Kamerstuk 35927-15

Drie nota’s van wijziging inzake het pakket Belastingplan 2022

Dossier: Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)

Gepubliceerd: 15 oktober 2021
Indiener(s): Hans Vijlbrief (staatssecretaris financiën) (D66)
Onderwerpen: belasting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35927-15.html
ID: 35927-15

Nr. 15 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2021

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Economische Zaken en Klimaat, drie nota’s van wijziging inzake het pakket Belastingplan 2022. Deze nota’s van wijziging hebben betrekking op de wetsvoorstellen Belastingplan 2022, Overige fiscale maatregelen 2022 en Verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijkse wijziging bedragen heffingsverminderingen.

In deze brief gaan treft u een korte toelichting op de verschillende onderdelen uit de nota’s van wijziging.

Tweede nota van wijziging op wetsvoorstel Belastingplan 2022

De tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2022 bevat de fiscale uitwerking van de moties van het lid Hermans1 en van de leden Hijink en Bikker2 en enkele technische verbeteringen. Deze onderdelen worden hieronder nader toegelicht. De maatregelen in de energiebelasting, waartoe uw Kamer het kabinet in de motie Hermans heeft opgeroepen, worden in een separate nota van wijziging geregeld. In deze separate nota van wijziging wordt ook invulling gegeven aan eventuele nadere maatregelen van het kabinet inzake de energierekening.

Deze voorliggende wijzigingen op het belastingplan hebben gevolgen voor de belastingontvangsten zoals opgenomen in de Miljoenennota 2022 en de Ontwerpbegroting 2022 van Financiën. Deze gevolgen worden in de Voorjaarsnota 2022 respectievelijk de Eerste Suppletoire Begroting 2022 van Financiën verwerkt.

Motie Hermans

Verhoging algemene heffingskorting

Voorgesteld wordt om het maximum van de algemene heffingskorting met ingang van 1 januari 2022 te verhogen met € 14. Dit heeft positieve koopkrachteffecten voor mensen met lagere inkomens. De verhoging van het maximum van de algemene heffingskorting leidt tot een budgettaire derving van € 116 miljoen.

Aanscherping earningsstrippingmaatregel

De earningsstrippingmaatregel – een generieke renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting – beperkt de aftrekbaarheid van het verschil tussen de rentelasten en de rentebaten ter zake van geldleningen (oftewel het saldo aan renten), voor zover dat saldo meer bedraagt dan het hoogste van 30% van de gecorrigeerde winst of € 1 miljoen. Voorgesteld wordt om dit percentage aan te scherpen tot 20% als dekking voor de maatregelen uit het aanvullende pakket van de motie.

Motie Hijink en Bikker

Verhoging tarief vennootschapsbelasting

De motie van de leden Hijink en Bikker roept het kabinet op om extra middelen voor zorgsalarissen vrij te maken door middel van een verhoging van het hoge tarief van de vennootschapsbelasting. Om uitvoering te geven aan deze motie wordt het hoge vennootschapsbelastingtarief verhoogd van 25% naar 25,8%.

Technische verbetering Belastingplan 2022

Technische aanpassing tegenmaatregel Sofina-arrest

In het wetsvoorstel Belastingplan 2022 is voor de maatregel naar aanleiding van het Sofina-arrest momenteel de bevoegdheid voor de inspecteur opgenomen om binnen een termijn van vijf jaar na afloop van het jaar waarin de voorheffingen zijn geheven een (herzienings)beschikking inzake voort te wentelen voorheffingen (voorheffingenbeschikking) vast te stellen. Die termijn van vijf jaar is echter niet toereikend in situaties waarin met toepassing van de verlengde navorderingstermijn van twaalf jaar een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting is opgelegd. Voorgesteld wordt om ook de termijn voor het vaststellen van een (herzienings)beschikking inzake voort te wentelen voorheffingen in de betreffende gevallen te laten aansluiten op de navorderingstermijn.

Nota van wijziging op het wetsvoorstel Wet verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijks wijzigen bedragen heffingsverminderingen

Om uitvoering te geven aan de motie Hermans voorziet het kabinet in een additionele verlaging van de verhuurderheffing met een bedrag van € 500 miljoen in combinatie met afspraken voor woningbouw en verduurzaming.

Een tariefsverlaging beperkt de lasten van verhuurders die belastingplichtig zijn voor de verhuurderheffing. Op deze manier worden de kasstroom en het vermogen, en daarmee de investeringscapaciteit, van de corporatiesector verbeterd. De tariefverlaging draagt bij aan het terugdringen van het tekort van € 24 miljard dat woningcorporaties in de periode tot 2035 hebben om hun maatschappelijke opgaven te voldoen. Er worden afrekenbare afspraken met de woningcorporaties gemaakt over de inzet van deze middelen, in ieder geval op het terrein van nieuwbouw en verduurzaming.

Daarnaast worden woningcorporaties gecompenseerd voor de in de motie Hermans voorgestelde aanscherping van de earningsstripping-maatregel door een extra verlaging van de verhuurderheffing. Deze maatregel verhoogt de Vpb-afdracht van woningcorporaties met € 143 miljoen. Omdat woningcorporaties 95% van de opbrengst van de verhuurderheffing opbrengen, bedraagt de hiervoor benodigde additionele verlaging van de verhuurderheffing € 151 miljoen (143 miljoen/0,95).

Tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2022

Naast de nota’s van wijziging ter implementatie van de moties van de leden Hermans, Hijink en Bikker heeft het kabinet in de aanbiedingsbrief bij het pakket Belastingplan 2022 aangekondigd voor het eerste wetgevingsoverleg enkele maatregelen via nota’s van wijziging bij uw Kamer in te dienen.3 Bij deze nota’s is ernaar gestreefd om deze nog voor de inbreng van het verslag in te dienen, zodat zij daarin meegenomen konden worden. Uw Kamer heeft deze nota’s op dinsdag 5 oktober ontvangen. De maatregel voor een overgangsregeling bij een tariefswijziging voor de bpm wordt nu voorgesteld via een tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2022.

De overgangsregeling heeft betrekking op het nieuwe belastbaar feit van de inschrijving in het kentekenregister dat per 1 januari 2022 van kracht wordt. Het voorstel houdt in dat op het moment van een tariefswijziging alle nieuwe motorrijtuigen die zijn ingeschreven in het kentekenregister zonder tenaamstelling, binnen twee maanden te naam moeten zijn gesteld. Als dat niet gebeurt, dan is het nieuwe tarief van toepassing in plaats van het oude tarief op het moment van de inschrijving. Deze overgangsregeling waarborgt het gelijke speelveld tussen parallelimport en de binnenlandse markt en bevordert de rechtszekerheid voor de burger.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief