Kamerstuk 35746-17

Amendement van het lid Grinwis c.s. over het bewerkstelligen van een dierwaardige veehouderij toevoegen aan te financieren maatregelen van het Transitiefonds

Dossier: Wijziging van de Wet dieren in verband met actualisering van de diergezondheidsregels en enkele technische aanpassingen

Gepubliceerd: 6 maart 2024
Indiener(s): Pieter Grinwis (CU), Eline Vedder (CDA), Esther Ouwehand (PvdD)
Onderwerpen: dieren landbouw
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35746-17.html
ID: 35746-17

75,3 %
24,7 %

D66

CDA

VVD

JA21

PVV

BBB

PvdD

SGP

CU

NSC

SP

Volt

DENK

GroenLinks-PvdA

FVD


Nr. 17 AMENDEMENT VAN HET LID GRINWIS C.S.

Ontvangen 6 maart 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIa

Indien het bij koninklijke boodschap van 14 december 2022 ingediende voorstel van wet, houdende tijdelijke regels over de instelling van een begrotingsfonds voor het landelijk gebied en de natuur (Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur) (Kamerstukken 36 277) tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van onderdeel e tot onderdeel f wordt na onderdeel d een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • e. het bewerkstelligen van een dierwaardige wijze van het bedrijfsmatig houden van dieren met het oog op de productie van dierlijke producten;

2. In onderdeel f (nieuw) wordt «tot en met d» vervangen naar «tot en met e».

B

In artikel 3, onderdeel a, onder 2°, wordt «tot en met d» vervangen door «tot en met e».

Toelichting

Dit amendement voegt aan de te financieren doelen voor landbouw- en natuurmaatregelen van het Transitiefonds – zoals voorgesteld in het wetsvoorstel Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur (TwT) – de mogelijkheid toe maatregelen te financieren om een dierwaardige wijze van het houden van dieren in de veehouderij te bewerkstelligen. Het realiseren van een dierwaardige veehouderij zal namelijk grote investeringen vergen. Dat vraagt om inspanning van andere partijen in de keten en flankerend beleid om veehouders hierbij te ondersteunen. Omdat er een samenhang is tussen de transitie naar een dierwaardige veehouderij en de transitie naar een duurzame landbouw ligt het in de rede om ook het verbeteren van het welzijn van dieren in de veehouderij als doel op te nemen van het Transitiefonds. Op die manier kan er voor het noodzakelijke flankerend beleid ook een beroep gedaan worden op het Transitiefonds.

Dit brengt niet alleen een dierwaardige veehouderij dichterbij, maar draagt ook bij aan een integrale aanpak in het kader van met name het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Het voorkomt dat uit het Transitiefonds maatregelen worden gefinancierd die dierenwelzijn benadelen, bijvoorbeeld een investering in een emissie-reducerende maatregel die niet goed is voor het dierenwelzijn. Daarmee wordt tevens beter aangesloten bij het in artikel 2, tweede lid, onder e, TwT genoemde doel van een economische, ecologische en sociale verduurzaming van de landbouw.

Grinwis Ouwehand Vedder