Gepubliceerd: 8 december 2021
Indiener(s): Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35984-2.html
ID: 35984-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

Wetsartikelen 1 tot en met 3

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De behandeling van de OCW-begroting in de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft plaatsgevonden en is bij stemming op 7 december 2021 aangenomen. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom «Vastgestelde begroting» zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de aangenomen amendementen en de ingediende Nota's van Wijziging op de OCW-begroting 2022.

Aangezien het besluit in deze Incidentele Suppletoire Begroting, namelijk het verwerven van een kunststuk, niet kan wachten tot de reguliere Eerste Suppletoire Begroting worden de middelen die benodigd zijn nu toegevoegd aan de OCW-begroting. De middelen worden nu overgeboekt om tot een snelle afhandeling van de verwerving richting de eigenaar/verkoper over te gaan. De aankoop zal daadwerkelijk plaatsvinden nadat de Staten-Generaal deze begrotingswet heeft geautoriseerd. Voor de indiening van deze Incidentele Suppletoire Begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd per brief van 8 december 2021 over «Voorstel tot aankoop schilderij Rembrandt door Nederlandse Staat».

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.

Wetsartikel 3

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.

Mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

B Begrotingstoelichting

1. Inhoudelijke toelichting

Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een artikelsgewijs deel. Per beleidsartikel wordt een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:

Omvang begrotingsartikel

(stand ontwerpbegroting in € miljoen)

Beleidsmatige mutaties

(ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties

(ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Het budget van Artikel 14 (Cultuur) wordt voor het jaar 2022 verhoogd met € 175,0 miljoen. Doel van de verhoging is het mede mogelijk maken dat het schilderij De Vaandeldrager, geschilderd door Rembrandt van Rijn, in het Nederlandse publieke domein komt. Daartoe reserveert deze begrotingswet middelen waarmee de Minister van OCW namens de Staat der Nederlanden het schilderij kan verwerven en in eigendom nemen. Van de € 175,0 miljoen komt € 19,0 miljoen van het Museaal Aankoopfonds, € 15,0 miljoen wordt door de Vereniging Rembrandt bekostigd en € 10,0 miljoen door het Rijksmuseum. Voor in totaal € 44,0 miljoen zal er een desaldering plaatsvinden op zowel de uitgaven als de ontvangsten. De overige € 131,0 miljoen wordt generaal op de OCW-begroting bijgeboekt.

2. Budgettaire consequenties beleidsartikelen

Beleidsartikel 14. Cultuur

Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2022 (incl. NvW en amendementen)

Mutaties 1e Incidentele Suppletoire Begroting

Stand na 1e Incidentele Suppletoire Begroting

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

418.566

175.000

593.566

0

0

0

0

Totale uitgaven

1.085.237

175.000

1.260.237

0

0

0

0

waarvan juridisch verplicht (%)

97,0%

 

82,7%

       
               

Bekostiging

965.924

0

965.924

0

0

0

0

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen

234.040

0

234.040

       

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen

255.726

0

255.726

       

Museale instellingen met een wettelijke taak

238.614

0

238.614

       

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen

24.092

0

24.092

       

Digitale openbare bibliotheek

16.868

0

16.868

       

Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

12.537

0

12.537

       

Monumentenzorg

148.583

0

148.583

       

Archieven incl. Regionale Historische Centra

29.650

0

29.650

       

Flankerend beleid huisvesting

5.813

0

5.813

       

Cultuureducatie met Kwaliteit

1

0

1

       

Subsidies (regelingen)

52.502

0

52.502

0

0

0

0

Verbreden inzet cultuur

9.331

0

9.331

       

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

8.356

0

8.356

       

Programma leesbevordering

3.967

0

3.967

       

Creatieve Industrie

1.728

0

1.728

       

Specifiek cultuurbeleid

26.708

0

26.708

       

Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

2.412

0

2.412

       

Opdrachten

19.416

175.000

194.416

0

0

0

0

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

2.068

0

2.068

       

Monumentenzorg

0

0

0

       

Archeologie

0

0

0

       

Erfgoed en fysieke leefomgeving

0

0

0

       

Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

10.024

0

10.024

       

Overige opdrachten

7.324

175.000

182.324

       

Bijdragen aan agentschappen

44.438

0

44.438

0

0

0

0

Nationaal Archief

44.438

0

44.438

       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

2.957

0

2.957

0

0

0

0

Ontvangsten

3.043

44.000

47.043

0

0

0

0

Toelichting

Het artikelonderdeel Opdrachten op Artikel 14 wordt voor het jaar 2022 verhoogd met € 175,0 miljoen, waarvan € 44,0 miljoen een desaldering betreft. De ontvangsten op Artikel 14 worden ook verhoogd met € 44,0 miljoen. Dit betreft dezelfde desaldering.