toerusting en ondersteuning politieke ambtdragers

Dit betreft een reallocatie van het instrument Opdrachten naar het instrument Subsidies(regelingen) voor diverse subsidies in het kader van de regeling Toerusting en ondersteuning ambtsdragers, onder andere aan het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) en het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP).

Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

Hier worden meerdere bijdragen verstrekt aan andere begrotingen. De hoogste bijdragen voor dit jaar zullen worden toegelicht. De Kiesraad ontvangt op de begroting Overige Hoge Colleges van Staat (IIB) een incidentele bijdrage van € 1,4 mln. voor de transitie van de Kiesraad en werkzaamheden in het kader van de controle op- en het uniformeren van de publicatie processen-verbaal en voor de voorbereidingen voor de implementatie van de wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen. Daarnaast ontvangt de Kiesraad een bijdrage van structureel € 0,5 mln. om de huidige basiscapaciteit op orde te brengen in de transitie naar verkiezingsautoriteit.

De Algemene Uitkering aan de gemeente Den Haag, die zij ontvangen voor de wettelijke taak van deze gemeente voor kiezers in het buitenland (organisatie verkiezingen voor de kiezers in het buitenland en permanente registratie) is herijkt. Deze uitkering wordt verhoogd met € 0,8 mln. Daarvoor worden middelen overgeheveld naar de begroting van het gemeentefonds (B).

Voor de bijdrage aan gemeenten die deelnamen aan het experiment met centraal tellen bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 of bij de herindelingsverkiezingen in 2021 wordt circa € 0,5 mln. naar de begroting van het gemeentefonds (B) overgeheveld.

Tot slot vinden in 2022 enige reallocaties binnen het artikel plaats om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden.

In de Verkiezingsagenda van juni 2021 wordt het belang van de versterking van de kwaliteit van het verkiezingsproces benadrukt (Kamerstukken II 2020/21, 35165, nr. 40). Het kabinet stelt hiervoor vanaf 2023 middelen beschikbaar (structureel € 8,5 mln.). De kwaliteitsversterking verkiezingsproces bestaat uit onder meer de transitie van de Kiesraad, herziening kandidaatstellingsprocedure, nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen, uniformering publicatie processenverbaal, en de extra uitvoeringskosten van de gemeente Den Haag voor de landelijke taak voor kiezers buiten Nederland. Daarnaast vindt er vanuit de instrumenten Subsidies (regelingen) en Opdrachten van het subartikel 1.1 Bestuur en regio een structurele reallocatie vanaf 2023 plaats van totaal € 0,8 mln. ter bevordering van de toegankelijkheid van verkiezingen.

Ontvangsten

Gemeenten bepalen de waarde van onroerende zaken (WOZ). De WOZ-waardes worden echter ook door het Rijk en de waterschappen gebruikt en daarom dragen zij ook bij aan de uitvoeringskosten. De waterschappen dragen momenteel jaarlijks € 10 mln. te veel hieraan bij. De waterschappen dienen daarom vanuit het Coalitieakkoord van 2022-2025 jaarlijks € 10 mln. minder bij te dragen. In 2025 vindt een evaluatie plaats van de WOZ, die als basis kan dienen voor de bijdragen in 2026 en verder.

3.2 Artikel 2. Nationale veiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Nationale veiligheid (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

344.621

0

344.621

13.450

358.071

39.910

73.434

71.934

71.934

          

Uitgaven

344.621

0

344.621

13.450

358.071

39.910

73.434

71.934

71.934

          

AIVD apparaat

328.221

0

328.221

13.450

341.671

39.910

73.434

71.934

71.934

AIVD geheim

16.400

0

16.400

0

16.400

0

0

0

0

          

Ontvangsten

14.714

0

14.714

0

14.714

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 2 is 100% juridisch verplicht.

Uitgaven

AIVD apparaat

Vanuit het coalitieakkoord worden meerjarig middelen aan de AIVD beschikbaar gesteld om de slagkracht te verbeteren en daarmee de gekende dreigingen te kunnen adresseren. Voor 2022 betreft het een bedrag van € 16,2 mln. waarvan een deel (€ 5,5 mln.) middels een kasschuif in het juiste kasritme wordt gezet. Ook wordt er een deel van het budget overgeboekt naar het ministerie van Algemene Zaken ten behoeve van de groei van Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) en Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). Voor 2022 betreft het voor de AIVD een bedrag van circa € 0,5 mln. Het ministerie van Defensie boekt ten behoeve van de groei van de CTIVD/TIB tevens middelen over richting het ministerie van Algemene Zaken.

Daarnaast komen er middelen vanuit het coalitieakkoord over vanuit het ministerie van J&V ten behoeve van de onderwerpen cybersecurity en het beschermen van sectoren en processen die van vitaal belang zijn. Voor 2022 betreft het een bedrag van € 2,6 mln.

Tot slot ontvangt het ministerie van BZK € 0,4 mln. vanuit het ministerie van EZK ten behoeve van de Nationale Cryptostrategie.

3.3 Artikel 3. Woningmarkt

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Woningmarkt (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

4.532.084

60.000

4.592.084

347.833

4.939.917

788.930

315.789

301.904

331.254

          

Uitgaven

4.632.089

30.000

4.662.089

347.833

5.009.922

788.930

315.789

301.904

331.254

          

3.1 Woningmarkt

4.522.522

0

4.522.522

‒ 55.605

4.466.917

133.192

112.954

139.104

182.504

Subsidies (regelingen)

         

Bevordering eigen woningbezit

4.800

0

4.800

0

4.800

0

0

0

0

Woningmarkt

3.206

0

3.206

10.176

13.382

200

200

0

0

Opdrachten

         

Woningmarkt

3.625

0

3.625

0

3.625

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten

         

Huurtoeslag

4.498.985

0

4.498.985

‒ 70.646

4.428.339

116.400

105.350

131.700

175.100

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Woningmarkt

3.022

0

3.022

0

3.022

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Dienst van de Huurcommissie

7.414

0

7.414

4.645

12.059

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Financiën en Nationale Schuld (H9)

500

0

500

0

500

0

0

0

0

Infrastructuur & Waterstaat (H12)

970

0

970

220

1.190

0

0

0

0

Gemeentefonds (H50)

0

0

0

0

0

16.592

7.404

7.404

7.404

          

3.3 Woningbouw

109.567

30.000

139.567

403.438

543.005

655.738

202.835

162.800

148.750

Subsidies (regelingen)

         

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

0

0

0

22.000

22.000

0

0

0

0

Caribisch Nederland

0

0

0

1.400

1.400

0

0

0

0

Opdrachten

         

Woningbouwimpuls

250

0

250

100

350

0

0

0

0

Volkshuisvestingsfonds

0

0

0

0

0

2.000

2.000

2.000

2.000

Woningbouw

0

0

0

2.120

2.120

1.750

1.750

1.750

0

Tijdelijke uitvoeringsorganisatie

0

0

0

2.000

2.000

0

0

0

0

Grootschalige woningbouwgebieden

0

0

0

0

0

0

300

300

1.000

Bijdrage aan medeoverheden

         

Woningbouwimpuls

79.084

0

79.084

280.967

360.051

18.000

0

0

0

Volkshuisvestingsfonds

0

0

0

0

0

142.500

142.500

142.500

142.500

Ouderenhuisvesting

20.000

0

20.000

0

20.000

0

0

0

0

Flexpools

0

0

0

40.000

40.000

0

40.000

0

0

Kwetsbare groepen

10.000

30.000

40.000

0

40.000

0

0

0

0

Woondeals

0

0

0

6.500

6.500

4.500

5.000

5.000

0

Grootschalige woningbouwgebieden

0

0

0

0

0

475.000

0

0

0

Flexwoningen

0

0

0

25.000

25.000

0

0

0

0

Wet Kwaliteitsborging

0

0

0

5.000

5.000

0

0

0

0

Wadden

0

0

0

5.000

5.000

0

0

0

0

          

Bijdrage aan agentschappen

         

Woningbouwimpuls

233

0

233

‒ 233

0

0

0

0

0

RVO.nl

0

0

0

8.384

8.384

7.988

7.285

7.250

2.250

RVB

0

0

0

2.200

2.200

1.000

1.000

1.000

1.000

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Raad van State (H2B)

0

0

0

3.000

3.000

3.000

3.000

3.000

0

          

Ontvangsten

354.100

0

354.100

12.900

367.000

500

8.500

8.700

3.300

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 99,7% juridisch verplicht.

3.1 Woningmarkt

Subsidies (regelingen)

Woningmarkt

Dit betreffen meerdere mutaties. Er worden meerjarig middelen toegevoegd vanuit de Aanvullende Post voor de versnelling van de bouw van sociale huurwoningen (€ 3 mln.) en onrendabele toppen (€ 3,6 mln.) op de BES.

Daarnaast vindt er een reallocatie plaats van € 0,8 mln. voor de verhuurdersubsidie aan de BES eilanden vanaf het instrument inkomensoverdrachten zodat dit budget op het juiste instrument verantwoord wordt. Ook wordt in totaal € 1,6 mln. van het budget van komende jaren naar 2022 geschoven voor de versnelling van de bouw op de BES eilanden.

Ook worden middelen toegevoegd vanuit de eindejaarsmarge voor overlopende betalingen over de jaargrens heen voor huisvesting evacuees uit Afghanistan (€ 0,5 mln.) en ondersteuning bij huisvesting van arbeidsmigranten door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (€ 0,6 mln.).

Tot slot, worden er verschillende subsidies vanuit dit budget verstrekt, namelijk:

Op grond van het Kaderbesluit BZK-subsidies ontvangt woningstichting Fundashon Cas Bonairiano (FCB) in 2022 een bijdrage van USD 8.566.566 mln. (€ 7,3 mln.) voor de versnelling van de bouw van 204 sociale huurwoningen op Bonaire.

Op grond van artikel 91 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Wet FinBES) kan een bijzondere uitkering worden verstrekt.

Gelet op artikel 92, lid 2, onderdeel c van de Wet FinBES kan aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor het kalenderjaar 2022 een bijdrage worden toegekend voor de kosten van de verhuurdersubsidie voor de maanden april - december 2022, van respectievelijk USD 764.772 (€ 0,6 mln.), USD 162.000 (€ 0,1 mln.) en USD 71.250 (€ 0,1 mln.).

Gelet op artikel 92, lid 2, onderdeel c van de Wet FinBES kan aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor de kalenderjaren 2023 en 2024 een bijdrage van in totaal USD 472.000 (€ 0,4 mln.) verstrekt worden. Zij ontvangen daar respectievelijk voor USD 236.000 (€ 0,2 mln.), USD 118.000 (€ 0,1 mln.) en USD 118.000 (€ 0,1 mln.).

Gelet op artikel 92, lid 2, onderdeel c van de Wet FinBES kan aan Sint Eustatius in 2022 een bijdrage van USD 590.000 (€ 0,5 mln.) verstrekt worden voor de renovatie van 10 sociale huurwoningen.

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

Deze mutatie betreft voornamelijk de actualisatie van de raming voor de huurtoeslag. Op basis van de ramingen uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB en de uitvoeringscijfers van de Belastingdienst is de raming voor de huurtoeslag bijgesteld. Voor 2022 vallen de uitgaven lager uit door een lager dan verwachte werkloosheid en een hogere dan verwachte inkomensontwikkeling. De hogere inflatie heeft in latere jaren een hogere huurontwikkeling tot gevolg. Hierdoor stijgen ook de uitgaven voor de huurtoeslag. Dit effect wordt gedempt door de huurbevriezing in 2024.

Daarnaast vindt er een reallocatie plaats naar het instrument Subsidies.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

Dit betreft middelen aan de Dienst van de Huurcommissie (DHC) om aan haar wettelijke taak te kunnen voldoen en voor verdere afbouw van de werkvoorraad. Dit mede voor de uitwerking van de in het Coalitieakkoord aangekondigde taakuitbreiding en de vergemakkelijking van de toegang tot de Huurcommissie.

3.3. Woningbouw

Subsidies (regelingen)

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

Er worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën ten behoeve van de Transformatiefaciliteit. Deze faciliteit wordt beheerd door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting. De middelen zullen daar naartoe worden overgeboekt .

Caribisch Nederland

Er worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën voor het afdekken van onrendabele toppen van woningbouw in Caribisch Nederland.

Opdrachten

Woningbouw

Er worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën voor onderzoek om beleid verder te ontwikkelen en te evalueren. Deze middelen zullen worden ingezet om onrendabele toppen in verschillende woningbouwprojecten door Nederland af te dekken.

Tijdelijke uitvoeringsorganisatie

Dit betreft een bijdrage voor de verkenning van een tijdelijke uitvoeringsorganisatie ter ondersteuning van de realisatie van tijdige en goede huisvesting voor vluchtingen.

Bijdrage aan medeoverheden

Woningbouwimpuls

Er worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën ten behoeve van de woningbouwimpuls (€ 300 mln.) Deze middelen zullen worden ingezet om onrendabele toppen in verschillende woningbouwprojecten door Nederland af te dekken. Conform het Coalitieakkoord (CA) zullen deze middelen aan gemeenten worden verstrekt in de vorm van een specifieke uitkering (SPUK).

Daarnaast worden middelen geschoven naar 2023 voor de stimuleringsregeling ouderenhuisvesting. Hiermee wordt dit budget in het juiste kasritme gezet.

Flexpools

Er worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën voor flexpools. De middelen zullen aan gemeenten worden verstrekt in de vorm van een specifieke uiterking (SPUK). Hiermee zorgt het Rijk voor flexibele capaciteit die regionaal ingezet kunnen worden, voorwaardelijk voor het versnellen van woningbouw en herstructurering.

Woondeals

Er worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën voor woondeals. De middelen voor de woondeals worden verstrekt aan gemeenten in de vorm van een specifieke uitkering (SPUK). De specifieke uitkeringen in het kader van de woondeals zien toe op de realisatie van prestatieafspraken medeoverheden.

Daarnaast worden middelen vanuit de eindejaarsmarge toegevoegd voor een bijdrage aan de gemeente Amsterdam voor onderzoek als onderdeel van de woondeal met de Metropoolregio Amsterdam. Dit onderzoek wordt in 2022 afgerond waardoor de uitgaven in 2022 plaats vinden.

Flexwoningen

Er worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën voor flexwoningen. De stimuleringsbijdrage flexwoningen ziet toe op het op korte termijn realiseren van tijdelijke woningen. De middelen zullen aan gemeenten worden verstrekt in de vorm van een specifieke uiterking (SPUK).

Wet Kwaliteitsborging Bouw

Er worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën om gemeenten te compenseren voor de incidentele implementatiekosten voor de Wet kwaliteitsborging Bouw (WKB). De middelen zullen aan gemeenten worden verstrekt in de vorm van een specifieke uitkering (SPUK).

Wadden

Er worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën voor het afdekken van onrendabele toppen van woningbouw op de Waddeneilanden. De middelen zullen aan gemeenten worden verstrekt in de vorm van een specifieke uitkering (SPUK).

Bijdrage aan agentschappen

RVO.nl

Dit betreft een reallocatie naar het juiste intrument ten behoeve van de uitvoerings en beheerskosten van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de woningbouwimpuls. Daarnaast worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financien voor de uitvoeringskosten van het expert team en de beheerskosten van de woningbouwimpuls die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland uitvoert.

Daarnaast worden middelen vanuit de eindejaarsmarge toegevoegd voor een bijdrage aan de uitvoeringskosten van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de regelingen van de ouderenhuisvesting, het volkshuisvestingfonds en kwetsbare groepen.

RVB

Er worden middelen toegevoegd voor de uitvoeringskosten van opvang van Oekraïense vluchtingen. Vanwege de opgave in het kader van de huisvesting van statushouders verkent het Rijksvastgoedbedrijf welke bijdrage zij zouden kunnen leveren op het gebied van huisvesting voor statushouders door middel van een pilot. Een onderdeel hiervan is het inzetten van kennis, inkoopkracht en vastgoed om te komen tot het (laten) realiseren van maximaal 100 (flex)woningen.

Daarnaast wordt budget toegevoegd van de aanvullende post van het Ministerie van Financiën voor de kwartiermakerfase van een ontwikkeleenheid. Deze fase richt zich op het doen van onderzoek naar de mogelijke inzet van nieuw instrumentarium en de daarbij behorende risico's en eventuele alternatieven.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Raad van State (H2B)

Er worden middelen overgeboekt vanaf de aanvullende post van het Ministerie van Financiën voor extra capaciteit voor de Raad van State ten behoeve van de Omgevingskamer.

Ontvangsten

Op basis van de ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) en de uitvoeringscijfers van de Belastingdienst is de raming voor de huurtoeslag bijgesteld. In verband met COVID-19 waren de (dwang)invorderingen voor alle toeslagschulden vanaf maart 2020 gepauzeerd. In navolging hiervan zijn ook de belasting- en invorderingsrente tijdelijk verlaagd van 4% naar 0,01%. De gepauzeerde invorderingen worden inmiddels weer opgestart en er is besloten om de invorderingsrente op deze invorderingen nog voor een langere tijd laag te houden. Dit leidt tot derving van de ontvangsten bij de huurtoeslag. Het weer hervatten van de gepauzeerde terugvorderingen leidt er toe dat er de eerste jaren per saldo sprake is van hogere ontvangen als gevolg van een inhaalslag.

3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

455.293

353.790

809.083

‒ 29.436

779.647

30.869

13.351

9.950

‒ 2.990

          

Uitgaven

445.486

367.432

812.918

‒ 9.828

803.090

21.679

20.051

15.010

1.420

          

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

434.666

367.432

802.098

‒ 30.143

771.955

11.679

10.051

5.010

‒ 8.580

Subsidies (regelingen)

         

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

40.000

0

40.000

‒ 27.761

12.239

‒ 5.354

2.000

12.500

13.600

Nationaal Isolatie Programma

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Energiebesparing Koopsector

12.790

0

12.790

1.630

14.420

0

0

0

0

Energiebesparing Huursector

18.951

0

18.951

0

18.951

0

0

0

0

Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof

5.500

0

5.500

‒ 1.600

3.900

900

700

0

0

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

51.800

51.800

‒ 10.300

41.500

10.300

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

30.475

3.000

33.475

‒ 4.146

29.329

4.550

‒ 220

‒ 75

‒ 50

Renovatieversneller

9.000

0

9.000

‒ 9.000

0

3.000

3.000

3.000

0

SAH

26.000

0

26.000

‒ 6.690

19.310

9.700

‒ 9.500

‒ 4.000

‒ 21.000

Warmtefonds

114.200

0

114.200

‒ 58.084

56.116

‒ 10

19.000

0

0

Opdrachten

         

Energietransitie en duurzaamheid

3.267

0

3.267

0

3.267

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Energietransitie en duurzaamheid

1.007

0

1.007

38

1.045

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Aardgasvrije wijken

0

0

0

52.877

52.877

0

0

0

0

Ventilatie in scholen

14.500

57.934

72.434

0

72.434

0

0

0

0

Nationaal Isolatie Programma

0

67.500

67.500

0

67.500

0

0

0

0

Ondersteuning aanpak energiearmoede

0

150.000

150.000

146.121

296.121

0

0

0

0

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

17.000

17.000

0

17.000

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

ILT(handhaving energielabel)

528

0

528

0

528

0

0

0

0

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

15.828

5.598

21.426

‒ 13.088

8.338

‒ 1.590

‒ 1.489

‒ 100

3.900

Dienst Publiek en Communicatie

0

1.000

1.000

0

1.000

0

0

0

0

Diverse Agentschappen

0

0

0

350

350

0

0

0

0

RVO.nl (energiestransitie en duurzaamheid)

14.817

0

14.817

10.746

25.563

485

95

0

0

RVB

5.000

0

5.000

‒ 4.030

970

‒ 2.610

4.640

‒ 1.450

0

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

0

4.600

4.600

0

4.600

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Gemeentefonds (H50)

105.000

0

105.000

‒ 95.000

10.000

0

0

0

0

Kennis- en innovatieprogramma bouwproductie stikstof

8.500

0

8.500

‒ 1.802

6.698

‒ 1.802

0

0

0

EGO

9.052

9.000

18.052

‒ 10.404

7.648

‒ 5.890

‒ 8.175

‒ 4.865

‒ 5.030

Handhaving energielabel C

251

0

251

0

251

0

0

0

0

          

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

10.820

0

10.820

20.315

31.135

10.000

10.000

10.000

10.000

Subsidies (regelingen)

         

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

8.565

0

8.565

340

8.905

0

0

0

0

Opdrachten

         

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

2.200

0

2.200

‒ 66

2.134

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Overige bijdragen

0

0

0

41

41

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Diverse bijdragen

55

0

55

20.000

20.055

10.000

10.000

10.000

10.000

          
          

Ontvangsten

91

0

91

0

91

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 98,5% juridisch verplicht.

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies (regelingen)

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

Om het grootste deel van de middelen voor de Subsidieregeling verduurzaming en onderhoud huurwoningen in het juiste kasritme te zetten, wordt er in 2022 € 27 mln. doorgeschoven naar latere jaren.

Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed

Om de middelen voor de Subsidieregeling Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed in het juiste kasritme te zetten, wordt er € 10,3 mln. doorgeschoven naar 2023.

Energietransitie en duurzaamheid

Dit betreft diverse reallocaties om middelen te kunnen verantwoorden op de juiste instrumenten. Er wordt circa € 1,2 mln. gerealloceerd om de middelen voor de jaaropdracht 2022 aan de Rijksdienst Ondernemend Nederland (RVO) met betrekking tot het Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën (NP RES) op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. Daarnaast wordt er circa € 6,7 mln. gerealloceerd voor de overboeking naar het Gemeentefonds voor de continuering van de ondersteuning van het RES-proces in 30 regio's. Tevens wordt er circa € 1,1 mln. gerealloceerd voor de jaaropdracht 2022 aan RVO met betrekking tot het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW).

Vanuit de maatregelen gericht op verbetering van de koopkracht is er € 10 mln. beschikbaar gesteld voor een brede maatschappelijke verduurzamingscoalitie en voor een ondersteunende campagne om mensen meer bewust te maken van de mogelijkheden voor energiebesparende maatregelen. Deze middelen zijn overgeheveld van de begroting van het ministerie van Financiën naar de begroting van BZK. Om de middelen in het juiste kasritme te zetten, wordt er in 2022 € 5 mln. doorgeschoven naar 2023.

Renovatieversneller

Om de middelen voor renovatieversneller in het juiste kasritme te zetten, wordt er € 9 mln. doorgeschoven naar latere jaren.

Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen

De gemengde Verenigingen van Eigenaren (VvE's) lopen inmiddels mee in de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) voor de warmtenetten, dus deze middelen voor de gemengde VvE's (€ 1 mln.) worden gerealloceerd naar de SAH.

Er wordt circa € 7 mln. van de eindejaarsmarge ingezet voor overlopende verplichtingen vanuit 2021 van de SAH. Tevens worden de beschikbare middelen (€ 14,7 mln.) voor de SAH in het juiste kasritme gezet op basis van de prognose van RVO. De uitbetaling van de middelen loopt naar verwachting tot en met 2028.

Warmtefonds

Het budget in 2022 voor het Warmtefonds wordt bijgesteld waardoor er € 45 mln. doorgeschoven wordt naar 2023 en 2027. Daarnaast wordt € 13 mln. ingezet voor problematiek binnen de BZK begroting.

Bijdrage aan medeoverheden

Aardgasvrije wijken

In 2022 is er circa € 52,4 mln. vanuit het Programma Aardgasvrije Wijken beschikbaar voor 14 gemeenten voor het aardgasvrij maken van een dorp, wijk of buurt. Dit betreft een reallocatie van middelen om deze op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

De gemeente Schiedam ontvangt op grond van art. 17, tweede lid, Fvw jo. art. 4:23, derde lid, onder c, Awb een specifieke uitkering van ten hoogste € 300.000 voor het voortbrengen van jurisprudentie die helderheid verschaft over de bevoegdheden die VvE’s bij het nemen van verduurzamingsmaatregelen hebben. De gemeente draagt bij aan het verspreiden van de geleerde lessen via het Kennis- en Leerprogramma van het Programma Aardgasvrije Wijken.

Ondersteuning aanpak energiearmoede

Dit betreft een reallocatie naar het juiste instrument voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds (circa € 3,9 mln.) voor de Aanpak Energiearmoede door gemeenten.

Daarnaast wordt er, bovenop de eerdere specifieke uitkering aan gemeenten, in 2022 € 150 mln. vrijgemaakt vanuit het Nationaal Isolatie Programma (NIP) voor de Ondersteuning aanpak energiearmoede. Deze middelen staan op de Aanvullende Post (AP) van het ministerie van Financiën in 2026. De middelen zijn op de AP verschoven naar 2022 en overgeboekt naar de begroting van BZK.

Deze middelen worden, samen met € 68, 5 mln. voor het Nationaal Isolatie Programma, aan de gemeenten uitgekeerd middels een specifieke uitkering. In totaal is er € 217,5 mln. beschikbaar. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17 lid 2 van de Financiële-verhoudingenwet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente zijn opgenomen.

Tabel 9 Verdeling koopkrachtmiddelen Aanpak energiearmoede

Naam gemeente

Bedrag verdeelsleutel bouwjaar

Bedrag verdeelsleutel energiearmoede

Bedrag totaal

Aa en Hunze

€ 107.075

€ 227.841

€ 334.916

Aalsmeer

€ 89.514

€ 160.625

€ 250.139

Aalten

€ 110.693

€ 221.035

€ 331.728

Achtkarspelen

€ 112.895

€ 395.412

€ 508.307

Alblasserdam

€ 79.018

€ 90.193

€ 169.211

Albrandswaard

€ 50.705

€ 90.123

€ 140.828

Alkmaar

€ 406.507

€ 712.098

€ 1.118.605

Almelo

€ 293.305

€ 974.942

€ 1.268.247

Almere

€ -

€ 1.379.640

€ 1.379.640

Alphen aan den Rijn

€ 367.049

€ 463.945

€ 830.994

Alphen-Chaam

€ 34.099

€ 50.707

€ 84.806

Altena

€ 180.103

€ 380.743

€ 560.846

Ameland

€ 15.565

€ 33.125

€ 48.690

Amersfoort

€ 458.287

€ 872.354

€ 1.330.641

Amstelveen

€ 395.311

€ 436.273

€ 831.584

Amsterdam

€ 4.595.479

€ 8.298.797

€ 12.894.276

Apeldoorn

€ 609.615

€ 1.243.818

€ 1.853.433

Arnhem

€ 721.776

€ 2.214.194

€ 2.935.970

Assen

€ 200.122

€ 659.524

€ 859.646

Asten

€ 52.411

€ 127.438

€ 179.849

Baarle-Nassau

€ 25.531

€ 62.323

€ 87.854

Baarn

€ 129.432

€ 135.146

€ 264.578

Barendrecht

€ 65.723

€ 156.431

€ 222.154

Barneveld

€ 126.224

€ 306.533

€ 432.757

Beek (L.)

€ 83.114

€ 112.029

€ 195.143

Beekdaelen

€ 183.550

€ 316.434

€ 499.984

Beesel

€ 48.059

€ 151.912

€ 199.971

Berg en Dal

€ 135.184

€ 381.644

€ 516.828

Bergeijk

€ 65.365

€ 105.166

€ 170.531

Bergen (L.)

€ 54.869

€ 159.590

€ 214.459

Bergen (NH.)

€ 168.207

€ 180.701

€ 348.908

Bergen op Zoom

€ 251.202

€ 467.389

€ 718.591

Berkelland

€ 167.849

€ 389.979

€ 557.828

Bernheze

€ 83.404

€ 191.829

€ 275.233

Best

€ 75.246

€ 141.071

€ 216.317

Beuningen

€ 51.353

€ 169.493

€ 220.846

Beverwijk

€ 170.307

€ 231.587

€ 401.894

Bladel

€ 68.061

€ 108.382

€ 176.443

Blaricum

€ 35.584

€ 106.264

€ 141.848

Bloemendaal

€ 114.943

€ 72.979

€ 187.922

Bodegraven-Reeuwijk

€ 127.333

€ 145.048

€ 272.381

Boekel

€ 28.040

€ 48.833

€ 76.873

Borger-Odoorn

€ 108.560

€ 316.300

€ 424.860

Borne

€ 65.092

€ 177.990

€ 243.082

Borsele

€ 81.800

€ 131.502

€ 213.302

Boxtel

€ 119.073

€ 223.814

€ 342.887

Breda

€ 708.533

€ 1.353.294

€ 2.061.827

Brielle

€ 72.669

€ 106.107

€ 178.776

Bronckhorst

€ 155.561

€ 292.706

€ 448.267

Brummen

€ 91.408

€ 171.130

€ 262.538

Brunssum

€ 147.523

€ 363.452

€ 510.975

Bunnik

€ 55.637

€ 57.077

€ 112.714

Bunschoten

€ 63.044

€ 74.600

€ 137.644

Buren

€ 90.538

€ 194.884

€ 285.422

Capelle aan den IJssel

€ 190.001

€ 536.136

€ 726.137

Castricum

€ 139.331

€ 111.072

€ 250.403

Coevorden

€ 132.965

€ 390.907

€ 523.872

Cranendonck

€ 79.189

€ 157.732

€ 236.921

Culemborg

€ 80.588

€ 194.678

€ 275.266

Dalfsen

€ 89.241

€ 170.191

€ 259.432

Dantumadiel

€ 75.707

€ 276.278

€ 351.985

De Bilt

€ 223.486

€ 237.088

€ 460.574

De Fryske Marren

€ 181.844

€ 517.062

€ 698.906

De Ronde Venen

€ 137.146

€ 231.834

€ 368.980

De Wolden

€ 88.046

€ 199.120

€ 287.166

Delft

€ 491.157

€ 714.128

€ 1.205.285

Den Helder

€ 290.130

€ 532.626

€ 822.756

Deurne

€ 103.508

€ 294.069

€ 397.577

Deventer

€ 414.511

€ 854.398

€ 1.268.909

Diemen

€ 70.775

€ 225.688

€ 296.463

Dijk en Waard

€ 176.314

€ 423.263

€ 599.577

Dinkelland

€ 77.926

€ 179.525

€ 257.451

Doesburg

€ 40.362

€ 137.266

€ 177.628

Doetinchem

€ 192.288

€ 550.287

€ 742.575

Dongen

€ 89.241

€ 138.838

€ 228.079

Dordrecht

€ 510.305

€ 827.943

€ 1.338.248

Drechterland

€ 62.992

€ 116.194

€ 179.186

Drimmelen

€ 95.999

€ 159.653

€ 255.652

Dronten

€ 66.696

€ 363.627

€ 430.323

Druten

€ 51.473

€ 159.706

€ 211.179

Duiven

€ 34.389

€ 253.113

€ 287.502

Echt-Susteren

€ 139.758

€ 298.264

€ 438.022

Edam-Volendam

€ 109.601

€ 159.096

€ 268.697

Ede

€ 356.690

€ 492.560

€ 849.250

Eemnes

€ 21.265

€ 53.658

€ 74.923

Eemsdelta

€ 228.264

€ 688.150

€ 916.414

Eersel

€ 61.456

€ 90.168

€ 151.624

Eijsden-Margraten

€ 107.280

€ 117.407

€ 224.687

Eindhoven

€ 1.030.782

€ 3.635.102

€ 4.665.884

Elburg

€ 83.694

€ 148.769

€ 232.463

Emmen

€ 405.893

€ 1.392.785

€ 1.798.678

Enkhuizen

€ 73.437

€ 166.710

€ 240.147

Enschede

€ 686.688

€ 2.549.008

€ 3.235.696

Epe

€ 139.007

€ 289.454

€ 428.461

Ermelo

€ 98.218

€ 161.262

€ 259.480

Etten-Leur

€ 110.710

€ 333.719

€ 444.429

Geertruidenberg

€ 72.464

€ 159.884

€ 232.348

Geldrop-Mierlo

€ 155.493

€ 352.702

€ 508.195

Gemert-Bakel

€ 82.192

€ 226.583

€ 308.775

Gennep

€ 60.569

€ 150.337

€ 210.906

Gilze en Rijen

€ 85.793

€ 221.811

€ 307.604

Goeree-Overflakkee

€ 194.916

€ 318.008

€ 512.924

Goes

€ 153.274

€ 322.865

€ 476.139

Goirle

€ 65.484

€ 153.534

€ 219.018

Gooise Meren

€ 343.736

€ 317.582

€ 661.318

Gorinchem

€ 134.194

€ 231.840

€ 366.034

Gouda

€ 306.958

€ 423.004

€ 729.962

Groningen

€ 1.134.888

€ 3.051.924

€ 4.186.812

Gulpen-Wittem

€ 71.082

€ 119.344

€ 190.426

Haaksbergen

€ 84.923

€ 210.055

€ 294.978

Haarlem

€ 951.986

€ 1.038.191

€ 1.990.177

Haarlemmermeer

€ 316.481

€ 607.954

€ 924.435

Halderberge

€ 110.181

€ 296.198

€ 406.379

Hardenberg

€ 193.295

€ 452.656

€ 645.951

Harderwijk

€ 129.484

€ 300.498

€ 429.982

Hardinxveld-Giessendam

€ 68.505

€ 65.469

€ 133.974

Harlingen

€ 71.031

€ 213.839

€ 284.870

Hattem

€ 53.742

€ 66.615

€ 120.357

Heemskerk

€ 124.176

€ 197.522

€ 321.698

Heemstede

€ 153.581

€ 92.776

€ 246.357

Heerde

€ 74.649

€ 95.724

€ 170.373

Heerenveen

€ 196.623

€ 483.069

€ 679.692

Heerlen

€ 446.989

€ 1.783.461

€ 2.230.450

Heeze-Leende

€ 55.705

€ 89.215

€ 144.920

Heiloo

€ 91.050

€ 88.181

€ 179.231

Hellendoorn

€ 120.763

€ 251.474

€ 372.237

Hellevoetsluis

€ 75.758

€ 219.234

€ 294.992

Helmond

€ 250.519

€ 1.047.328

€ 1.297.847

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 73.096

€ 86.426

€ 159.522

Hengelo (O.)

€ 338.753

€ 856.279

€ 1.195.032

Het Hogeland

€ 222.479

€ 618.790

€ 841.269

Heumen

€ 41.096

€ 95.800

€ 136.896

Heusden

€ 141.430

€ 354.962

€ 496.392

Hillegom

€ 75.844

€ 85.852

€ 161.696

Hilvarenbeek

€ 46.916

€ 84.223

€ 131.139

Hilversum

€ 528.805

€ 671.886

€ 1.200.691

Hoeksche Waard

€ 313.460

€ 388.404

€ 701.864

Hof van Twente

€ 133.699

€ 291.742

€ 425.441

Hollands Kroon

€ 185.086

€ 373.145

€ 558.231

Hoogeveen

€ 210.481

€ 604.466

€ 814.947

Hoorn

€ 138.358

€ 593.303

€ 731.661

Horst aan de Maas

€ 147.745

€ 271.915

€ 419.660

Houten

€ 31.078

€ 172.032

€ 203.110

Huizen

€ 126.855

€ 335.721

€ 462.576

Hulst

€ 121.240

€ 218.712

€ 339.952

IJsselstein

€ 81.475

€ 112.503

€ 193.978

Kaag en Braassem

€ 84.070

€ 193.972

€ 278.042

Kampen

€ 179.454

€ 341.440

€ 520.894

Kapelle

€ 43.315

€ 64.619

€ 107.934

Katwijk

€ 220.755

€ 218.169

€ 438.924

Kerkrade

€ 229.288

€ 718.547

€ 947.835

Koggenland

€ 69.392

€ 86.147

€ 155.539

Krimpen aan den IJssel

€ 122.862

€ 168.516

€ 291.378

Krimpenerwaard

€ 221.762

€ 313.891

€ 535.653

Laarbeek

€ 72.806

€ 169.757

€ 242.563

Land van Cuijk

€ 297.094

€ 699.359

€ 996.453

Landgraaf

€ 177.031

€ 456.856

€ 633.887

Landsmeer

€ 42.188

€ 60.324

€ 102.512

Lansingerland

€ 113.475

€ 240.821

€ 354.296

Laren (NH.)

€ 67.157

€ 82.468

€ 149.625

Leeuwarden

€ 616.937

€ 1.360.357

€ 1.977.294

Leiden

€ 582.753

€ 878.636

€ 1.461.389

Leiderdorp

€ 89.309

€ 109.953

€ 199.262

Leidschendam-Voorburg

€ 430.025

€ 333.132

€ 763.157

Lelystad

€ 75.639

€ 1.084.255

€ 1.159.894

Leudal

€ 137.402

€ 221.000

€ 358.402

Leusden

€ 74.922

€ 108.033

€ 182.955

Lingewaard

€ 133.989

€ 287.782

€ 421.771

Lisse

€ 85.435

€ 112.928

€ 198.363

Lochem

€ 140.679

€ 260.463

€ 401.142

Loon op Zand

€ 72.106

€ 180.363

€ 252.469

Lopik

€ 48.264

€ 82.282

€ 130.546

Losser

€ 80.912

€ 241.350

€ 322.262

Maasdriel

€ 76.492

€ 196.693

€ 273.185

Maasgouw

€ 101.051

€ 197.383

€ 298.434

Maashorst

€ 176.638

€ 437.720

€ 614.358

Maassluis

€ 129.637

€ 206.853

€ 336.490

Maastricht

€ 632.860

€ 2.081.358

€ 2.714.218

Medemblik

€ 147.113

€ 312.689

€ 459.802

Meerssen

€ 98.491

€ 133.659

€ 232.150

Meierijstad

€ 242.191

€ 514.962

€ 757.153

Meppel

€ 126.497

€ 233.698

€ 360.195

Middelburg (Z.)

€ 223.861

€ 417.029

€ 640.890

Midden-Delfland

€ 48.537

€ 56.657

€ 105.194

Midden-Drenthe

€ 116.888

€ 295.545

€ 412.433

Midden-Groningen

€ 268.968

€ 860.082

€ 1.129.050

Moerdijk

€ 142.147

€ 293.645

€ 435.792

Molenlanden

€ 160.937

€ 224.673

€ 385.610

Montferland

€ 130.320

€ 344.768

€ 475.088

Montfoort

€ 44.270

€ 59.252

€ 103.522

Mook en Middelaar

€ 26.743

€ 48.262

€ 75.005

Neder-Betuwe

€ 75.519

€ 205.444

€ 280.963

Nederweert

€ 57.002

€ 143.021

€ 200.023

Nieuwegein

€ 108.714

€ 446.630

€ 555.344

Nieuwkoop

€ 85.930

€ 168.862

€ 254.792

Nijkerk

€ 121.787

€ 211.876

€ 333.663

Nijmegen

€ 761.644

€ 2.573.240

€ 3.334.884

Nissewaard

€ 192.152

€ 625.600

€ 817.752

Noardeast-Fryslân

€ 215.038

€ 613.651

€ 828.689

Noord-Beveland

€ 41.796

€ 61.088

€ 102.884

Noordenveld

€ 135.389

€ 295.050

€ 430.439

Noordoostpolder

€ 163.036

€ 388.703

€ 551.739

Noordwijk

€ 153.291

€ 164.451

€ 317.742

Nuenen, Gerwen en Nederwetten

€ 62.975

€ 110.738

€ 173.713

Nunspeet

€ 88.456

€ 204.447

€ 292.903

Oegstgeest

€ 85.520

€ 74.584

€ 160.104

Oirschot

€ 56.507

€ 76.583

€ 133.090

Oisterwijk

€ 111.530

€ 246.152

€ 357.682

Oldambt

€ 185.803

€ 675.444

€ 861.247

Oldebroek

€ 74.495

€ 223.233

€ 297.728

Oldenzaal

€ 129.842

€ 294.010

€ 423.852

Olst-Wijhe

€ 66.747

€ 141.568

€ 208.315

Ommen

€ 59.989

€ 131.181

€ 191.170

Oost Gelre

€ 99.737

€ 184.423

€ 284.160

Oosterhout

€ 180.581

€ 475.671

€ 656.252

Ooststellingwerf

€ 107.673

€ 304.180

€ 411.853

Oostzaan

€ 26.863

€ 46.175

€ 73.038

Opmeer

€ 39.407

€ 47.628

€ 87.035

Opsterland

€ 112.792

€ 314.614

€ 427.406

Oss

€ 310.644

€ 898.427

€ 1.209.071

Oude IJsselstreek

€ 160.289

€ 452.229

€ 612.518

Ouder-Amstel

€ 45.329

€ 74.550

€ 119.879

Oudewater

€ 41.199

€ 50.524

€ 91.723

Overbetuwe

€ 134.040

€ 343.059

€ 477.099

Papendrecht

€ 114.789

€ 183.895

€ 298.684

Peel en Maas

€ 142.454

€ 344.911

€ 487.365

Pekela

€ 58.692

€ 243.866

€ 302.558

Pijnacker-Nootdorp

€ 87.739

€ 134.296

€ 222.035

Purmerend

€ 194.200

€ 406.094

€ 600.294

Putten

€ 73.847

€ 139.650

€ 213.497

Raalte

€ 107.331

€ 313.277

€ 420.608

Reimerswaal

€ 83.165

€ 150.808

€ 233.973

Renkum

€ 175.239

€ 361.061

€ 536.300

Renswoude

€ 12.117

€ 20.994

€ 33.111

Reusel-De Mierden

€ 35.908

€ 70.149

€ 106.057

Rheden

€ 260.247

€ 538.226

€ 798.473

Rhenen

€ 79.769

€ 125.809

€ 205.578

Ridderkerk

€ 194.251

€ 277.302

€ 471.553

Rijssen-Holten

€ 111.547

€ 261.588

€ 373.135

Rijswijk (ZH.)

€ 308.511

€ 359.807

€ 668.318

Roerdalen

€ 90.811

€ 205.789

€ 296.600

Roermond

€ 239.255

€ 782.608

€ 1.021.863

Roosendaal

€ 285.454

€ 700.261

€ 985.715

Rotterdam

€ 3.112.725

€ 7.750.359

€ 10.863.084

Rozendaal

€ 8.004

€ 6.230

€ 14.234

Rucphen

€ 79.001

€ 251.962

€ 330.963

Schagen

€ 172.218

€ 295.797

€ 468.015

Scherpenzeel

€ 34.747

€ 39.288

€ 74.035

Schiedam

€ 387.222

€ 525.171

€ 912.393

Schiermonnikoog

€ 6.110

€ 11.743

€ 17.853

Schouwen-Duiveland

€ 150.373

€ 318.550

€ 468.923

s-Gravenhage

€ 2.737.791

€ 4.942.069

€ 7.679.860

s-Hertogenbosch

€ 554.491

€ 1.536.392

€ 2.090.883

Simpelveld

€ 58.436

€ 94.757

€ 153.193

Sint-Michielsgestel

€ 102.553

€ 151.151

€ 253.704

Sittard-Geleen

€ 470.267

€ 1.067.474

€ 1.537.741

Sliedrecht

€ 101.119

€ 89.101

€ 190.220

Sluis

€ 148.257

€ 226.771

€ 375.028

Smallingerland

€ 211.130

€ 730.011

€ 941.141

Soest

€ 203.330

€ 239.096

€ 442.426

Someren

€ 56.115

€ 138.721

€ 194.836

Son en Breugel

€ 61.405

€ 92.800

€ 154.205

Stadskanaal

€ 144.980

€ 447.411

€ 592.391

Staphorst

€ 46.984

€ 83.629

€ 130.613

Stede Broec

€ 64.272

€ 181.836

€ 246.108

Steenbergen

€ 87.517

€ 211.696

€ 299.213

Steenwijkerland

€ 168.719

€ 502.312

€ 671.031

Stein (L.)

€ 129.040

€ 196.038

€ 325.078

Stichtse Vecht

€ 176.485

€ 286.309

€ 462.794

Súdwest-Fryslân

€ 386.778

€ 1.032.183

€ 1.418.961

Terneuzen

€ 274.549

€ 460.658

€ 735.207

Terschelling

€ 26.146

€ 35.619

€ 61.765

Texel

€ 62.498

€ 87.965

€ 150.463

Teylingen

€ 105.761

€ 150.046

€ 255.807

Tholen

€ 99.395

€ 183.132

€ 282.527

Tiel

€ 141.515

€ 381.389

€ 522.904

Tilburg

€ 818.441

€ 2.252.864

€ 3.071.305

Tubbergen

€ 52.241

€ 137.815

€ 190.056

Twenterand

€ 104.089

€ 353.089

€ 457.178

Tynaarlo

€ 133.955

€ 222.304

€ 356.259

Tytsjerksteradiel

€ 129.569

€ 243.682

€ 373.251

Uitgeest

€ 40.669

€ 45.290

€ 85.959

Uithoorn

€ 95.607

€ 147.671

€ 243.278

Urk

€ 34.048

€ 95.176

€ 129.224

Utrecht

€ 1.459.561

€ 2.439.308

€ 3.898.869

Utrechtse Heuvelrug

€ 201.265

€ 259.087

€ 460.352

Vaals

€ 55.944

€ 138.758

€ 194.702

Valkenburg aan de Geul

€ 86.630

€ 156.555

€ 243.185

Valkenswaard

€ 124.927

€ 316.785

€ 441.712

Veendam

€ 128.186

€ 407.142

€ 535.328

Veenendaal

€ 177.696

€ 378.894

€ 556.590

Veere

€ 103.013

€ 110.283

€ 213.296

Veldhoven

€ 124.637

€ 264.734

€ 389.371

Velsen

€ 333.974

€ 401.534

€ 735.508

Venlo

€ 437.278

€ 1.168.605

€ 1.605.883

Venray

€ 137.778

€ 434.682

€ 572.460

Vijfheerenlanden

€ 204.081

€ 336.197

€ 540.278

Vlaardingen

€ 395.431

€ 432.468

€ 827.899

Vlieland

€ 6.315

€ 12.892

€ 19.207

Vlissingen

€ 227.889

€ 453.827

€ 681.716

Voerendaal

€ 59.682

€ 108.120

€ 167.802

Voorschoten

€ 110.932

€ 96.180

€ 207.112

Voorst

€ 91.528

€ 170.979

€ 262.507

Vught

€ 113.526

€ 165.439

€ 278.965

Waadhoeke

€ 217.530

€ 544.997

€ 762.527

Waalre

€ 65.177

€ 88.844

€ 154.021

Waalwijk

€ 173.020

€ 381.716

€ 554.736

Waddinxveen

€ 97.689

€ 118.856

€ 216.545

Wageningen

€ 147.335

€ 352.972

€ 500.307

Wassenaar

€ 148.615

€ 185.437

€ 334.052

Waterland

€ 73.830

€ 101.464,00

€ 175.294

Weert

€ 197.118

€ 384.995

€ 582.113

West Betuwe

€ 177.731

€ 305.406

€ 483.137

West Maas en Waal

€ 71.799

€ 163.131

€ 234.930

Westerkwartier

€ 228.316

€ 602.358

€ 830.674

Westerveld

€ 76.748

€ 177.040

€ 253.788

Westervoort

€ 22.425

€ 146.260

€ 168.685

Westerwolde

€ 123.442

€ 411.134

€ 534.576

Westland

€ 312.658

€ 510.078

€ 822.736

Weststellingwerf

€ 111.154

€ 320.879

€ 432.033

Westvoorne

€ 57.873

€ 81.790

€ 139.663

Wierden

€ 78.745

€ 136.522

€ 215.267

Wijchen

€ 107.075

€ 292.883

€ 399.958

Wijdemeren

€ 101.307

€ 148.961

€ 250.268

Wijk bij Duurstede

€ 53.913

€ 128.866

€ 182.779

Winterswijk

€ 134.194

€ 265.564

€ 399.758

Woensdrecht

€ 91.750

€ 148.407

€ 240.157

Woerden

€ 149.980

€ 211.032

€ 361.012

Wormerland

€ 59.562

€ 75.284

€ 134.846

Woudenberg

€ 39.953

€ 45.252

€ 85.205

Zaanstad

€ 628.901

€ 1.211.941

€ 1.840.842

Zaltbommel

€ 85.128

€ 196.727

€ 281.855

Zandvoort

€ 107.365

€ 147.740

€ 255.105

Zeewolde

€ 256

€ 82.239

€ 82.495

Zeist

€ 296.223

€ 371.386

€ 667.609

Zevenaar

€ 176.911

€ 454.268

€ 631.179

Zoetermeer

€ 206.488

€ 720.489

€ 926.977

Zoeterwoude

€ 27.272

€ 26.135

€ 53.407

Zuidplas

€ 103.798

€ 198.419

€ 302.217

Zundert

€ 69.597

€ 133.878

€ 203.475

Zutphen

€ 189.728

€ 441.111

€ 630.839

Zwartewaterland

€ 66.064

€ 144.865

€ 210.929

Zwijndrecht

€ 205.105

€ 340.758

€ 545.863

Zwolle

€ 402.155

€ 915.097

€ 1.317.252

Totaal

€ 66.716.739

€ 145.121.000

€ 211.837.739

Om zowel huishoudens in energiearmoede te kunnen ondersteunen als de opstap naar een meer fundamentele en structurele aanpak en grootschalige isolatie te kunnen maken, worden de middelen verdeeld op basis van twee criteria.

Van de € 150 mln. wordt € 149 mln. verdeeld over alle gemeenten op basis van onderzoek van TNO over het aantal huishoudens dat te maken heeft met energiearmoede. Ook is er € 1 mln. gereserveerd voor uitvoeringskosten op landelijk niveau. Daarnaast wordt € 68,5 mln. voor isolerende maatregelen verdeeld over alle gemeenten op basis van het aantal woningen per gemeente dat gebouwd is voor 1975. Dit deel van de woningvoorraad biedt namelijk veel potentie voor het nemen van isolerende maatregelen. Op het instrument Bijdrage aan Agentschappen, RVO (uitvoering energieakkoord) is tevens € 1 mln. gerealloceerd voor de Ondersteuning Aanpak energiearmoede.

Van de bovengenoemde middelen voor de gemeenten wordt in totaal € 5,6 mln. afgedragen aan het BTW- compensatiefonds. Voor de BTW compensabele activiteiten is uitgegaan van een percentage van 15%. De gemeente kan voor betaalde BTW aanspraak maken op dit BTW-compensatiefonds.1De middelen zullen op een later moment overgeboekt worden naar het BTW-compensatiefonds.

De gemeenten zullen worden gevraagd achteraf via de SiSa (Single information Single audit) systematiek aan te geven hoe de middelen zijn ingezet. De verantwoording vindt plaats in de jaarrekening van de gemeente en wordt gecontroleerd door de accountant.

Bijdrage aan agentschappen

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

Dit betreft een onder andere een reallocatie naar het juiste instrument voor de jaaropdracht 2022 aan RVO (circa € 3,9 mln.) met betrekking tot Normering Energielabel en voor een overboeking naar de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voor de Handhaving energielabel 2022. Tevens worden er middelen (circa € 1,4 mln.) gerealloceerd om capaciteitsuitgaven op het juiste instrument te verantwoorden. Daarnaast betreft dit een reallocatie naar het juiste instrument voor de jaaropdracht 2022 aan RVO (circa € 2,7 mln.) met betrekking tot verschillende regelingen en programma’s. Er worden ook middelen voor de uitvoering van de Renovatieversneller (€ 4 mln.) verschoven van 2022 naar 2026 om deze in het juiste kasritme te zetten.

RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)

Dit betreft voornamelijk reallocaties naar de juiste instrumenten voor de jaaropdracht 2022 aan RVO. Er wordt circa € 1,2 mln. gerealloceerd voor Regionale Energie Strategieën (RES), circa € 0,8 mln. voor de uitvoering van de SVOH, circa € 0,9 mln. voor het Programma Aardgasvrije wijken en circa € 2,7 mln. voor verschillende regelingen en programma’s. Tevens wordt er circa € 3,7 mln. gerealloceerd voor de jaaropdracht 2022 aan RVO met betrekking tot Normering Energielabel en de overboeking naar de begroting van IenW voor de Handhaving energielabel 2022.

Daarnaast betreft dit een opdracht van circa € 0,5 mln. aan RVO voor de eerste en tweede tranche van de Specifieke Uitkering Ventilatie In Scholen (SUVIS).

Rijksvastgoedbedrijf

Om de middelen voor het Programma emissiearm aanbesteden (stikstof) in het juiste kasritme te zetten, wordt circa € 4 mln. doorgeschoven naar latere jaren.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds (H50)

Dit betreft onder andere een bijdrage aan het Gemeentefonds, Provinciefonds en het BTW-compensatiefonds van in totaal € 12 mln. ten behoeve van de continuering van de ondersteuning van het RES-proces. Tevens betreft dit een bijdrage aan het Gemeentefonds en BTW-compensatiefonds van in totaal € 40 mln. om de uitvoering van het bestaande klimaatbeleid in 2022 voort te kunnen zetten. Daarnaast betreft dit een bijdrage van circa € 4,7 mln. aan de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) voor de financiering van de activiteiten van het Expertisecentrum Warmte.

Om middelen te verantwoorden op de juiste instrumenten, is er circa € 6,7 mln. gerealloceerd naar deze post voor de overboeking voor de continuering van de ondersteuning van het RES-proces. Daarnaast wordt er circa € 52,4 mln. gerealloceerd naar een ander instrument om de middelen voor PAW op het juiste instrument te verantwoorden. Tevens wordt er € 10 mln. vanuit 2027 naar 2022 geschoven om de middelen voor de proeftuinen van PAW in het juiste kasritme te zetten omdat er in 2022 meer aanvragen binnen zijn gekomen dan verwacht.

Energietransitie Gebouwde Omgeving (EGO)

Om de middelen voor de innovatieregeling in het juiste kasritme te zetten, wordt er € 5 mln. doorgeschoven naar latere jaren.

Daarnaast is onder andere een bijdrage van BZK verstrekt aan de regeling Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie Gebouwde omgeving van circa € 2,7 mln., een bijdrage van in totaal € 1,4 mln. ten behoeve van de uitvoering van het kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed voor erfgoed en primair onderwijs, een bijdrage aan de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie Aardgasvrij van circa € 0,9 mln en een bijdrage van circa € 0,5 mln. aan Topconsortium Kennis en Innovatie Urban Energy.

Daarnaast wordt er circa € 0,2 mln. gerealloceerd naar dit instrument voor de jaaropdracht 2022 aan RVO met betrekking tot Normering Energielabel.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Diverse bijdragen

Er wordt € 30 mln. overgeboekt vanaf de Aanvullende Post naar de begroting van BZK ten behoeve van de implementatie van de Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb). Deze bijdrage zal worden verstrekt via het Gemeentefonds. Daarnaast betreft dit onder andere een overboeking naar het Gemeentefonds van circa € 1,8 mln. voor het uitvoeren van toezicht en handhaving door gemeenten voor de Europese Richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD III). Tevens worden de Coalitieakkoordmiddelen (€ 10 mln.) voor de uitvoeringskosten WKB in het juiste kasritme gezet.

3.5 Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Ruimtelijke ordening en omgevingswet (bedragen x €1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

122.548

0

122.548

145.455

268.003

24.132

1.710

‒ 131

‒ 131

          

Uitgaven

122.548

0

122.548

145.455

268.003

24.132

1.710

‒ 131

‒ 131

          

5.1 Ruimtelijke ordening

50.932

0

50.932

‒ 852

50.080

105

110

‒ 131

‒ 131

Subsidies (regelingen)

         

Programma Ruimtelijk Ontwerp

1.500

0

1.500

‒ 1.200

300

0

0

0

0

Basisregistraties

380

0

380

160

540

160

160

160

160

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

300

0

300

0

300

0

0

0

0

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

10

0

10

14

24

0

0

0

0

Opdrachten

         

Programma Ruimtelijk Ontwerp

1.413

0

1.413

0

1.413

0

0

0

0

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

542

0

542

170

712

0

0

0

0

Gebiedsontwikkeling

2.929

0

2.929

‒ 770

2.159

0

0

0

0

Geo-informatie

0

0

0

50

50

0

0

0

0

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

2.188

0

2.188

‒ 441

1.747

‒ 5

0

0

0

Windenergie op zee

280

0

280

‒ 280

0

‒ 280

‒ 280

‒ 280

‒ 280

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Kadaster (basisregistraties)

27.296

0

27.296

‒ 1.790

25.506

‒ 60

‒ 60

‒ 60

‒ 60

Geo-informatie

2.272

0

2.272

2.019

4.291

0

0

0

0

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

531

0

531

‒ 14

517

0

0

0

0

Diverse bijdragen

33

0

33

75

108

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Diverse projecten ruimtelijke kwaliteit

2.547

0

2.547

0

2.547

0

0

0

0

Gebiedsontwikkeling

0

0

0

970

970

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RVB

2.683

0

2.683

532

3.215

241

241

0

0

RIVM

126

0

126

‒ 77

49

0

0

0

0

RWS (leefomgeving)

5.902

0

5.902

‒ 956

4.946

‒ 637

‒ 637

‒ 637

‒ 637

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

0

0

0

686

686

686

686

686

686

          

5.2 Omgevingswet

71.616

0

71.616

146.307

217.923

24.027

1.600

0

0

Subsidies (regelingen)

         

Eenvoudig Beter

2.150

0

2.150

1.000

3.150

1.000

0

0

0

Opdrachten

         

Eenvoudig Beter

1.231

0

1.231

‒ 1.231

0

0

0

0

0

Aan de Slag

12.609

0

12.609

‒ 8.469

4.140

500

0

0

0

Serviceteam Rijk

0

0

0

680

680

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Kadaster

46.918

0

46.918

‒ 27.259

19.659

12.500

800

0

0

Geonovum

0

0

0

3.500

3.500

600

0

0

0

ICTU

750

0

750

‒ 300

450

300

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Aan de Slag

7.958

0

7.958

28.386

36.344

9.127

800

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Gemeentefonds (H50)

0

0

0

150.000

150.000

0

0

0

0

          

Ontvangsten

3.824

0

3.824

0

3.824

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 83,3% juridisch verplicht.

5.1 Ruimtelijke ordening

Subsidies (regelingen)

Programma Ruimtelijk Ontwerp

Voor het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021 ‒ 2024 wordt € 1,2 mln. overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van OCW. Dit actieprogramma is een vierjarig stimuleringsprogramma om de inzet van ruimtelijk ontwerp bij maatschappelijke opgaven te versterken. Met deze middelen wordt de inzet van ontwerpers zoals architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten gefinancierd.

Opdrachten

Gebiedsontwikkeling

Dit betreft een saldo van meerdere mutaties, waaronder een reallocatie van ruim € 0,9 mln. van het instrument Opdrachten naar het instrument Bijdragen mede-overheden. Het gaat hierbij om specifieke uitkeringen aan diverse provincies en gemeenten voor het opstellen en uitvoeren van de verstedelijkingsstrategieën.

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

Dit betreft een saldo van meerdere mutaties, waaronder een reallocatie van € 0,8 mln. binnen het instrument Opdrachten op deze regeling voor het programma Energie en Ruimte, Nederland van morgen en Grondbeleid, zodat dit op de juiste regeling verantwoord wordt.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster (basisregistraties)

Dit betreft een saldo van meerdere mutaties, waaronder een reallocatie voor een bijdrage aan ICTU voor het programma Doorontwikkeling in Samenhang Geobasisregistraties. Dit programma beoogt een meer samenhangende en actuele informatie-infrastructuur voor Geobasisregistraties.

Bijdrage aan medeoverheden

Gebiedsontwikkeling

Dit betreft een reallocatie van ruim € 0,9 mln. vanaf het instrument Opdrachten om de specifieke uitkeringen aan diverse provincies en gemeenten voor verstedelijkingsstrategieën op het juiste instrument te verantwoorden.

Bijdrage aan agentschappen

RWS (leefomgeving)

Deze mutatie betreft twee reallocaties. Allereerst een reallocatie van circa € 0,3 mln. aan ICTU voor het programma Doorontwikkeling in Samenhang Geobasisregistraties. Ten tweede gaat het hier om een reallocatie van ruim € 0,6 mln. voor het overgaan van de taken ten aanzien van Doorvaart en medegebruik van windparken op de Noordzee van BZK naar IenW per december 2021.

5.2 Omgevingswet

Subsidies

Eenvoudig Beter

Dit betreft een reallocatie van € 1 mln. voor subsidies aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Interprovinciaal Overleg en Unie van Waterschappen voor de implementatie van de Omgevingswet.

Opdrachten

Eenvoudig Beter

Dit betreft met name een reallocatie van € 1 mln. van het instrument Opdrachten naar het instrument Subsidies voor subsidies aan de Vereniging Nederlandse Gemeenten, Interprovinciaal Overleg en Unie van Waterschappen voor de implementatie van de omgevingswet.

Aan de slag

Het gaat hier om een aantal reallocaties naar instrumenten of regelingen, waaronder in de eerste plaats een reallocatie van € 1,3 mln. voor de personele uitgaven voor de Omgevingswet, waarbij het hier specifiek gaat om de inzet voor de Strategische Beheerorganisatie. Daarnaast vindt er een reallocatie plaats van € 5 mln. om de activiteiten die worden uitgevoerd door diverse uitvoeringsorganisaties, zoals Kadaster, Rijkswaterstaat en Geonovum, op de juiste regeling te kunnen verantwoorden. Ook wordt er een reallocatie gedaan van € 2 mln. voor externe inhuur in het kader van de Omgevingswet.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster

De activiteiten ten behoeve van Omgevingswet worden door diverse uitvoeringsorganisaties zoals Rijkswaterstaat en Koop uitgevoerd. Om deze uitgaven op het juiste instrument en de juiste regeling te kunnen verantwoorden, wordt een groot deel van de middelen (ruim € 23,7 mln.) gerealloceerd van Bijdrage aan ZBO's/RWT's naar Bijdrage aan Agentschappen.

Geonovum

De activiteiten ten behoeve van Omgevingswet worden door diverse uitvoeringsorganisaties zoals het Kadaster, Rijkswaterstaat en Geonovum uitgevoerd. Om deze uitgaven ten aanzien van Geonovum (€ 3,5 mln.) op de juiste regeling te verantwoorden, worden de middelen gerealloceerd.

Bijdrage aan agentschappen

Aan de slag

Deze mutatie betreft een aantal reallocaties. Ten eerste gaat het grotendeels om activiteiten ten behoeve van Omgevingswet die door diverse uitvoeringsorganisaties, zoals het Kadaster, Rijkswaterstaat en Geonovum, worden uitgevoerd. Om deze uitgaven ten aanzien van Aan de slag (ruim € 23,7 mln.) op de juiste regeling te verantwoorden, worden de middelen gerealloceerd naar het instrument Bijdrage aan agentschappen. In dit kader vindt er daarnaast een reallocatie plaats van € 5 mln. vanaf het instrument Opdrachten naar het instrument Bijdrage aan agentschappen.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds (H50)

Dit betreffen middelen van de Aanvullende Post ten behoeve van gemaakte transitiekosten (onder andere het aanpassen en inrichten van systemen voor het invoeren van de Omgevingswet) die gemeenten hebben gemaakt in aanloop naar de invoering van de Omgevingswet. Met deze middelen draagt het Rijk bij aan de transitiekosten van gemeenten. Voorwaarde hierbij is dat er een stelselevaluatie volgt waarbij daadwerkelijk gemaakte kosten opnieuw in kaart worden gebracht. Deze bijdrage zal worden verstrekt via het Gemeentefonds.

3.6 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

216.284

26.400

242.684

‒ 24.973

217.711

‒ 22.973

‒ 22.973

‒ 22.991

0

          

Uitgaven

216.284

26.400

242.684

‒ 24.973

217.711

‒ 22.973

‒ 22.973

‒ 22.991

0

          

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

78.342

0

78.342

‒ 1.973

76.369

27

27

9

0

Subsidies (regelingen)

         

Overheidsdienstverlening

1.939

0

1.939

27

1.966

27

27

9

0

Opdrachten

         

Informatiebeleid

7.654

0

7.654

0

7.654

0

0

0

0

Overheidsdienstverlening

10.031

0

10.031

‒ 1.750

8.281

0

0

0

0

Informatiesamenleving

3.513

0

3.513

0

3.513

0

0

0

0

Ondersteuning koepels implementatie Woo

863

0

863

‒ 840

23

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

CBS

35

0

35

0

35

0

0

0

0

KvK

5.279

0

5.279

0

5.279

0

0

0

0

ICTU

7.159

0

7.159

0

7.159

0

0

0

0

Diverse bijdragen

200

0

200

90

290

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Gemeenten

600

0

600

0

600

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         

Digitale dienstverlening

180

0

180

0

180

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RVO.nl

8.769

0

8.769

500

9.269

0

0

0

0

UBR

9.143

0

9.143

0

9.143

0

0

0

0

Telecom

1.600

0

1.600

0

1.600

0

0

0

0

Logius

21.177

0

21.177

0

21.177

0

0

0

0

RvIG

150

0

150

0

150

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Buitenlandse Zaken (H5)

50

0

50

0

50

0

0

0

0

          

6.5 Identiteitsstelsel

35.045

0

35.045

0

35.045

0

0

0

0

Opdrachten

         

Identiteitsstelsel

4.993

0

4.993

0

4.993

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Diverse bijdragen

45

0

45

0

45

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Gemeenten

51

0

51

0

51

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RvIG

29.956

0

29.956

0

29.956

0

0

0

0

          

6.6 Investeringspost digitale overheid

59.379

0

59.379

0

59.379

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

         

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

1.629

0

1.629

0

1.629

0

0

0

0

Opdrachten

         

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

48.651

0

48.651

0

48.651

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

ICTU

520

0

520

0

520

0

0

0

0

RDW

330

0

330

0

330

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RVO.nl

454

0

454

0

454

0

0

0

0

Logius

6.202

0

6.202

0

6.202

0

0

0

0

RvIG

510

0

510

0

510

0

0

0

0

AZ-DPC

1.083

0

1.083

0

1.083

0

0

0

0

          

6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid

43.518

26.400

69.918

‒ 23.000

46.918

‒ 23.000

‒ 23.000

‒ 23.000

0

Subsidies (regelingen)

         

VNG

0

0

0

1.847

1.847

0

0

0

0

Opdrachten

         

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

43.518

26.400

69.918

‒ 48.642

21.276

‒ 23.000

‒ 23.000

‒ 23.000

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

ICTU

0

0

0

8.083

8.083

0

0

0

0

RDW

0

0

0

11.500

11.500

0

0

0

0

CBS

0

0

0

45

45

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

AZ-DPC

0

0

0

1.167

1.167

0

0

0

0

Overige bijdragen

0

0

0

3.000

3.000

0

0

0

0

          

Ontvangsten

448

0

448

0

448

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 91,0% juridisch verplicht.

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

Opdrachten

Overheidsdienstverlening

Dit betreft een reallocatie van circa € 1,8 mln. om de inzet van overheidsdienstverlening op het juiste instrument te verantwoorden. De bestaande doelstellingen worden gerealiseerd door externe inhuur. De middelen worden gealloceerd naar artikel 11, Apparaat.

Ondersteuning koepels implementatie Woo

Dit betreft een reallocatie van middelen om de bijdragen aan het nieuwe Programma Open Overheid op het juiste artikel en instrument te kunnen verantwoorden. De middelen van circa € 0,9 mln. worden gerealloceerd vanaf artikel 7, Werkgevers - en bedrijfsvoeringsbeleid.

6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid

Subsidies

VNG

Betreft een reallocatie van circa € 1,8 mln. om de bijdragen voor de VNG (Omnichannel) op het juiste instrument te verantwoorden. De middelen worden gerealloceerd vanuit Opdrachten van hetzelfde artikel.

Opdrachten

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

Het Kabinet heeft structureel € 150 mln. beschikbaar gesteld voor versterking dienstverlening gemeenten, naar aanleiding van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK). Voor het onderwerp toekomstscenario Jeugd en Gezin is er jaarlijks totaal € 23 mln. beschikbaar tot en met 2025. Deze middelen zijn verdeeld tussen de ministeries van J&V (ad. € 1,8 mln.), VWS (ad. € 0,2 mln.) en het Gemeentefonds (ad. € 21 mln.).

Daarnaast worden er naar aanleiding van de POK-plannen middelen gerealloceerd, om de bijdragen voor ICTU (ad. € 8 mln.), RDW (ad. € 11,5 mln.) en CBS (€ 0,05 mln.) op het juiste instrument te verantwoorden.

Ook worden er middelen gerealloceerd richting Bijdrage aan agentschappen van circa € 4,2 mln. om de bijdragen aan AZ-DPC en het project tweewegverkeer op het juiste instrument te verantwoorden.

Tot slot worden middelen overgeheveld van € 1,2 mln. voor het door Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) uit te voeren project Norm engineering. Per jaar stelt BZK de bijdrage ter beschikking.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

ICTU

Vanuit instrument Opdrachten worden middelen van totaal circa €8 mln. gerealloceerd om de bijdragen aan ICTU op het juiste instrument te verantwoorden.

RDW

Vanuit instrument Opdrachten worden middelen van totaal circa € 11,5 mln. gerealloceerd om de bijdragen voor de informatiepunten (RDW) en de innovatieve dienstverlening (CBS) op het juiste instrument te verantwoorden.

Bijdrage aan agentschappen

AZ-DPC

Vanuit instrument Opdrachten worden middelen van circa € 4,2 mln. gerealloceerd om de bijdragen voor AZ DPC (levensgebeurtenissen) en het project tweewegverkeer op het juiste instrument te verantwoorden.

3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

193.597

0

193.597

‒ 117.377

76.220

‒ 64.562

‒ 57.122

‒ 56.835

‒ 57.133

          

Uitgaven

193.597

0

193.597

‒ 114.877

78.720

‒ 64.562

‒ 57.122

‒ 56.835

‒ 57.133

          

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

186.759

0

186.759

‒ 114.877

71.882

‒ 64.562

‒ 57.122

‒ 56.835

‒ 57.133

Subsidies (regelingen)

         

Diverse subsidies

662

0

662

587

1.249

585

585

585

585

Veilige Publieke Taak

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Overlegstelsel

2.901

0

2.901

‒ 500

2.401

‒ 500

‒ 500

‒ 500

‒ 500

POK - Ambtelijk Vakmanschap

0

0

0

250

250

0

0

0

0

Bedrijfsvoeringsbeleid

205

0

205

538

743

0

0

0

0

Kwaliteit management rijksdienst

26

0

26

0

26

0

0

0

0

Ondersteuning koepels implementatie Woo

0

0

0

840

840

0

0

0

0

Compensatie Waterschappen Woo (structureel)

0

0

0

0

0

3.047

3.047

3.586

3.586

Opdrachten

         

Bedrijfsvoeringsbeleid

8.396

0

8.396

2.514

10.910

5.000

10.000

10.000

10.000

Kwaliteit management rijksdienst

2.778

0

2.778

282

3.060

282

282

282

282

Werkgeversbeleid

1.858

0

1.858

‒ 404

1.454

‒ 35

‒ 10

‒ 10

‒ 10

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

93

0

93

1.110

1.203

0

0

0

0

Informatiehuishouding

148.000

0

148.000

‒ 130.346

17.654

‒ 72.684

‒ 70.494

‒ 70.423

‒ 70.408

POK - Ambtelijk Vakmanschap

4.786

0

4.786

‒ 2.583

2.203

‒ 1.029

‒ 804

‒ 804

0

POK - Staat van de Uitvoering

2.600

0

2.600

‒ 2.550

50

0

0

0

0

POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie

1.725

0

1.725

‒ 536

1.189

‒ 397

‒ 397

‒ 397

‒ 667

POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

874

0

874

0

874

0

0

0

0

POK - Ondersteuning van melders van misstanden

626

0

626

0

626

0

0

0

0

Open Overheid

0

0

0

710

710

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

0

0

180

180

0

0

0

0

Werkgeversbeleid

1.700

0

1.700

0

1.700

0

0

0

0

POK - Staat van de Uitvoering

0

0

0

2.550

2.550

0

0

0

0

POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

267

0

267

‒ 267

0

‒ 267

‒ 267

‒ 267

‒ 267

POK - Ondersteuning van melders van misstanden

828

0

828

‒ 828

0

‒ 828

‒ 828

‒ 828

‒ 828

Diverse bijdragen

0

0

0

200

200

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Compensatie Waterschappen Woo (incidenteel)

0

0

0

1.084

1.084

1.084

1.084

1.931

1.084

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         

Werkgeversbeleid

37

0

37

10

47

10

10

10

10

Bijdrage aan agentschappen

         

POK - Ambtelijk Vakmanschap

0

0

0

1.127

1.127

0

0

0

0

UBR (arbeidsmarkt communicatie)

5.441

0

5.441

1.109

6.550

0

0

0

0

Werkgeversbeleid

1.006

0

1.006

1.470

2.476

1.170

1.170

0

0

Bedrijfsvoeringsbeleid

1.725

0

1.725

737

2.462

0

0

0

0

POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie

0

0

0

139

139

0

0

0

0

KOOP

0

0

0

7.700

7.700

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Bedrijfsvoeringsbeleid

225

0

225

0

225

0

0

0

0

          

7.2 Pensioenen en uitkeringen

6.838

0

6.838

0

6.838

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

6.838

0

6.838

0

6.838

0

0

0

0

          

Ontvangsten

64

0

64

78

142

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget van artikel 7 is 96,6% juridisch verplicht.

7.1 Werkgevers-en bedrijfsvoeringsbeleid

Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid

Er worden meerjarig middelen beschikbaar gesteld voor de AIVD ten behoeve van de Nationale Cryptostrategie. Deze middelen van circa € 2,3 mln. worden beschikbaar gesteld om de slagkracht te verbeteren, capaciteit uit te breiden en dreigingen en aanvallen assertief op te sporen en te bestrijden.

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

Een deel van de eindejaarsmarge 2021 wordt ingezet voor de overlopende verplichting van het vernieuwen van het Rijksportaal en de inhuur van de testcoördinator ten behoeve van project vernieuwen Rijksportaal. Een deel van eindejaarsmarge wordt ook gebruikt voor de ontwikkeling van de debatapp. De middelen van € 1,1 mln. zijn in 2022 nodig voor de overlopende verplichting uit 2021.

Informatiehuishouding

In 2021 heeft het ministerie van BZK structureel middelen ontvangen voor de implementatie van het generieke actieplan «Open op Orde» (Kamerstukken II 2020/21, 29362, nr. 291). Voor 2022 betreft dat € 148 mln. Er is vastgesteld dat elk departement structureel een basisbudget ontvangt voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. Hierbij wordt in totaal € 70,6 mln. verdeeld over de verschillende departementen in 2022. Additioneel wordt op basis van de ingediende actieplannen 2022 in totaal € 59,7 mln. verdeeld over de verschillende departementen.

POK-Ambtelijk vakmanschap

Om de middelen ten behoeve van het POK plan ambtelijk vakmanschap op de juiste instrumenten te verantwoorden, wordt € 1,2 mln. gerealloceerd naar artikel 11, Apparaat voor capaciteitsuitgaven. Ook wordt circa € 1,1 mln. gerealloceerd naar het instrument bijdrage aan agentschappen ten behoeve van de inzet van UBR Rijksconsultants.

POK- Staat van de uitvoering

Om de uitgaven van circa € 2,5 mln. aan ICTU voor de opdracht met betrekking tot het POK plan Staat van de Uitvoering op het juiste instrument te kunnen verantwoorden, worden middelen gerealloceerd naar Bijdrage aan ZBO's/RWT's.

POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie

Om de capaciteitsuitgaven voor diverse medewerkers aan het POK plan Leiderschap, Discriminatie & Inclusie op het juiste instrument te kunnen verantwoorden, worden middelen gerealloceerd naar bijdragen aan agentschappen (circa € 0,1 mln.) en artikel 11, Apparaat (circa € 0,4 mln.)

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

POK- Staat van de uitvoering

Om de uitgaven van circa € 2,5 mln. aan ICTU voor de opdracht met betrekking tot het POK plan Staat van de Uitvoering op het juiste instrument te kunnen verantwoorden, worden de middelen gerealloceerd vanaf Opdrachten.

POK- Bevorderen veilig werk- en meldklimaat

De middelen van het Huis voor klokkenluiders worden verantwoord op artikel 11. Om de POK-uitgaven van het Huis voor klokkenluiders op het juiste artikel en de juist instrumenten te kunnen verantwoorden, wordt € 0,3 mln. gerealloceerd naar artikel 11.

POK- Ondersteuning van melders van misstanden

De uitgaven van het Huis voor klokkenluiders worden verantwoord op artikel 11. Om de POK-uitgaven van het Huis voor klokkenluiders op het juiste artikel en de juist instrumenten te kunnen verantwoorden, wordt € 0,8 mln. gerealloceerd naar artikel 11.

Bijdragen aan medeoverheden

Compensatie waterschappen WOO

De middelen om de Wet Open Overheid (WOO) te kunnen uitvoeren worden overgeboekt naar de begroting van BZK ten behoeve van de waterschappen. Jaarlijks is dit een bedrag van ca. € 1 mln.

Bijdrage aan agentschappen

POK- Ambtelijk Vakmanschap

Om de inzet van UBR Rijksconsultants ten behoeve van POK plan Ambtelijke vakmanschap onder het juiste te instrument te verantwoorden wordt circa € 1,1 mln. gerealloceerd van Opdrachten naar het instrument bijdrage aan agentschappen.

UBR (arbeidsmarkt communicatie)

Er wordt een bijdrage ontvangen van € 1,1 mln. voor het programma versterking HR ICT Rijksdienst. Het belang van voldoende en de juiste kennis op IT bij het Rijk stijgt als gevolg van de toenemende digitalisering. Deze pijler zet in op het vergroten van de instroom en doorstroom van I-professionals bij het Rijk, faciliteren van kennisontwikkeling van I-professionals en creëeren van meer inzicht in de relevante ICT-ontwikkelingen.

Werkgeversbeleid

Vanuit meerdere ministeries zijn er middelen ontvangen van circa € 1,1 mln. voor de financiering van de ondersteuning van het Rijksloket Advies en Bemiddeling Arbeidszaken (RABA) en de Geschillencommissie. Het gaat hier om een rijksbrede voorziening.

KOOP

Naar aanleiding van de kabinetsreactie POK, is € 7,7 mln. beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. De verdeling van de additionele middelen zijn vastgesteld. Platform Open Overheid Informatie (PLOOI) ontvangt conform de vastgestelde verdeling een additioneel budget voor 2022.

3.8 Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

136.948

1.000

137.948

21.413

159.361

1.700

4.400

4.400

4.400

          

Uitgaven

136.948

1.000

137.948

21.413

159.361

1.700

4.400

4.400

4.400

          

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

70.011

1.000

71.011

19.094

90.105

1.700

4.400

4.400

4.400

Bijdrage aan agentschappen

         

RVB (Bijdrage voor Hoge Colleges van Staat)

40.641

1.000

41.641

‒ 605

41.036

‒ 1.500

1.900

1.900

1.900

RVB (bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

16.394

0

16.394

0

16.394

0

0

0

0

RVB (Bijdrage voor monumenten)

2.958

0

2.958

0

2.958

0

0

0

0

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

6.230

0

6.230

399

6.629

0

0

0

0

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

3.788

0

3.788

19.300

23.088

3.200

2.500

2.500

2.500

          

9.2 Beheer materiële activa

66.937

0

66.937

2.319

69.256

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RVB

12.396

0

12.396

264

12.660

0

0

0

0

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

4.874

0

4.874

‒ 45

4.829

0

0

0

0

RVB (Zakelijke lasten)

49.667

0

49.667

2.100

51.767

0

0

0

0

          

Ontvangsten

120.282

0

120.282

‒ 6.561

113.721

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 9 is 95,0% juridisch verplicht.

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

Bijdrage aan agentschappen

RVB (bijdrage voor Hoge Colleges van Staat)

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Er worden middelen toegevoegd voor de programmakosten gerelateerd aan het project renovatie Binnenhof. Dit betreft circa € 3,3 mln. voor capaciteit die door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is ingezet voor activiteiten die gegeven hun aard bij het RVB apart gefinancierd worden, aangezien zij geen onderdeel vormen van het reguliere investeringsbudget bij huisvestingsprojecten.

Ook worden er middelen toegevoegd voor een bijdrage aan het archeologisch onderzoek naar de historische graven onder de voormalig Hofkapel aan het Binnenhof. Deze bijdrage betreft circa € 0,3 mln. Het Ministerie van Algemene Zaken (AZ) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dragen ook bij aan deze kosten.

Tot slot wordt het kasritme met € 4,2 mln. aangepast voor de tijdelijke huisvesting van AZ binnen het project renovatie Binnenhof, omdat de jaarlijkse bijdrage hiervoor later ingaat.

RVB (bijdrage voor rijkshuisvesting)

Dit betreft activiteiten die in het kader van verschillende beleidsdoelen op het gebied van rijkshuisvesting worden uitgevoerd. De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en in het jaar t+1 verrekend. Dit betreft de afrekening over 2021 (€ 0,4 mln.).

RVB (bijdrage voor huisvesting Ministerie van Algemene Zaken)

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Er worden middelen toegevoegd voor activiteiten gerelateerd aan de tijdelijke huisvesting van AZ. Dit betreft enerzijds middelen voor het langer verblijf in de gebouwdelen op het Binnenhof (€ 10,8 mln.). Anderzijds betreft het middelen voor de reeds gemaakte kosten van de tijdelijke huisvesting op het Catshuisterrein (€ 8,5 mln.), omdat de tijdelijke huisvesting daar geen doorgang meer vindt. Hierdoor zijn deze kosten niet meer activeerbaar en worden deze direct verrekend.

9.2 Beheer materiële activa

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Door de verkoop van de pachtboerderijen aan het RVB nemen de uitgaven op de budgetten voor onderhoud en beheer, bijdrage aan het RVB voor de bijbehorende apparaatslasten, en de ontvangsten uit ingebruikgeving af. Als gevolg hiervan wordt deze bijdrage naar beneden bijgesteld met circa € 0,1 mln.

Daarnaast betreft dit activiteiten die in het kader van verschillende beleidsdoelen op het gebied van rijkshuisvesting worden uitgevoerd. De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en in het jaar t+1 afgerekend. Dit betreft de afrekening over 2021 van € 0,04 mln.

Tot slot worden er middelen toegevoegd voor de inhuur van externe fiscalisten door het RVB. Dit betreft circa € 0,4 mln.

RVB (Onderhoud- en beheerskosten)

Dit betreft een saldo van twee mutaties.

Door de verkoop van de pachtboerderijen aan het RVB nemen de uitgaven op de budgetten voor onderhoud en beheer, bijdrage aan RVB voor de bijbehorende apparaatslasten en de ontvangsten uit ingebruikgeving af. Als gevolg hiervan wordt deze bijdrage naar beneden bijgesteld met circa € 0,6 mln.

Daarnaast betreft dit activiteiten die in het kader van verschillende beleidsdoelen op het gebied van rijkshuisvesting worden uitgevoerd. De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en in het jaar t+1 afgerekend. Dit betreft de afrekening over 2021 van circa € 0,5 mln.

RVB (Zakelijke lasten)

Het budget voor zakelijke lasten is bijgesteld met € 2,1 mln. Dit betreft betalingen van door gemeenten en waterschappen opgelegde belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom van de Staat voor zover het niet de rijkshuisvesting raakt.

Ontvangsten

Dit betreft een saldo van diverse mutaties.

Ten eerste worden de ontvangsten met circa € 9,9 mln. verlaagd als gevolg van minder ontvangsten uit ingebruikgevingen van vastgoed, voornamelijk door lagere (erf)pracht- en huuropbrengsten en door de juiste toewijzing van de materieel beheerder. Hierdoor verschuiven ontvangsten naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat. Dit betreft dubbel begrote ontvangsten.

Door de verkoop van de pachtboerderijen aan het RVB nemen de uitgaven op de budgetten voor onderhoud en beheer, bijdrage aan RVB voor de bijbehorende apparaatslasten en de ontvangsten uit ingebruikgeving af. Als gevolg hiervan wordt de raming van de ontvangsten naar beneden bijgesteld met circa € 1,6 mln.

Tot slot omvatten de ontvangsten de definitieve afrekening van 2021 van de bevoorschotting aan het RVB uit de begroting van BZK (VII). Deze middelen worden ingezet voor diverse problematiek binnen begrotingsartikel 9.

3.9 Artikel 10. Groningen versterken en perspectief

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 10 Groningen versterken en perspectief (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

1.124.308

395.800

1.520.108

‒ 1.520.108

0

‒ 831.919

‒ 778.271

‒ 760.737

‒ 758.580

          

Uitgaven

1.124.308

395.800

1.520.108

‒ 1.520.108

0

‒ 831.919

‒ 778.271

‒ 760.737

‒ 758.580

          

Subsidies (regelingen)

         

Woonbedrijf

3.028

0

3.028

‒ 3.028

0

‒ 1.949

0

0

0

Diverse subsidies

650

0

650

‒ 650

0

0

0

0

0

Bestuursakkoord

174.000

395.800

569.800

‒ 569.800

0

‒ 39.500

0

0

0

Industrie

839

0

839

‒ 839

0

‒ 839

‒ 839

‒ 839

0

Opdrachten

         

Werk- en onderzoeksbudget

11.564

0

11.564

‒ 11.564

0

‒ 11.089

‒ 7.045

‒ 285

‒ 280

Versterkingsoperatie

738.334

0

738.334

‒ 738.334

0

‒ 738.334

‒ 735.334

‒ 732.000

‒ 732.000

Bestuursakkoord

17.500

0

17.500

‒ 17.500

0

0

0

0

0

Industrie

213

0

213

‒ 213

0

‒ 213

‒ 213

‒ 213

0

Inkomensoverdrachten

         

Tegemoetkoming aan huurders

63

0

63

‒ 63

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Nationaal Programma Groningen

25.000

0

25.000

‒ 25.000

0

‒ 25.000

‒ 25.000

‒ 25.000

‒ 25.000

Compensatie gemeenten en provincie

15.195

0

15.195

‒ 15.195

0

‒ 11.595

‒ 7.440

0

0

Bestuursakkoord

137.922

0

137.922

‒ 137.922

0

‒ 3.400

‒ 2.400

‒ 2.400

‒ 1.300

          

Ontvangsten

490.000

0

490.000

‒ 490.000

0

‒ 661.000

‒ 661.000

‒ 661.000

‒ 661.000

Toelichting

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is met ingang van het kabinet Rutte IV niet meer verantwoordelijk voor beleid van dit artikel. Dit artikel is herverkaveld naar de begroting van Economische Zaken en Klimaat.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 11. Centraal apparaat

Tabel 15 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

584.253

0

584.253

8.605

592.858

‒ 76.114

‒ 83.335

‒ 77.199

‒ 82.481

          

Uitgaven

584.253

0

584.253

8.605

592.858

‒ 76.114

‒ 83.335

‒ 77.199

‒ 82.481

          

Personele uitgaven

         

Eigen personeel

302.162

0

302.162

‒ 43.528

258.634

‒ 78.854

‒ 77.726

‒ 78.245

‒ 80.137

Inhuur externen

24.464

0

24.464

8.717

33.181

4.317

‒ 2.591

‒ 3.008

‒ 6.496

Overige personele uitgaven

11.520

0

11.520

‒ 6.934

4.586

‒ 4.872

‒ 5.600

0

0

          

Materiële uitgaven

         

Bijdrage SSO's

232.915

0

232.915

38.286

271.201

4.334

3.832

3.935

4.033

ICT

489

0

489

7.715

8.204

870

870

870

870

Overige materiële uitgaven

12.703

0

12.703

4.349

17.052

‒ 1.909

‒ 2.120

‒ 751

‒ 751

          

Ontvangsten

89.293

0

89.293

741

90.034

‒ 90.000

‒ 90.000

‒ 90.000

‒ 90.000

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

Het betreft met name de meerjarige raming voor de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Het programma- en stafbudget worden overgeheveld naar het ministerie van EZK vanwege de herverkaveling van de NCG (€ 92 mln.).

Verder betreft het de uitgaven voor de uitvoering van specifieke opdrachten van Doc-Direkt (€ 20,7 mln.) en werkzaamheden van Personeel & Organisatie (P&O)-adviseurs voor de Shared Service Organisaties (SSO's) (€ 7,5 mln.), waar ontvangsten tegenover staan.

Daarnaast wordt er € 3,4 mln. overgeboekt van de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën voor apparaatskosten vanuit de middelen voor de woningbouwimpuls en € 1,8 mln. voor de apparaatskosten vanuit het de middelen voor de randvoorwaarden woningbouw.

Naar aanleiding van de kabinetsreactie op de POK, zijn basis budgetten en additionele middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. Op artikel 11 is totaal € 7,2 mln. beschikbaar voor de personeelskosten en capaciteitsuitbreiding van de BZK-directies die belast zijn met de uitvoering van het informatiehuishoudingsbeleid.

Ook worden middelen van € 1,2 mln. vanuit artikel 7 gerealloceerd . Dit om de capaciteitsuitgaven voor diverse medewerkers aan het POK plan Ambtelijk Vakmanschap op het juiste instrument te verantwoorden. Vanuit artikel 4 worden ook middelen van gerealloceerd (ca. € 1,4 mln.). Om de capaciteitsuitgaven in het kader van de beleidsinzet voor het behalen van de klimaatdoelstellingen, worden de uitgaven op het juiste artikel verantwoord. Voor de omgevingswet worden tevens middelen (€1,5 mln.) gerealloceerd van artikel 5 voor de uitgaven van personele inzet voor de Strategische Beheerorganisatie.

Tenslotte wordt een deel van de eindejaarsmarge (€ 2 mln.) ingezet onder andere om gedetacheerde medewerkers waarvan een deel van de facturen over 2021 in 2022 worden ontvangen en betaald.

Inhuur externen

Vanwege de herverkaveling van de NCG wordt ca. € 9 mln. overgeheveld naar het ministerie van EZK.

Daarnaast worden middelen toegevoegd voor de aanpak van digibetisme naar aanleiding van het Coalitieakkoord (€ 2 mln.).

Ook worden middelen toegevoegd voor het op orde brengen van de informatiehuishouding naar aanleiding van de kabinetsreactie op de POK. Op externe inhuur betreft dit ca. € 1,9 mln. als basisbudget en additioneel budget.

Daarnaast wordt er € 0,8 mln. overgeboekt van de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën voor de inzet van externe inhuur vanuit de middelen voor de randvoorwaarden van woningbouw.

Aanvullend worden er middelen overgeboekt vanaf de Aanvullende Post van het ministerie van BZK voor de Regiodeals (€ 2,9 mln.). Een deel van de middelen wordt beschikbaar gesteld voor het sluiten, beheren en uitvoeren van bestaande en nieuwe regiodeals.

Daarnaast vinden er diverse reallocaties van middelen plaats op artikel 11, om de middelen op het artikel te verantwoorden. Vanuit artikel 5 wordt € 2 mln. overgeheveld voor de inhuur voor onder andere implementatie en communicatie van Omgevingswet. Vanuit artikel 6 worden middelen (€ 1,8 mln.) overgeheveld om de inzet op de overheidsdienstverlening op het juiste instrument te verantwoorden.

Tenslotte wordt een deel van de eindejaarsmarge (€ 3,6 mln.) van 2021 ingezet voor 2022, onder andere om de uren van externe inhuur eind 2021 te kunnen dekken.

Overige personele uitgaven

Dit betreft de herverkaveling van het apparaatsbudget NCG (€ 7 mln.) naar het ministerie van EZK.

Materiële uitgaven

Bijdrage SSO's

Dit betreft met name de bijdragen aan SSO's van Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten, welke gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) worden ontvangen (€ 16,4 mln.).

Daarnaast betreft het de kosten voor de uitvoering van de Dienstverleningsafspraken (DVA's) tussen de baten-lastenagentschappen (€ 13,5 mln.). Daar staan hogere ontvangsten tegenover.

Verder betreft dit het expriment hybride werken (€ 2,8 mln.) om te zien hoe het hybride werken door de Rijksoverheid het meest effectief kan worden toegepast.

Ook zijn er middelen overgeboekt naar andere departementale begrotingen van circa € 1,9 mln. voor de financiele effecten over de centrale bekostiging door dienstverlening van FMH. Tot slot worden er middelen toegevoegd ten behoeve van basisbudget informatie huishouding (€ 1,3 mln.).

ICT

Dit betreft met name de materiële uitgaven van Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten, welke gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) worden ontvangen (€ 6,6 mln.).

Overige materiële uitgaven

Dit betreft met name de materiële uitgaven van Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten, welke gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) worden ontvangen (€ 6 mln.).

Vanwege de herverkaveling van de NCG wordt het apparaatsbudget op materiële uitgaven overgeheveld naar het ministerie van EZK (€ 1,9 mln.).

Ontvangsten

Dit betreft voornamelijk de herverkaveling van de ontvangsten van de NAM voor de uitvoeringskosten van de NCG (€ 70 mln.).

Daarnaast betreft het de inkomsten die Doc-Direkt gedurende het jaar ontvangt van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten zijn ingezet ter dekking van de personele en materiële uitgaven (€ 50,3 mln.). Verder betreft het de ontvangsten in het kader van de DVA's voor de standaard dienstverlening aan de baten-lastenagentschappen (€ 13,5 mln.). Tenslotte betreft het kosten voor de werkzaamheden die P&O adviseurs verrichten voor de SSO ́s en agentschappen (€ 7,5 mln.).

4.2 Artikel 12. Algemeen

Tabel 16 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

11.560

0

11.560

34.248

45.808

12.669

1.119

1.142

1.142

          

Uitgaven

171.560

0

171.560

34.248

205.808

12.669

1.119

1.142

1.142

          

Subsidies (regelingen)

         

Diverse subsidies

1.041

0

1.041

71

1.112

‒ 85

‒ 85

‒ 85

‒ 85

Koninklijk Paleis Amsterdam

53

0

53

0

53

0

0

0

0

Opdrachten

         

(Inter)nationale samenwerking

417

0

417

‒ 203

214

‒ 53

‒ 53

‒ 30

‒ 30

Diverse opdrachten

321

0

321

0

321

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Diverse bijdragen

0

0

0

150

150

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Kwijtschelden publieke schulden

160.000

0

160.000

0

160.000

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Eigenaarsbijdrage

0

0

0

5.500

5.500

11.550

0

0

0

POK - BZK transparant

0

0

0

1.257

1.257

1.257

1.257

1.257

1.257

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

9.728

0

9.728

27.473

37.201

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

34.174

34.174

0

0

0

0

Toelichting

Bijdrage aan agentschappen

Eigenaarsbijdrage

Dit betreft een opstart van het transformatietraject waarmee SSC-ICT in nauwe afstemming met haar stakeholders de komende 3 tot 5 jaar een nieuw kwaliteits-en dienstverleningsniveau wil bereiken. Het af te romen surplus van het eigen vermogen van SSC-ICT wordt grotendeels ter beschikking gesteld voor deze transformatie (€ 16,5 mln.).

Daarnaast worden de middelen door een kasschuif voor de doorontwikkeling van het SSC-ICT in het juiste kasritme gezet (€ 11,5 mln.).

Verder betreft het herpositionering van de organisatie KOOP bij het agentschap Logius. De kosten van € 0,5 mln. worden gedekt door het surplus op het eigen vermogen van de SSO's.

POK-BZK transparant

Naar aanleiding van de kabinetsreactie POK, zijn middelen beschikbaar gesteld voor het op orde brengen van de informatiehuishouding. Deze middelen worden verdeeld over alle departementen. Het ministerie van BZK ontvangt ca. € 1,2 mln. op artikel 12 Algemeen.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

Dit betreft een actualisatie van de in 2022 te betalen vennootschapsbelasting over de generale ontvangsten voor de veiling van locaties voor benzinestations langs Rijkswegen en bodemwinning (€ 25,1 mln.).

Daarnaast betreft de te betalen vennootschapsbelasting over specifieke ontvangsten op basis van de voorlopige aanslag 2022 (€ 2,3 mln.).

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de surplussen van het eigen vermogen van 2021 van het RVB (€ 12,6 mln.), SSC-ICT (€ 17,8 mln.), FMH (€ 3,2 mln.), P-Direkt (€ 0,5 mln.) en RVIG (€ 0,1 mln.). Deze worden conform de Regeling Agentschappen afgedragen.

4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld

Tabel 17 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2022 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2022 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

0

0

0

165.369

165.369

117.419

108.262

107.550

104.590

          

Uitgaven

0

0

0

165.369

165.369

117.419

108.262

107.550

104.590

          

Nog te verdelen

         

Loonbijstelling

0

0

0

30.944

30.944

28.905

27.719

27.122

26.866

Prijsbijstelling

0

0

0

134.425

134.425

88.514

80.543

80.428

77.724

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Nog te verdelen

Loonbijstelling

Dit betreft de toevoeging van de tranche 2022 loonbijstelling voor het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Prijsbijstelling

Dit betreft de toevoeging van de tranche 2022 prijsbijstelling voor het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

5 Agentschappen

5.1 Dienst van de Huurcommissie (DHC)

Tabel 18 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap DHC (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000
 

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) = (1) + (2) Totaal geraamd

Baten

   

- Omzet

13.925

5.135

19.060

waarvan omzet moederdepartement

7.261

4.635

11.896

waarvan omzet overige departementen

0

0

0

waarvan omzet derden

6.664

500

7.164

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

13.925

5.135

19.060

    

Lasten

   

Apparaatskosten

14.394

4.633

19.027

- Personele kosten

11.376

3.374

14.750

waarvan eigen personeel

7.762

1.038

8.800

waarvan inhuur externen

2.958

2.442

5.400

waarvan overige personele kosten

656

‒ 106

550

- Materiële kosten

3.018

1.259

4.277

waarvan apparaat ICT

960

1.070

2.030

waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

waarvan overige materiële kosten

2.058

189

2.247

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

18

15

33

- Materieel

18

15

33

waarvan apparaat ICT

18

15

33

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

0

0

0

- Immaterieel

0

0

0

Overige lasten

560

‒ 560

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

560

‒ 560

0

Totaal lasten

14.972

4.088

19.060

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

‒ 1.047

1.047

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

Saldo van baten en lasten

‒ 1.047

1.047

0

Toelichting

Baten

Omzet

De omzet van de Huurcommissie is drieledig: de verhuurderbijdrage, de leges (beide opgenomen in de omzet derden) en de bijdrage van het moederdepartement.

Waarvan omzet moederdepartement

De bijdrage van het moederdepartement stijgt met circa € 4,6 mln. Dit is voornamelijk als gevolg van een fors hoger aantal geraamde zaken en de extra inspanningen die samenhangen met het Coalitieakkoord, zoals de uitbreiding van het domein Huurcommissie richting middenhuur. Daarnaast brengen bijzondere projecten als de bouw van nieuw zakensysteem, met name in het uitvoeringsjaar hogere lasten met zich mee.

Waarvan omzet derden

Als gevolg van de hogere verwachte instroom stijgen de legesinkomsten naar verwachting met ongeveer € 0,5 mln. De verhuurderbijdrage is een vast bedrag per jaar, deze raming is ongewijzigd.

Lasten

Apparaatskosten

De kosten voor het ambtelijk personeel bestaan uit zowel het personeel voor het ZBO als het personeel van de Dienst. Door de hogere instroom is bij zowel het ZBO als de Dienst meer personeel benodigd. Daarnaast zal de uitwerking van het Coalitieakkoord meer inzet van capaciteit vragen. Dit wordt deels ingevuld met meer vast ambtelijk personeel en deels met meer flexibel extern personeel.

Materiele kosten

De materiele kosten stijgen met € 1,2 mln. als gevolg van de vormgeving van een nieuw zaaksysteem. Hiermee wordt beoogd de geschilbeslechting beter te laten verlopen en de huurders en verhuurders ook de mogelijkheid te geven hun dossier digitaal in te kunnen zien.

Bijzondere lasten

Er zijn niet langer bijzondere lasten geraamd. Alle lasten zijn opgenomen bij de betreffende kostensoort.

Saldo van baten en lasten

In het jaarverslag 2021 is aangegeven dat de resultaatbepaling afwijkt van eerdere jaren. Dit hangt samen met de classificatie van de bijdrage moederdepartement voor bijzondere lasten. Deze zijn in eerdere jaren buiten de resultatenrekening gehouden wat leidt tot jaarlijks een negatief saldo van baten en lasten. Met ingang van dit jaar vindt dit niet langer plaats waardoor het inzcht in de werkelijke prestatie van het agentschap wordt vergroot.

Tabel 19 Kasstroomoverzicht Dienst van de Huurcommissie (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) = (1) + (2) Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

343

2.161

2.504

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

13.925

5.135

19.060

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 14.954

‒ 4.073

‒ 19.027

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 1.029

1.062

33

 

Totaal investeringen (-/-)

0

0

0

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

0

0

0

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

1.029

‒ 870

159

 

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

1.029

‒ 870

159

5.

Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

343

2.353

2.696

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom stijgt met de extra uitgaven als gevolg van de hogere zaaklast. De eenmalige storting op het eigen vermogen van ruim € 1 mln. vanuit het moederdepartement vindt niet langer plaats gezien de gewijzigde systematiek. Wel vindt vanuit het moederdepartement nog een eenmalige storting plaats van € 159.000 om het negatief eigen vermogen aan te zuiveren, zoals naar voren komt uit de jaarrekening 2021.