Gepubliceerd: 21 september 2021
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-IIB-2.html
ID: 35925-IIB-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2021–2022

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 152.067.000,-

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.). Totaal € 6.040.000,-

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.H. Ollongren

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt de begroting 2022 van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB).

Groeiparagraaf

Nieuw in de begroting 2022 is de bijlage voor de Rijksuitgaven Caribisch Nederland. Dit naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland aanzienlijk uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen. In de begroting Koninkrijksrelaties (IV) is het totale overzicht van de Rijksuitgaven Caribisch Nederland te vinden. In bijlage 3 is alleen de uitsplitsing van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begroting Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) weergegeven.

Coronamaatregelen

De extracomptabele tabel overzicht coronamaatregelen is niet opgenomen. Vanuit de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) zijn geen coronagerelateerde uitgaven gedaan.

Beleidsagenda

Een college dient, conform artikel 2.1 lid 7 van de Comptabiliteitswet 2016, betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat deze niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsagenda.

Beleidsartikelen

Deze begroting is opgebouwd uit de volgende beleidsartikelen:

  • artikel 1. Raad van State

  • artikel 2. Algemene Rekenkamer

  • artikel 3. De Nationale ombudsman

  • artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

  • artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

  • artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

  • artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

  • artikel 9. Kiesraad

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Algemene doelstelling

  • B. Rol en verantwoordelijkheid

  • C. Beleidswijzigingen

  • D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

  • E. Toelichting op de instrumenten

Budgetflexibiliteit

In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid is geen informatie opgenomen over de budgetflexibiliteit, omdat het grotendeels apparaatsuitgaven betreft.

Niet-beleidsartikel

De begroting bevat het volgende niet-beleidsartikel:

  • artikel 10. Nog onverdeeld

De begroting IIB valt onder de niet-departementale begrotingen. Vanwege een afwijkend regime kent deze begroting geen centraal apparaatsartikel.

Bijlagen

Bijlage 1 betreft de bijlage Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een wettelijke taak.

Bijlage 2 betreft de verdiepingsbijlage. Het uitgangspunt is om in de verdiepingsbijlage de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2021 (RBV) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrenzen op basis van de RBV 2021

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.)

Technische mutaties (ondergrens in € mln.)

1. Raad van State

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 4 mln.Ontvangsten 2 mln.

2. Algemene Rekenkamer

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

3. De Nationale ombudsman

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

4. Kanselarij der Nederlandse Orden

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

9. Kiesraad

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

10. Nog onverdeeld

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

Bijlage 3 betreft de nieuwe bijlage voor de Rijksuitgaven Caribisch Nederland. De toelichting vindt u in de Groeiparagraaf van deze leeswijzer.

2. Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1. Raad van State

A. Algemene doelstelling

Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

De Afdeling advisering van de Raad van State is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013.

De Afdeling advisering is krachtens de artikelen 5 en 7 van de Klimaatwet belast met de toetsing van het klimaatbeleid van de regering. Zij adviseert over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2022 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

78.389

77.760

75.728

74.635

73.764

73.764

69.209

        

Uitgaven

72.711

77.760

75.728

74.635

73.764

73.764

69.209

        

Institutionele inrichting

       

Advisering

6.960

7.686

7.690

7.690

7.690

7.690

7.690

Bestuursrechtspraak

32.422

44.028

39.886

39.216

38.346

38.346

33.406

Raad van State gemeenschappelijke diensten

33.329

26.046

28.152

27.729

27.728

27.728

28.113

        

Ontvangsten

1.280

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Advisering

De Afdeling advisering van de Raad van State is adviseur van regering en parlement voor wetgeving en bestuur. Zij adviseert over onder meer (initiatief) wetsvoorstellen, algemene maatregelen van bestuur, goedkeuringswetten voor internationale verdragen en de miljoenennota. Verder brengt zij gevraagde voorlichtingen en ongevraagde adviezen uit. Daarnaast heeft zij een taak als onafhankelijke begrotingsautoriteit en schrijft de Klimaatwet voor dat de Afdeling wordt gehoord over het Klimaatplan, de Klimaatnota en de Voortgangsrapportage. Het doel van deze laatste taak is het regeringsbeleid normatief te toetsen en bestuurlijk te wegen in het licht van het realiseren van de klimaatdoelstellingen.

De Afdeling werkt verder aan de ambitie om eerder, breder en scherper te adviseren en daarbij haar externe profiel te versterken. Dit betekent dat zij regelmatiger eerder in het proces van wetgeving betrokken zal zijn en vaker thematisch, los van concrete wetsvoorstellen, zal adviseren. Daartoe behoort ook dat de Afdeling advisering vaker en in een vroeger beleidsstadium door de regering of door één der Kamers kan worden gevraagd om voorlichting te verstrekken. Daarnaast zal zij meer aandacht schenken aan communicatie en toegankelijker taalgebruik.

In onderstaande tabel zijn de realisatie, de verwachte instroom en de planning van afhandeling van adviesaanvragen door de Afdeling advisering weergegeven.

Tabel 3 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)
 

Realisatie

Prognose

     
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Instroom

508

400

400

400

400

400

400

Uitstroom

484

400

400

400

400

400

400

Bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten. De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Omgevingskamer.

In zijn reactie in het Nederlands Juristenblad op het rapport ‘Ongekend onrecht’ heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak aangegeven dat gehoor wordt gegeven aan de oproep van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag om aan reflectie te doen. Voor dit onderwerp is een programma van start gegaan. Een externe begeleidingscommissie is bij de uitvoering van het programma betrokken. Streven is om het eindrapport in november 2021 op te leveren.

Instroom van zaken

In onderstaande tabel zijn de in het begrotingsjaar 2020 gerealiseerde uitstroom van zaken en de instroomverwachting voor de jaren 2021 ‒ 2026 weergegeven.

Tabel 4 Uitstroom en instroom van zaken Afdeling bestuursrechtspraak (in aantallen)
 

Realisatie

Prognose

     
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Omgevingskamer

1.891

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

Algemene kamer

1.499

1.500

1.900

1.900

1.900

1.900

1.900

Vreemdelingenkamer

6.003

11.970

11.020

10.830

10.630

10.260

10.260

        

Totaal bestuursrechtspraak

9.393

15.870

15.320

15.130

14.930

14.560

14.560

Raad van State gemeenschappelijke diensten

Voor een optimale efficiëntie en doelmatigheid worden de Raad en zijn Afdelingen advisering en bestuursrechtspraak ondersteund door één gemeenschappelijke ambtelijke organisatie. Dit wordt tot uitdrukking gebracht in de onderverdeling van het uitgavenartikel. Deze onderverdeling vergroot de inzichtelijkheid van de uitgaven en draagt op die manier bij aan de transparantie van de overheidsfinanciën.

De gemeenschappelijke diensten omvatten functies die werken ten behoeve van de inhoudelijke en logistieke ondersteuning van de Raad als geheel en beide Afdelingen en zijn ondergebracht in verschillende directies. Ook verzorgen zij ieder jaar het Jaarverslag van de Raad van State en andere inhoudelijke publicaties, zoals de in november 2020 verschenen bundel: «In gesprek - Bijdragen aan de dialoog over de rechtsstaat».

Ten behoeve van een geordende aanpak van de vernieuwing en verdere ontwikkeling van de IV-systemen van de Raad van State wordt ieder jaar een meerjarige IV-kalender vastgesteld. Voor de uitvoering van deze IV-kalender zijn structureel middelen (jaarlijks € 4,2 mln.) aan het uitgavenartikel toegevoegd.

De inwerkingtreding van de Wet Open Overheid gaat gepaard met uitvoeringskosten voor de Raad van State. Deze middelen zijn toegevoegd aan de uitgavenraming.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Raad van State bestaan in hoofdzaak uit griffierechten.

2.2 Artikel 2. Algemene Rekenkamer

A. Algemene doelstelling

De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.

De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in artikel 76 en artikel 105.3 van de Grondwet en in de Comptabiliteitswet 2016.

Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid anderzijds ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.

De Algemeen Rekenkamer dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.

De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt. Op de website van de Algemene Rekenkamer staat de actuele onderzoeksagenda. 

Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland. Hoofdstuk 7 van de Comptabiliteitswet 2016 verschaft een wettelijke basis voor het uitvoeren van internationale werkzaamheden die aansluiten bij de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

In haar strategie 2021-2025 ‘Vertrouwen in verantwoording’ kiest de Algemene Rekenkamer er nadrukkelijk voor publiek geld scherp te blijven volgen en meer dan voorheen bij haar onderzoeken het perspectief van burgers en bedrijven te betrekken. De Algemene Rekenkamer wil als onafhankelijke controleur van de inkomsten en uitgaven van het Rijk ook vaker een oordeel gaan geven over de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid.1 Daarbij ligt de focus op terreinen waar de functie van de Rekenkamer de meeste toegevoegde waarde heeft. De Algemene Rekenkamer blijft daarbij met Rekenkamer brede onderzoeksprogramma’s werken. In 2022 zal een nieuw onderzoeksprogramma worden gestart.

Huisvesting

De huisvesting van de Algemene Rekenkamer wordt de komende jaren ingrijpend verbouwd. Achterstalig onderhoud en de noodzaak om de bestaande gebouwen toekomstbestending te maken zijn hiervoor de aanleiding. Op deze begroting is budget toegevoegd voor de kosten die de Algemene Rekenkamer hiervoor maakt. Het budget voor de renovatie en tijdelijke huisvesting zelf is toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

32.879

35.091

35.098

35.174

38.499

35.388

35.409

        

Uitgaven

33.276

35.091

35.098

35.174

38.499

35.388

35.409

        

Institutionele inrichting

       

Recht- en doelmatigheidsbevordering

33.276

35.091

35.098

35.174

38.499

35.388

35.409

        

Ontvangsten

1.136

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Recht- en doelmatigheidsbevordering

De Algemene Rekenkamer heeft voor 2022 de volgende hoofddoelen voor ogen:

  • Intensivering doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek

    Zoals in de strategie vastgelegd zal het doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek als bedoeld in artikel 7.16 van de CW 2016 worden geïntensiveerd;

  • Starten van een nieuw onderzoeksprogramma

    In 2021 zijn verschillende voorstellen voor een nieuw onderzoeksprogramma verkend. Uiteindelijk zal er eind 2021 een nieuw thema worden gekozen voor een onderzoeksprogramma, dat in 2022 verder zal worden gestart;

  • Innovatie

    Nieuwe technologische mogelijkheden en data-analyse zullen verder worden toegepast. De Algemene Rekenkamer investeert daarnaast in kwaliteit, innovatie en in de samenwerking met externe partners;

  • Versterking van de personele organisatie

    Op basis van het strategische personeelsbeleid (SPP) wordt de onderzoekcapaciteit en de organisatie verder versterkt, onder meer met personele expertise op de diverse terreinen (bijvoorbeeld ICT-kennis);

  • Versterking interne bedrijfsvoering

    In 2022 wordt ingezet op verdere verbetering van de interne bedrijfsvoering, waaronder de informatiebeveiliging en het inkoopbeleid.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Algemene Rekenkamer bestaan voornamelijk uit vergoedingen voor detacheringen en vergoedingen voor de ondersteuning van nationale rekenkamers in het buitenland in het kader van institutionele versterkingsprojecten.

2.3 Artikel 3. De Nationale ombudsman

A. Algemene doelstelling

De Nationale ombudsman komt in beeld als burgers er niet in slagen om er uit te komen met de overheid. Als het misgaat tussen de burger en de overheid, kan de ombudsman tussenbeide komen, bemiddelen of een onderzoek instellen. Ook kan de ombudsman op eigen initiatief structurele problemen aandacht geven.

In het werk van de Nationale ombudsman staat de vraag centraal of burgers behoorlijk behandeld worden door de overheid. Handelt de overheid eerlijk, communiceert zij begripvol met burgers en is er voldoende oog voor de menselijke maat?

Enerzijds helpt de Nationale ombudsman burgers als het misgaat tussen hen en de overheid:

  • Door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket;

  • Door ze te ondersteunen met adviezen en tools;

  • Door op een effectieve manier onderzoek te doen.

Anderzijds wil de Nationale ombudsman overheden uitdagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties. Daarom kijken we naar wat de overheid doet. Denken we na over manieren waarop het anders en beter kan. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken en ze te vragen om zaken te verbeteren en zich meer te verplaatsen in de burger.

De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden geëerbiedigd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman zijn onderdeel van de Nationale ombudsman.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Intensivering taken

In de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag is aangegeven dat er altijd het risico blijft dat goedwillende mensen als gevolg van een samenloop van omstandigheden klem komen te zitten. De Nationale ombudsman is dan de aangewezen plek waar mensen terecht kunnen. Als mensen zich in schrijnende situaties bij de ombudsman melden, kan hij ook direct in actie komen. Naar aanleiding van de problemen met de kinderopvangtoeslag ziet de Nationale ombudsman ruimte om dit vaker te doen. Dit betekent nog beter luisteren naar burgers of de intermediairs die hen bijstaan, actiever monitoren van signalen, slimmer omgaan met data en beter volgen wat er met de rapporten en aanbevelingen van de ombudsman wordt gedaan. Ook het herijken, intensiveren en verdiepen van de publiekscommunicatie met een geselecteerd aantal publieksgroepen die de Nationale ombudsman het meest nodig hebben, speelt hierin een rol.

Informatiehuishouding

Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag vindt een grote, Rijksbrede verbeteroperatie voor de informatiehuishouding plaats (Kamerstukken II 2020/21, 35510, nr. 4). De Nationale ombudsman zal in 2022 concrete acties hiervoor ondernemen, die in 2021 worden voorbereid.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

21.932

22.181

23.239

23.532

23.673

23.647

23.624

        

Uitgaven

20.814

22.181

23.239

23.532

23.673

23.647

23.624

        

Institutionele inrichting

       

Taakuitoefening Nationale ombudsman

18.049

19.658

20.716

21.009

21.150

21.124

21.101

Materiële uitgaven

       

Taakuitoefening medeoverheden

2.765

2.523

2.523

2.523

2.523

2.523

2.523

        

Ontvangsten

2.817

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Taakuitoefening Nationale ombudsman

De Nationale ombudsman behandelt op verzoek klachten over het optreden van de overheid. De organisatie doet dit onder andere door het plegen van interventies, het schrijven van rapporten, het doen van aanbevelingen en het uitvoeren van bemiddelingen.

De Nationale ombudsman wacht niet tot mensen aankloppen met een klacht, maar gaat in gesprek met burgers en overheden. Dat doet de Nationale ombudsman tijdens de provincietour, maar ook tijdens werkbezoeken aan (overheids-)instanties, en door met bestuurders te spreken. De Nationale ombudsman geeft gevraagd en ongevraagd advies aan overheden om de dienstverlening te verbeteren. Daarnaast geeft de Nationale Ombudsman ook workshops en presentaties op het gebied van professionele klachtbehandeling.

Steeds meer burgers zijn actief op sociale media en daarmee is het een belangrijk communicatiemiddel om burgers te bereiken en hen te helpen met vragen en klachten over de overheid. De Nationale ombudsman monitort de reacties en legt contact om hun signalen of klachten te behandelen.

Een voor de Nationale ombudsman belangrijke manier van proactief werken, is het uitvoeren van onderzoek uit eigen beweging naar de relatie burger - overheid. De aanleiding hiervoor kan zijn dat de Nationale ombudsman over een bepaald onderwerp veel klachten ontvangt. Of er kan maatschappelijke onrust zijn over een onderwerp. Vaak is het een combinatie van beide. De conclusies en aanbevelingen op basis van een dergelijk onderzoek gaan niet over een enkel geval, maar richten zich op uitvoering in algemene zin. De onderzoeken uit eigen beweging worden gedeeltelijk bepaald door de ombudsagenda (agenda van onderzoeken). Deze is ingedeeld in thema's en gebaseerd op signalen en klachten van burgers over overheden.

De Kinderombudsman bevordert dat de rechten van jeugdigen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties, door middel van het voorlichten en geven van informatie over de rechten van jeugdigen, het gevraagd en ongevraagd advies geven aan de regering en de Tweede Kamer over wetgeving en beleid dat rechten van jeugdigen raakt, het doen van onderzoek naar eerbiediging van de rechten van jeugdigen naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging. Ook houdt de Kinderombudsman toezicht op de wijze waarop klachten van jeugdigen of hun wettelijke vertegenwoordigers door de daartoe bevoegde instanties worden behandeld.

De Veteranenombudsman bevordert dat de rechten van veteranen worden geëerbiedigd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties. Naast de behandeling van klachten van veteranen, voert de Veteranenombudsman ook onderzoeken uit eigen beweging uit bij structurele aandachtspunten. Daarnaast heeft de Veteranenombudsman ook de taak om regering en Tweede Kamer te informeren over zijn bevindingen. De Veteranenombudsman adviseert gevraagd én ongevraagd de regering en Tweede Kamer over de uitvoering van de Veteranenwet en over beleid dat een behoorlijke behandeling van veteranen raakt.

Tabel 7 Klachtenbehandeling rijksoverheid (in aantallen)
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Ontwerp begroting

 

2018

2019

2020

2021

2022

Nationale ombudsman

23.230

27.520

25.640

27.520

27.520

Kinderombudsman

2.000

2.110

1.990

2.110

2.110

Veteranenombudsman

200

280

280

300

300

      

Totaal

25.430

29.910

27.910

29.930

29.930

Materiële uitgaven

Taakuitoefening medeoverheden

Naast de provincies, de waterschappen en bijna alle gemeenschappelijke regelingen is 75% van de 352 (stand per 1 januari 2021) gemeenten aangesloten bij de Nationale ombudsman voor hun klachtbehandeling. Mede door deze hoge dekkingsgraad fungeert de Nationale ombudsman als kenniscentrum voor klachtbehandeling door medeoverheden.

Tabel 8 Percentage aangesloten gemeenten bij de Nationale ombudsman
   

Realisatie

Vastgestelde begroting

Ontwerp begroting

 

2018

2019

2020

2021

2022

Percentage aangesloten gemeenten

73%

73%

75%

75%

75%

Ontvangsten

De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de activiteiten van de Nationale ombudsman in opdracht van provincies, waterschappen en gemeenten en voor de uitvoering van internationale projecten.

2.4 Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

A. Algemene doelstelling

De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:

  • het Kapittel der Militaire Willems-Orde en het Kapittel voor de Civiele Orden huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;

  • zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken ministeries;

  • zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.

Kapittel der Militaire Willems-Orde

De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:

  • het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;

  • het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;

  • het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders;

  • het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.

Kapittel voor de Civiele Orden

Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2022 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

6.715

5.674

4.691

4.692

4.692

4.233

4.236

        

Uitgaven

6.801

5.674

4.691

4.692

4.692

4.233

4.236

        

Institutionele inrichting

       

Apparaat

5.080

3.913

2.930

2.931

2.931

2.931

2.934

Materiële uitgaven

       

Decoraties

1.720

1.756

1.756

1.756

1.756

1.297

1.297

Riddertoelagen

1

5

5

5

5

5

5

        

Ontvangsten

439

199

199

199

199

199

199

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Apparaat

De afdeling Decoratie & Advies (D&A) van de Kanselarij der Nederlandse Orden is belast met de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden ontleend aan de taken van het Kapittel voor de Civiele Orden. In concreto worden alle voorstellen voor decoratie met betrekking tot de Civiele Orden voorzien van een inhoudelijk pré-advies.

De afdeling Bedrijfsvoering (BV) is belast met de aanschaf, beheer en verstrekking van de versierselen en met de reguliere piofach-taken van de Kanselarij der Nederlandse Orden inclusief de facilitaire ondersteuning van het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde.

Materiële uitgaven

Decoraties

Dit budget betreft de middelen voor de aanschaf, beheer en de verstrekking van de versierselen en oorkondes behorende bij de Orde van Oranje-Nassau, de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Militaire Willems-Orde. Daarnaast worden Erepenningen Menslievend Hulpbetoon, medailles en oorkondes van de Nationale Politie, Vrijwilligersmedailles, Trouwe dienstmedailles van de Landmacht, Luchtmacht en Marine, Officiersdienstkruizen, medailles ten behoeve van Buitenlandse staatsbezoeken en een aantal dapperheidonderscheidingen van het Ministerie van Defensie door de Kanselarij der Nederlandse Orden aangeschaft, beheerd en uitgegeven.

Riddertoelagen

Aan de weduwen van de Ridders Militaire Willems-Orde-4e klasse wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Kanselarij bestaan voornamelijk uit borgsommen gestort door gedecoreerden of nabestaanden van gedecoreerden. Als na overlijden van een gedecoreerde de nabestaanden besluiten het versiersel niet terug te sturen, maar in bruikleen te houden staat daar een borgsomvergoeding tegenover.

2.5 Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

A. Algemene doelstelling

Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba heeft tot taak het ondersteunen van de Gouverneur van Aruba in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Aruba en in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het Kabinet een afgeleide van de taken en bevoegdheden van de Gouverneur, die voornamelijk zijn geregeld in het Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement voor de Gouverneur van Aruba. Het kabinet heeft ook tot taak het behandelen van consulaire aangelegenheden aangezien de gouverneur tevens bevoegdheden heeft in het kader van de verkrijging van het Nederlanderschap en de verstrekking van paspoorten en visa aan personen die woonachtig zijn in Aruba.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

Voor het handelen van de gouverneur als landsorgaan leggen de Ministers van Aruba verantwoording af aan de Staten van Aruba. De gouverneur is als Koninkrijksorgaan verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.

De gouverneur onderhoudt contacten met de minister-president en overige Ministers van Aruba, de Staten, maatschappelijke organisaties en met ministers en andere bestuurders van de andere landen van het Koninkrijk. De gouverneur onderhoudt ook contacten met ambassadeurs van het Koninkrijk en van andere staten in de regio. De relaties met de Gouverneurs van Sint Maarten en Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Het kabinet onderhoudt contacten met andere organen van de overheid, zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Bij de uitvoering van rijksregelgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten van Nederland.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2022 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

2.096

2.656

2.001

2.001

2.001

2.001

199

        

Uitgaven

2.096

2.656

2.001

2.001

2.001

2.001

2.001

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Aruba

2.096

2.656

2.001

2.001

2.001

2.001

2.001

        

Ontvangsten

53

60

60

60

60

60

60

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur Aruba

Ondersteunen van de Gouverneur

Het kabinet informeert de Gouverneur inzake politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen, doch vormt geen beleid. Het draagt tevens zorg voor de doorgeleiding aan de Gouverneur gerichte correspondentie en handelt deze af. Voorts bereidt het kabinet de binnen- en buitenlandse bezoeken van de Gouverneur voor en begeleidt deze hierin.

Landsbesluiten en landsverordeningen

De Gouverneur stelt alle landsregelgeving en landsbesluiten vast. Het kabinet staat de Gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming.

Uitvoeringstaken

Het kabinet zorgt namens de Gouverneur voor afkondigingen van rijkswetten en algemene maatregelen van bestuur. Ingevolge rijkswetten en verdragen is vastgesteld dat de Gouverneur is belast met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en met de registratie, beoordeling en indien nodig van doorgeleiding van naturalisatieverzoeken. Het kabinet draagt hier namens de Gouverneur de zorg voor. Ook beoordeelt het kabinet aanvragen voor toestemming aan vreemde (militaire) schepen en vliegtuigen, die Aruba willen aandoen of de Arubaanse wateren respectievelijk het Arubaanse luchtruim wensen te doorkruisen.

Paspoortafgifte aan ingezetenen van Aruba

De Gouverneur heeft de afgifte van paspoorten aan ingezetenen van Aruba gemandateerd aan de Directie Bevolking (Censo) van Aruba, echter het kabinet heeft (namens de Gouverneur) de eindverantwoordelijkheid voor de afgifte van reisdocumenten.

Ontvangsten

De ontvangsten van het kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit ingediende verzoeken om optie en naturalisatie.

2.6 Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao is het optimaal ondersteunen van de gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao.

Aan het feit dat de gouverneur het bevoegde orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2022 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

2.607

3.553

3.032

3.032

3.032

3.032

3.032

        

Uitgaven

2.607

3.553

3.032

3.032

3.032

3.032

3.032

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Curaçao

2.607

3.553

3.032

3.032

3.032

3.032

3.032

        

Ontvangsten

121

200

200

200

200

200

200

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur Curaçao

Ondersteunen van de Gouverneur

Het kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische, sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de gouverneur hierover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering aan de gouverneur. De ambtelijke ondersteuning van de gouverneur is erop gericht dat de gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen. Gegeven de brede bestuurlijke rol die de gouverneur vervult, zowel als landsorgaan als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan, onderhoudt het kabinet contact met – onder andere – de Staten van Curaçao, met ministeries en andere instituties binnen het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. Verder zijn de relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint-Maarten geïnstitutionaliseerd.

Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten

De gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van rijkswetten, algemene maatregelen van rijksbestuur en verdragen. In verband hiermee bereidt het kabinet de toetsing voor van de aan de gouverneur voorgelegde Curaçaose (concept-) regelgeving aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Uitvoeringstaken

Uit enkele verdragen en rijkswetten vloeit voort, dat de gouverneur de uitvoering van onderdelen daarvan verzorgt. Hierbij gaat het met name om de Rijkswet op het Nederlanderschap, de Paspoortwet en de vigerende visumregelgeving. In verband hiermee werkt het kabinet samen met verschillende ministeries. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het kabinet bereidt de afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur voor, behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en havenbezoeken alsook verzoekschriften en voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen. Ook behandelt het kabinet aanvragen voor naturalisatie en optie, paspoorten en visa. Op de aan de landsdienst Burgerzaken (Kranshi) gemandateerde bevoegdheid voor de uitgifte van paspoorten wordt door het kabinet actief toezicht gehouden.

Bedrijfsvoering

Toezicht op doelmatigheid en rechtmatigheid van de ontvangsten en uitgaven vormen een belangrijk onderdeel van het bedrijfsvoeringsproces. Daarnaast wordt het personeelsbeleid nageleefd, de huisvesting (inclusief het paleis) beheerd en de organisatie en formatie op een dusdanige wijze ingevuld dat het kabinet zijn inhoudelijke taken naar behoren kan uitoefenen.

Ontvangsten

De ontvangsten van het kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit optie- en naturalisatiegelden.

2.7 Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten is het ondersteunen van de gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.

De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.

Aan het feit dat de gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

De bestuurlijke rol van de gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint Maarten, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).

C. Beleidswijzigingen

Er zijn voor 2021-2022 geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

2.133

2.610

2.204

2.204

2.204

2.204

2.204

        

Uitgaven

2.133

2.610

2.204

2.204

2.204

2.204

2.204

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Sint Maarten

2.133

2.610

2.204

2.204

2.204

2.204

2.204

        

Ontvangsten

92

75

75

75

75

75

75

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur Sint Maarten

Ondersteunen van de Gouverneur

Het kabinet verzamelt informatie aangaande politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en informeert de Gouverneur daarover. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. Het Kabinet voert de correspondentie namens de Gouverneur en begeleidt deze bij binnenlandse en buitenlandse bezoeken. Voorts behandelt en geleidt het Kabinet de aan de Gouverneur verrichte verzoekschriften door.

Bekrachtigen landsverordeningen en Landsbesluiten

De Gouverneur stelt alle landsregelgeving en landsbesluiten vast. Het Kabinet staat de Gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming.

Uitvoeringstaken

Het Kabinet draagt zorgt voor afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. In diverse verdragen en rijkswetten is bepaald dat de Gouverneur belast is met de uitvoering daarvan. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de Rijkswet op het Nederlanderschap. Zo geeft het Kabinet paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen, registreert en geleidt naturalisatieverzoeken door en organiseert de naturalisatieceremonies. Ook behandelt het Kabinet aanvragen voor militaire bijstand van de landsregering en aanvragen voor toestemming van vreemde militaire schepen en militaire luchtvaartuigen die de Sint Maartense wateren respectievelijk het luchtruim willen bezoeken dan wel willen doorkruisen.

Paspoortuitgifte aan ingezetenen Sint Maarten

De Voortgangscommissie Sint Maarten heeft zich in haar rapporten opeenvolgend positief uitgelaten over de bereikte resultaten bij de Burgeradministratie. Dit heeft ertoe geleid dat de Gouverneur de uitgifte van paspoorten aan ingezeten van Sint Maarten met ingang van 10 oktober 2011 heeft gemandateerd aan het Hoofd van de Burgeradministratie. Tegelijkertijd blijft het op 10-10-‘10 gesloten convenant, en het daarin opgenomen toezichtinstrument, onverkort van kracht. Op basis daarvan vindt, aan de hand van maandrapportages, maandelijks overleg plaats tussen het hoofd Burgeradministratie en de directeur van het Kabinet van de Gouverneur.

Ontvangsten

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft ontvangsten uit consulaire producten, naturalisaties en opties, nationale paspoorten, nooddocumenten en visa.

2.8 Artikel 9. Kiesraad

A. Algemene doelstelling

De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese Parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.

De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Nieuwe procedure vaststelling uitslag

De Kiesraad zal in 2022 voorbereidingen treffen voor de implementatie van een nieuwe procedure voor de vaststelling van verkiezingsuitslagen. Met het wetsvoorstel dat momenteel bij het parlement in behandeling is, krijgt de Kiesraad een aantal nieuwe wettelijke taken rondom de vaststelling van de uitslag (Kamerstukken II 2019/20, 35489, nr. 2). De Kiesraad zal voortaan voor alle verkiezingen verschillende controle-protocollen opstellen die aan de robuustheid van het proces en de betrouwbaarheid van de daarbij gebruikte programmatuur moeten bijdragen. De Kiesraad krijgt tevens bij verkiezingen waar het als centraal stembureau optreedt een ruimere controletaak bij de vaststelling van de uitslag.

Burgerforum Kiesstelsel

De regering heeft ter invulling van een van de aanbevelingen van het advies van de Staatscommissie parlementair stelstel (de commissie-Remkes) een wetsvoorstel in procedure gebracht tot wijziging van het kiesstelsel (Kamerstukken II 2020/21, 34430, nr. 18). Ter voorbereiding op een inwerkingtreding zullen in 2022 wijzigingen worden voorbereid in het digitaal hulpmiddel en zullen de interne procedures met betrekking tot de vaststelling van de uitslag in lijn met het voorstel worden gebracht.

Transitie naar verkiezingsautoriteit

Om de onpartijdigheid en de kwaliteit van het verkiezingsproces en de betrouwbaarheid van de verkiezingsuitslag ook in de toekomst boven elke twijfel verheven te laten zijn, wordt de rol van de Kiesraad in het verkiezingsstelsel verzwaard en zijn onpartijdige en onafhankelijke positie versterkt. In 2022 zal de Kiesraad de hiermee samenhangende voorbereidende werkzaamheden uitvoeren in de ontwikkeling tot een onafhankelijke verkiezingsautoriteit. Het gaat daarbij concreet om de werkzaamheden in verband met de nieuwe verantwoordelijkheid voor de digitale hulpmiddelen die worden gebruikt bij het optellen van de stemmen en de vaststelling van de uitslag, het stellen van bindende gebruiksvoorschriften en het uitvoeren van controles. Tevens wordt de Kiesraad belast met het publiek ontsluiten van de uitslagen van alle verkiezingen en de vaststelling van de modellen voor processen-verbaal. Naast zijn adviesrol krijgt de Kiesraad ook een instruerende, ondersteunende en beoordelende rol bij de uitvoering van de verkiezingen en de uitslagvaststelling en krijgt de Kiesraad aanvullende taken en bevoegdheden op het gebied van doorlopende kwaliteitsbevordering van de onderdelen van het verkiezingsproces, zoals de kandidaatstelling, de stemming en de uitslagvaststelling.

Digitaal hulpmiddel verkiezingen (DHV)

In 2021 is een aanbesteding gestart voor het beheer en onderhoud van Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV) en voor vernieuwingen in het digitaal hulpmiddel voor het berekenen van de uitslag en de zetelverdeling; de gunning van de opdracht is eind 2021/begin 2022 te verwachten. In 2022 zal gestart worden met de realisatie en implementatie van het digitaal hulpmiddel.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

2.637

6.148

6.074

5.920

6.258

5.770

5.770

        

Uitgaven

2.668

7.329

6.074

5.920

6.258

5.770

5.770

        

Institutionele inrichting

       

Kiesraad

2.668

7.329

6.074

5.920

6.258

5.770

5.770

        

Ontvangsten

1

0

0

0

0

0

0

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kiesraad

De Kiesraad is belast met uitgaven die betrekking hebben op vaste – verplichte – zaken zoals de personele exploitatie, externe inhuur, materieel en loonkosten voor het secretariaat van de Kiesraad. Doelmatigheid, juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.

De Kiesraad is belast met uitgaven in directe relatie tot de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, het Europese parlement en het kennis- en informatiepunt, zoals de beheerkosten van automatiseringssoftware, aanschaf hardware, communicatieadvies en communicatiemiddelen.

3. Niet-beleidsartikelen

3.1 Artikel 10. Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 14 Budgettaire gevolgen artikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

        

Nog te verdelen

       

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Nog te verdelen

Loon- en prijsbijstelling

Vanuit dit artikel wordt de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen geboekt.

4. Bijlagen

Bijlage 1: ZBO's en RWT's

Tabel 15 Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen (vallend onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)

Naam organisatie

RWT/ZBO

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen (bedragen x € 1.000)

Uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet1

Volgende evaluatie ZBO

Kiesraad

ZBO

artikel 9

3.700

Valt onder Kaderwet sinds 2013

Was voorzien in 2019, maar in verband met transitie Kiesraad nader te bepalen

X Noot
1

De Kiesraad staat sinds 2020 in het begrotingshoofdstuk 2B "overige Hoge Colleges van Staat "

Bijlage 2: Verdiepingshoofdstuk

Beleidsartikel 1. Raad van State

Uitgaven

Tabel 16 Uitgaven beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

65.597

62.846

62.376

62.376

62.376

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

10.520

6.498

6.320

5.450

5.450

Extrapolatie

67.806

Nieuwe mutaties

1.643

6.384

5.939

5.938

5.938

1.403

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

1.475

1.413

1.403

1.403

1.403

1.403

2. Bedrijfsvoering Raad van State

 

4.730

4.730

4.730

4.730

4.920

3. Implementatie Wet open overheid

320

190

190

190

190

190

       

Stand ontwerpbegroting 2022

77.760

75.728

74.635

73.764

73.764

69.209

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021.

2. Bedrijfsvoering Raad van State

Dit betreft een structurele overheveling van middelen van de aanvullende post voor de eerder ingezette professionalisering van advisering en de uitvoering van de IV-kalender .

3. Implementatie Wet open overheid

Dit betreft een overheveling van de aanvullende post voor de implementatie en uitvoering van de Wet open overheid.

Ontvangsten

Tabel 17 Ontvangsten beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

0

0

0

0

0

Extrapolatie

1.950

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2022

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

Beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer

Uitgaven

Tabel 18 Uitgaven beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

33.544

34.077

34.083

34.084

34.084

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

592

124

174

258

257

Extrapolatie

34.326

Nieuwe mutaties

955

897

917

4.157

1.047

1.083

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

741

753

753

753

753

753

2. Huisvesting Algemene Rekenkamer

150

180

200

3.440

330

330

       

Stand ontwerpbegroting 2022

35.091

35.098

35.174

38.499

35.388

35.409

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021.

2. Huisvesting Algemene Rekenkamer

Dit betreft een overheveling van middelen die op de aanvullende post staan en worden ingezet voor de gebruikerskosten die de Algemene Rekenkamer maakt in het kader van de renovatie en tijdelijke huisvesting.

Ontvangsten

Tabel 19 Ontvangsten beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

0

0

0

0

0

Extrapolatie

1.017

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2022

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

Beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman

Uitgaven

Tabel 20 Uitgaven beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

20.812

20.914

20.934

20.934

20.934

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

794

1.948

2.221

2.362

2.336

Extrapolatie

23.211

Nieuwe mutaties

575

377

377

377

377

413

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

411

413

413

413

413

413

       

Stand ontwerpbegroting 2022

22.181

23.239

23.532

23.673

23.647

23.624

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021.

Ontvangsten

Tabel 21 Ontvangsten beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

0

0

0

0

0

Extrapolatie

2.539

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2022

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

Beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

Uitgaven

Tabel 22 Uitgaven beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

4.595

4.595

4.596

4.596

4.146

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

400

0

0

0

0

Extrapolatie

4.146

Nieuwe mutaties

679

96

96

96

87

90

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

99

99

99

99

90

90

2. Eindejaarsmarge

583

       

Stand ontwerpbegroting 2022

5.674

4.691

4.692

4.692

4.233

4.236

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021.

2. Eindejaarsmarge

Dit betreft de doorverdeling van de eindejaarsmarge. De eindejaarsmarge wordt ingezet voor bedrijfsvoeringsprocessen.

Ontvangsten

Tabel 23 Ontvangsten beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

199

199

199

199

199

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

0

0

0

0

0

Extrapolatie

199

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2022

199

199

199

199

199

199

Beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Uitgaven

Tabel 24 Uitgaven beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

1.958

1.958

1.958

1.958

1.958

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

635

0

0

0

0

Extrapolatie

1.958

Nieuwe mutaties

63

43

43

43

43

43

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

43

43

43

43

43

43

       

Stand ontwerpbegroting 2022

2.656

2.001

2.001

2.001

2.001

2.001

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021.

Ontvangsten

Tabel 25 Ontvangsten beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

60

60

60

60

60

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

0

0

0

0

0

Extrapolatie

60

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2022

60

60

60

60

60

60

Beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Uitgaven

Tabel 26 Uitgaven beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

2.968

2.968

2.968

2.968

2.968

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

492

0

0

0

0

Extrapolatie

2.968

Nieuwe mutaties

93

64

64

64

64

64

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

64

64

64

64

64

64

       

Stand ontwerpbegroting 2022

3.553

3.032

3.032

3.032

3.032

3.032

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021.

Ontvangsten

Tabel 27 Ontvangsten beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

200

200

200

200

200

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

0

0

0

0

0

Extrapolatie

200

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2022

200

200

200

200

200

200

Beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Uitgaven

Tabel 28 Uitgaven beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

2.157

2.157

2.157

2.157

2.157

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

386

0

0

0

0

Extrapolatie

2.157

Nieuwe mutaties

67

47

47

47

47

47

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

47

47

47

47

47

47

       

Stand ontwerpbegroting 2022

2.610

2.204

2.204

2.204

2.204

2.204

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021.

Ontvangsten

Tabel 29 Ontvangsten beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

75

75

75

75

75

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

0

0

0

0

0

Extrapolatie

75

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2022

75

75

75

75

75

75

Beleidsartikel 9. Kiesraad

Uitgaven

Tabel 30 Uitgaven beleidsartikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

4.947

2.616

2.466

2.466

2.466

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

2.136

3.400

3.400

3.738

3.250

Extrapolatie

5.716

Nieuwe mutaties

246

58

54

54

54

54

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

110

58

54

54

54

54

       

Stand ontwerpbegroting 2022

7.329

6.074

5.920

6.258

5.770

5.770

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021.

Ontvangsten

Tabel 31 Ontvangsten beleidsartikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

0

Niet-beleidsartikel 10. Nog onverdeeld

Uitgaven

Tabel 32 Uitgaven artikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Stand ontwerpbegroting 2021

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van wijziging 2021

Mutatie amendement 2021

Mutatie 1e suppletoire begroting 2021

4.325

2.890

2.876

2.876

2.867

Extrapolatie

2.867

Nieuwe mutaties

‒ 4.325

‒ 2.890

‒ 2.876

‒ 2.876

‒ 2.867

‒ 2.867

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

‒ 2.990

‒ 2.890

‒ 2.876

‒ 2.876

‒ 2.867

‒ 2.867

2. Eindejaarsmarge

‒ 1.335

       

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

0

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling 2021

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2021 naar de artikelen van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

2. Eindejaarsmarge

Dit betreft de doorverdeling van de eindejaarsmarge naar de artikelen van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Bijlage 3: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Op verzoek van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV).

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.

In de begroting Koninkrijksrelaties (IV) is het totale overzicht van de Rijksuitgaven Caribisch Nederland te vinden. Hieronder is de uitsplitsing van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begroting overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) weergegeven. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Tabel 33 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak

Bijdrage

realisatie

ontwerpbegroting 2022

   

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Totaal uitgaven

  

339

400

400

400

400

400

400

          

Artikel 3 Nationale ombudsman

339

400

400

400

400

400

400

Institutionele inrichting

R

S

339

400

400

400

400

400

400

Toelichting

Artikel 3 Nationale Ombudsman

Institutionele inrichting

Dit betreft een rijkstaak: het uitvoeren van eerstelijns klachtbehandeling voor Caribisch Nederland.

De Nationale ombudsman is sinds 2010 bevoegd klachten te behandelen over overheidsinstanties van het Rijk in Caribisch Nederland en sinds 2012 ook over de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Voor de openbare lichamen is de Nationale ombudsman eerstelijns klachtbehandelaar. Dat betekent dat burgers een klacht over de openbare lichamen ook direct aan de Nationale ombudsman kunnen voorleggen. Het betreft daarmee een structurele rijkstaak.

Mei 2018 is een plan van aanpak met een missie en visie vastgesteld. Daarin is teruggekeken op het werk van de Nationale ombudsman in Caribisch Nederland sinds 10-10-10 en vooruit gekeken naar de periode 2018-2026. In het plan van aanpak zijn twee doelstellingen neergelegd. De eerste is dat de Nationale ombudsman zichtbaar moet zijn voor de burgers in Caribisch Nederland en hen op weg moet kunnen helpen. De tweede doelstelling is dat de Nationale ombudsman wil bijdragen aan goed bestuur op de eilanden door de beginselen van het klachtrecht onder de aandacht te brengen bij de overheid.