Gepubliceerd: 31 mei 2021
Indiener(s): Kajsa Ollongren (viceminister-president , minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (D66)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35850-VII-2.html
ID: 35850-VII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2020‒2021

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 8 april 2021 de incidentele suppletoire begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II 2020/21, 35801, nr. 1) en op 29 april 2021 de tweede incidentele suppletoire begroting 2021 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II 2020/21, 35826, nr. 1). De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten-Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,K.H. Ollongren

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De eerste suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2021. De stand van de eerste suppletoire begroting wordt vanaf de stand van de ontwerpbegroting 2021 opgebouwd (Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 1).

De stand van de vastgestelde begroting 2021 is inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 73, het amendement van de leden Smeulders en Nijboer (Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 35) en de eerste en tweede incidentele suppletoire begrotingen (Kamerstukken 2020/21, 35801, nr. 1 en Kamerstukken II 2020/21, 35823, nr. 1).

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV 2021

Artikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

1. Openbaar bestuur en democratie

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

2. Nationale Veiligheid

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

3. Woningmarkt

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 5 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.Ontvangsten: 10 mln.

4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 2 mln.

7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 4 mln.

10. Groningen versterken en perspectief

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.Ontvangsten: 4. mln.

11. Centraal apparaat

Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.Ontvangsten: 2 mln.

12. Algemeen

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

13. Nog onverdeeld

Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.Ontvangsten: 1 mln.

Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.Ontvangsten: 2 mln.

Onderstaand is het overzicht te vinden van uitgaven in verband met coronamaatregelen per artikel.

Tabel 2 Extracomptabele tabel coronamaatregelen (bedragen x € 1.000)

Artikelnummer

naam maatregel/regeling

Bedrag verplichtingen 2021

Bedrag uitgaven 2021

Bedrag ontvangsten 2021

Relevante Kamerstukken

1

Aanvullende maatregelen Tweede Kamer verkiezingen

4.900

49.000

0

Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 73

1

Grenstesten

12.000

12.000

0

Kamerstukken II 2020/21, 35823, nr. 1

4

Regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen (SUVIS)

100.000

100.000

0

Kamerstukken II 2020/21, 35570 VII, nr. 73

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2021 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Uitgaven 2021

Vastgestelde begroting 20211

 

7.224.853

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Huurtoeslag

3

64.600

2) Woningbouwimpuls

3

200.000

3) Informatiehuishouding en actieve openbaarmaking

6 + 7 + 11

70.300

4) Overdracht pachtboerderijen

9

31.100

5) Bestuursakkoord Groningen

10

385.588

6) Raming versterkingsoperatie Groningen

10 + 11

400.000

7) Overlopende middelen Groningen 2020

10

126.549

8) Batch 1588

10

57.000

9) Doc-Direkt

11

40.736

10) Loon- en prijsbijstelling

13

57.728

11) Overige mutaties

 

65.919

Stand 1e suppletoire begroting 2021

 

8.724.373

X Noot
1

Incl. ISB, NvW en amendementen

Toelichting

1) Huurtoeslag

Op basis van de ramingen uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB en de uitvoeringscijfers van de Belastingdienst is de raming voor de huurtoeslag bijgesteld. De uitgaven voor de huurtoeslag vallen grotendeels als gevolg van de coronacrisis hoger uit. Dit komt vooral door een hogere werkloosheid en een lagere inkomensontwikkeling.

2) Woningbouwimpuls

Dit betreffen de middelen voor de derde tranche van de woningbouwimpuls. De middelen worden vanaf de Aanvullende Post overgeboekt naar de begroting van het Ministerie van BZK en via een kasschuif in het juiste ritme gezet.

3) Informatiehuishouding en actieve openbaarmaking

De middelen die in de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) zijn gereserveerd voor het structureel verbeteren van de informatiehuishouding en actieve openbaarmaking worden aan de BZK-begroting toegevoegd. De middelen zijn bestemd voor de implementatie van het generieke actieplan ‘Open op Orde’ binnen de Rijksoverheid (Kamerstukken II 2020/21, 29362, nr. 291).

4) Overdracht pachtboerderijen

In 2021 worden de pachtboederijen door BZK verkocht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Afgelopen jaar zijn de pachtboerderijen getaxeerd en is de overnamesom uitgekomen op een bedrag van € 31,1 mln. Dit bedrag zal het RVB aan BZK betalen. Met deze middelen zal BZK het herstelprogramma van de pachtboederijen financieren en worden de pachtboerderijen door het RVB resultaatneutraal overgenomen.

5) Bestuursakkoord Groningen

Voor de uitvoering van het Bestuursakkoord Groningen in 2021 worden middelen overgeboekt van de Aanvullende Post naar de begroting van BZK. De middelen voor de jaren 2022 en verder zijn op de aanvullende post geboekt.

6) Raming versterkingsoperatie Groningen

Dit betreft de meerjarige raming voor de uitgaven in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Het gaat hier om zowel de kosten die direct gerelateerd zijn aan de versterkingsoperatie als de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Deze uitgaven zullen in rekening gebracht worden bij de NAM. De raming zal gedurende het jaar geactualiseerd worden en indien noodzakelijk in de tweede suppletoire begroting worden bijgesteld. In de Kamerbrief van 31 maart 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 33529, nr. 866) is de raming van de meerjarige versterkingskosten toegelicht. Dit is een schatting op basis van de huidige kennis van de verwachte kosten die worden verwerkt in de heffing op de NAM. De heffing wordt uiteindelijk achteraf, nadat de kosten gemaakt zijn, opgelegd aan de NAM en is gebaseerd op de daadwerkelijk gemaakte kosten.

Het betreft ook de btw-component van de uitgaven. Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen (Kamerstukken II 2017/18, 33529, nr. 493) is de btw-component voor rekening van de Staat, deze kosten kunnen dan ook niet worden doorbelast aan de NAM.

7) Overlopende middelen Groningen 2020

In 2020 is € 60 mln. aan middelen voor het Nationaal Programma Groningen (NPG) niet meer tot betaling gekomen. Het betreft middelen voor de projecten Toukomst (door en voor de Groningers zelf) en de programmaplannen van de gemeenten en de provincie. Daarnaast betreft het middelen die in 2020 niet tot besteding zijn gekomen voor onder andere de subsidie Energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma, het woonbedrijf en projecten in Appingedam. De middelen worden daarom toegevoegd aan het budget voor 2021.

8) Batch 1588

Vanaf de Aanvullende Post worden middelen overgeboekt voor de tweede tranche van de versterking van 1588 adressen in Groningen.

9) Doc-Direkt

Het betreft personele en materiële uitgaven voor Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten die gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) worden ontvangen.

10) Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2021 van de loon- en prijsbijstelling wordt toegevoegd aan de BZK-begroting.

Tabel 4 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2021 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
 

Artikelnummer

Ontvangsten 2021

Vastgestelde begroting 20211

 

648.031

Belangrijkste suppletoire mutaties

  

1) Huurtoeslag

3

‒ 32.200

2) Overdracht pachtboerderijen

9

31.100

3) Ontvangsten versterkingsoperatie 2020

10 + 11

207.300

4) Raming versterkingsoperatie Groningen

10 + 11

220.715

5) Doc-Direkt

11

38.406

6) Overige mutaties

 

6.397

Stand 1e suppletoire begroting 2021

 

1.119.749

X Noot
1

Incl. ISB, NvW en amendementen

Toelichting

1) Huurtoeslag

Op basis van de ramingen van het Centraal Planbureau (CEP) en de uitvoeringscijfers van de Belastingdienst is de raming voor de huurtoeslag bijgesteld. Er zijn lagere ontvangsten bij de huurtoeslag. In verband met de coronacrisis is er een milder incassoregime. Daarnaast zijn er minder en lagere terugvorderingen als gevolg van het eerder in het proces controleren van aanvragen door de Belastingdienst.

2) Overdracht pachtboerderijen

In 2021 worden de pachtboederijen door BZK verkocht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Afgelopen jaar zijn de pachtboerderijen getaxeerd en is de overnamesom uitgekomen op een bedrag van € 31,1 mln. Dit bedrag zal het RVB aan BZK betalen. Met deze middelen zal BZK het herstelprogramma van de pachtboederijen financieren. en worden de pachtboerderijen door het RVB resultaatneutraal overgenomen.

3) Ontvangsten versterkingsoperatie 2020

Het betreft de nog te ontvangen bijdrage van de NAM voor de versterkingsoperatie uitgaven in het derde en vierde kwartaal van 2020. Doordat de uitgaven voor de versterkingsoperatie achteraf aan de NAM gedeclareerd worden, loopt het ritme van de uitgaven en ontvangsten niet gelijk.

4) Raming versterkingsoperatie Groningen

Dit betreft de meerjarige ontvangsten voor uitgaven in het kader van de versterkingsopgave in Groningen. Het gaat hier om zowel de kosten die direct gerelateerd zijn aan de versterkingsoperatie als de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Deze uitgaven zullen in rekening gebracht worden bij de NAM. De raming zal gedurende het jaar geactualiseerd worden en indien noodzakelijk in de tweede suppletoire begroting worden bijgesteld. Doordat de uitgaven voor de versterkingsoperatie achteraf aan de NAM gedeclareerd worden, loopt het ritme van de gedesaldeerde uitgaven en ontvangsten niet gelijk. Hiervoor is het kasritme van de meerjarige ontvangstenreeks aangepast middels een kasschuif.

5) Doc-Direkt

Doc-Direkt heeft gedurende het jaar inkomsten van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten zijn ter dekking van de uitgaven van Doc-Direkt.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Openbaar bestuur en democratie (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

67.334

16.900

84.234

17.337

101.571

6.912

8.916

8.632

8.212

garantieverplichtingen (indien van toepassing)

         
          

Uitgaven

66.153

16.900

83.053

17.337

100.390

6.912

8.916

8.632

8.212

          

1.1 Bestuur en regio

9.324

12.000

21.324

16.497

37.821

9.806

9.806

9.806

8.898

Subsidies (regelingen)

         

Oorlogsgravenstichting (OGS)

3.501

0

3.501

0

3.501

0

0

0

0

Bestuur en regio

857

0

857

1.190

2.047

0

0

0

0

Opdrachten

         

Bestuur en regio

4.465

0

4.465

‒ 1.718

2.747

‒ 1.250

‒ 1.250

‒ 1.250

0

Grenstesten Duitsland Covid-19

0

12.000

12.000

0

12.000

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Diverse bijdragen

465

0

465

550

1.015

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Groeiopgave Almere

0

0

0

9.277

9.277

8.898

8.898

8.898

8.898

Evides

0

0

0

6.250

6.250

1.250

1.250

1.250

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         

Bijdragen internationaal

36

0

36

0

36

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RVB

0

0

0

40

40

0

0

0

0

RWS

0

0

0

908

908

908

908

908

0

          

1.2 Democratie

56.829

4.900

61.729

840

62.569

‒ 2.894

‒ 890

‒ 1.174

‒ 686

Subsidies (regelingen)

         

Politieke partijen

25.853

0

25.853

1.957

27.810

1.400

2.400

2.400

2.400

Comité 4/5 mei

116

0

116

0

116

0

0

0

0

ProDemos

8.125

0

8.125

0

8.125

0

0

0

0

Verbinding inwoner en overheid

2.493

0

2.493

0

2.493

0

0

0

0

Toerusting en ondersteuning politieke ambtdragers

3.227

0

3.227

0

3.227

0

0

0

0

Weerbaar bestuur

899

0

899

0

899

0

0

0

0

St Thorbeckeleerstoel

99

0

99

0

99

0

0

0

0

Opdrachten

         

Verbinding inwoner en overheid

2.772

4.900

7.672

‒ 1.654

6.018

‒ 4.250

‒ 3.250

‒ 3.588

‒ 3.100

Toerusting en ondersteuning politieke ambtdragers

930

0

930

14

944

14

14

14

14

Weerbaar bestuur

1.785

0

1.785

‒ 532

1.253

‒ 6

‒ 2

0

0

Inkomensoverdrachten

         

Toerusting en ondersteuning politieke ambtdragers

6.982

0

6.982

0

6.982

0

0

0

0

Vergoeding rouwvervoer

0

0

0

20

20

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Diverse bijdragen

1.339

0

1.339

1.700

3.039

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         

Bijdrage internationaal

170

0

170

0

170

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Dienst Publiek en Communicatie

821

0

821

0

821

0

0

0

0

RVIG

0

0

0

3

3

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Gemeentefonds (H50)

1.166

0

1.166

‒ 616

550

0

0

0

0

Provinciefonds (H51)

52

0

52

‒ 52

0

‒ 52

‒ 52

0

0

          

Ontvangsten

24.765

0

24.765

0

24.765

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 97,1% juridisch verplicht.

1.1 Bestuur en regio

Subsidies (regelingen)

Bestuur en regio

Vanuit het instrument Opdrachten wordt circa € 0,7 mln. herschikt om de subsidies voor de organisatie van de Dag van de Stad 2021 en grensoverschrijdende jongerenevenementen op het juiste instrument te verantwoorden. Daarnaast wordt de bijdrage (circa € 0,4 mln.) aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) voor de ondersteuning Covid-19 maatregelen verlengd en als subsidie verstrekt. Tot slot zijn de niet-bestede middelen als gevolg van Covid-19 uit 2020 (€ 0,1 mln.) voor diverse activiteiten van Agenda Stad doorgeschoven naar 2021.

Opdrachten

Bestuur en regio

Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder de reallocatie van circa € 0,7 mln. naar het instrument Subsidies (regelingen) om de middelen voor de Dag van de Stad 2021 en grensoverschrijdende jongerenevenementen op het juiste instrument te verantwoorden. Daarnaast is met de provincie Zeeland overeenstemming bereikt over de afhandeling van de ontvlechting van Evides uit de Provinciale Zeeuwsche Electriciteits-Maatschappij (PZEM). Vanuit het Rijk wordt een incidentele bijdrage geleverd van € 10 mln. Door het Ministerie van BZK wordt cumulatief € 5 mln. bijgedragen. Hiervoor wordt voor de periode 2021-2024 jaarlijks € 1,25 mln. herschikt naar het instrument Bijdrage aan medeoverheden. Tot slot is € 0,3 mln. voor diverse opdrachten, de herijking verdeling provinciefonds en onderzoek middelen jeugd doorgeschoven van 2020 naar 2021 als gevolg van Covid-19.

Bijdrage aan medeoverheden

Groeiopgave Almere

Naar aanleiding van de Verantwoordingsonderzoeken van de Algemene Rekenkamer voor de jaren 2018 en 2019 hebben de fondsbeheerders van het gemeentefonds en het provinciefonds alle bestaande decentralisatie-uitkeringen (DU's) getoetst op beleids- en bestedingsvrijheid. Als gevolg hiervan zijn diverse DU's per 1-1-2021 beëindigd en de middelen (die meerjarig overgeboekt waren naar het gemeente- en/of provinciefonds) teruggeboekt op de begroting van het Ministerie van BZK. Dit betreft onder meer de decentralisatie-uitkering Groeiopgave Almere.

Evides

Voor de afhandeling van de ontvlechting van Evides uit de Provinciale Zeeuwsche Electriciteits-Maatschappij (PZEM) levert het Rijk een incidentele bijdrage van € 10 mln. Door het Ministerie van BZK wordt cumulatief € 5 mln. bijgedragen. Hiervoor wordt voor de periode 2021-2024 jaarlijks € 1,25 mln. herschikt vanuit het instrument Opdrachten. De overige € 5 mln. wordt generaal toegevoegd aan de begroting van BZK.

Bijdrage aan agentschappen

RWS

Met Rijkswaterstaat zijn afspraken gemaakt over de financiering van een Kenniscentrum explosieven Tweede Wereldoorlog ten behoeve van gemeenten. Vanuit het gemeentefonds kunnen geen bijdragen aan Rijkswaterstaat worden overgemaakt. Daarom worden de middelen overgeheveld naar de begroting van BZK.

1.2 Democratie

Subsidies (regelingen)

Politieke partijen

Het amendement van het Tweede Kamerlid Arib (Kamerstukken II 2015/16, 34485 VII, nr. 5) beoogt te voorkomen dat een structurele ramingsbijstelling bij de fractiekostenregeling ten koste gaat van de controlerende en wetgevende taak van de Staten-Generaal. Ter dekking van dit amendement worden vanaf 2021 middelen aan de begroting van het Ministerie van BZK toegevoegd. Daarnaast ontvangt BZK circa € 0,6 mln. van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het Politieke Partijen Programma (PPP) van Shiraka voor buitenlandse activiteiten van politieke partijen (zoals bedoeld in artikel 4 van de Wet Financiering Politieke Partijen) met zusterpartijen in de Arabische regio, gericht op de opbouw van een solide functionerend democratisch meerpartijensysteem.

Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

Dit betreft diverse mutaties ten behoeve van het beschikbaar stellen van meerjarige middelen aan de Kiesraad. De middelen zijn bedoeld voor investeringen in het digitaal hulpmiddel uitslagberekening en voor de capaciteit en deskundigheid van de Kiesraad, zodat het digitaal hulpmiddel op een adequate manier beheerd en onderhouden kan worden. Daarnaast ontvangt de Kiesraad € 0,2 mln. voor personele ondersteuning bij de transitie naar een verkiezingsautoriteit. Ook wordt circa € 1,1 mln. gerealloceerd naar «artikel 11 Centraal apparaat» voor de capaciteitsuitgaven voor onder meer de implementatie Tijdelijke wet maatregelen Covid-19, de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen en het programma hervorming parlementair stelsel. Tot slot wordt circa € 0,4 mln. gerealloceerd naar «artikel 6 Overheidsdienstverlening en Informatiesamenleving» voor een bijdrage aan het Leer- en Expertisepunt Open Overheid (LEOO) ten behoeve van de uitvoering van werkzaamheden voor het Actieplan Open Overheid 2020-2022.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

Vanuit «artikel 6 Overheidsdienstverlening en Informatiesamenleving» wordt € 1,7 mln. gerealloceerd voor de City Deal Zicht op Ondermijning. Dit project heeft als doel om data gedreven preventieve maatregelen te kunnen nemen om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan.

3.2 Artikel 2. Nationale veiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2 Nationale veiligheid (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

316.767

0

316.767

1.397

318.164

‒ 299

413

134

81

          

Uitgaven

316.767

0

316.767

1.397

318.164

‒ 299

413

134

81

          

AIVD apparaat

300.705

0

300.705

1.397

302.102

‒ 299

413

134

81

AIVD geheim

16.062

0

16.062

0

16.062

0

0

0

0

          

Ontvangsten

14.714

0

14.714

0

14.714

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 2 is 100% juridisch verplicht.

Uitgaven

AIVD apparaat

De mutatie van € 1,4 mln. wordt met name veroorzaakt door een incidentele bijdrage van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) ten behoeve van ketensamenwerking.

3.3 Artikel 3. Woningmarkt

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 Woningmarkt (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

4.838.493

450.000

5.288.493

238.791

5.527.284

61.232

50.067

33.513

28.198

          

Uitgaven

4.828.368

450.000

5.278.368

238.796

5.517.164

61.237

50.072

33.513

28.198

          

3.1 Woningmarkt

4.354.268

0

4.354.268

71.459

4.425.727

63.203

48.878

32.723

28.198

Subsidies (regelingen)

         

Bevordering eigen woningbezit

4.000

0

4.000

0

4.000

0

0

0

0

Binnenstedelijke Transformatiefaciliteit

20.000

0

20.000

0

20.000

0

0

0

0

Woningmarkt

4.349

0

4.349

2.962

7.311

0

0

0

0

Opdrachten

         

WSW risicovoorziening

0

0

0

104

104

0

0

0

0

Woningmarkt

3.435

0

3.435

599

4.034

5

5

0

0

Inkomensoverdrachten

         

Huurtoeslag

4.311.085

0

4.311.085

62.964

4.374.049

62.700

48.600

33.200

28.900

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Woningmarkt

3.066

0

3.066

0

3.066

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Woningmarkt

0

0

0

2.000

2.000

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Dienst van de Huurcommissie

7.261

0

7.261

2.700

9.961

0

0

0

0

ILT (Autoriteit Woningcorporaties)

970

0

970

0

970

0

0

0

0

RVO.nl (uitvoeringskosten BEW)

100

0

100

0

100

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Financiën en Nationale Schuld (H9)

2

0

2

130

132

498

273

‒ 477

‒ 702

          

3.3 Woningbouw

474.100

450.000

924.100

167.337

1.091.437

‒ 1.966

1.194

790

0

Opdrachten

         

Woningbouwimpuls

250

0

250

250

500

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Woningbouwimpuls

473.600

0

473.600

147.693

621.293

‒ 1.931

1.194

790

0

Volkshuisvestingsfonds

0

450.000

450.000

‒ 356

449.644

‒ 18

0

0

0

Ouderenhuisvesting

0

0

0

20.000

20.000

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Woningbouwimpuls

250

0

250

‒ 250

0

‒ 17

0

0

0

          

Ontvangsten

406.400

‒ 18.400

388.000

‒ 32.096

355.904

‒ 38.300

‒ 38.700

‒ 33.400

‒ 30.300

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 99,9% juridisch verplicht.

3.1 Woningmarkt

Subsidies (regelingen)

Woningmarkt

Op grond van artikel 91 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Wet FinBES) kan een bijzondere uitkering worden verstrekt. Gelet op artikel 92, lid 2, onderdeel c van de Wet FinBES kan aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor het kalenderjaar 2021 een bijdrage worden toegekend voor de kosten van de verhuurdersubsidie 2020/2021 en voor sociale minima die particulier (moeten) huren, van respectievelijk USD 1.318.324 (€ 1,1 mln.), USD 366.000 (€ 0,3 mln.) en USD 245.000 (€ 0,2 mln.).

Daarnaast wordt circa € 1,3 mln. van 2020 geschoven naar 2021 voor initiatieven waarmee kennis en ervaring wordt opgedaan met alternatieve woonvormen, zoals de wooncoöperatie.

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

Op basis van de ramingen uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het CPB en de uitvoeringscijfers van de Belastingdienst is de raming voor de huurtoeslag bijgesteld. De uitgaven voor de huurtoeslag vallen grotendeels als gevolg van de coronacrisis hoger uit. Dit komt vooral door een hogere werkloosheid en een lagere inkomensontwikkeling.

Bijdrage aan medeoverheden

Woningmarkt

Als onderdeel van de woondeal met de Metropoolregio Amsterdam verstrekt het Rijk een bijdrage van € 2 mln. voor de Corridorstudie Amsterdam-Hoorn voor de versnelling van woningbouw rondom drie stationslocaties. De studie wordt in 2021 afgerond en de uitgaven schuiven daarom door van 2020 naar 2021.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst van de Huurcommissie

De Dienst van de Huurcommissie (DHC) maakt in 2021 tijdelijk extra kosten door verschillende wetswijzigingen die dit jaar van kracht worden, zoals de wetswijziging die huurverlaging mogelijk maakt.

3.3. Woningbouw

Bijdrage aan medeoverheden

Woningbouwimpuls

De mutaties bestaan voornamelijk uit de overheveling van € 100 mln. in 2022 en € 100 mln. in 2023 vanuit de Aanvullende Post naar de begroting van het Ministerie van BZK voor de derde tranche van de woningbouwimpuls. Deze middelen zijn in het juiste kasritme gezet door de in totaal € 200 mln. naar 2021 te schuiven.

Daarnaast wordt binnen het instrument € 20 mln. gerealloceerd voor de ouderenhuisvesting. Daarnaast is het budget voor de woningbouwimpuls in 2020 met circa € 14 mln. overschreden vanwege de afdracht aan het btw-compensatiefonds. De overschrijding wordt ingehouden op het budget voor 2021. Voor projecten in 2021 wordt circa € 11 mln. afgedragen aan het btw-compensatiefonds.

Op grond van artikel 91 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Wet FinBES) kan een bijzondere uitkering worden verstrekt. Gelet op artikel 92, lid 2, onderdeel c van de Wet FinBES kan aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor het kalenderjaar 2021 een bijdrage worden toegekend voor het oplossen van knelpunten in de woningbouw van respectievelijk USD 75.000 (€ 0,06 mln) , USD 75.000 (€ 0,06 mln) en USD 100.000 (€ 0,08 mln).

Ouderenhuisvesting

Binnen het instrument wordt € 20 mln. herschikt voor ouderenhuisvesting vanuit de woningbouwimpuls.

Ontvangsten

Op basis van de ramingen van het Centraal Planbureau (CEP) en de uitvoeringscijfers van de Belastingdienst is de raming voor de huurtoeslag bijgesteld. Er zijn lagere ontvangsten bij de huurtoeslag. In verband met de coronacrisis is er een milder incassoregime. Daarnaast zijn er minder en lagere terugvorderingen als gevolg van het eerder in het proces controleren van aanvragen door de Belastingdienst.

3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

378.329

100.000

478.329

‒ 13.983

464.346

10.181

‒ 27.982

‒ 7.550

‒ 1.750

          

Uitgaven

437.329

100.000

537.329

624

537.953

‒ 18.577

‒ 58.402

5.563

20.710

          

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

432.112

100.000

532.112

‒ 7.164

524.948

‒ 18.577

‒ 58.402

5.563

20.710

Subsidies (regelingen)

         

Energiebesparing Koopsector

18.500

0

18.500

74.400

92.900

‒ 7.200

‒ 10.400

3.000

0

Energiebesparing Huursector

37.000

0

37.000

‒ 1.200

35.800

0

0

0

0

Energietransitie en duurzaamheid

77.071

0

77.071

‒ 66.500

10.571

0

0

0

0

SAH

19.400

0

19.400

1.600

21.000

‒ 32.200

‒ 35.400

20.000

28.000

Warmtefonds

67.000

0

67.000

‒ 39.600

27.400

7.200

10.400

‒ 3.000

0

Opdrachten

         

Energietransitie en duurzaamheid

2.536

0

2.536

560

3.096

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Energietransitie en duurzaamheid

5.034

0

5.034

0

5.034

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Programma reductie energieverbruik

40.000

0

40.000

54.974

94.974

0

0

0

0

Aardgasvrije wijken

0

0

0

18.884

18.884

0

0

0

0

Ontzorging maatschappelijk vastgoed

0

0

0

15.000

15.000

0

0

0

0

Ventilatie in scholen

0

100.000

100.000

‒ 447

99.553

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

ILT (Handhaving Energielabel)

532

0

532

0

532

0

0

0

0

RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord)

47.254

0

47.254

‒ 23.675

23.579

17.649

‒ 1.875

200

1.000

Dienst Publiek en Communicatie

0

0

0

600

600

0

0

0

0

Diverse Agentschappen

600

0

600

‒ 600

0

0

0

0

0

RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)

11.221

0

11.221

16.117

27.338

2.882

943

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Gemeentefonds (H50)

94.199

0

94.199

‒ 46.684

47.515

6.000

‒ 10.000

‒ 5.000

0

EGO

10.409

0

10.409

‒ 9.543

866

‒ 9.858

‒ 10.020

‒ 7.587

‒ 6.240

Handhaving energielabel C

1.356

0

1.356

‒ 1.050

306

‒ 3.050

‒ 2.050

‒ 2.050

‒ 2.050

          

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

5.217

0

5.217

7.788

13.005

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

         

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

3.584

0

3.584

7.838

11.422

0

0

0

0

Opdrachten

         

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

1.570

0

1.570

‒ 50

1.520

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

ILT (Toezicht EU-Bouwregelgeving)

55

0

55

0

55

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

8

0

8

0

8

0

0

0

0

          

Ontvangsten

91

0

91

0

91

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 99,6% juridisch verplicht.

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies (regelingen)

Energiebesparing Koopsector

Voor de Subsidie Energiebesparing Eigen Huis (SEEH) was in het najaar van 2020 in de eerste instantie sprake van een vertraging op de uitputting van de regeling. Bij tweede suppletoire begroting 2020 is daarom € 40 mln. afgeboekt en deze middelen zijn nu weer toegevoegd aan het budget voor 2021. Het budget voor SEEH is uiteindelijk overschreden met € 5,7 mln. door aantrekken van de aanvragen in december 2020. De overschrijding van € 5,7 mln. wordt in mindering gebracht op het budget voor 2021.

Daarnaast worden er meerjarige middelen gerealloceerd binnen het instrument tussen Energiebesparing Koopsector en het Warmtefonds ten behoeve van de overvraag van woningeigenaren en VvE's op de SEEH-regeling en de voortzetting van de SEEH-regeling voor VvE's (Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 667).

Energiebesparing Huursector

In 2020 is het budget voor de regeling Stimuleringsregeling Energiebesparing Huursector (STEP) met € 1,2 mln. overschreden. De overschrijding wordt in mindering gebracht op het budget voor 2021.

Energietransitie en duurzaamheid

De regeling Reductie Energiegebruik Woningen (RREW) wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Hiervoor wordt in totaal € 55 mln. gerealloceerd naar de instrumenten Bijdrage aan medeoverheden en Bijdrage aan agentschappen om de specifieke uitkering en de uitvoeringskosten voor RVO op het juiste instrument te verantwoorden. Met deze middelen kunnen gemeenten huurders en eigenaar-bewoners stimuleren energie te besparen in hun woning.

Daarnaast wordt € 2,1 mln. herschikt naar het instrument Bijdrage aan agentschappen voor de uitvoering van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) door RVO. Tevens wordt € 9 mln. herschikt naar het instrument Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken in het kader van de BZK-bijdrage aan de ophoging van de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) met het doel om particuliere koopwoningen op een warmtenet aan te sluiten.

SAH

Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder de reallocatie van € 16,8 mln. van de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) vanuit het instrument Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken. Daarnaast schuift € 3,2 mln. van 2020 naar 2021, omdat een openstaande verplichting in 2020 niet meer tot betaling is gekomen. De uitbetaling vindt plaats in 2021.

Tot slot worden de beschikbare middelen voor de SAH-regeling in het juiste kasritme gezet op basis van de prognose van RVO. Uitbetaling van de middelen loopt naar verwachting tot en met 2028. Het is nu nog niet mogelijk om de middelen in het juiste kasritme te zetten voor 2027 en 2028. Komende jaren zullen daarom aanvullende kasschuiven nodig zijn om de juiste middelen naar 2027 en 2028 te schuiven.

Warmtefonds

Binnen het instrument worden meerjarige middelen gerealloceerd tussen Energiebesparing Koopsector en het Warmtefonds ten behoeve van de overvraag van woningeigenaren en VvE's op de SEEH-regeling en de voortzetting van de SEEH-regeling voor VvE's (Kamerstukken II 2020/21, 32813, nr. 667).

Bijdrage aan medeoverheden

Programma reductie energieverbruik

Dit betreft voornamelijk de reallocatie van circa € 54,4 mln. vanuit het instrument Subsidies voor specifieke uitkeringen in het kader van de regeling RREW. Met deze middelen kunnen gemeenten huurders en eigenaar-bewoners stimuleren energie te besparen in hun woning. Daarnaast is er in 2020 € 0,6 mln. minder uitgegeven. De middelen worden toegevoegd aan de begroting in 2021.

Aardgasvrije wijken

Voor het restant van de tweede tranche proeftuinen aardgasvrije wijken wordt circa € 18,8 mln. herschikt vanuit het instrument Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden.

Specifieke uitkering Groningse proeftuinen aardgasvrije wijken

In 2021 wordt een specifieke uitkering voor de Groningse proeftuinen aardgasvrije wijken overgemaakt. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17 lid 2 van de Financiële-verhoudingenwet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente/provincie zijn opgenomen.

Tabel 9 Specifieke uitkering Groningse proeftuinen aardgasvrije wijken (bedragen in €)

Gemeente

Bedragen incl. btw

btw-compensatiefonds

Bedragen excl. btw

Eemsdelta

Voormalige gemeente Delfzijl : 5.165.425

Voormalige gemeente Loppersum: 5.201.736

Totaal Eemsdelta: 10.367.161

Voormalige gemeente Delfzijl: 171.835

Voormalige gemeente Loppersum 271.829

Totaal Eemsdelta: 443.664

Voormalige gemeente Delfzijl: 4.993.590

Voormalige gemeente Loppersum: 4.929.907

Totaal Eemsdelta: 9.923.497

Midden-groningen

3.991.163

121.531

3.869.632

Het Hogeland

4.000.000

0

4.000.000

De regio Aardbevingsgebied Groningen kent, naast de aardbevingsproblematiek, een groot aantal kansen en uitdagingen. Rijk en regio adresseren deze met elkaar in een samenwerkingsagenda. De Minister van BZK heeft middels de Kamerbrief van 6 november 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 33529, nr. 830) aan de Tweede Kamer aangekondigd vooruitlopend op deze agenda in gesprek te gaan met gemeenten met als doel vier proeftuinen op te nemen in het programma aardgasvrije wijken.

Gekozen is voor vier wijken/dorpen die in het aardbevingsgebied vallen en waarvoor in het kader van de tweede ronde proeftuinen reeds een aanvraag was ingediend, maar die destijds niet zijn geselecteerd. Aan de betreffende gemeenten is gevraagd om het oorspronkelijke plan aan te scherpen en aan te vullen vóór een besluit tot toekenning zou worden genomen. Alle vier de plannen voldoen aan de basisvereisten die gesteld zijn aan de tweede ronde proeftuinen. De precieze afspraken zijn opgenomen in de beschikkingen. De vier gebieden worden een onderdeel van het programma aardgasvrije wijken, nemen deel in het kennis- en leerprogramma en worden opgenomen in de monitoringssystematiek van het programma.

Hierdoor wordt in totaal € 18,3 mln. extra geïnvesteerd (incl. btw) in Groningen. Hiervan gaat circa € 0,6 mln. naar het btw-compensatiefonds. Gezien de noodzaak bewoners toekomstperspectief te bieden en de breed gedragen wens in de regio om van het aardgas af te gaan, acht het Rijk dit nodig om de kansen in Groningen te benutten en slim te koppelen aan andere transities in het gebied.

De Algemene Rekenkamer heeft erop gewezen dat van belang is een zekere sturing te geven op toegekende budgetten. Voor de proeftuinen met een aardgasvrije wijk wordt daarom gekozen voor een specifieke uitkering. Tegelijkertijd vindt het kabinet nog steeds van groot belang dat partijen ervaring op doen met experimenten. Daarom is gekozen voor een specifieke uitkering met ruime beleids- en bestedingsvrijheid. De eenmalige uitkering wordt verstrekt voor de in de aanvraag genoemde activiteiten die tot doel hebben om via een wijkgerichte aanpak bestaande woningen en andere gebouwen aardgasvrij of aardgasvrij-ready te maken met het oog op leren hoe de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Onder aardgasvrij-ready wordt in dit verband verstaan de situatie waarin de gebouwen gereed zijn om van het aardgas af te gaan maar definitieve aansluiting van de wijk op de duurzame warmtebron plaatsvindt na 2028. Een wijk is een aaneengesloten geografisch gebied waarbinnen alle gebouwen deel uitmaken van de aanpak. 

Specifieke uitkering aardgasvrij in het kader van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid

In 2021 wordt een specifieke uitkering voor het NPRZ overgemaakt. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17 lid 2 van de Financiële-verhoudingenwet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente/provincie zijn opgenomen.

Tabel 10 Specifieke uitkering NPRZ (bedragen in €)

Gemeente

Bedrag

Rotterdam

18.000.000

Op 3 december 2018 heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de Regio Deal Rotterdam-Zuid aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2018/19, 29697, nr. 57). Een van de afspraken in de Regio Deal is het ontwikkelen van nieuwe proposities voor het aardgasvrij maken van (delen van) wijken van Rotterdam-Zuid. Hiervoor is (uit de Klimaatenvelop van het kabinet – middelen in het kader van het PAW) € 18 mln. beschikbaar. Zoals gemeld aan de Tweede Kamer (kamerstuk 2020/21, 82847, nr.739) is deze bijdrage afgesproken in het kader van de Regio Deal Rotterdam-Zuid. De gemeente Rotterdam heeft een voorstel opgeleverd (‘Duurzaamheid in het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ)’, definitieve versie maart 2021) waarmee nadere invulling wordt gegeven aan deze bestaande afspraak tussen Rijk en regio.

De gemeente zal de bijdrage benutten om de energietransitie in kwetsbare wijken op Rotterdam-Zuid een impuls te geven, als onderdeel van het Nationaal Programma Rotterdam-Zuid (NPRZ). Een groot deel (ca de helft) van de rijksbijdrage gaat naar de bekostiging van de onrendabele top voor particuliere woningbezitters in de NPRZ-wijken Pendrecht en Reyeroord bij de overstap op een warmtenet. Dit als onderdeel van de gebiedsaanpakken aardgasvrij die in deze wijken plaatsvinden waarbij ook veel corporatiebezit wordt verduurzaamd. Daarnaast gaat een deel naar overige projecten voor verduurzaming en aardgasvrij-ready maken van woningen (o.a. VVE’s) en overige gebouwen zoals horeca, kerken en winkels (ca een derde). Tot slot wordt nadrukkelijk inhoud gegeven aan de verbinding met de sociaaleconomische opgaven in het NPRZ-gebied, middels bijvoorbeeld een energiehuis en een leer-werktraject. Centrale vraag is wat er nodig is om de energietransitie handen en voeten te geven in kwetsbare wijken. Een andere leervraag is hoe de energietransitie kan worden verbonden aan andere opgaven in het gebied zodat zowel de bewoner als de wijk daarvan profiteren.

Ontzorging maatschappelijk vastgoed

Vanuit het instrument Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken wordt € 15 mln. gerealloceerd om de middelen voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed en het aansluiten van koopwoningen op warmtenetten op het juiste instrument te verantwoorden.

Bijdrage aan agentschappen

RVO.nl (uitvoering Energieakkoord)

Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder een kasschuif voor de ontzorgingsregeling die zich richt op het realiseren van reductie van CO2-uitstoot van kleine mkb-ers. Om tot een doelmatige regeling te komen is het noodzakelijk dat een deel van de middelen beschikbaar is in 2022. Daarvoor wordt € 20 mln. geschoven naar 2022. Daarnaast zijn er bij tweede supletoire begroting 2020 middelen afgeboekt die nu weer worden toegevoegd aan de begroting. Het betreft middelen voor de uitvoeringskosten van SEEH (€ 2 mln.) en voor de subsidieregeling voor hybride warmtepompen (€ 3,5 mln.). Ook schuiven de in 2020 niet-bestede middelen voor het digitaal platform door naar 2021 als gevolg van een vertraging in het gunningstraject van het digitale platform.

Tot slot worden voor de SAH middelen uit 2022 en 2023 in het juiste kasritme gezet voor de periode 2024-2026 en worden meerjarig middelen voor uitvoeringskosten van RVO binnen het instrument gerealloceerd. Dit betreffen uitvoeringskosten voor onder andere het Kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed, de renovatieversneller, het nationaal programma regionale energie strategieën (NP RES) en werkzaamheden in het kader van het energielabel.

RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid)

Dit betreffen voornamelijk mutaties binnen het instrument, waarbij meerjarige middelen worden gerealloceerd voor uitvoeringskosten van RVO voor onder andere het Kennis- en innovatieplatform verduurzaming maatschappelijk vastgoed, de renovatieversneller, het NP RES en werkzaamheden in het kader van het energielabel.

Daarnaast zijn er verschillende mutaties in het kader van de RVO jaaropdracht en wordt vanuit het instrument Subsidies (regelingen) circa € 0,6 mln. herschikt voor de uitvoeringskosten van de regeling RREW en € 2,1 mln. voor de uitvoering van het PAW door RVO.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Gemeentefonds (H50)

Het gaat hier om diverse mutaties, waaronder het herschikken van € 18,8 mln. voor de tweede tranche proeftuinen aardgasvrije wijken en € 15 mln. voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed en het aansluiten van koopwoningen op warmtenetten, naar het instrument Bijdrage aan medeoverheden om de middelen op het juiste instrument te verantwoorden.

Bij de tweede suppletoire begroting 2020 is € 16,8 mln. van het SAH-budget beschikbaar gesteld voor PAW. Dit wordt nu weer gecorrigeerd door € 16,8 mln. te realloceren naar het instrument Subsidies (regelingen) ten behoeve van de SAH-regeling. Tot slot worden de meerjarige middelen voor de derde tranche proeftuinen aardgasvrije wijken en deals aardgasvrije wijken in het juiste kasritme gezet.

EGO

Binnen het instrument wordt € 15 mln. gerealloceerd voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed en het aansluiten van koopwoningen op warmtenetten. Daarnaast is € 9 mln. herschikt vanuit het instrument Subsidies (regelingen) in het kader van de BZK-bijdrage aan de ophoging van de ISDE. In totaal wordt hiervoor vanuit BZK € 24 mln. overgeboekt naar het Ministerie van EZK met het doel om particuliere koopwoningen op een warmtenet aan te sluiten.

Daarnaast worden meerjarige middelen overgeboekt naar het Ministerie van EZK voor de subsidieregelingen en uitvoeringskosten van Missiegedreven Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie (MOOI), Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI) en Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma's (MMIP) Energie-innovaties in de gebouwde omgeving. Ook wordt voor de periode 2021-2025 jaarlijks € 0,7 mln. aanvullend bijgedragen aan het Kennisplatform Energietransitie Maatschappelijk Vastgoed (KEMV) en wordt circa € 0,5 mln. overgeboekt naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor de financiering van het Kennis- en innovatieplatform Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed.

Handhaving energielabel C

In het Bouwbesluit is vastgelegd dat per 1 januari 2023 een kantoor energielabel C of beter moet hebben om nog als kantoor gebruikt te mogen worden. De handhavingslasten van gemeenten worden via de Algemene uitkering van het gemeentefonds uitgekeerd. Hiervoor zijn de meerjarige middelen in het juiste kasritme geplaatst en worden overgeboekt naar het gemeentefonds en het btw-compensatiefonds.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidies (regelingen)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Voor de kosten die zijn ontstaan door de invoering van (Europese) regelgeving wordt € 3,7 mln. toegevoegd aan deze regeling. Daarnaast is er in 2020 € 1,5 mln. te veel overgeboekt naar het btw-compensatiefonds voor de ontzorging maatschappelijk vastgoed. De terug ontvangen middelen van het btw-compensatiefonds worden weer toegevoegd aan de begroting 2021. Tot slot worden overlopende verplichtingen en daarmee niet-bestede middelen in 2020 meegenomen naar 2021.

3.5 Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5 Ruimtelijke ordening en omgevingswet (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

98.757

15.000

113.757

‒ 371

113.386

2.051

‒ 490

479

95

          

Uitgaven

98.757

15.000

113.757

‒ 371

113.386

2.051

‒ 490

479

95

          

5.1 Ruimtelijke ordening

59.973

15.000

74.973

‒ 9.571

65.402

1.501

‒ 890

79

‒ 305

Subsidies (regelingen)

         

Programma Ruimtelijk Ontwerp

1.500

0

1.500

‒ 1.200

300

0

0

0

0

Basisregistraties

830

0

830

‒ 450

380

‒ 300

‒ 300

‒ 300

‒ 300

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

300

0

300

0

300

0

0

0

0

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

0

0

0

70

70

0

0

0

0

Opdrachten

         

Programma Ruimtelijk Ontwerp

1.378

0

1.378

18

1.396

109

109

143

0

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

57

0

57

1.563

1.620

0

0

0

0

Gebiedsontwikkeling

6.121

0

6.121

‒ 2.823

3.298

2.495

0

0

0

Geo-informatie

0

0

0

50

50

0

0

0

0

Ruimtegebruik bodem (diversen)

270

0

270

‒ 270

0

‒ 265

‒ 265

‒ 265

‒ 265

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

1.702

0

1.702

‒ 30

1.672

116

190

265

265

Windenergie op zee

285

0

285

‒ 285

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Kadaster (Basisregistraties)

26.205

0

26.205

290

26.495

395

395

395

395

Geo-informatie

2.136

0

2.136

647

2.783

0

0

0

0

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

6.229

0

6.229

‒ 5.719

510

0

0

0

0

Diverse bijdragen

431

0

431

779

1.210

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Diversen projecten ruimtelijke kwaliteit

3.110

0

3.110

‒ 2.550

560

‒ 890

‒ 860

0

0

Gebiedsontwikkeling

0

15.000

15.000

‒ 40

14.960

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RVB

2.484

0

2.484

1.009

3.493

241

241

241

0

RWS (Leefomgeving)

6.345

0

6.345

‒ 729

5.616

‒ 400

‒ 400

‒ 400

‒ 400

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

450

0

450

84

534

0

0

0

0

RIVM

140

0

140

‒ 76

64

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Infrastructuur en Waterstaat (H12)

0

0

0

91

91

0

0

0

0

          

5.2 Omgevingswet

38.784

0

38.784

9.200

47.984

550

400

400

400

Subsidies (regelingen)

         

Eenvoudig Beter

0

0

0

80

80

0

0

0

0

Opdrachten

         

Eenvoudig Beter

540

0

540

425

965

0

0

0

0

Aan de Slag

12.763

0

12.763

‒ 11.116

1.647

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Kadaster

21.642

0

21.642

‒ 190

21.452

0

0

0

0

Geonovum

0

0

0

1.403

1.403

0

0

0

0

ICTU

0

0

0

750

750

0

0

0

0

Aan de Slag

0

0

0

125

125

0

0

0

0

Diverse bijdragen

0

0

0

65

65

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Aan de Slag

274

0

274

‒ 274

0

0

0

0

0

Eenvoudig Beter

0

0

0

240

240

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RWS (Eenvoudig beter)

600

0

600

‒ 600

0

0

0

0

0

Aan de Slag

2.965

0

2.965

18.207

21.172

550

400

400

400

Diverse agentschappen

0

0

0

85

85

0

0

0

0

          

Ontvangsten

3.824

0

3.824

95

3.919

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 89,7% juridisch verplicht.

5.1 Ruimtelijke ordening

Subsidies (regelingen)

Programma Ruimtelijk Ontwerp

Voor het Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp 2021 ‒ 2024 wordt € 1,2 mln. overgeheveld naar de begroting van het Ministerie van OCW. Dit actieprogramma is een vierjarig stimuleringsprogramma om de inzet van ruimtelijk ontwerp bij maatschappelijke opgaven te versterken. Met deze middelen wordt de inzet van ontwerpers zoals architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten gefinancierd.

Basisregistraties

Het beheer van de Basisregistratie Grootschalige Topografie wordt met ingang van 2021 overgedragen van het Samenwerkingsverband Basisregistratie Grootschalige Topografie aan het Kadaster. Hiervoor wordt meerjarig € 0,3 mln. gerealloceerd van deze regeling naar het instrument Bijdrage aan ZBO's/RWT's.

De werkzaamheden voor het Omgevingsloket Online, de voorganger van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO), worden langzaam afgebouwd en overgenomen voor het Serviceteam Rijk. Hiervoor wordt circa € 0,4 mln. gerealloceerd van deze regeling naar artikelonderdeel 5.2.

Opdrachten

Basisregistraties Ondergrond (BRO)

Voor opdrachten in het kader van communicatie, technische ondersteuning, implementatie en juridisch advies voor het programma Basisregistraties Ondergrond (BRO) wordt € 1,2 mln. gerealloceerd van het instrument Bijdrage aan ZBO's/RWT's naar deze regeling. Daarnaast lopen verschillende opdrachten uit 2020 over de jaargrens heen, waardoor er circa € 0,4 mln. wordt doorgeschoven naar 2021.

Gebiedsontwikkeling

Van het ontwikkelbudget gebiedsontwikkeling komt in 2021 € 2,5 mln. niet meer tot besteding vanwege verder vooronderzoek en nog te doorlopen aanbestedingsprocedures. De middelen die hiervoor begroot waren worden daarom doorgeschoven naar 2022.

Ruimtegebruik bodem (diversen)

Binnen het instrument Opdrachten wordt structureel circa € 0,3 mln. gerealloceerd van deze regeling naar Ruimtelijk instrumentarium (diversen).

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

Binnen het instrument Opdrachten wordt in 2021 circa € 0,6 mln. en structureel circa € 0,3 mln. gerealloceerd van Ruimtegebruik bodem (diversen) en Windenergie op zee naar deze regeling.

Voor een onderzoek van het CBS ten behoeve van het bestand Bodemgebruik 2017 en overige ruimtelijke statistieken 2021 wordt circa € 0,4 mln. gerealloceerd van deze regeling naar het instrument Bijdrage aan ZBO's/RWT's.

Windenergie op zee

Binnen het instrument Opdrachten wordt in 2021 circa € 0,3 mln. gerealloceerd van deze regeling naar Ruimtelijk instrumentarium (diversen).

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster (Basisregistraties)

Het beheer van de Basisregistratie Grootschalige Topografie wordt met ingang van 2021 overgedragen van het Samenwerkingsverband Basisregistratie Grootschalige Topografie naar het Kadaster. Hiervoor wordt meerjarig € 0,3 mln. gerealloceerd van deze regeling naar het instrument Bijdrage aan ZBO's/RWT's van artikelonderdeel 5.2.

Geo-informatie

Geonovum ontvangt een gebundelde bijdrage voor de programma's BRO en Doorontwikkeling in Samenhang Geo. Binnen dit instrument wordt hiervoor circa € 0,6 mln. gerealloceerd van Basisregistraties Ondergrond (BRO) naar deze regeling.

Basisregistratie Ondergrond (BRO)

TNO ontvangt een bijdrage van circa € 3,1 mln. voor de realisatie van de Landelijke Voorziening Basisregistratie Ondergrond (LV BRO). Deze bijdrage loopt via het Ministerie van EZK.

Voor opdrachten in het kader van communicatie, technische ondersteuning, implementatie en juridisch advies voor het programma Basisregistraties Ondergrond (BRO) wordt € 1,2 mln. gerealloceerd van deze regeling naar het instrument Opdrachten.

Geonovum ontvangt een gebundelde bijdrage voor de programma's BRO en Doorontwikkeling in Samenhang Geo. Binnen dit instrument wordt hiervoor circa € 0,6 mln. gerealloceerd van deze regeling naar Geo-informatie.

Diverse bijdragen

Voor een onderzoek van het CBS ten behoeve van het bestand Bodemgebruik 2017 en overige ruimtelijke statistieken 2021 wordt circa € 0,4 mln. gerealloceerd van het instrument Opdrachten naar deze regeling.

Bijdrage aan medeoverheden

Diverse projecten ruimtelijke kwaliteit

De werkzaamheden voor het Omgevingsloket Online, de voorganger van het DSO, worden langzaam afgebouwd en overgenomen voor het Serviceteam Rijk. Hiervoor wordt circa € 2,6 mln. gerealloceerd van deze regeling naar artikelonderdeel 5.2.

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Het RVB ontvangt een bijdrage van circa € 1 mln. voor beide Rijksadviseurs in het College van Rijksadviseurs (Cra) en het werkbudget voor de ondersteuning van de Rijksadviseurs.

RWS (Leefomgeving)

De werkzaamheden voor het Omgevingsloket Online, de voorganger van het DSO, worden langzaam afgebouwd en overgenomen voor het Serviceteam Rijk. Hiervoor wordt structureel € 0,4 mln. gerealloceerd van deze regeling naar artikelonderdeel 5.2.

Voor de inhuur van externe expertise ten behoeve van het programma Stikstof wordt circa € 0,3 mln. gerealloceerd van dit instrument naar begrotingsartikel 11.

5.2 Omgevingswet

Opdrachten

Eenvoudig Beter

Voor de ontwikkeling van een database voor de Crisis- en herstelwet (Chw) wordt binnen het instrument Opdrachten circa € 0,2 mln. gerealloceerd van de regeling Aan de Slag naar deze regeling, zodat deze uitgaven op de juiste regeling verantwoord worden.

Voor de Monitor van het DSO wordt binnen het instrument Opdrachten € 0,1 mln. gerealloceerd van de regeling Aan de Slag naar deze regeling, zodat deze uitgaven op de juiste regeling verantwoord worden.

Aan de Slag

Voor de ontwikkeling van fase-1 van het DSO en de invoeringsondersteuning van het DSO wordt in totaal circa € 9,9 mln. gerealloceerd naar de instrumenten Bijdrage aan medeoverheden en Bijdrage aan agentschappen om deze middelen op het juiste instrument te verantwoorden.

Voor de Monitor van het DSO wordt binnen het instrument Opdrachten circa € 0,1 mln. gerealloceerd van deze regeling naar de regeling Eenvoudig Beter. In hetzelfde kader wordt er ook circa € 0,2 mln. gerealloceerd naar het instrument Bijdrage aan medeoverheden. Hierdoor worden de uitgaven voor de Monitor van het DSO op de juiste regeling en het juiste instrument verantwoord.

Voor de ontwikkeling van een database voor de Crisis- en herstelwet (Chw) wordt binnen het instrument Opdrachten circa € 0,2 mln. gerealloceerd van deze regeling naar de regeling Eenvoudig Beter, zodat deze uitgaven op de juiste regeling verantwoord worden.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Geonovum

Voor de ontwikkeling van fase-1 van het DSO en de invoeringsondersteuning van het DSO wordt circa € 1,4 mln. gerealloceerd naar de instrumenten Bijdrage aan medeoverheden en Bijdrage aan agentschappen om deze middelen op het juiste instrument te verantwoorden.

ICTU

Voor de Monitor van het DSO en de invoeringsondersteuning van het DSO wordt circa € 0,8 mln. gerealloceerd van de instrumenten Opdrachten en Bijdrage aan medeoverheden naar deze regeling om deze middelen op het juiste instrument te verantwoorden.

Bijdrage aan medeoverheden

Aan de Slag

Voor de Monitor van het DSO en de invoeringsondersteuning van het DSO wordt circa € 0,3 mln. gerealloceerd naar het instrument Bijdrage aan ZBO's/RWT's om deze middelen op het juiste instrument te verantwoorden.

Eenvoudig Beter

Voor de Monitor van het DSO wordt circa € 0,2 mln. gerealloceerd van het instrument Opdrachten naar deze regeling, zodat deze uitgaven op het juiste instrument verantwoord worden.

Bijdrage aan agentschappen

RWS (Eenvoudig Beter)

Voor de ontwikkeling van fase-1 van het DSO en de invoeringsondersteuning van het DSO wordt binnen het instrument Bijdrage aan agentschappen € 0,6 mln. gerealloceerd naar de regeling Aan de Slag.

Aan de slag

Voor de ontwikkeling van fase-1 van het DSO en de invoeringsondersteuning van het DSO wordt circa € 8,5 mln. gerealloceerd van het instrument Opdrachten naar deze regeling. Daarnaast worden er binnen het instrument middelen gerealloceerd van de regeling RWS (Eenvoudig Beter) naar deze regeling. Zo kunnen de uitgaven voor de ontwikkeling van fase-1 van het DSO en de invoeringsondersteuning van het DSO op het juiste instrument en de juiste regeling verantwoord worden.

De bijdrage van circa € 3,8 mln. die het Ministerie van BZK als vakdepartement doet voor de kosten van het beheer van het DSO en het Serviceteam Rijk wordt naar deze regeling gerealloceerd.

De werkzaamheden voor het Omgevingsloket Online, de voorganger van het DSO, worden langzaam afgebouwd en overgenomen voor het Serviceteam Rijk. Hiervoor wordt in 2021 circa € 3,0 mln. en meerjarig € 0,4 mln. gerealloceerd van artikelonderdeel 5.1 naar dit instrument.

Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft in 2020 € 3,4 mln. ontvangen voor de potentiële schade in het Stikstofluik bij de Borgstelling MKB-kredieten. Naar nu blijkt is beperkt gebruik gemaakt van deze regeling. De niet-bestede middelen worden weer overgeboekt naar de BZK-begroting. Op deze regeling betreft dit € 2,1 mln.

3.6 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

170.330

0

170.330

9.823

180.153

0

0

0

0

          

Uitgaven

170.330

0

170.330

9.823

180.153

0

0

0

0

          

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

77.798

0

77.798

6.971

84.769

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

         

Overheidsdienstverlening

2.149

0

2.149

23

2.172

0

0

0

0

Opdrachten

         

Informatiebeleid

7.937

0

7.937

0

7.937

0

0

0

0

Overheidsdienstverlening

10.707

0

10.707

‒ 1.748

8.959

0

0

0

0

Informatiesamenleving

2.216

0

2.216

0

2.216

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

CBS

35

0

35

0

35

0

0

0

0

KvK

5.279

0

5.279

0

5.279

0

0

0

0

ICTU

8.268

0

8.268

350

8.618

0

0

0

0

Diverse bijdragen

900

0

900

90

990

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Gemeenten

650

0

650

0

650

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         

Digitale dienstverlening

180

0

180

0

180

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RVO.nl

6.527

0

6.527

0

6.527

0

0

0

0

UBR

9.743

0

9.743

7.500

17.243

0

0

0

0

Logius

21.407

0

21.407

756

22.163

0

0

0

0

RvIG

150

0

150

0

150

0

0

0

0

Agentschap Telecom

1.600

0

1.600

0

1.600

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Buitenlandse Zaken (H5)

50

0

50

0

50

0

0

0

0

          

6.5 Identiteitsstelsel

35.432

0

35.432

3.897

39.329

0

0

0

0

Opdrachten

         

Identiteitsstelsel

5.476

0

5.476

0

5.476

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RvIG

29.956

0

29.956

3.897

33.853

0

0

0

0

          

6.6 Investeringspost digitale overheid

57.100

0

57.100

‒ 1.045

56.055

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

         

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

5.188

0

5.188

0

5.188

0

0

0

0

Opdrachten

         

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

14.385

0

14.385

‒ 2.270

12.115

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

KvK

166

0

166

0

166

0

0

0

0

ICTU

1.130

0

1.130

0

1.130

0

0

0

0

Diverse bijdragen

175

0

175

0

175

0

0

0

0

RDW

3.740

0

3.740

0

3.740

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RVO.nl

972

0

972

0

972

0

0

0

0

UBR

398

0

398

0

398

0

0

0

0

Diverse bijdragen

386

0

386

0

386

0

0

0

0

Logius

26.272

0

26.272

1.225

27.497

0

0

0

0

RvIG

2.504

0

2.504

0

2.504

0

0

0

0

DPC

1.784

0

1.784

0

1.784

0

0

0

0

          

Ontvangsten

959

0

959

5.878

6.837

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 84% juridisch verplicht.

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

Opdrachten

Overheidsdienstverlening

Om de capaciteitsuitgaven in het kader van digitale weerbaarheid en informatiebeveiliging op het juiste artikel te kunnen verantwoorden, wordt € 1,5 mln. naar artikel 11 Centraal apparaat gerealloceerd.

Daarnaast draagt het Ministerie van BZK bij aan de organisatie van de Conferentie Nederland Digitaal, hiervoor wordt circa € 0,2 mln. overgeboekt naar het Ministerie van EZK.

Bijdrage aan agentschappen

UBR

Naar aanleiding van de kabinetsreactie Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK), wordt € 7,5 mln. beschikbaar gesteld voor het programma PLOOI (platform open overheidsinformatie), voor het op orde brengen van de informatiehuishouding.

Logius

Logius ontvangt een bijdrage van circa € 0,8 mln. voor het programma eID en Ontzorging, die door de vertraging in relevante wetgeving nog niet is uitgevoerd.

6.5 Identiteitsstelsel

Bijdrage aan agentschappen

RvIG

De Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) ontvangt een bijdrage van € 3,9 mln. voor het programma Health Check Basisregistratie Personen (BRP), in het kader van de Ontwikkelagenda BRP. De bijdrage wordt gedekt uit de afrekening van het programma Health Check BRP.

6.6 Investeringspost digitale overheid

Opdrachten

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

In lijn met het besluit van de Interdepartementale Commissie Middelen in september 2020, wordt er € 1,7 mln. voor het project Zicht op Ondermijning voor 2021 ingezet. Het project heeft als doel om data gedreven preventieve maatregelen te kunnen nemen om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. Hiervoor worden de middelen gerealloceerd naar artikel 1 Openbaar bestuur en democratie.

Het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG) ondersteunt het RvIG met het autoriseren van huisartsenpraktijken voor de Authorisatielijst BSN (ALB lijst). Hiervoor ontvangt het CIBG circa € 0,3 mln., dit wordt overgeboekt naar het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Daarnaast wordt € 0,3 mln. overgeboekt naar het Ministerie van EZK voor een bijdrage aan TNO voor het onderzoeksprogramma Legal Engineering.

Bijdrage aan agentschappen

Logius

Door vertraging in de Wet Digitale Overheid (WDO) zijn activiteiten in het kader van eID vertraagd en in 2020 niet meer tot uitvoering gekomen. Logius ontvangt nu een bijdrage voor deze vertraagde activiteiten. De bijdrage wordt gedekt uit de afrekening van het programma eID.

Ontvangsten

Dit betreft diverse afrekeningen, waaronder de afrekening over 2020 van het programma Health Check BRP (circa € 3,9 mln.). Daarnaast betreft het een afrekening van het programma eID (circa € 1,2 mln.) en een afrekening van het programma eID en Ontzorging (circa € 0,8 mln.).

3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

34.264

0

34.264

58.069

92.333

150.730

149.518

124.530

124.548

          

Uitgaven

34.264

0

34.264

58.069

92.333

150.730

149.518

124.530

124.548

          

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

26.355

0

26.355

58.069

84.424

150.730

149.518

124.530

124.548

Subsidies (regelingen)

         

Diverse subsidies

638

0

638

0

638

0

0

0

0

Overlegstelsel

2.751

0

2.751

‒ 753

1.998

0

0

0

0

Bedrijfsvoeringsbeleid

205

0

205

250

455

0

0

0

0

Kwaliteit management rijksdienst

25

0

25

0

25

0

0

0

0

Opdrachten

         

Bedrijfsvoeringsbeleid

5.426

0

5.426

1.258

6.684

1.706

‒ 499

‒ 487

‒ 469

Kwaliteit Management Rijksdienst

2.773

0

2.773

0

2.773

0

0

0

0

Werkgeversbeleid

1.864

0

1.864

‒ 20

1.844

‒ 87

‒ 37

‒ 37

‒ 37

Informatiehuishouding

0

0

0

52.890

52.890

148.000

149.000

124.000

124.000

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

0

0

0

615

615

57

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Bedrijfsvoeringsbeleid

0

0

0

1.018

1.018

0

0

0

0

Werkgeversbeleid

1.700

0

1.700

0

1.700

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         

Werkgeversbeleid

0

0

0

37

37

37

37

37

37

Bijdrage aan agentschappen

         

UBR (Arbeidsmarktcommunicatie)

8.376

0

8.376

0

8.376

0

0

0

0

I-Functie Rijk

0

0

0

46

46

0

0

0

0

Bedrijfsvoeringsbeleid

275

0

275

1.122

1.397

1.017

1.017

1.017

1.017

Werkgeversbeleid

2.097

0

2.097

1.047

3.144

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Bedrijfsvoeringsbeleid

225

0

225

559

784

0

0

0

0

          

7.2 Pensioenen en uitkeringen

7.909

0

7.909

0

7.909

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Stichting Administratie Indonesische Pensioenen

7.909

0

7.909

0

7.909

0

0

0

0

          

Ontvangsten

64

0

64

0

64

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget van artikel 7 is 89,7% juridisch verplicht.

7.1 Werkgevers-en bedrijfsvoeringsbeleid

Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid

Deze mutatie van circa € 1,3 mln. betreft het saldo van een aantal reallocaties om uitgaven op de juiste instrumenten te kunnen verantwoorden. De voornaamste is een reallocatie van circa € 0,7 mln. voor de Nationale Cryptostrategie in 2021. Daarnaast betreft het overboekingen en reallocaties voor onder andere Datawarehouse, het programma Transitie Digi Inkoop en Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (MVI).

Informatiehuishouding

Het Ministerie van BZK ontvangt middelen van de Aanvullende Post voor informatiehuishouding en actieve openbaarmaking. Het betreft € 101 mln. in 2021, oplopend naar € 149 mln. in 2023. Hiervan is in totaal circa € 48,1 mln. gerealloceerd binnen de begroting van BZK en overgeboekt naar andere departementen en uitvoeringsorganisaties. Per saldo bedraagt de mutatie in 2021 derhalve circa € 52,9 mln. Die middelen zijn bestemd voor de implementatie van het generieke actieplan ‘Open op Orde’ binnen de Rijksoverheid (Kamerstukken II 2020/21, 29362, nr. 291).

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Bedrijfsvoeringsbeleid

Dit betreft reallocaties van circa € 0,8 mln. om bijdragen aan ICTU voor het Datawarehouse en het Individueel Klanttevredenheidsonderzoek op het juiste instrument te verantwoorden. Daarnaast wordt een aantal bijdragen (€ 0,3 mln.) uit 2020 vanwege vertragingen als gevolg van Covid-19 doorgeschoven naar 2021.

Bijdrage aan agentschappen

Bedrijfsvoeringsbeleid

Het Ministerie van BZK ontvangt diverse bijdragen van andere departmenten voor het programma HRM Inkoop. Een deel van de bijdragen voor HRM in het inkoopdomein wordt verantwoord op de instrumenten Subsidies (regelingen) en Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken, voor bijdragen aan de Ministeries van EZK en Financiën.

Daarnaast wordt circa € 0,5 mln. gerealloceerd om de bijdragen aan UBR en RVO voor respectievelijk transitie DigiInkoop en PIANOo op het juiste instrument te kunnen verantwoorden.

Werkgeversbeleid

Het betreft een reallocatie van € 0,5 mln. om de bijdragen voor Grenzeloos Samenwerken op het juiste instrument te verantwoorden en een reallocatie van circa € 0,3 mln. om diverse bijdragen aan RVO, SSC-ICT en Dictu voor onder andere banenafspraak en integriteit op het juiste instrument te verantwoorden. Tot slot wordt aantal bijdragen (€ 0,3 mln.) uit 2020 vanwege vertragingen als gevolg van Covid-19 doorgeschoven naar 2021.

3.8 Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 14 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

141.846

0

141.846

36.686

178.532

225

900

1.000

‒ 9.400

          

Uitgaven

141.846

0

141.846

36.686

178.532

225

900

1.000

‒ 9.400

          

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

76.631

0

76.631

1.040

77.671

225

900

1.000

‒ 9.400

Bijdrage aan agentschappen

         

RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis)

16.040

0

16.040

0

16.040

0

0

0

0

RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

46.919

0

46.919

720

47.639

225

900

1.000

‒ 9.400

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

3.245

0

3.245

0

3.245

0

0

0

0

RVB (Bijdrage voor monumenten)

2.870

0

2.870

0

2.870

0

0

0

0

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

7.557

0

7.557

320

7.877

0

0

0

0

          

9.2 Beheer materiële activa

65.215

0

65.215

35.646

100.861

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

RVB

12.156

0

12.156

‒ 130

12.026

0

0

0

0

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

4.802

0

4.802

31.566

36.368

0

0

0

0

RVB (Zakelijke lasten)

48.257

0

48.257

4.210

52.467

0

0

0

0

          

Ontvangsten

121.574

0

121.574

24.041

145.615

0

0

0

0

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 9 is 95,0% juridisch verplicht.

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

Bijdrage aan agentschappen

RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat)

Dit betreft een saldo van meerdere mutaties gerelateerd aan de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat.

Er worden middelen toegevoegd voor de programmakosten gerelateerd aan het project renovatie Binnenhof. Dit betreft € 3 mln. voor capaciteit die door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is ingezet voor activiteiten die gegeven hun aard bij het RVB apart gefinancierd worden, aangezien zij geen onderdeel vormen van het reguliere investeringsbudget bij huisvestingsprojecten

Ook worden er middelen toegevoegd voor een bijdrage aan het archeologisch onderzoek naar de historische graven onder de voormalig Hofkapel aan het Binnenhof binnen de gestelde randvoorwaarden. Naast deze bijdrage van circa € 0,3 mln. dragen ook het Ministerie van Algemene Zaken en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij aan de kosten.

Daarnaast is het kasritme van deze bijdrage aangepast. Hierdoor kunnen diverse Verzoeken tot Wijziging (VtW’s) van de gebruiker in de tijdelijke huisvesting B67 in uitvoering worden genomen, zoals bijvoorbeeld maatregelen in verband met Covid-19. Tevens worden met de aanpassing van het kasritme ook de aanvullende investeringen van het separate project voor Nieuwspoort en pers, waarvoor de gebruiker een deel van de huisvesting in de tijdelijke huisvesting B67 ter beschikking stelt, gefaciliteerd.

RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting)

Dit betreft activiteiten die in het kader van verschillende beleidsdoelen op het gebied van rijkshuisvesting worden uitgevoerd. De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en in het jaar t+1 afgerekend. Dit betreft de afrekening over 2020.

9.2 Beheer materiële activa

Bijdrage aan agentschappen

RVB

Door de verkoop van de pachtboerderijen aan het RVB nemen de uitgaven op de budgetten voor onderhoud en beheer, bijdrage aan het RVB voor de bijbehorende apparaatslasten, en de ontvangsten uit ingebruikgeving af. Als gevolg hiervan wordt deze bijdrage naar beneden bijgesteld met circa € 0,1 mln.

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

In 2021 worden de pachtboerderijen door BZK verkocht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Afgelopen jaar zijn de pachtboerderijen getaxeerd en is de overnamesom uitgekomen op een bedrag van € 31,1 mln. Dit bedrag zal het RVB aan BZK betalen. Met deze middelen zal BZK het herstelprogramma van de pachtboerderijen financieren en worden de pachtboerderijen door het RVB resultaatneutraal overgenomen.

Door de verkoop van de pachtboerderijen aan het RVB nemen de uitgaven op de budgetten voor onderhoud en beheer, bijdrage aan RVB voor de bijbehorende apparaatslasten en de ontvangsten uit ingebruikgeving af. Als gevolg hiervan wordt deze bijdrage naar beneden bijgesteld met circa € 0,6 mln.

RVB (Zakelijke lasten)

Het betreft de betaling van door gemeenten en waterschappen opgelegde belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat voor zover het niet de rijkshuisvesting betreft. De bijdrage wordt als voorschot verstrekt en in het jaar t+1 afgerekend. Dit betreft de afrekening over 2020.

Ontvangsten

In 2021 worden de pachtboerderijen door BZK verkocht aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Afgelopen jaar zijn de pachtboerderijen getaxeerd en is de overnamesom uitgekomen op een bedrag van € 31,1 mln. Dit bedrag zal het RVB aan BZK betalen. Met deze middelen zal BZK het herstelprogramma van de pachtboerderijen financieren en worden de pachtboerderijen door het RVB resultaatneutraal overgenomen.

Door de verkoop van de pachtboerderijen aan het RVB nemen de uitgaven op de budgetten voor onderhoud en beheer, bijdrage aan RVB voor de bijbehorende apparaatslasten en de ontvangsten uit ingebruikgeving af. Als gevolg hiervan wordt de raming van de ontvangsten naar beneden bijgesteld met circa € 1,6 mln. De ontvangsten uit de definitieve afrekening 2020 worden ingezet voor deze bijstelling.

De raming wordt dus enerzijds verhoogd met € 31,1 mln. vanwege de overnamesom die het RVB aan het Ministerie van BZK betaalt voor de pachtboerderijen. Anderzijds is de raming naar beneden bijgesteld met € 17,2 mln. Dit wordt ten eerste veroorzaakt door minder ontvangsten uit ingebruikgeving van vastgoed, voornamelijk door lagere (erf)pacht- en huuropbrengsten en door de juiste toewijzing van de materieel beheerder. Hierdoor verschuiven ontvangsten naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat. Dit betreft dubbel begrootte ontvangsten. Ten tweede wordt de raming naar beneden bijgesteld door een slinkende voorraad te verkopen BZK-objecten.

Tot slot omvatten de ontvangsten de definitieve afrekening 2020 van de bevoorschotting aan het RVB uit de begroting van BZK (VII). Deze worden ingezet voor diverse problematiek binnen begrotingsartikel 9.

3.9 Artikel 10. Groningen versterken en perspectief

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 10 Groningen versterken en perspectief (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

109.797

0

109.797

864.826

974.623

732.063

732.000

732.000

732.000

          

Uitgaven

114.297

0

114.297

864.826

979.123

732.063

732.000

732.000

732.000

          

Subsidies (regelingen)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma

10.400

0

10.400

206.495

216.895

0

0

0

0

Diverse subsidies

0

0

0

1.862

1.862

0

0

0

0

Opdrachten

         

Werk- en onderzoeksbudget

12.563

0

12.563

56.277

68.840

0

0

0

0

Versterkingsoperatie

6.334

0

6.334

328.479

334.813

732.000

732.000

732.000

732.000

Inkomensoverdrachten

         

Tegemoetkoming aan huurders

0

0

0

1.681

1.681

63

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Werk- en onderzoeksbudget

0

0

0

81

81

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

         

Nationaal Programma Groningen

75.000

0

75.000

51.376

126.376

0

0

0

0

Compensatie gemeenten en provincie

10.000

0

10.000

218.194

228.194

0

0

0

0

Diverse bijdragen

0

0

0

2

2

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

         

Diverse bijdragen

0

0

0

275

275

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Werk- en onderzoeksbudget

0

0

0

104

104

0

0

0

0

          

Ontvangsten

75.000

0

75.000

287.823

362.823

465.000

636.000

636.000

636.000

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget van artikel 10 is 100% juridisch verplicht.

Subsidies (regelingen)

Energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma

Middels de subsidieregeling Energiebesparing woningen bouwkundig versterkingsprogramma Groningenveld kan per woning € 7.000,- subsidie aangevraagd worden om een woning, die versterkt wordt, gelijktijdig te verduurzamen. In 2020 is circa € 27,2 mln. niet tot besteding gekomen. De verwachting is dat het beroep op de subsidie in 2021 zal toenemen. De middelen worden daarom toegevoegd aan het budget voor 2021.

Daarnaast worden in het kader van het Bestuursakkoord Groningen middelen van de Aanvullende Post naar de BZK begroting overgeboekt. Er worden middelen beschikbaar gesteld om eigenaren tegemoet te komen voor de langere doorlooptijd van de versterkingsoperatie, uitgestelde investeringen in onderhoud en woning verbetering ten gevolge van de gewekte verwachtingen dat de woning versterkt zou worden. Het gaat daarbij respectievelijk om de (overstap)vergoeding bij herbeoordeling (blok A, € 66,8 mln.), de tegemoetkoming voor lange doorlooptijden (blok C, € 30,6 mln.),  investeringen in toekomst­ perspectief (blok E, € 75 mln.) en uitvoeringskosten van Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) (€ 6,9 mln.).

Diverse subsidies

Vanuit het werk- en onderzoeksbudget worden diverse subsidies verstrekt aan Kennisplatform Leefbaar & Kansrijk en Gronings Perspectief. Om de subsidies op het juiste instrument te kunnen verantwoorden, worden de middelen gerealloceerd vanuit het instrument Opdrachten.

Opdrachten

Werk- en onderzoeksbudget

In het kader van het Bestuursakkoord Groningen worden middelen van de Aanvullende Post naar de BZK begroting overgeboekt. Het betreft met  name de middelen voor woningcorporaties voor woningverbetering en een deel tegemoetkoming gaat naar de huurders (blok E1, € 56 mln.). Daarnaast is € 5 mln. gereserveerd voor schrijnende gevallen.

Verder wordt een deel van het werk- en onderzoeksbudget gerealloceerd om diverse subsidies en bijdragen op de juiste instrumenten te kunnen verantwoorden.

Versterkingsoperatie

Dit betreft voornamelijk de raming voor de uitgaven die direct gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen in 2021 (€ 246,6 mln. excl. btw) en meerjarig (€ 636 mln. excl. btw). Deze uitgaven zullen in rekening gebracht worden bij de NAM. De raming zal gedurende het jaar geactualiseerd worden en indien noodzakelijk in de tweede suppletoire begroting 2021 en ontwerpbegroting 2022 worden bijgesteld. In de Kamerbrief van 31 maart 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 33529, nr. 866) is de raming van de meerjarige versterkingskosten toegelicht. Dit is een schatting op basis van de huidige kennis van de verwachte kosten die worden verwerkt in de heffing op de NAM. De heffing wordt uiteindelijk achteraf, nadat de kosten gemaakt zijn, opgelegd aan de NAM en is gebaseerd op de daadwerkelijk gemaakte kosten.

Daarnaast betreft het de raming voor de btw-component over de uitgaven die direct gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen in 2021 (€ 47,5 mln.) en meerjarig (€ 96 mln.). Op grond van het Akkoord op Hoofdlijnen (Kamerstukken II 2017/18, 33529, nr. 493) is de btw-component voor rekening van de Staat, deze kosten kunnen dan ook niet worden doorbelast aan de NAM.

In 2020 is er minder uitgegeven dan geraamd voor diverse projecten in onder andere Appingedam. Bij deze projecten is er gekozen om sloop/nieuwbouw te realiseren. De additionele middelen die daarvoor, bovenop de veiligheid, nodig zijn komen van het Rijk. Deze kunnen niet verhaald worden op de NAM. De in 2020 niet-bestede middelen (totaal € 22,2 mln.) worden doorgeschoven naar 2021. Tevens wordt € 5 mln. van de Aanvullende Post overgeboekt in het kader van het bestuursakkoord voor de knelpuntenpot van de NCG.

Ten slotte is er in 2020 € 7,2 mln. niet tot besteding gekomen voor het woonbedrijf. Er is in 2016 een opkoopregeling ingesteld waarin de NAM woningen opkoopt van bewoners die het aardbevingsgebied willen verlaten. Daarbij is afgesproken dat het Rijk de operationele kosten van het woonbedrijf zou dekken. De in 2020 niet-bestede middelen worden toegevoegd aan het budget voor 2021.

Inkomensoverdrachten

Tegemoetkoming aan huurders

Voor corporaties is sloop/nieuwbouw in de versterkingsopgave een kans om het woningbestand te moderniseren. Particuliere eigenaren kunnen de kosten van tijdelijke huisvesting verhalen op de NAM. Dit geldt niet voor de huurder. De huurders zijn hiervoor aangewezen op de corporatie als eigenaar. Om deze tijdelijke huisvesting ook voor de huurders mogelijk te maken is afgesproken om circa 1.100 huurders tegemoet te komen voor de kosten van tijdelijke huisvesting voor het betrekken van wisselwoningen en een deel tegemoetkoming voor de nutsvoorzieningen. Hiervoor worden middelen vanaf de aanvullende post overgeheveld naar de BZK begroting.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Programma Groningen

In 2020 is € 60 mln. voor het Nationaal Programma Groningen (NPG) niet meer tot betaling gekomen. Het betreft middelen voor de projecten Toukomst (door en voor de Groningers zelf) en de programmaplannen van de gemeenten en de provincie. De in 2020 niet-bestede middelen worden toegevoegd aan het budget voor 2021.

De activiteiten van het NPG waarvoor uitkeringen worden verstrekt kunnen activiteiten zijn waarover de provincie of de gemeenten btw verschuldigd zijn. Er wordt daarom € 8,7 mln. overgeboekt naar het Btw-compensatiefonds. Dit bedrag betreft de som van alle projecten in 2019 die een btw-component bevatten.

Specifieke uitkering NPG

In 2021 wordt een specifieke uitkering voor het NPG overgemaakt. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17 lid 2 van de Financiële-verhoudingenwet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente/provincie zijn opgenomen.

Het NPG bestuur heeft in de bestuursvergaderingen van 7 december 2020 en 12 februari 2021, waar ook het Ministerie van BZK zitting in heeft, positief besloten over een aantal projecten van de provincie Groningen en een aantal projecten van gemeenten met een totaalbedrag van € 101,2 mln. (incl. btw). Hiervan gaat € 1,3 mln. naar het Btw-compensatiefonds. De middelen zullen exclusief btw als specifieke uitkeringen worden overgemaakt naar de provincie Groningen, gemeente Eemsdelta, gemeente Groningen, gemeente Het Hogeland, gemeente Midden-Groningen en gemeente Oldambt. De goedgekeurde projecten hebben als doelstelling om Groningen meer toekomstperspectief te geven en het imago van Groningen te bevorderen. Dit draagt bij aan de versterking van de economie, het verduurzamen van de regio en het verbeteren van de leefbaarheid in de regio.

Tabel 16 Specifieke uitkering NPG (bedragen in €)

Gemeente/provincie

BCF Projecten 2021

Bedragen excl. btw

Eindtotaal incl. btw

Gemeente Eemsdelta

 

612.370

612.370

Gemeente Groningen

 

20.160

20.160

Gemeente Hogeland

306.409

4.077.491

4.383.900

Gemeente Midden-Groningen

376.151

14.149.262

14.525.413

Gemeente Oldambt

23.625

4.593.445

4.617.070

Provincie Groningen

572.059

76.388.633

76.960.692

Totaal

1.278.244

99.841.361

101.119.605

Compensatie gemeenten en provincie

In het kader van het Bestuursakkoord Groningen worden middelen van de Aanvullende Post overgeheveld naar de BZK begroting. Deze middelen worden ingezet ten behoeve van het gebiedsfonds deelclustering (blok B, € 52,2 mln.), gebiedsfonds (blok D, € 80,8 mln.) en specials (€ 7,4 mln.).

Daarnaast wordt er voor de tweede tranche van Batch 1588 € 57 mln. van de aanvullende post overgeheveld. De niet-bestede middelen in 2020 voor Batch 1588 en projecten in Appingedam worden ook toegevoegd aan het budget voor 2021 (€ 10 mln.).

Specifieke uitkeringen Batch 1588 en gebiedsfonds

In 2021 worden specifieke uitkeringen voor Batch 1588 en het gebiedsfonds overgemaakt. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17 lid 2 van de Financiële-verhoudingenwet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente/provincie zijn opgenomen.

In het hele aardbevingsgebied worden gebouwen versterkt, zodat de bewoners er veilig kunnen wonen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt met de regio om de huizen die vallen onder de Batch 1588 te versterken. De middelen worden aan de gemeente Eemsdelta, gemeente Groningen en gemeente Midden Groningen overgemaakt. Dit is gebaseerd op de realisatie van het aantal te versterken woningen per gemeente in Batch 1588, de wijze van uitvoering van versterken en de daarbij behorende kosten.

De verdeling voor een tweede tranche in 2021 ziet er als volgt uit:

Tabel 17 Specifieke uitkering Batch 1588 (bedragen in €)

Gemeente

2021

Eemsdelta

54.200.000

Groningen

21.700.000

Midden Groningen

15.200.000

Totaal

91.100.000

Op 6 november 2020 zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met de regio over de toekomst van de versterkingsoperatie. Vooruitlopend op de nadere uitwerkingen van deze middelen heeft de regio behoefte aan een voorschot van € 64,2 mln. (inclusief btw) uit het Gebiedsfonds (blok D). Hiervan wordt € 11,1 mln. in het Btw-compensatiefonds gestort. De middelen voor het gebiedsfonds kunnen ingezet worden om de infrastructuur en de kwaliteit van de openbare ruimte in het aardbevingsgebied in samenhang te verbeteren. Deze voorschot bijdrage zal middels specifieke uitkeringen excl. btw overgemaakt worden naar gemeente Eemsdelta, gemeente Groningen, gemeente Het Hogeland en gemeente Midden-Groningen.

Tabel 18 Specifieke uitkering gebiedsfonds blok D (bedragen €)

Gemeente

Voorschot gebiedsfonds

Btw

Voorschot incl. btw

Eemsdelta

39.962.673

8.392.162

48.354.835

Groningen

2.885.603

605.977

3.491.580

Het Hogeland

4.644.965

975.443

5.620.408

Midden-Groningen

5.530.467

1.161.399

6.691.866

Totaal

53.023.708

11.134.981

64.158.690

Ontvangsten

Dit betreft de raming voor de ontvangsten die samenhangen met de uitgaven die direct gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen in 2021 (€ 246,6 mln.) en meerjarig (€ 636 mln.). De uitgaven zullen in rekening gebracht worden bij de NAM. De raming zal gedurende het jaar geactualiseerd worden en indien noodzakelijk in de tweede suppletoire begroting 2021 en ontwerpbegroting 2022 worden bijgesteld. Doordat de uitgaven voor de versterkingsoperatie achteraf aan de NAM gedeclareerd worden, loopt het ritme van de gedesaldeerde uitgaven en ontvangsten niet gelijk. Hiervoor wordt het kasritme van de meerjarige ontvangstenreeks aangepast middels een kasschuif.

Daarnaast betreft het de nog te ontvangen bijdrage van de NAM voor de versterkingsoperatie uitgaven in het derde (€ 76,5 mln.) en vierde (€ 88 mln.) kwartaal van 2020. Doordat de uitgaven voor de versterkingsoperatie achteraf aan de NAM gedeclareerd worden, loopt het ritme van de uitgaven en ontvangsten niet gelijk.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 11. Centraal apparaat

Tabel 19 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

422.136

0

422.136

197.139

619.275

112.218

110.306

110.535

110.461

          

Uitgaven

422.136

0

422.136

197.139

619.275

112.218

110.306

110.535

110.461

          

Personele uitgaven

         

Eigen personeel

185.745

0

185.745

138.497

324.242

100.974

99.070

98.974

98.938

Inhuur externen

11.837

0

11.837

15.817

27.654

11.033

11.033

11.033

11.033

Overige personele uitgaven

12.988

0

12.988

230

13.218

0

0

0

0

          

Materiële uitgaven

         

Bijdrage SSO's

196.917

0

196.917

34.285

231.202

485

485

485

447

ICT

200

0

200

6.888

7.088

149

75

0

0

Overige materiële uitgaven

14.449

0

14.449

1.422

15.871

‒ 423

‒ 357

43

43

          

Ontvangsten

19.040

0

19.040

151.397

170.437

70.012

90.012

90.012

90.012

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

Het betreft met name de meerjarige raming voor de uitvoeringskosten van de NCG die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen. Deze uitgaven zullen in rekening gebracht worden bij de NAM. In 2021 betreft het circa € 97,4 mln. exclusief btw. De raming zal gedurende het jaar geactualiseerd worden en indien noodzakelijk in de tweede suppletoire begroting 2021 en ontwerpbegroting 2022 worden bijgesteld.

Daarnaast wordt er structureel € 12 mln. overgeboekt van de Aanvullende Post voor het tegengaan van discriminatie binnen het Rijk en gemeenten in het kader van de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht. Daarvan wordt circa € 7 mln. overgeboekt naar het gemeentefonds en de BES-eilanden. Ook is er voor de informatiehuishouding en actieve openbaarmaking naar aanleiding van de kabinetsreactie € 9,9 mln. beschikbaar.

Verder betreft het de uitgaven voor de uitvoering van specifieke opdrachten aan Doc-Direkt (€ 12 mln.) en werkzaamheden van P&O-adviseurs voor de SSO's (€ 7 mln.), waar ontvangsten tegenover staan. Ten slotte worden er middelen gerealloceerd om personele uitgaven op het juiste instrument te verantwoorden voor onder andere de woningbouwimpuls en de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw.

Inhuur externen

Het betreft voornamelijk de meerjarige btw-component over de uitvoeringskosten van de NCG die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen (circa € 8,5 mln.).

Daarnaast is er een bijdrage van het Ministerie van I&W aan het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) van € 1,7 mln., zijn er een aantal reallocaties opdat middelen op het juiste instrument kunnen worden verantwoord (circa € 2,2 mln.), een aantal overlopende posten uit 2020 (circa € 2,3 mln.) en de uitvoeringskosten voor het pakket «Wind in de Zeilen» (circa € 0,5 mln.).

Materiële uitgaven

Bijdrage SSO's

Dit betreft met name de bijdragen aan SSO's van Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten, welke gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) worden ontvangen (€ 19,5 mln.). Ook betreft het de kosten voor de uitvoering van de Dienstverleningsafspraken (DVA's) tussen de baten-lastenagentschappen (€ 14 mln.). Daar staan hogere ontvangsten tegenover.

ICT

Dit betreft met name de uitgaven aan ICT van Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten, welke gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) worden ontvangen (€ 6,6 mln.).

Overige materiële uitgaven

Dit betreft met name de materiële uitgaven van Doc-Direkt, die samenhangen met de inkomsten, welke gedurende het jaar van overige departementen en derden (notariaat) worden ontvangen (€ 1,8 mln.).

Ontvangsten

Dit betreft voornamelijk de raming voor de ontvangsten voor de uitvoeringskosten van de NCG die gerelateerd zijn aan de versterkingsopgave in Groningen in 2021 (€ 97,4 mln.) en meerjarig (€ 90 mln.). De uitgaven zullen in rekening gebracht worden bij de NAM. De raming zal gedurende het jaar geactualiseerd worden en indien noodzakelijk in de tweede suppletoire begroting 2021 en ontwerpbegroting 2022 worden bijgesteld. Doordat de uitgaven voor de versterkingsoperatie achteraf aan de NAM gedeclareerd worden, loopt het ritme van de gedesaldeerde uitgaven en ontvangsten niet gelijk. Hiervoor is het kasritme van de meerjarige ontvangstenreeks aangepast middels een kasschuif.

Daarnaast betreft het de nog te ontvangen bijdrage van de NAM over de uitvoeringskosten in het derde en vierde kwartaal van 2020 (€ 42,8 mln.).

Verder betreft het de inkomsten die Doc-Direkt gedurende het jaar ontvangt van overige departementen en derden (notariaat). Deze inkomsten zijn ter dekking van de personele en materiële uitgaven (€ 38,4 mln.). Tot slot betreft het de ontvangsten in het kader van de DVA's voor de standaard dienstverlening aan de baten-lastenagentschappen (€ 14 mln.).

4.2 Artikel 12. Algemeen

Tabel 20 Algemeen (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

12.706

230.000

242.706

17.466

260.172

0

0

0

‒ 100

          

Uitgaven

12.706

0

12.706

17.466

30.172

0

0

0

‒ 100

          

Subsidies (regelingen)

         

Diverse subsidies

854

0

854

128

982

100

100

100

0

Koninklijk Paleis Amsterdam

52

0

52

0

52

0

0

0

0

Opdrachten

         

(Inter)nationale samenwerking

507

0

507

‒ 100

407

‒ 100

‒ 100

‒ 100

‒ 100

Diverse opdrachten

315

0

315

0

315

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Diverse bijdragen

0

0

0

‒ 23

‒ 23

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

SSC-ICT (eigenaarsbijdrage)

0

0

0

1.600

1.600

0

0

0

0

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

         

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

10.978

0

10.978

15.861

26.839

0

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

34.580

34.580

0

0

0

0

Toelichting

Bijdrage aan agentschappen

SSC-ICT (eigenaarsbijdrage)

Dit betreft een bijdrage van € 1,6 mln. voor de kosten in 2021 van de vervanging van het huidige Digi-Inkoop systeem in 2023.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

Per abuis is er een kleine negatieve budgetstand ontstaan, dit wordt bij de ontwerpbegroting 2022 gecorrigeerd.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Financiën en Nationale Schuld (Belastingdienst)

Dit betreft een actualisatie van de in 2021 te betalen vennootschapsbelasting over de generale ontvangsten.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op de surplussen 2020 van het RVB (€ 28,9 mln.), SSC-ICT (€ 3,3 mln.) en UBR (€ 2,3 mln.). Deze worden conform de Regeling Agentschappen afgedragen aan de eigenaar.

4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld

Tabel 21 Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

Ontwerpbegroting 2021 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2021 (3) = (1) + (2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

0

0

0

57.728

57.728

40.310

33.359

29.951

29.739

          

Uitgaven

0

0

0

57.728

57.728

40.310

33.359

29.951

29.739

          

Nog te verdelen

         

Loonbijstelling

0

0

0

16.139

16.139

14.939

14.180

14.019

13.870

Prijsbijstelling

0

0

0

41.589

41.589

25.371

19.179

15.932

15.869

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

0

0

          

Ontvangsten

         

Toelichting

Nog te verdelen

Loonbijstelling

Dit betreft de toevoeging van de tranche 2021 loonbijstelling voor het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Prijsbijstelling

Dit betreft de toevoeging van de tranche 2021 prijsbijstelling voor het begrotingshoofdstuk Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.