Kamerstuk 35925-VIII-154

Reactie op verzoek commissie over een een viertal toezeggingen gedaan tijdens wetgevingsoverleggen inzake Media en Cultuur

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022

Gepubliceerd: 1 maart 2022
Indiener(s): Gunay Uslu (staatssecretaris onderwijs, cultuur en wetenschap) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-VIII-154.html
ID: 35925-VIII-154

Nr. 154 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 maart 2022

Op 20 januari 2022 ontving ik uw brief waarin u mij verzoekt op een viertal toezeggingen te reageren, die door mijn ambtsvoorgangers gedaan zijn tijdens de wetgevingsoverleggen inzake Media en Cultuur van 22 november (Kamerstuk 35 925 VIII, nr. 119), respectievelijk 29 november 2021 (Kamerstuk 35 925 VIII, nr. 139). Hieronder ga ik in op deze vier toezeggingen.

1. Begin 2022 ontvangt de Kamer de eindevaluatie van de pilot «Professionalisering publieke lokale mediadiensten» en een stand van zaken ten aanzien van de uitvoering van het amendement van het lid Wuite c.s. over de pilot «Journalistieke professionalisering lokale publieke mediadiensten»;

Antwoord 1.

Op 16 december 2021 is door de Tweede Kamer het gewijzigde amendement van het lid Wuite c.s. 1 op de najaarsnota van OCW aangenomen (Handelingen II 2021/22, nr. 31, item 7). In dit amendement wordt € 0,5 miljoen beschikbaar gemaakt om de pilot journalistieke professionalisering lokale publieke mediadiensten in afwachting van de ophanden zijnde evaluatie van de pilot ter overbrugging met drie maanden te verlengen. Mijn ambtsvoorganger heeft destijds aangegeven het amendement, als het zou worden aangenomen, te zullen uitvoeren via het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (hierna: het Stimuleringsfonds).

De pilot, waarvan de subsidieregeling2 tot een einde was gekomen op 1 december 2021, is middels een nieuwe kortlopende regeling met drie maanden verlengd. Het Stimuleringsfonds is gestart met het toekennen van subsidies aan de deelnemende lokale omroepen. Alleen partijen die in de periode maart 2020 – december 2021 subsidie hebben ontvangen in het kader van deze regeling komen in aanmerking voor deze subsidie. Deze pilot zou oorspronkelijk twee jaar lopen: van maart 2020 tot maart 2022. Als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van Covid-19 werd het Steunfonds voor Lokale Informatievoorziening opgezet en uitgevoerd. Ter dekking van dit Steunfonds, werd het tweede jaar van de pilot geschrapt. Uit resterende middelen van dit Steunfonds en door gedeeltelijke uitputting van het weerstandsvermogen van het Stimuleringsfonds, kon de pilot uiteindelijk met negen maanden worden verlengd, tot december 2021.

De nieuwe regeling3 is een zo direct mogelijke vertaling van het aangenomen amendement4 van de Tweede Kamer. Deze regeling is als zodanig dan ook bedoeld als verlenging van de oorspronkelijke pilot. Het doel van de pilot is ook voor de verlengde periode gelijk: het vaststellen in hoeverre lokale omroepen dankzij extra middelen in staat zijn journalistieke professionalisering te realiseren. De looptijd van deze nieuwe regeling is met terugwerkende kracht drie maanden: van 1 december 2021 tot 1 maart 2022.

In maart 2021 publiceerde het Stimuleringsfonds een tussentijds onderzoek en advies, op basis van de resultaten tot dan toe. Het Stimuleringsfonds zal over de bevindingen uit de pilot tot en met 2021 voor 31 maart 2022 rapporteren.

U ontvangt op korte termijn een separate brief over de periode na de beëindiging van deze pilot. Hierin zal ik mijn inzet voor een extra impuls omtrent de professionalisering van de lokale publieke omroepen schetsen.

2. In het voorjaar ontvangt de Kamer een brief met een nadere positiebepaling inzake NLZIET;

Antwoord 2.

De Kamer zal zoals toegezegd in het voorjaar een nadere positiebepaling inzake NLZiet ontvangen. Daarbij zal ik ook het voornemen uit het coalitieakkoord betrekken om de samenwerking te versterken tussen publieke en private mediapartijen om Nederlandse content gezamenlijk aan te bieden. Door mijn ambtsvoorganger is tijdens het afgelopen mediabegrotingsdebat van 29 november 2021 het belang voor de toekomst van NLZiet erkend. Als voorwaarde voor deze nadere positiebepaling is wel gesteld dat er eerst duidelijkheid moet zijn over de voorgenomen fusie tussen RTL en Talpa. De ACM heeft daar recent over mede gedeeld5 dat diepgaand onderzoek nodig is naar dit fusievoornemen. Ik wil dit onderzoek en het daaruit volgende besluit eerst afwachten voor ik met een nadere positiebepaling kom.

3. Het toesturen van de evaluatie Fieldlabs met daarbij een beleidsreactie, zo spoedig mogelijk na het kerstreces (waarbij ook het reddings- en herstelplan van de sector zelf betrokken wordt);

Antwoord 3.

Over de evaluatie van Fieldlab Evenementen wordt u door mijn collega de Minister van EZK geïnformeerd.

4. De Kamer ontvangt zo spoedig mogelijk een brief inzake de uitvoering van de motie over de innovatie- en transitiekansen van de culturele en creatieve sector (ter aanvulling, de passage uit het stenogram: «De Minister deelt de ambitie om de innovatiekansen en transitiekansen te verzilveren en wil vooruit. [...] Ik wil niet gaan wachten tot 2022, wat zij voorstelt in de schriftelijke beantwoording, en dan pas de benodigde infrastructuur verkennen, maar daar nu al mee beginnen en bijvoorbeeld de Taskforce CCS daar een rol bij geven».).

Antwoord 4.

Ik zal uw Kamer in het tweede kwartaal van 2022 uitgebreider informeren over mijn plannen voor het herstel van de culturele en creatieve sector. Ik zal daarin maatregelen voor het ondersteunen van de sector bij het verzilveren van de innovatie- en transitiekansen betrekken. Deze plannen worden ook afgestemd met de Taskforce culturele en creatieve sector.

Meer specifiek kan ik in antwoord op de vraag van de Kamer al het volgende zeggen over de aanpak van de digitale transformatie tot dusver. In de brief van 16 november 20216 aan uw Kamer staat dat digitalisering voor veel kleine en middelgrote culturele en creatieve instellingen een grote opgave is en dat het vraagstuk van de digitale transformatie een structurele en duurzame aanpak vraagt. In het kader van de contouren van een herstelplan is in die brief een aantal maatregelen geschetst waarmee betere randvoorwaarden zoals kennis en infrastructuur gecreëerd worden zodat alle instellingen en makers gebruik kunnen maken van de kansen die digitalisering biedt. Ook wordt in deze brief het voortzetten van de zogenaamde Innovatielabs culturele en creatieve sector genoemd om tegemoet te komen aan de ontegenzeggelijk grote behoefte aan experimenteerruimte in de sector.

Tegelijkertijd hecht ik er aan uw Kamer te laten weten dat het kabinet al langer het belang van digitalisering onderschrijft en zich al vele jaren inzet om de digitale transformatie van de culturele en creatieve sector te bevorderen. Zo ondersteunt het Ministerie van OCW sinds 2015 de erfgoedsector bij digitalisering met de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed7. Deze strategie – vernieuwd in 2021 – maakt het erfgoed beter digitaal toegankelijk vanuit het oogpunt van de gebruiker. In deze strategie is samenwerking het uitgangspunt vanuit de overtuiging dat digitalisering een opgave is die niet enkel door individuele instellingen gerealiseerd kan worden. Sinds vorig jaar zijn twee nieuwe functies aan de culturele basisinfrastructuur toegevoegd die mede als taak hebben collecties op de terreinen van podiumkunsten, digitale cultuur en ontwerp duurzaam digitaal te verbinden en toegankelijk te maken. De digitale transformatie wordt ook over de hele breedte van de culturele en creatieve sector ondersteund door het kennisinstituut voor digitalisering (hierna: DEN). DEN ontving in 2021 een projectsubsidie van het Ministerie van OCW om naast de reguliere activiteiten in te zetten op het ontwikkelen van digitale vaardigheden en een innovatieve organisatiecultuur bij instellingen. Een ander voorbeeld van de inzet op innovatiekansen voor de sector is de uitvoering van de Innovatielabs culturele en creatieve sector, op basis van het advies van de Raad voor Cultuur van eind 20208. Een van de belangrijke thema’s binnen deze labs is digitalisering.

Deze innovatielabs hebben als doel het ontwikkelen van toepasbare kennis en werkvormen die de sector helpen ook na de coronacrisis meer wendbaar en weerbaar te zijn.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu