Gepubliceerd: 11 november 2021
Indiener(s): Ingrid van Engelshoven (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66), Arie Slob (minister onderwijs, cultuur en wetenschap) (CU)
Onderwerpen: onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35963-2.html
ID: 35963-2

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de wettelijke grondslagen voor gegevensverwerking in het kader van het register onderwijsdeelnemers uit te breiden met het oog op onder meer de effectieve aanpak van verzuim en de effectieve taakuitvoering door organisaties, en dat daartoe de Wet register onderwijsdeelnemers en enkele andere wetten dienen te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING WET REGISTER ONDERWIJSDEELNEMERS

De Wet register onderwijsdeelnemers wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsomschrijving van het begrip «bestuur» wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel a, onder 2°, komt te luiden:

  • 2°. bevoegd gezag van een niet door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in artikel 56 van de WVO, artikel 1.4.1 of 1.4a.1 van de WEB, artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3 of 4, van de LPW, of artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3 of 4, van de Leerplichtwet BES; of.

b. Onderdeel b, onder 2°, komt te luiden:

  • 2°. bevoegd gezag van een niet door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in artikel 56 van de WVO, artikel 1.4.1 of 1.4a.1 van de WEB, artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3 of 4, van de LPW;.

2. In de begripsomschrijving van het begrip «hoofd» komt onderdeel b te luiden:

  • b. van een niet door het Rijk bekostigde school of instelling als bedoeld in artikel 56 van de WVO, artikel 1.4.1 van de WEB of artikel 1, onderdeel b, subonderdeel 3 of 4, van de LPW;.

3. In de alfabetische volgorde wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

samenwerkingsverband:

samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de WPO of artikel 1 van de WVO;.

B

Aan artikel 11, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • g. het samenwerkingsverband ten behoeve van de taak, genoemd in artikel 18a, zesde lid, onderdeel b, van de WPO, respectievelijk artikel 17a, zesde lid, onderdeel b, van de WVO;

  • h. instellingen en organisaties als bedoeld in artikel 23, eerste en derde lid, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de doelen, bedoeld in die leden.

C

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vijfde en zesde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid.

2. In het vierde lid (nieuw), onderdeel f, wordt «, en» vervangen door een puntkomma.

3. Aan het vierde lid (nieuw) wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door «, en», een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. het legaliseren van bewijzen van inschrijving van een onderwijsinstelling.

D

Artikel 18, derde lid, komt te luiden:

  • 3. De diplomagegevens kunnen met het persoonsgebonden nummer worden verstrekt aan Onze Minister voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van overige wettelijke taken door Onze Minister, waaronder wordt verstaan de uitvoering van taken met betrekking tot:

    • a. de verstrekking van studiefinanciering, vouchers en langstudeerderskrediet bij of krachtens de Wet studiefinanciering 2000;

    • b. de verstrekking van studiefinanciering BES en opstarttoelages bij of krachtens de Wet studiefinanciering BES;

    • c. het beheer van het lerarenregister, bedoeld in de WPO, WEC, WVO en WEB; en

    • d. het legaliseren van waardedocumenten.

E

Artikel 23 komt te luiden:

Artikel 23. Verstrekking aan instellingen voor hoger onderwijs en aangewezen organisaties

  • 1. Basisgegevens kunnen, voor zover dit noodzakelijk is voor onderzoeksactiviteiten naar de kwaliteit, toegankelijkheid of doelmatigheid van het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, voortgezet algemeen volwassenenonderwijs of hoger onderwijs, worden verstrekt aan:

    • a. instellingen als bedoeld in artikel 1.2 van de WHW;

    • b. de rechtspersoon, bedoeld in artikel 7.15a van de WHW;

    • c. de stichting Kences, Kenniscentrum Studentenhuisvesting te Utrecht, en

    • d. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen organisaties.

  • 2. Voor een aanwijzing bij algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, komt slechts een organisatie in aanmerking die:

    • a. een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid en zonder winstoogmerk is;

    • b. een landelijke organisatie is van onderwijsdeelnemers, ouders van onderwijsdeelnemers, onderwijspersoneel of besturen van onderwijsinstellingen, en

    • c. voldoende aannemelijk maakt dat basisgegevens noodzakelijk zijn voor onderzoeksactiviteiten naar de kwaliteit, toegankelijkheid of doelmatigheid van het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, voortgezet algemeen volwassenenonderwijs of hoger onderwijs.

  • 3. Basisgegevens kunnen, voor zover dit noodzakelijk is voor de ondersteuning van onderwijsinstellingen en samenwerkingsverbanden bij hun verantwoording omtrent de kwaliteit, toegankelijkheid of doelmatigheid van het onderwijs, worden verstrekt aan:

    • a. de Vereniging PO-Raad te Utrecht;

    • b. de vereniging VO-raad te Utrecht;

    • c. de vereniging MBO Raad te Woerden;

    • d. de Vereniging Hogescholen te Den Haag, en

    • e. de Vereniging van Universiteiten (VSNU) te Den Haag.

  • 4. Bij de verstrekking, bedoeld in het eerste en derde lid, kunnen persoonsgegevens worden verwerkt, indien dat noodzakelijk is voor de in het eerste en derde lid genoemde doelen, onverminderd de verplichting voor de verwerkingsverantwoordelijke om passende technische en organisatorische maatregelen te treffen als bedoeld in artikel 25 van de Algemene verordening gegevensbescherming. Gegevens over de geslachtsnaam, de voornamen, het adres en de geboortedatum van onderwijsdeelnemers worden niet verstrekt.

  • 5. De verstrekking van basisgegevens vindt plaats voor zover dit is bepaald bij besluit van Onze Minister.

  • 6. Onze Minister neemt het besluit op verzoek van de instelling of organisatie als bedoeld in het eerste en derde lid. Het verzoek bevat de doelen voor de verstrekking en de gegevens waarop het verzoek betrekking heeft.

  • 7. Onze Minister neemt een besluit tot gegevensverstrekking als bedoeld in het vijfde lid, slechts voor zover de instelling of organisatie aantoont dat de in het verzoek vermelde gegevens noodzakelijk zijn voor het beoogde doel.

  • 8. Bij het besluit wordt in ieder geval bepaald voor welke doeleinden gegevens worden verstrekt, welke gegevens het betreft en welke bewaartermijn voor de gegevens moet worden gehanteerd.

  • 9. Aan het besluit worden voorschriften en beperkingen verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverwerking.

  • 10. Onze Minister kan het besluit in ieder geval intrekken indien:

    • a. de gegevens waarop het besluit betrekking heeft voor andere doeleinden worden verwerkt dan de doeleinden die in het besluit zijn genoemd, of

    • b. niet wordt voldaan aan de voorschriften en beperkingen die aan het besluit zijn verbonden.

  • 11. Onverminderd artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht wordt van de besluiten, bedoeld in het vijfde en tiende lid, mededeling gedaan in de Staatscourant.

  • 12. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.

F

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 24. Verstrekking aan bestuursorganen

2. In het eerste lid wordt «worden het persoonsgebonden nummer en de gegevens, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, verstrekt» vervangen door «kunnen het persoonsgebonden nummer en de gegevens, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, worden verstrekt».

G

Na artikel 24 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 24a. Verstrekking aan pensioenuitvoerders

  • 1. Basisgegevens worden met het persoonsgebonden nummer desgevraagd aan een pensioenuitvoerder als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of artikel 1, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, verstrekt voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor het uitkeren van een wezenpensioen aan de onderwijsdeelnemer of aan de ouder of verzorger van de onderwijsdeelnemer.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste lid en worden de te verstrekken gegevens vastgesteld.

Artikel 24b. Verstrekking aan overheidsinstellingen in België

  • 1. Basisgegevens kunnen worden verstrekt aan overheidsinstellingen in België voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor het toezicht op de naleving van de leerplichtwetgeving in België.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste lid, wordt bepaald welke overheidsinstellingen voor verstrekking in aanmerking komen en worden de te verstrekken gegevens vastgesteld.

H

In artikel 25 wordt «de artikelen 15 tot en met 24» vervangen door «de artikelen 15 tot en met 24b».

I

Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt na «In afwijking van het eerste lid worden» ingevoegd «het persoonsgebonden nummer en».

b. De onderdelen e en f komen te luiden:

  • e. de opleiding of opleidingen dan wel, voor zover het de Open Universiteit of een rechtspersoon van hoger onderwijs betreft, de onderwijseenheid of onderwijseenheden;

  • f. voor zover van toepassing, de datum van het waardedocument; en.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het persoonsgebonden nummer en de basisgegevens, bedoeld in het tweede lid, worden uitsluitend bewaard ten behoeve van de vaststelling van de bekostiging van onderwijsinstellingen voor hoger onderwijs en de bepaling door die onderwijsinstellingen van het collegegeld dat studenten verschuldigd zijn.

ARTIKEL II WIJZIGING LEERPLICHTWET 1969

De Leerplichtwet 1969 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De hoofden melden een beslissing tot verwijdering van een leerling, vavo-student of mbo-student terstond aan burgemeester en wethouders.

2. In het vierde lid wordt «In de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid en in de mededeling, bedoeld in het tweede lid» vervangen door «In de mededeling, bedoeld in het eerste en het tweede lid».

3. Het vijfde lid vervalt, onder vernummering van het zesde lid tot vijfde lid.

B

Artikel 18a vervalt.

C

De artikelen 21 en 21b vervallen.

D

In artikel 21a, eerste lid, vervalt «als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, subonderdelen 1 en 2,».

E

In artikel 22, eerste lid, vervalt «een kennisgeving is ontvangen, als bedoeld in artikel 21, of».

F

In artikel 27, onderdeel b, wordt «de artikelen 18 en 21 van deze wet, en» vervangen door «artikel 18 van deze wet en».

G

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt «, 21».

2. In het tweede lid wordt «, 18 en 21» vervangen door «en 18».

ARTIKEL III WIJZIGING WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

In artikel 174 van de Wet op het primair onderwijs wordt «of op de andere gegevens, bedoeld in artikel 178a, tweede lid» vervangen door «of op andere gegevens waarmee een leerling wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is».

ARTIKEL IV WIJZIGING WET PRIMAIR ONDERWIJS BES

In artikel 134 van de Wet primair onderwijs BES wordt «of op de andere gegevens, bedoeld in artikel 147, tweede lid» vervangen door «of op andere gegevens waarmee een leerling wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is».

ARTIKEL V WIJZIGING WET VOORTGEZET ONDERWIJS BES

In artikel 178 van de Wet voortgezet onderwijs BES wordt «of op de andere gegevens, bedoeld in artikel 179, tweede lid» vervangen door «of op andere gegevens waarmee een leerling wordt geïdentificeerd of identificeerbaar is».

ARTIKEL VI WIJZIGING LEERPLICHTWET BES

Artikel 31 van de Leerplichtwet BES wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De hoofden melden een beslissing tot verwijdering van een leerling, vavo-student of mbo-student terstond aan het bestuurscollege.

2. In het vierde lid wordt «In de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid en in de mededeling, bedoeld in het tweede lid» vervangen door «In de mededeling, bedoeld in het eerste en het tweede lid».

ARTIKEL VII SAMENLOOP MET DE WET VEREENVOUDIGING BEKOSTIGING PO

1. Indien artikel I, onderdeel FF, van de Wet van 25 februari 2021 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op het voortgezet onderwijs en enkele andere wetten vanwege de vereenvoudiging van de bekostiging van de scholen voor primair onderwijs en samenwerkingsverbanden (Stb. 2021, 171) eerder in werking is getreden of treedt dan artikel III van deze wet, wordt in artikel III van deze wet «artikel 174» vervangen door «artikel 168» en wordt «artikel 178a, tweede lid» vervangen door «artikel 182, tweede lid».

2. Indien artikel III, onderdeel S, van de Wet van 25 februari 2021 tot wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op het voortgezet onderwijs en enkele andere wetten vanwege de vereenvoudiging van de bekostiging van de scholen voor primair onderwijs en samenwerkingsverbanden (Stb. 2021, 171) eerder in werking is getreden of treedt dan artikel IV van deze wet, wordt in artikel IV van deze wet «artikel 134» vervangen door «artikel 128» en wordt «artikel 147, tweede lid» vervangen door «artikel 142, tweede lid».

ARTIKEL VIII SAMENLOOP MET DE INVOERINGS- EN AANPASSINGSWET WVO 2020

1. Indien artikel LXII van de Invoerings- en aanpassingswet WVO 2020 eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet wordt deze wet als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel A, onder 3, wordt «of artikel 1 van de WVO» vervangen door «of artikel 1.1 van de WVO 2020».

B

In artikel I, onderdeel B, wordt «respectievelijk artikel 17a, zesde lid, onderdeel b, van de WVO» vervangen door «respectievelijk artikel 2.47, zevende lid, onderdeel b, van de WVO 2020».

C

Artikel V vervalt.

2. Indien artikel LXII van de Invoerings- en aanpassingswet WVO 2020 later in werking treedt dan artikel I, onderdelen A, B en C, van deze wet, wordt artikel LXII van die wet als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel A wordt na onderdeel 6 een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • 6a. In de begripsbepaling van het begrip «samenwerkingsverband» wordt «artikel 1 van de WVO» vervangen door «artikel 1.1 van de WVO 2020».

B

Na onderdeel B wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

In artikel 11 wordt «artikel 17a, zesde lid, onderdeel b, WVO» vervangen door «artikel 2.47, zevende lid, onderdeel b, van de WVO 2020».

C

In onderdeel C wordt «Artikel 15, vijfde lid» vervangen door «Artikel 15, vierde lid».

ARTIKEL IX SAMENLOOP MET WETSVOORSTEL WETTELIJKE TAKEN INTERNATIONALISERING ONDERWIJS

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 30 augustus 2021 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 in verband met de toebedeling van wettelijke taken op het gebied van internationalisering binnen het onderwijs (Wet wettelijke taken internationalisering onderwijs) (Kamerstukken 35 900) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel B, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel E, van deze wet, wordt artikel I, onderdeel E, als volgt gewijzigd:

A

Het eerste lid van artikel 23 komt te luiden:

  • 1. Basisgegevens kunnen, voor zover dit noodzakelijk is voor onderzoeksactiviteiten naar de kwaliteit, toegankelijkheid of doelmatigheid van het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, voortgezet algemeen volwassenenonderwijs of hoger onderwijs, worden verstrekt aan:

    • a. instellingen als bedoeld in artikel 1.2 van de WHW;

    • b. de rechtspersoon, bedoeld in artikel 7.15a van de WHW;

    • c. Stichting Nuffic, bedoeld in artikel 3a van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013;

    • d. de stichting Kences, Kenniscentrum Studentenhuisvesting te Utrecht, en

    • e. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen organisaties.

B

In het tweede lid van artikel 23 wordt «onderdeel d» vervangen door «onderdeel e».

2. Indien het koninklijke boodschap van 30 augustus 2021 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013 in verband met de toebedeling van wettelijke taken op het gebied van internationalisering binnen het onderwijs (Wet wettelijke taken internationalisering onderwijs) (Kamerstukken 35 900) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel B, van die wet later in werking treedt dan artikel I, onderdeel E, van deze wet, wordt na artikel I van die wet een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA WIJZIGING WET REGISTER ONDERWIJSDEELNEMERS

Artikel 23 van de Wet register onderwijsdeelnemers wordt als volgt gewijzigd:

A

Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Basisgegevens kunnen, voor zover dit noodzakelijk is voor onderzoeksactiviteiten naar de kwaliteit, toegankelijkheid of doelmatigheid van het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs, voortgezet algemeen volwassenenonderwijs of hoger onderwijs, worden verstrekt aan:

    • a. instellingen als bedoeld in artikel 1.2 van de WHW;

    • b. de rechtspersoon, bedoeld in artikel 7.15a van de WHW;

    • c. Stichting Nuffic, bedoeld in artikel 3a van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013;

    • d. de stichting Kences, Kenniscentrum Studentenhuisvesting te Utrecht, en

    • e. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen organisaties.

B

In het tweede lid wordt «onderdeel d» vervangen door «onderdeel e».

ARTIKEL X INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan en voor het Europees deel van Nederland en de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,