Kamerstuk 35925-V-85

Rapportage over stand van zaken parlementaire goedkeuring verdragen

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2022

Gepubliceerd: 30 maart 2022
Indiener(s): Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-V-85.html
ID: 35925-V-85

Nr. 85 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2022

Zoals bekend is het gebruik dat de regering jaarlijks aan het parlement een overzicht verstrekt van tot stand gekomen verdragen, waarbij partij worden van het Koninkrijk tot de reële mogelijkheden behoort, maar die nog niet ter goedkeuring zijn ingediend. Een opgave van de stand van zaken met betrekking tot de voorbereiding van de parlementaire goedkeuring wordt dan eveneens gegeven.

Een en ander geschiedt in het kader van het door parlement en regering gewenste streven naar een vlottere voorbereiding van de goedkeuring van verdragen.

Bijgaand bied ik u, mede namens mijn ambtgenoten, het eenenveertigste overzicht, met als peildatum 1 januari 2022, aan1.

Het overzicht bestaat uit vier lijsten. Ten eerste een lijst van verdragen waarvan verwacht wordt dat zij in de loop van 2022 ter parlementaire goedkeuring worden ingediend (lijst I, 40 verdragen).

Ten tweede, een lijst van verdragen waarvan de indiening ter goedkeuring eerst op langere termijn te verwachten valt, of ten aanzien waarvan nog geen beslissing is genomen over de wenselijkheid van partij worden (lijst II, 29 verdragen).

Ten derde, een lijst van verdragen ten aanzien waarvan is besloten dat partij daarbij worden onder de huidige omstandigheden niet wenselijk is, maar waarbij onderkend is dat, als de omstandigheden zich zouden wijzigen, heroverweging van deze beslissing nodig zou kunnen zijn (lijst III, 18 verdragen).

Ten vierde, een lijst van verdragen ten aanzien waarvan definitief besloten is dat partij worden onder de huidige omstandigheden niet zinvol is (lijst IV, 1 verdrag).

Ik zou het zeer op prijs stellen indien uw Kamer te zijner tijd medewerking zou willen verlenen aan een voortvarende behandeling van de verdragen van lijst I.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra