Kamerstuk 35927-109

Reactie op verzoek commissie inzake belastingteruggaaf en indexatie alimentatie

Dossier: Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2022)

Gepubliceerd: 9 februari 2022
Indiener(s): Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66)
Onderwerpen: belasting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35927-109.html
ID: 35927-109

Nr. 109 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2022

1. Aanleiding

Uw Kamer heeft mij gevraagd schriftelijk te reageren op een burgerbrief van 2 december 2021.

In de brief vraagt betrokkene aandacht voor de impact die de verlaging van de belastingteruggaaf partneralimentatie en de indexatie van de partneralimentatie op zijn draagkracht hebben. Ondanks zijn verlies in draagkracht verwacht persoon niet dat een wijzigingsverzoek bij de rechter de hoogte van de alimentatie zal veranderen, omdat de behoefte van zijn ex-partner gestegen is.

Met deze brief geef ik, mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, gevolg aan uw verzoek.

2. Belastingteruggaaf partneralimentatie

Sinds 2020 wordt de belastingteruggave alimentatie stapsgewijs verlaagd.1 Het maximale tarief waartegen de aftrekposten in aanmerking worden genomen, zal in 2023 gelijk zijn aan het basistarief van de inkomstenbelasting. Er is destijds voor deze tariefmaatregel gekozen om de verlaging van de belasting op inkomen in box 1 mogelijk te maken. Daarbij zijn alle persoonsgebonden aftrekposten in de maatregel betrokken, waaronder de partneralimentatie.2

Bij de vaststelling van de draagkracht van de alimentatieplichtige voor vaststelling van te betalen partneralimentatie wordt rekening gehouden met het fiscale voordeel van de aftrekpost voor partneralimentatie. Omdat het fiscale voordeel van de aftrekpost voor alimentatieplichtigen in de hoogste tariefschijf vermindert, leidt dit inderdaad tot een lagere draagkracht voor deze alimentatieplichtigen.

De Staatssecretaris van Financiën heeft in 2018 tijdens de behandeling van het Belastingplan aan Uw Kamer toegezegd nogmaals te spreken met de Raad voor de rechtspraak en de Expertgroep Alimentatienormen over de gevolgen van de tariefmaatregel voor de aftrek van partneralimentatie. De Staatssecretaris van Financiën heeft in de fiscale moties- en toezeggingenbrief van 4 april 2019 Uw Kamer geïnformeerd over de uitkomst van het gesprek.3 De expertgroep heeft bevestigd vanaf 2020, het jaar waarin voornoemde tariefmaatregel voor partneralimentatie is ingegaan, bij de jaarlijkse vaststelling van de alimentatienormen – zoals dat standaard gebeurt – de relevante fiscale wijzigingen mee te nemen. Dat geldt ook voor de wijzigingen van het aftrektarief. Voor reeds voor 2020 vastgestelde partneralimentatie geldt ook dat bij wijziging van omstandigheden een verzoek tot herziening kan worden ingediend. Bij een herziening worden alle aspecten die meewegen bij de vaststelling van de wettelijke maatstaven behoefte en draagkracht opnieuw bezien inclusief aspecten buiten de fiscaliteit.

3. Indexatie van de alimentatie

Alimentatiebedragen stijgen jaarlijks op grond van artikel 402a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Het indexcijfer alimentatie hangt af van de gemiddelde stijging van lonen in Nederland. Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekent ieder jaar dit indexcijfer. Het percentage kan dus per jaar verschillen en positief of negatief afwijken van de persoonlijke loonstijging.

De rechter kan bepalen de alimentatie (tijdelijk) niet te indexeren. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als het inkomen van de alimentatieplichtige niet zoveel stijgt als het loonindexcijfer indiceert. Verder kan de rechter in het laatste kwartaal al rekening houden met de wijziging die per 1 januari van het volgende jaar ingaan.

4. Wijzigingsverzoek bij verlies aan draagkracht

Hoewel ik niet kan ingaan op individuele casuïstiek, kan het zo zijn dat de tariefmaatregel nadelig uitpakt in een individueel geval. Ook kan de indexatie nadelig zijn wanneer de individuele loonstijging lager ligt dan het landelijk gemiddelde. Als dit het geval is, betekent dat een verlies aan draagkracht voor de alimentatieplichtige.

Ook bij gewijzigde omstandigheden is het in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de ex-partners om te pogen onderling tot een oplossing te komen. Indien ex-partners er desondanks onderling niet uitkomen kan het geschil aan de rechter worden voorgelegd. Zoals uiteengezet zal de rechter bij vaststelling en wijziging van de alimentatie rekening houden met het effect van het verlaagd aftrektarief bij het vaststellen van de draagkracht.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind