Voorgesteld 25 november 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat volgens de meest recente gegevens van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking slechts 18% van het totale ODA-budget wordt besteed via maatschappelijke organisaties;
constaterende dat juist (lokale) maatschappelijke organisaties bij uitstek in staat zijn om de meest kwetsbaren tot in de haarvaten van de maatschappij te bereiken;
constaterende dat de Kamer in het verleden door middel van de aangenomen motie-Voordewind/Agnes Mulder (34 300-XVII, nr. 46) de regering heeft verzocht om toe te zien op de besteding van 25% van de ODA-middelen via het maatschappelijk middenveld;
verzoekt de regering te streven naar een besteding van 25% van de ODA-middelen via maatschappelijke organisaties, en de Kamer hierover te rapporteren bij de Voorjaarsnota,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ceder
Kuik